Tineke Fopma: „laat mij maar fietsen
IN SAMENWERKING
MET „FLEUROP"
Bloemen kado via de VVV
Jantje
Beton
zegt:
de jeugd
staat
op het spel!
Goud voor
wilde
boerendochter
FF
"Qm
<3\>
De spanning, dat trekt me vooral In dat
wielrennen aan.
„Als de koeien
gemolken zijn
wip ik wel
in het zadel"
Geen mannensport? Dat vind ik
onzin.
nationale jeugdcollecte
10-16 november -Ut-
giro 1247 - njf - utrecht
Is ze werkeiyk een wilde boerendochter, Tineke Fopma? In huins, achter het
Friese Franeker hebben re het even gedacht, toen ze voor het eerst In het zadel
wipte van haar coureurs flets. Maar Huins Is er nu wel achter, de
wereldkampioene laat haar hoofd niet op hol brengen door de triomf de ze,
elqeniyk heel erg onverwacht, tn het Belgische Mettet boekte. Goud voor Tineke,
het dor? van de honderd zielen is er stil van en haastig werden erebogen
opgericht waarmee „Us Kamnloene" lof wordt toegezwaaid.
Thuis, op de boerderij van Geert
Fopma met zijn zeventig koeien en
veertig bunder, blijft ze er nuchter
onder. „Natuurlek vind ik het
geweldig dat lk de hoogste prijs in de
wacht sleepte, als je een wordt ln zo'n
sterk veld van fietsende vrouwen gaat
er wat door je heen als je op het
schavotje staat. Of ik het verwacht
had? Nee, je gaat niet naar het
wereldkampioenschap wielrennen
voor dames met ln je achterhoofd de
gedachte: ik zal wel eens even nummer
één worden. Maar toen ik er door was
voelde ik toch ook wel voldoening,
tenslotte heb ik er hard voor
getraind".
EERST MELKEN
En dat kan het kleine Huins beamen.
Elke morgen is de slanke wielercrack,
die fietsende dames uit alle
windstreken achter zich liet heel vroeg
bij de pinken. „Eerst moet er
gemolken worden, dan help ik vader.
Van het geld dat ik daarmee verdien
betaal ik mijn sport want geloof me,
van fietsen wordt een vrouw in
Nederland niet rijk".
Hoe ze er toe kwam de „mannensport"
wielrennen te gaan beoefenen?
Tineke: „Kijk eens, hier op het
platteland fiets je ai heel jong. Naar
school ging ik altijd op de fiets, je
trapt dan met de jongens mee op en
als toerenmeid wil je niet
achterblijven. Fietsen heb ik trouwens
altijd erg graag gedaan, al ben ik dan
eens op een tocht naar school zo lelijk
gevallen dat ik een hersenschudding
opliep.
Daarna ging ik naar de Mulo. Weer
fietsen. Toen naar de HBS, in
Leeuwarden. Zeventien kilometer van
mijn huis, maar dacht je dat ik de
trein nam? Dan moest het wel
noodweer zijn. Ik peddelde elke dag
dat eind en toen ik het diploma op zak
had en mijn ouders vroegen: wat wil jij
nu voor je examen hebben?, zei ik -een
fiets. Maar dan geen gewone, maar
een echte. Zo'n fiets haal je niet in de
fietsenzaak, een echte racefiets, daar
moet je naar zoeken. Gelukkig
woonde er in Slappeterp, hier in de
buurt, een meisje dat net als ik een
zwak had voor de wielersport. Zij rééd.
Zij heeft me de weg naar de fiets en
naar een wielerclub gewezen. Ik ging
mee doen aan wedstrijden. En toen ik
in Leeuwarden aan de Fryske
Akademie geschiedenis ging studeren
peinsde ik er niet over de wielersport
op te geven. Straks als ik mijn M.O.
heb en les ga geven ga ik nog door, ze
zuller er aan moeten wennen dat ik
een fietsende docente ben. Trouwens
Keetie Oosten is toch ook
onderwijzeres".
