Faas Wilkes ruilde Koning Voetbal
voor Koningin Mode
V
Ster onder de
internationals
vindt competitie
niet de moeite
waard
1
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 42 - WOENSDAG 19 MAART 1975
n i s i rric*
Twintig man personeel heeft de ex-voetbalcrack en hij weet er mee om te gaan.
In zijn eigen modezaak Monisima: „Mode vind ik boeiend".
Loop aan de Rotterdamse
Lijnbaan een sfeervolle
modezaak „Monisima" binnen
en ontmoet daar een
internationale sportster! Want
het is Faas Wilkes, die hier zijn
dagtaak vindt in zijn eigen zaak,
die hij samen met zijn vrouw
drijft en dan is er ook nog een
filiaal bi Leidsehage,
Leidschendam, waar 22-jarige
dochter Antoinette de leiding
heeft.
Hoe komt een succesvol
voetballer als Wilkes ertoe
Koning Voetbal te verrullen voor
Koningin Mod?? Bevalt het hem,
mist hij de sport waarin hij één
van onze grootste cracks was niet
heel sterk en gaat zijn hart niet
veel meer uit naar voetbalshirts
dan damesjurkjes?
Aan de Lijnbaan
heb ik het goed;
ik mis de grasmat
helemaal niet
Faas Wilkes is even eeriyk als nuchter.
Al was hij dan eens één van onze meest
gevierde voetbalcoryfeen, al liepen de
vrouwen in Spanje en Italië by
duizenden naar de voetbalvelden als
hij uitkwam, hij heeft nooit ster
allures aangenomen.
En terugkijkend op zijn carrière zegt
hij: „Jawel, het is allemaal heel
plezierig geweest. Ik heb vanaf de
ambachtsschool in Rotterdam, waar
ik geboren en getogen ben, tot aan
mijn veertigste in die sport gezeten.
Och, misschien had ik nadien wel een
funktie in de voetballerij kunnen
krijgen. Daar had ik echt geen zin in.
Veertig jaar is al oud om te stoppen,
heel wat voetballers zetten er al een
punt achter als ze voor in de dertig
zijn. Toen ik de vier kruisjes haalde,
vond ik het welletjes. Daat komt nog
iets bij ook. In mijn tijd werd er leuk
gevoetbald. Leuk, niet alleen voor ons
die in het veld stonden, maar vooral
ook voor het publiek dat komt kijken
en het entreegeld betaalt. Dat
aanvallende voetbal, dót was het.
Tenslotte komt het legioen voor de
doelpunten, waar of niet. Maar als je
helemaal op de verdediging gaat
spelen, is er weinig aan. Ik gun die
jongens die er van bestaan moeten,
best een goede boterham; ik heb zelf
trouwens de jaren door ook geen
slechte zaken gedaan. Maar voor mij
is de jeu eraf. Dat competitie-voetbal
interesseert me eigenlijk niets meer.
Och, ik ga nog weieens een zondagje
naar Feyenoord, maar dat doe ik dan
nog meer voor mijn jongste zoon
Michael van zeven, dan voor mezelf.
Het gekke is dat die knaap, er steekt
tussen twee haakjes een goed
voetballertje in, zelf ook liever bij ons
voor de deur tegen een bal aantrapt,
dan dat hij met mij op een tribune
naar dat spel van anderen gaat zitten
kijken".
MIJN VROUW OOK
Jawel", zegt Faas, die, wat weinigen
weten, officieel Servaas heet, net als
zijn oudste zoon van vierentwintig,
„mijn vrouw heeft altijd erg met mijn
sport meegeleefd. Als ik een
thuiswedstrijd had, kwam ze kyken.
Maar zy had óók een grote hobby, de
mode. Familieleden van haar bezaten
een aantal hoedenwinkeltjes in
Nederland, zij heeft zelf nog op het
atelier dameshoedjes zitten maken.
Die verwanten zeiden: Lieve kind, het
is leuk dat je zoveel voor de mode
voelt, maar begin dan alsjeblieft wat
anders dan een winkel in
dameshoeden, want daar Is straks
geen droog brood meer in te
verdienen.
De uit Suriname afkomstige vrouw
van voetballer Faas, Mona Yvonne
(43), knoopte dat in de oren en hield
haar man voor: „Laten we, als jij eens
met die voetballerij stopt, een
damesmodezaak beginnen". Faas
Wilkes, die heel erg op zijn vrouw
gesteld is, luisterde. Hij gaf ook toe
toen ze zei: „Die winkel moet beslist in
Rotterdam komen". Faas daarover:
„Nou, ik ben zelf Rotterdammer en
aan mijn stad gehecht, maar desnoods
had ik me ook ergens anders neer
kunnen laten. Tenslotte heb ik zoveel
jaren over de grens gevoetbald. Maar
zij wilde persé Rotterdam en dat is het
geworden ook. We konden in de
Lijnbaan onderdak en laat ik zeggen
dat ik daar heel erg content mee ben.
