De huurverhoging per 1 april 1974
DE TOEGESTANE PERCENTAGES
GEEN EENZIJDIGE VERHOGING
DE BELANGRIJKSTE
MAATREGELEN ZIJN:
Huuradviescommissie
Huurderbescherming
Kantonrechter
Voor woningen van
de gemeente en
woningcorporaties
Woningverbetering
Informatie
B
D
HET NIEUWE STADSBLAD PAG. 20 VRIJDAG 5 APRIL 1974
informatie
Publicatie van de
Gemeente Schiedam.
Twee maal per maand verschijnend
in Het Nieuwe Stadsblad.
Verzorging:
Gemeentelijke Voorlichtingsambtenaar
Emmastraat 1 - tel. 26 05 00
De regering heeft, zoals bekend, maatregelen genomen om de
stijging van de huurprijzen van gebouwd en ongebouwd onroerend
goed in Nederland tot 31 december 1974 aan banden te leggen.
Deze maatregelen gelden voor het gehele land.
Hierover is in de afgelopen maanden al veel geschreven. Het blijkt
echter dat vele huurders moeite hebben hun weg te vinden in deze
inderdaad ingewikkelde materie, zodat ze niet weten waar ze aan
toe zijn. Daarom willen we, op verzoek, op deze Gemeente
Informatie-pagina's de belangrijkste punten vermelden, waarop
men moet letten wanneer men de eigen huur kritisch wil bekijken.
De gegevens zijn voornamelijk ontleend aan het boekje Huurprij
zen in 1974", een uitgave van het Ministerie van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening, afdeling Voorlichting.
Met enkele beperkingen:
alleen de regelingen zijn vermeld, die van belang zijn voor
Schiedam. Want Schiedam ligt in z.g. „niet-geliberaliseerd ge
bied"; daarom zijn de regelen voor geliberaliseerd gebied in dit
artikel niet opgenomen.
dit artikel is vooral bedoeld voor huurders van particuliere
woningen. De huizen van de gemeente en van de woningbouw
verenigingen kunnen ook wel in huur verhoogd zijn, doch die
huurders zijn daarover reeds persoonlijk ingelicht.
de huurprijzen zullen dit jaar met niet meer dan 7% mogen
worden verhoogd in vele gevallen zelfs met niet meer dan 6%
de huurverhoging voor de gesubsidieerde woningen uit de
periode van 1 januari 1969 tot 1 april 1973 zal 3% bedragen,
reeds vóór januari overeengekomen huurverhogingen van meer
dan 7% gelden alleen voor de maand januari; voor de periode
van 1 februari tot en met 31 december 1974 moet de verhoging
worden teruggebracht tot maximaal 7%
nieuw is dat de categorieën onroerend goed waarvan de huur
prijs vrij waren, onder de werking van de huurprijsbeheersing
worden gebracht. Voor Schiedam zijn van belang de catego
rieën: woningen in de vrije sector, bedrijfsruimten en woon
schepen.
Het uitgangspunt bij een huurverhoging is,
dat de nieuwe huurprijs alléén tot stand kan
komen als huurder en verhuurder daarover in
onderling overleg tot overeenstemming zijn
gekomen! Verhuurders mogen dus niet zo
maar de huren eenzijdig verhogen. Er is één
uitzondering: de nog gesubsidieerde wonin
gen, waarvoor de huurverhoging verplicht is
(zie in de samenvatting categorie A).
Wanneer huurders een matige jaarlijkse ver
hoging van de reeds betaalde huurprijs rede
lijk vinden, zullen zij met hun huiseigenaar
makkelijk tot overeenstemming komen.
Maar het is mogelijk dat de huurder welis
waar geen bezwaar heeft tegen een huurver
hoging, doch alleen als de verhuurder aan
zekere verlangens voldoet, b.v. ten aanzien
van het onderhoud. Of sterker: de huurder
vindt de verhoging helemaal niet redelijk,
b.v. wegens de toestand van het gehuurde
pand.
Dan wordt het een zaak van onderhandelen,
waarbij de huurder wel duidelijk kenbaar
moet maken, waarom hij het aanbod van de
verhuurder niet wenst te accepteren. De
ervaring leert dat deze meningsverschillen
zich vooral voordoen in de categorie C
vooroorlogse woningen en na-oorlogse
woningen die niet meer gesubsidieerd wor
den en categorie D vrije-sectorwoningen.
De onderhandeling hoeft niet uitsluitend
over de huurprijs te gaan; ook over het
onderhoud en over de duur van het contract
kan gepraat worden.
kan de Huuradviescommissie helpen. Zowel
de huurder als de verhuurder, maar ook deze
twee tezamen, kunnen aan de Huuradvies
commissie vragen pen advies te geven over de
huurpijrs, die de huurder dient te betalen.
