Ook Schiedam kende de stoombrandspuiten HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 44 - WOENSDAG 15 JANUARI 1975 Als stad waar de „rode haan" maar al te vaak kraaide Het verschynen van een oude stoombrandspuit In het stadsbeeld by de officiële opening van de nieuwe brandweerkazerne was een novum voor de jongeren. Bty de ouderen onder de Schiedammers riep het echter herinneringen op uit de tyd dat de brandweer branden bestreed uitsluitend met dit type brandspuiten, wier verschijnen op de straten btyna even sensationeel was als de branden zelf. De uit 1890 daterende stoomspuit die nu door de stad paradeerde heeft destjjds dienst gedaan in Rotterdam. De door het begeleidende personeel gedragen uniformen kwamen van de Amsterdamse brandweer. Ook Schiedam bezat eens een door paarden getrokken stoomspuit die gestationneerd was op het terrein van de dienst Gemeentewerken aan de Buitenhavenweg, door de volksmond als „staal" aangeduid. In die tijd, zo'n 60 tot 70 jaar geleden werd hiei het huisvuil nog verzameld. De spui» werd echter slechts door één paard getrokken, een knol die normaal één van de vuilophaalwagens trok. Het was dan zaak de stoomdruk van de ketel zo spoedig mogelijk op het gewenste peil te brengen, wilde de spuit dienst te kunnen doen. Onder de ketel lagen de brandstoffen altijd gereed om aangesfoken te worden. Terwijl het paard met zijn vracht door de stad jakkerde deed op de vuurplaat de stoker alles om het water in de ketel aan de kook te krijgen. Zo rond 1900 kwam de brandweer in het bezit van een grote stoombrandspuit die tevens door stoomdruk werd voortbewogen. Het was het pronkstuk van het korps dat was ondergebracht in de vroegere stadswaag onder de toren van de St. Janskerk. Hier was tevens een permanente brandwacht aanwezig met als taak het onder druk houden van de stoomketel. Deze moest voldoende zijn om de spuit te doen De stoombrandery „De Kraton" nadat op 19 juli 1901 een feHe brand het complex tot een ruïne had gemaakt. rijden. Op weg naar de brand werd deze druk snel opgevoerd om de capaciteit voor het bluswerk geschikt te maken. De brandwachten waren ook dageiyks bezig met het poetsen van de koperen ketel en het nikkel van de zuigerstangen en alles glom dan ook als een spiegel als de spuit moest uitrukken. Vooral als het donker was bood het uitrukken van het gevaarte een angstaanjagend schouwspel. Met zjjn van massief rubber voorziene wielen denderde de stoomspuit over de toen nog hobbelige kelen ln een wolk van ontsnappende stoom, terwjjl de vlammen rond de vuurplaat lekten. Koefcd-'s van rf] tulgen en wagens maakten ruim baan en sprongen ijlings van de bok om hun paarden by te teugel te grijpen om een ophol slaan te voorkomen. De brandweer beschikte over nog enkele in de stad verspreid liggende uitrukposten. Kleine huisjes met hierin tweewielige karretjes met slangen en materiaal voor aansluiting op het waterltidingsnet. Van deze kant werd doorgaans het eerste water gegeven. De wagen die hierin het eerste slaagde bezorgde het personeel een premie. In die tijd zat de angst voor branden er bij de Schiedammers nog goed in. Het heeft ook veel gebrand, vooral in tijden toen aan het einde van de 19e eeuw de produktie van genever hoogtij vierde. Waar de „rode haan" zijn kop opstak liet hij meestal alleen de stenen muren van zijn prooi overeind staan. In juli 1901 werd de stoombranderij „De Kraton" aan de Noordvestsingel volledig in de as gelegd. Een jaar later ging de Stoommolen Nederland op de hoek van de Nieuwe Haven- Schoolstraat geheel in vlammen op. In 1905 brandde^ eveneens aan de Noordvestsingel, een leerlooierij totaal uit. Er zijn er slechts enkelen van een reeks die de brandweer dagen achtereen werk bezorgden. Als één van de meest hardnekkige branden biyft b> dc annalen bewaard de brand by de groentedrogerfj Blat en Prins aan de Nieuwe Haven. De eerste wereldoorlog was beëindigd. Het bedrijf exporteerde grote hoeveelheden gedroogde groenten naar het toen hongerende Duitsland. Na het tekenen van de vrede nam de behoefte aan gedroogde groenten In binnen- en buitenland sterk af. De brand die toen uitbrak vernietigde met de voorraden de twee grote bedrijfspanden totaal. Het was een 'brand die dagenlang woedde en de stdd ln een ware stankgolf zette. Ook scheepsbranden zijn in Schiedam veel voorgekomen en door de brandweer bestreden. Met de komst van het nieuwe materiaal, motorbrandspuiten en nevelblussers enz. liep het aantal uitslaande branden sterk terug. Nog vers in ieders herinnering liggen evenwel de branden bij de Chocoladefabriek De Baronie in de Warande en de grote brand in de Zakkencentrale gevestigd in het toenmalige pand De Olifant, wederom aan de Noordvestsingel. In de jaren dertig werden de beide stoombrandspuiten buiten bedrijf gesteld. Eerst na 1942 verdwenen bij het rollende materieel de massieve wielbanden om plaats te maken voor luchtbanden. In 1904 verwoestte een brand de stoommolen Haven-Schoolstraat volledig. „Nederland" op de hoek Nieuwe De by Hock's Machinefabriek omstreeks 1900 gebouwde stoombrandspuit met1 op de achtergrond branderyen. Links op de foto, gemaakt op de Noordvest, onder laatste bolhoed de toenmalige burgemeester van Schiedam, Honnerlage Grete. Verder de nodige plaatseiyke notabelen en staf en personeel van de plaatseiyke brandweer uit die tyd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1975 | | pagina 44