St. IMiclaes avont
verboden
voor te staen
De vaderlandse
geschiedenis
van Sinterklaas
w
Vie de saint Nicolas*
■■Ttfrrr
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 24 - WOENSDAG 4 DECEMBER 1974
Disr k«ï»ï Mj op patnf geiew».
j kpfcrriejn» wilt g:j weten
iWt siïj u Eifeipji iy«e* xvel te
V' or voxntii js sileéh <!e rot*.
Sint Sieel*»g «ind$ It&gveraMtni
Als üissetwf» na eert 6eit!g fe*sa.
W»s desgdtaaia goerf «e ntlli t» awd
Zo» ai* pa* aitijtf i« kmbmm.
St.-Sicoisi*, ce bon prtïat,
t\sitgtm!reut una rel»!.
Luidrnnhtig aaa <feq xefinorsteett «tegsa i
Stal Nicolaas, goed heilig (uan!
Ttek uwen hesten labi»t»rd au»
nojï een aantal andere disaas.
Aa foyer tl m ïimqitê
t» *06 ^pj»ai «ai (fowaadé.
St. Nicolaas in de vorm van een Russische ikoon, vroeg 16e
eeuws.
Alzoo myn Heeren de Magistraten
deser stadt Delft bemerken dat alhyer
Jaerlick meerder wort ingeboert
seerlick quaet gebruyck dat op
extraordinarie tyden ende buyten de
Jaermarckten ende weeckmarkten met
allerhande cramen opentlick opt
marcktvelt voor te staen, ende
Insonderheyt dat opten vyfden
Decembris twelck genaemt wort
Nicolaesavont het marcktvelt met seer
veel cramen wordt beset, in welcke
craemen vercoft worden verscheyden
goederen die men den cleynen
kinderen dyets maeckt dat den
zelffden Nicolaes henluyden geeft,
twelck een saecke is nyet alleen
strydende teghens alle goede ordre
ende politye, maer oock de luyden
affleydend van de Ware Godes dyenst
ende streckende tot waengelooff,
superstitie ende affgoderye, de welcke
in een wel gepolitieerdê Christelick
gereformeerde stad nyet en behoort
getolereert te worden. Soo ist datt mijn
Heeren Schoudt ende Schepenen mett
advys van mijn Heeren de
Burgemeesteren hebben gekeurt en
geordonneerd, keuren ende
ordonneren mits desen, datt voortaan
nyemant wije dye sij Inwoonder ofte
wtheemstge sail vermoghen met
eenighe craemen, waeren ende goeden
opten selven Niclaes avondt ofte op
eenige andere avonden ofte daeghen
voor ofte nae opentlick opt marctvelt
oft elders voor te staen, ten ware het
ordinarie weekmarkt mochte wesen,
In welcken gevallen de selffde
craemen ende goeden voorden avont
van daer sullen moeten worden
geruijmpt.
Dit wort alleenlicke toegelaten opten
Korstavont, Paesavont ende
Pyncesteravont opte marct mett
craemen ende waren te mogen
voortstaen. Ende ditt all ende elck
poinct oppeyne datt de selffde craeme
ende waren datelicken sullen worden
aengetast ende verbeurt verklaert,
mits datt de selffde sullen moghen
worden geordineert mette thijen
Carolus guldene. Aldus gepubliseert
mette groote clocke vant stadthuys der
stadt Delft" opte 28e Novemris 1600.
Die boete van tien Carolus guldens
was blijkbaar nog niet voldoende,
want in 1607 wordt de keur met een
veelbetekenende alinea aangevuld:
„Verbyeden ende interdiceren voorts,
van nu voortaen gheen broot, couck,
suycker ofte anderè eetwaren te
vercopen, ofte te coope te stellen,
hebbende tfacoen van eenige beelden,"
ofte daer eenich beelt ofte beelden an
ofte op gebacken ofte gestelt sijn, op
verbeurte van dijen". „Hebbende
tfacoen van eenige beelden": de aap
Een baardloze Sint Nicolaas op de deurstijl van de pelgrimskerk
van St. Nicolaas-de-Port bij Nancy.
komt uit de mouw; het maken van
beelden is een „pauselicke
superstitie", zoals het elders wordt
genoemd. De stad Hoorn,
bijvoorbeeld, is in 1626 veeldirecter
dan bovenstaande keuren, gericht
tegen het ',misbruycken van de goede
gaven Godts, tmt maintenue van de
Afgoderye en Superstitie in f
Pausdom". De laatste alinea is heel
interessant: „Verbieden mede wel
Expresselijk allen en enen igelijken,
dat Sij hen niet vervorderen,
t Sij int Heijmelijk of int Openbaar, te
koopen ofte verkoopen, enige waren,
Kramerijen of Popperijen, 't Sij van
Suijcker of andere materie gemaakt of
gebakken, de Pauselijke Afgoderye en
desselfs Superstitie smakende, als
daar sijn Crucifixe, Sancten en
Sanctinnen, en meer andere
diergelijke Beuselingen". Deze keur is
dus gericht tegen de „Santekramen".