Desgevraagd kan de Commissie ook aangeven
welke huurprijs zij redelijk vindt voor de
bedoelde woning.
Het secretariaat van de Huuradviescommissie
is gevestigd aan de Wijnhaven 78 (6e etage)
te Rotterdam, telefoon 010 - 119250. Daar
zijn de formulieren voor het aanvragen van
een advies verkrijgbaar. De kosten bedragen
f 3,50. Zo nodig komt de commissie ter
plaatse een onderzoek instellen.
Huurders en verhuurders krijgen bericht
wanneer hun zaak behandeld wordt, zodat
zij de zitting van de Commissie kunnen
bijwonen. Het advies wordt schriftelijk uitge
bracht, beide partijen krijgen een afschrift.
Het advies van de Huuradviescommissie is
echter niet bindend! Alleen de rechter kan
een bindende uitspraak doen, hetzij over de
verplichtingen van de huurder om te betalen,
hetzij over een "redelijke huurprijs". De
ervaring is dat huurders en verhuurders
meestal het advies van de Commissie volgen.
Illllllllllllllllllllllllllinillilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllli
Komt men niet tot overeenstemming, dan
Nu kan het voorkomen, wanneer er geen
overeenstemming wordt bereikt, dat de ver
huurder de overeenkomst met de huurder
wil beëindigen hij zegt hem de huur op!
Daarbij moet hij dan wel de opzeggings
termijn in acht nemen.
Maar de huurder wordt beschermd door de
Huurwet! Dit betekent dat hij voor onbe
paalde tijd "in het genot" van het gehuurde
kan blijven en alleen door de rechter tot
ontruiming van zijn woning kan worden
gedwongen. Natuurlijk moet hij wel zijn
verplichtingen nakomen en dan ook de niet-
verhoogde huur blijven betalen.
De verhuurder kan bij de kantonrechter een
vordering tot het ontruimen van de woning
indienen, met als argument dat de huurder
een naar de mening van de verhuurder rede
lijk aanbod voor een nieuwe huurovereen
komst niet heeft willen accepteren. Hij moet
daarbij een verklaring van de Huuradvies
commissie overleggen, waarin de Commissie
een oordeel geeft over de redelijkheid van
het aanbod van de verhuurder (Let wel, dit is
een ander advies dan bedoeld in het vorige
hoofdstuk).
Om zo'n verklaring te krijgen moet de ver
huurder een afschrift van zijn aanbod aan de
huurder overleggen aan de Commissie. Deze
stuurt dan weer een afschrift aan de huurder,
opdat deze op zijn beurt de bezwaren ken
baar kan maken. Daarna pas neemt de Com
missie een beslissing (eventueel na een onder
zoek) en beide partijen krijgen een afschrift
daarvan.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll'
Het laatste woord is aan de kantonrechter.
In Schiedam is het kantongerecht gevestigd
aan de Lange Haven 65, telefoon 26 82 47
of 26 52 61. Zonder de bovenbedoelde ver
klaring van de Huuradviescommissie behan
delt de kantonrechter geen vordering tot
ontruiming. Mede aan de hand van die ver
klaring komt de rechter tot een oordeel.
Vindt hij het aanbod van de verhuurder
redelijk, dan wijst hij de vordering tot ont
ruiming toe. De huurder krijgt dan een
maand de tijd om het aanbod van de ver
huurder alsnog te aanvaarden. Doet hij dit
niet, dan moet hij het pand ontruimen.
Vindt echter de kantonrechter het aanbod
van de verhuurder niet redelijk, dan wijst hij
de vordering af en dan kan de huurder
blijven zitten.
Ook voor de woningen die eigendom
zijn van de gemeente Schiedam of van
de woningcorporaties in Schiedam
kunnen de huurprijzen, met ingang van
1 april 1974 zijn verhoogd. Daarvoor
geldt een enigszins afwijkende regeling
dan die voor de woningen van parti
culiere eigenaren, zoals hiernaast ver
meld.
Nu heeft de Gemeentelijke Woning-
dienst alle huurders van gemeente
woningen in kennis gesteld hoe de
huurverhoging voor hun woning zal
uitwerken. Niet alleen hebben de huur
ders een algemeen informatie-bulletin
ontvangen, maar ook is hun in een
circulaire medegedeeld hoeveel de
huur van hun woning zal worden ver
hoogd en tevens is hun een specificatie
gegeven van de samenstelling van zo
wel de oude als de nieuwe huurprijs.
Na deze zeer concrete informatie aan
de huurders, van geval tot geval be
licht, heeft het geen zin dat we op
deze pagina's nog informatie in alge
mene termen verstrekken. Daar heb
ben we dan ook maar van af gezien.