De mensen hier zijn leuk, dat
winkelcentrum heeft een erg prettige
sfeer, de klanten komen tot uit wijde
omtrek. En zal ik je eens wat
vertellen? Mode is heel erg
interessant. Wat weet je als voetballer
nou van textiel af? Niet meer dan dat
je een broekje en een shirtje aan hebt.
Maar mijn vrouw, die alle papieren die
voor haar vak nodig zijn haalde, heeft
me er de ogen voor geopend. En ik heb
de mode erg leren waarderen".
SAMEN INKOPEN
Voor Faas Wilkes is het inkopen doen
voor de zaak een heel plezierige
aangelegenheid vertelt hij: ,,AVij
maken daar een familie-uitje van, mijn
vrouw, dochter Antoinette en onze
dochter van 18, Claudia en ikzelf
natuurlijk gaan gezamenlijk de
collecties aanvullen. Mijn vrouw weet
er veel meer van dan ik, allicht, maar
toch heb ik wel inzicht in damesmode
Zo mag hij zich zelf In de spiegel zien, als een succesvol voetballer die tydig wist
te stoppen en nadien een knappe carrière opbouwde in de textiel. „Maar myn
vrouw deed het voornaamste werk", zegt hij bescheiden.
kwam in het Nederlands elftal, in 1947
al en was niet minder dan veertig maal
opgesteld in een Oranje-team. In
Spanje boekje hij zoveel successen dat
de vrouwen bij duizenden haar
breiwerkjes in de steek lieten om hem
te zien voetballen en in Italië was het
niet anders. Natuurlijk had hy de voor
een topvoetballer gebruikelijke
handicaps, tweemaal moest hij zich
voor een meniscus-operatie onder het
mes begeven, maar ernstige blessures
had hij toch nooit. Het spel was in zyn
tijd ook minder ruw, het ging veel
minder om de knikkers, weet Wilkes
die zich herinnert hoe van lieverlee het
defensieve voetbal waarbij het om
resultaat-spel ging, toch zijn intrede
ging doen.
gekregen. Ik vind de mode van de
laatste jaren boeiend en wat de
kleding voor het komende seizoen
betreft kan ik wel zeggen dat de
modieuse vrouw er in de maanden die
voor ons liggen heel flatteus gaat uit
zien". Zo geestdriftig als Faas Wilkes
is voor zijn „tweede leven", dat bij
hem inderdaad met veertig begon, zo
kritisch laat hij zich uit over het
huidige voetbal. Niet dat hij
rancuneus is, integendeel, hij heeft er
ook geen enkele reden toe want
voetbalminnend Nederland bewaart
aan hem nog de aangenaamste
herinneringen en hij zelf denkt met
alleen maar positieve gedachten terug
aan zijn voetbalcarrière. Hij vloog
door de jongerenrijen van Xerxes,
Faas Wilkes: „Aan de Lijnbaan voel ik me helemaal thuis en die grasmat mis ik
niet meer".
ZU STAAKTEN
Van alles maakte de Hollandse
topvoetballer, die bij zijn veeljarige
buitenlandse verblijven toch altijd aan
Holland en vooral aan Rotterdam
gebonden bleef, mee. Voor hem
gingen de havenarbeiders in het
Spaanse Levante in staking. Hun
favoriete voetbalclub wilde Faas
contracteren maar de hoge voetbal
heren in Spanje oordeelden daar niet
gunstig over. Er kwam zo'n rel van dat
de Spaanse voetbalbond tenslotte toch
door de knieën ging en Faas Wilkes
kreeg zijn contract. „Ja", zegt hij
„tijdens die voetballerij heb ik niet
slecht verdiend. Maar ik ben er de
man niet naar om dat geld meteen op
te maken. Ik heb het in mijn zaak
gestoken, zou je kunnen zeggen". En
die zaak, Monisima is dan ook zijn
trots, net als zijn vrouw trouwens.
Monisima is Spaans en het betekent,
de mooiste of het mooiste. „Het kan
op allebei slaan" zegt Wilkes want hij
hoort in de naam van zijn modezaak
ook de voornamen van zijn eigen
vrouw. Toen de winkel aan de
Lijnbaan tien jaar bestond ging het
filiaal in Leidschendam open.
„Voorlopig hebben we geen verdere
plannen, we consolideren" aldus de
Rotterdamse ex-voetballer die, al mag
hij zijn sport dan wat naar de
achtergrond geschoven hebben, er
rond voor uit komt dat hij tijdens de
Wereldkampioenschappen in
Duitsland geen match op de t.v.
gemist heeft. „En natuurlijk heeft
Xerxes Ook nog altijd mijn sympathie"
zegt hij haastig...