SCHOENZETTEN
Dergelijke verboden treffen we aan in
Dordrecht, Amsterdam, Nijmegen,
Kampen, etc. In Arnhem zien we hoe
in 1620, 1621 en 1622 de Kerkeraad
aan de Magistraten verzoekt om te
„willen gelieven het Nicolaes-spel te
verbieden, om also dese Pauselicke
superstitie niet in de jonge kinderen te
planten, maer uytt te royen". En in
Tiel gaat men in 1618 nog verder. Hier
proberen Schout en Schepenen in te
grijpen in het privé leven van de
burgers. Zij verbieden „dat voortaen
gheene kynderen binnen deeser stadt
eenige schoenen bij haere vrunden,
nog bij anderen op St. Nicolaes
avonds, nog voor ofte nae en sullen
mogen brengen nog setten, nochte bij
iemand anders gebrachtte werden, om
volgens de olde gepleechte gewoonte
met eenige geschencken ofte gigten
versien te werden...". Deze
profijtelijke gewoonte om ook
anderen je schoen te plaatsen
voorzover bekend, inderdaad verloren
gegaan. Zo zijn er veel pogingen
gedaan om het feest als volksfeest uit
te bannen. Maar juist omdat de Sint
zo sterk onder het volk leefde, was hij
niet klein te krijgen. Wel is het zo dat,
nu de commercie hem ieder jaar weer
als een vettere melkkoe binnenhaalt,
het zicht op de beminnelijke,
eenvoudige heilige uit de Russische
legenden volkomen vertroebeld is. Op
18 december verzorgt Delfla
Batavorum een lezing over dit
onderwerp in Het Open Hof,
Storklaan 1 in Delft; aanvang 8 uur.
JAN RIJSTERBORGH
In een artikel dat vorige week in dit
blad verscheen, werd één en ander uit
de doeken gedaan over oude
gebruiken bij het Sinterklaasfeest. In
Delft bevinden zich enkele
documenten die voor de geschiedenis
van dit volksfeest in de 17e eeuw heel
interessant zijn. Het is daarnaast ook
weinig bekend dat we in Nederland
heel concrete overblijfselen van Sint
Nicolaas hebben. Nicolaas, de latere
bisschop van het stadje Myra, in de Z-
W-hoek van Turkije, liet zich, volgens
talloze legenden, al vroeg kennen als
een vroom, goedhartig mens, altijd
klaar voor anderen. Zelfs zijn naam
betekent immers „Overwinnaar van
het Volk". Mensen in nood konden op
hem rekenen: van zeelieden tot
letterlijk in de pan gehakte studenten,
van gevangenen tot met prostitutie
bedreigde arme meisjes. Hij werd dan
ook patroon, beschermheilige, van
lange reeksen van groeperingen:
zeevarenden, studenten en kinderen,
huwbare meisjes, handelaars, zelfs van
dieven en het vagevuur. Toen, aan het
eind van de 11e eeuw, de Christelijke
wereld met angst zag dat de
Mohamedanen, mede als gevolg van
de Kruistochten, het graf van Sint
Nicolaas dreigden te verwoesten,
vertrokken uit Bari in zuid-Italië,
handelaren en zeelieden, die zijn graf
openbraken en zijn gebeente
meenamen naar hun vaderstad. Daar
verricht hij nog steeds wonderen en
begin mei wordt er ieder jaar een
geweldig feest aan hem gewijd. De
grafrovers lieten echter in hun haast
enkele vingerkootjes in het graf
achter, die nu nog in een reliekschrijn
in het Turkse Antalya te zien zijn.
Enkele andere lichaamsdelen
verhuisden met vrome pelgrims verder
naar het noorden. Zo vinden we
relieken van deze heilige in St.
Nicolas-de-Port, in het Franse
Lotharingen en in Aken, om een paar
voorbeelden te noemen. En in ons
eigen Maastricht vinden we tussen
verschillende relieken van hem,
ironisch genoeg van deze „patroon van
de snoepindustrie" een grote
reliekhouder met... een gave tand.
