Opgravingen in Schiedams binnenstad
e
Onderzoek naar de ontwikkeling
van de stadsplattegrond
VESTEN
BAGIJNHOF
Techn Werkpl
HUIS TE RIVIERE WEG
KASTEEL
S
HET NIEUWE STADSBLAD - PAG. 20 - WOENSDAG 1 MEI 1974
gemeen
ormatie
Publicatie van de
Gemeente Schiedam.
Twee maal per maand verschijnend
in Het Nieuwe Stadsblad.
Verzorging:
Gemeentelijke Voorlichtingsambtenaar
Emmastraat 1 - tel. 26 05 00
Wat in zovele andere steden in Holland met een middeleeuwse oorsprong gebeurt, heeft nu ook
plaats in Schiedam. In het oude centrum zijn hele straten met de daaraan gelegen bebouwing
verdwenen. Zij hebben plaats moeten maken voor andere bestemmingen. Zo worden de
bouwterreinen verkregen, waar de gemeentebesturen met hun gemeentelijke diensten voor
stadsontwikkeling trachten, zoals in Schiedam, een vernieuwde binnenstad tot ontwikkeling te
brengen. Wat echter gesloopt is, zijn geen middeleeuwse gebouwen. Het zijn overwegend
arbeiderswoningen, meestal van zeer slechte kwaliteit, zij stammen vooral uit de negentiende
eeuw, maar ook uit het laatste deel van de achttiende eeuw. De laat-middeleeuwse steden waren
rijk aan open terreinen en tuinen, die echter in een latere periode alle volgebouwd zijn met
meest kleine huisjes. Tot de steden er zich zelf in verstikten, als de plantengroei in een tuin
waarin nooit wordt gewied.
Maar vóórdat met de nieuwbouw wordt
begonnen, verschijnen er nijvere lieden,
archeologen. Zij trachten, voor het te laat is,
nog aan de bodem de geheimen te
ontfutselen. Eenvoudig omdat zij willen
weten welke rol de later volgebouwde
terreinen in de middeleeuwse stad hebben
gespeeld. Zo is het de laatste drie jaar ook in
Schiedam gegaan.
Het gaat daarbij niet alleen om het opgraven
van oude gebouwen. Het doel is meer
speciaal om een onderzoek in te stellen naar
de ontwikkeling van de stadsplattegrond van
Schiedam, vanaf het tijdstip, omstreeks
1240, dat hier de Schie door een dam van de
Nieuwe Maas werd afgesloten. Dit onderzoek
vond niet alleen plaats in het eerbiedwaar
dige stadsarchief, maar ook in de oudere
archieven van de graven van Holland en
eveneens in die van oude kloosters en
abdijen, zoals Van Egmond, Rijnsburg en het
bij Delft gelegen Koningsveld, welke alle
bezittingen hadden in Schiedam.
Zo is een beeld verkregen van de voortschrij
dende bebouwing van de stad tot aan het
einde van de middeleeuwen. Dit sluit dan
weer aan op de oudste bewaarde plattegrond
van Schiedam, omstreeks 1560 vervaardigd
door Jacob van Deventer.
Deze kaart toont de stad binnen de nu nog
bekende vesten, waarvan alleen de Broersvest
door demping veel van zijn oorspronkelijke
karakter heeft verloren. Deze vesten blijken
echter niet de oudste te zijn. Oudere
grachten in de Kreupelstraat, de Gedempte
Baansloot en in de Laan/Korte Achterweg
omsloten tot in het midden van de
veertiende eeuw het oostelijke deel van de
stad, de z.g. Poort. Het westelijke deel van
de stad of de Nieuwpoort werd omgesloten
door de Korte Haven en de Raamgracht.
Beide delen, die oorspronkelijk los van
elkaar stonden, vormen sinds 1275 één
stadsgerecht.
De resultaten van dit onderzoek vormen de
leiddraad voor de archeologen; het onder
zoek kan nu zeer gericht plaatsvinden, wat
uiteraard een besparing op de kosten geeft.
In 1971 zijn op het terrein waar nu de
nieuwe brandweerkazerne in aanbouw is, de
resten aangetroffen van een zestiende eeuwse
boerderij. Maar ook enkele muurresten van
laat veertiende eeuwse huizen, die bij de
grote stadsbrand van 1428 vernield zijn.
Daarbij is o.a. de gehele Nieuwpoort
afgebrand en later grotendeels niet meer
opgebouwd. De straatnaam Verbrande Erven
herinnert nog aan die ramp.
In 1972 zijn bij de Sint Anna Zusterstraat de
grondslagen van het omstreeks 1450 ge
bouwde Sint Anna Convent, een vrouwen
klooster, blootgelegd en opgemeten. Maar
ook is gebleken dat op de plaats van het
klooster een vijftig jaar oudere boerderij was
gelegen, bestaande uit een bakstenen woon
huis met een houten schuur. Daar weer voor
was het terrein, dat dan al bijna een halve
eeuw binnen de nieuwe stadsvesten lag, als
weiland in gebruik.
In maart van dit jaar is het Bagijnhof,
gelegen achter het Gemeente-archief en dicht
bij de Grote Kerk, onderzocht. Dit hof komt
op de kaart van Van Deventer voor als een
blokje huizen met een kapel. In 1574 wordt
nog de pater van het Bagijnhof vermeld.