Wanneer in een woning een verbetering is
aangebracht (b.v. een douchecel) of er vindt
een verbouwing plaats (het uitbreken van
een kleine kamer) dan zal het meestal niet
redelijk zijn een ongewijzigde huurprijs aan
te houden. Ditzelfde geldt voor een
woningsplitsing of een vernieuwing van een
installatie b.v. centrale verwarming, een lift,
warmwater- of koelinstallatie.
In niet-geliberaliseerd gebied zoals in
Schiedam golden hiervoor vóór 1 februari
1974 een aantal huurvoorschriften. Deze zijn
ook na die datum van kracht gebleven. In
geval van twijfel over de uitleg en de toe
passing van deze voorschriften kan de Huur
adviescommissie inlichtingen en adviezen
verstrekken.
lllllinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllHII
Verdere inlichtingen kunnen worden ver
kregen bij de Huuradviescommissie, waarvan
het secretariaat is gevestigd aan de Wijnhaven
78 (6e etage) te Rotterdam, telefoon 010
-11 92 50 of bij de Centrale Afdeling Voor
lichting van het Ministerie van Volkshuisves
ting en Ruimtelijke Ordening, Van Alke-
madelaan 85 Den Haag, telefoon 070 -
26 42 01.
Bij de afdeling Voorlichting van genoemd
Ministerie is ook op aanvraag verkrijgbaar
het zeer informatieve boekje "Huurprijzen in
1974", waaraan de gegevens voor de artike
len op deze pagina's zijn ontleend, evenals
het vouwblad "Informatie over huren van
woningen van gemeenten en woningcorpo
raties", dat overigens reeds aan de huurders
van gemeente-woningen is verstrekt.
Woningen waarvoor het Rijk
nog subsidie verleent.
Woningen waarvoor het Rijk
geen subsidie (meer) verstrekt
Vooroorlogse woningen en
naoorlogse niet meer gesubsi
dieerde woningen van particu
liere eigenaren
Vrije-sector-woningen (waar
voor de huurprijs niet aan een
wettelijk maximum gebonden
was)
Bedrijfsruimten (waaronder
middenstandsbedrijven)
Kleine bedrijfsruimten (huur
prijs op 30 juli 1971 f 100,—
per maand of minder)
woningen na 31 maart
1973 tot stand gekomen:
geen huurverhoging op 1 april
1974
woningen tussen 1 januari
1969 en 1 april 1973 tot
stand gekomen: per 1 april
1974 3% huurverhoging van
de huurprijs op 31 maart
1974
woningen vóór 1969 ge
bouwd: 6% verhoging van de
huurprijs op 31 maart 1974,
dan wel 7% volgens de huur-
harmonisatie
vóór 1 april 1974: geen
huurverhoging (behalve als de
huurverhoging van 1 april
1973 nog niet is toegepast)
met ingang van 1 april
1974: in vrij overleg is huur
verhoging van 0— 6% toege
staan van de huurprijs op 31
maart 1974
in het kader van de huur-
harmonisatie kan de verho
ging maximaal 7% zijn, doch
geen hoger pencentage
vóór 1 april 1974: geen
huurverhoging (behalve als de
verhoging van 1 april 1973
nog niet is toegepast)
met ingang van 1 april
1974: in vrij overleg is huur
verhoging toegestaan van
0 6% van de huurprijs op
31 maart 1974
in het kader van de huur-
harmonisatie kan de ver
hoging 7% zijn; een hoger per
centage is niet toegestaan.
Ook niet wanneer dat in
onderling overleg is overeen
gekomen
indien het huurcontract
een huurverhoging voor 1974
mogelijk maakt dan kan
m.i.v. 1 februari 1974 de ver
hoging 0—7% bedragen van
de huurprijs op 31 december
1973; een hoger percentage is
niet toegestaan
als huurder en verhuurder
een verhoging per 1 januari
1974 zijn overeengekomen
van meer dan 7%, dan geldt
dat alléén voor de maand
januari; daarna maximaal 7',
indien het huurcontract
een verhoging voor 1974
mogelijk maakt, dan kan
m.i.v. 1 februari 1974 de ver
hoging 0 7% bedragen van
de huurprijs op 31 december
1973; een hoger percentage is
niet toegestaan
als huurder en verhuurder
een verhoging per 1 januari
1974 zijn overeengekomen
van meer dan 7%, dan geldt
dat alléén voor de maand
januari; daarna maximaal 7%
vóór 1
verhoging
huurverhoging
april 1974: geen
(behalve als de
per 1
april
nuurvernoging per i a(
1973 nog niet is toegepast)
met ingang van 1 april
1974: in vrij overleg is huur
verhoging toegestaan van
0 6% van de huurprijs op
31 maart 1974
in het kader van de huur-
harmonisatie kan de verho
ging 7% zijn; een hoger per
centage is niet toegestaan.