AMSTERDAM
Maastricht: 19e eeuws reliekhouder met
beenscherfje van St. Nicolaas.
bij
is,
Het eerste liefdespaar
speculaaskoek.
op een vergulde
Amsterdam, overzicht vanaf oude kerk
(voorgrond) naar de 19e Nicolaaskerk.
Rechts van het midden het grote dak van de
schuilkerk „Ons Lieve Heer op Solder".
Sinterklaas is de patroon van
tenminste zeven steden en dorpen in
ons land, die niet allemaal even
duidelijk met de handel of met
handelswegen te maken hebben.
Enkele plaatsjes liggen langs de Maas,
die ontspringt in Lotharingen,
waarvan St. Nicolaas nog steeds de
patroon-heilige is. Van de meeste
Hanze stadjes langs het oude
IJsselmeer is zijn patroonschap vrijwel
zonder overal vervangen, ofwel
verloren gegaan. Opvallende
uitzondering is natuurlijk
Amsterdam. Sinterklaas arriveert in
de hoofdstad op de Prins
Hendrikkade, voor de 19e eeuwse, aan
hem gewijde kerk ,,St. Nicolaas"
binnen de Veste. Op 5 minuten lopen
Speculaaskoek uit Dinant.
van hier ligt de 17e eeuwse schuilkerk
„Ons Lieve Heer op Solder", gebruikt
door de, sinds de Reformatie,
vervolgde Roomse gelovigen en ook
aan onze heilige gewijd. En dan. weer 5
minuten verder staan we voor de 14e
eeuwse Oude Kerk, oorspronkelijk
ook een Nicolaas kerk, vlak bij de
haven gelegen. Na 1578 werd het grote
zilveren Nicolaas beeld dat hier stond
omgesmolten tot noodgeld. Vrijwel
enige dat nu nog aan de oude heilige
herinnert, is het vergulde reliëf, dat
heel hoog boven de viering, het hart
van de kerk, neerziet op het nijvere
bedrijf van de walletjes, rondom de
kerk. Sint Nicolaas, patroon der
zeevarenden, maar immers ook
patroon der liefde, al zal hij op deze
plaats veel door de vingers moeten
zien...
SINTERKLAAS IN NEDERLAND
Als Sint Nicolaas via de handelsroute,
na de 10e eeuw, bij ons in Nederland
komt, is hij een baardeloze, vrij jonge
heilige. Zo zien we hem dan ook in het
zuiden en België en Frankrijk, vaak
afgebeeld. Hij wordt hier echter
geïndentificeerd met de Germaanse
God Wodan, die met fladderende
witte baard op zijn witte ros Sleipnir
langs de hemel smelt. Voor deze god
en zijn zoon Oei (god van de
jaargetijden) legde men onder het
rookgat in het dak, geschenken neer,
in de hoop dat dit door de god beloond
zou worden met nieuwe
vruchtbaarheid, met leven en licht,
met de lente. Onze Sinterklaas, met
bloedrode, vurige mantel, met witte,
volle baard (als was hij de maan zelf!)
rijdt op een witte schimmel over de
daken, geeft geschenken, strooit
pepernoten (zaden) door de
schoorsteen. Dieptepsychologisch zien
we hier dan, nog veel wezenlijker, een
verzinnebeelding van de
vruchtbaarheid brengende daad van
de paring. En zo herinnert de roe van
Piet aan de takkebos waarmee tijdens
inwijdings-ceremonies de jonge
mensen werden aangeraakt om hen
groeikracht en vruchtbaarheid te
geven.
REFORMATIE
Tijdens en na de Reformatie zal men
van deze diepere achtergronden
weinig geweten hebben. Men had toen
trouwens veel concreter redenen om
zich tegen het Sinterklaasfeest te
verzetten. Op de levendige, druk
bezochte Sinterklaasmarkten,
bijvoorbeeld, werden poppen van taai
taai en speculaas verkocht (die wij nog
steeds „vrijers" noemen!) Zo ook
suikerbeesten en andere afbeeldingen
van schepsels, waarmee men in de
strijd kwam met het tweede van de
Tien Geboden: Gij zult u geen
gesneden beeld maken. Ook om
andere redenen groeide het verzet
tegen het „pauselijke"
Sinterklaasfeest gestadig en het
duurde dan ook niet lang of er werden
plaatselijke verordeningen
uitgevaardigd, waarin men het feest
aan banden probeerde te leggen. Uit
die verordening, die „keuren" kunnen
we ons een aardig beeld vormen van
het gebeuren in de 16e en 17e eeuw
tijdens de laatste dagen voor 5
december. In Delft wordt op 28
november 1600 de volgende keur
uitgevaardigd.