Dank zij de speurzin van de gemeente-archi
varis is onthuld, dat reeds in 1271 ver Aleyd,
de weduwe van Jan van Avesnes en
ambachtsvrouwe van Schiedam, bij testa
ment een legaat vermaakt heeft aan de
bagijnen hier.
Inderdaad is bij de opgravingen op een
omgracht erf een uit het midden van de
dertiende eeuw daterend huis aangetroffen,
ten dele van baksteen, maar grotendeels van
hout opgetrokken. Dit is niet het type huisje
van een bagijn, die woonden meestal in
afzonderlijke huisjes. Mogelijk is het 't
oorspronkelijke huis 'Van ver Aleyd te
Schiedam geweest waar zij omstreeks 1260
woonde, toen een begin werd gemaakt met
de bouw van het zeer grote kasteel even
buiten de vesten, waarvan zij echter de
voltooiing niet meer heeft beleefd.
-
-f*
Gemeente
Secretarie
a "ie
Een plattegrond van het oude Huis te Riviere, getekend (in de dikke zwarte lijnen) naar de
gegevens die reeds verkregen zijn. Maar er blijven nog meerdere vragen over. Wanneer het
onderzoek zich heeft voortgezet onder het tracé van de huidige Huis te Riviereweg en een deel
van het parkeerterrein, zal deze plattegrond aangevuld kunnen worden. De toren van het grote
kasteel heeft losgestaan van de verdere bebouwing.
Een beeld van de opgravingen op het terrein achter het Gemeente-archief, waarbij de resten van
de kleine huisjes van het bagijnhof zijn blootgelegd. Het muren-vierkant geven de twee
vertrekken van één huis aan, waar de in het wit gestoken mannen staan, bevindt zich de schouw.
Dit houten huis is voor 1280 vervangen door
een geheel stenen gebouw aan de westzijde
van de Boterstraat, dat na de dood van ver
Aleyd dienst doet als ambtswoning van
Frederik, de schout van Schiedam. Na de
voltooiing van dit tweede huis heeft zij het
oudere bestemd als bagijnhof, dus nog vóór
1971. Ver Aleyd is tevens de stichtster van
de kerk en van het gasthuis van Schiedam.
Dit oudste huis is omstreeks 1390 vervangen
door vier of vijf kleinere huizen met
bakstenen zijmuren en houten voor- en
achtergevels. Deze zijn alle in 1428 bij de
grote stadsbrand verwoest; er komen geheel
van baksteen opgetrokken huisjes voor in de
plaats. Het kapelletje dat bij het Bagijnhof
behoort is pas in de achttiende eeuw
gesloopt ten behoeve van de bouw van het
tegenwoordige gebouw van het archief.
Eén van de practische resultaten van het
onderzoek is, dat nu aan de dienst van
Gemeentewerken een plattegrond kan wor
den verstrekt van alle in het terrein
voorkomende muren, die zich soms meer
dan drie meter onder het maaiveld bevinden.
Zo kan deze dienst in korte tijd het terrein
bouwrijp maken voor de nieuwe woning
bouw.
Thans vindt een onderzoek plaats rond de
rui'ne van het hiervoor genoemde kasteel, het
Huis te Riviere, in de volksmond meestal het
„kasteel van Mathenesse" genoemd. Reeds in
1947 en 1948 zijn door de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek op
beperkte schaal opgravingen verricht rond de
rui'ne, die toen in een zeer deplorabele
toestand verkeerde. Dit werk is in 1962
aangevuld door de archeologische dienst van
de gemeente Rotterdam. Hierdoor is enig
inzicht ontstaan in de bouwgeschiedenis van
het kasteel, dat zeker een van de grootste
van Holland is geweest. Maar er blijven nog
vele vraagtekens bestaan.
Opnieuw is nu de Rijksdienst gaan graven
rond de grote toren van het kasteel (dat is
dus de aanwezige ruine), die na een recente
restauratie door de dienst van Gemeente
werken in een voorbeeldige toestand ver
keert. De restauratie moest echter worden
stopgezet, omdat de beschikbare middel
eeuwse steen op was.
Het doel van het huidige onderzoek is
drieledig. Allereerst wordt getracht de
overgebleven vraagtekens op te lossen en de
plattegrond te completeren. Bekend is dat
het kasteel zich heeft uitgestrekt tot over de
huidige Huis te Riviereweg heen tot op het
noordelijke deel van het huidige parkeer
terrein, waar ook een torentje moet zijn
geweest (zie de plattegrond).
Ten tweede was de verwachting dat bij de
verwoesting van het kasteel in 1574 de west
en noordgevel van het hoofdgebouw omge
trokken waren. Inderdaad blijken deze gevels
in grote brokken in de nu ontgraven gracht
te liggen. De brokken leveren duizenden
kilo's aan restauratie-stenen op.
Ten derde kunnen vele gevens worden
verstrekt aan de gemeentelijke diensten die
tot taak hebben een definitieve vorm te
ontwikkelen voor het grote plein bij het
Stadskantoor, ook wel aangeduid als „Stads
erf". De verwachting en de hoop is dat deze
diensten aan dit middeleeuwse complex, zo
mogelijk gevat in water en een groenbeplan-
ting^ een eigen functie kunnen geven in wat
in de toekomst het belangrijkste plein van
Schiedam zal zijn.