TRAPPEN IN DE POLDERS
Door de winderige Friese polders, plat
als een pannekoek, fietst Tineke
Fopma elke dag twee uur. Ze begint 's-
morgens heel vroeg met haar vader te
assisteren, dan komt de studie maar
trainen zal ze nooit overslaan. Ze
weegt honderd pond, is 1.66 M. lang,
een frele wielrenster die mannelijk
sportgenoten versteld doet slaan over
haar prestaties. En ze zegt: „Als ze me
voorhouden dat dit geen sport voor
vrouwen is haal ik mijn schouders op.
Onzin natuurlijk. Als een traject te
lang is passen ze het voor ons wel aan.
Er zijn in Nederland zeventig meisjes
tussen de 16 en de 28 die op de fiets
zitten, die een startlicensie hebben. Nu
ik wereldkampioene geworden ben
verwacht ik wel dat er meer zullen
komen, ik beschouw het maar als een
goede reklame voor mijn sport.
Elke avond om ngen uur Ugt ze in bed,
de Friese boerendochter die niet rookt,
niet drinkt, weinig uitgaat en hard
studeert. „Ik neem een boek mee naar
de slaapkamer. Een romannetje nee,
een studieboek. Die sleep ik trouwens
ook mee als ik ga fietsen". Zus Aukje
van 19 en 16-jarige broer Kees
bewonderen hun succes volle zuster en
boer Fopma zegt: „Welke vader zou
niet trots zijn als zijn dochter
wereldkampioene werd". Maar
moeder Fopma kijkt toch ook wel eens
wat bezorgd. Want haar sport laat
Tineke elk jaar 50.000 autokilometers
afleggen om aan de startplaatsen te
komen, overal ln Nederland, waar
rondes verreden worden waarin zij,
vindt ze zelf, van de partij moet zijn.
De wielersport is trouwens zelf ook
niet zonder risico's vorig jaar liep
Tineke bij een tuimeling in Hardewijk
een zware hersenschudding en nog wat
verwondingen op die haar voor zeven
weken aan een ziekenhuisbed bonden.
Toch laat ze zich daardoor niet uit het
(renners) veld slaan. „Fietsen vind ik
heerlijk. Ik trap door het wijde Friese
land, torn tegen de wind op, dat is een
belevenis. En het deelnemen aan
wedstrijden vind ik helemaal geweldig,
je rijdt 40 km. bijvoorbeeld en 40 km.
lang moet je bij de tijd blijven, geen
ogenblikje aandacht laten verslappen.
Wielrennen is vooral een spannende
sport, zo zitje aan de kop, zo tuimel je
terug naar de staart. En de
verhoudingen tussen ons vrouwelijke
wielrenners zijn best goed, er valt wel
eens een hard woord en soms gaan' een
paar meisjes slaan maar de rit er op zit
is dat weer vergeten en in de
kleedkamer hebben we weer plezier.
Als er hier in de buurt een ronde
verreden wordt logeren de meisjes bij
mij op de boerderij. Ja, fietsen is een
dure sport, je karretje kost al gauw
1200 gulden, dan je kleding nog en
vergeet de reisgelden niet. Ik rijd met
een vriendin die ook fietst mee, we
sturen om beurten. Nee, om het geld
hoef je het niet te doen, je doet mee in
een race en je wint een paar tientjes,
terwijl je al handenvol geld aan
benzine kwijt bent. Of ik wel een word
uitgelachen als fietsende
boerendochter? Kom nou, ze raken er
al aan gewend en waarom zou ik nu
niet de sport mogendoen die me
helemaal in beslag neemt?".
EK SJOUW MIJN KARRETJE
„Ik sjouw elke dag mijn karretje
honderd meter" zegt Tineke en ze
bewijst dat als ze de deur van haar
vaders boerderij uitgaat. Want het
pad naar de hoeve is zodanig dat haar
banden daar te veel onder zouden
moeten lijden. De 21-jarige Friezin
zwaait-naar haar ouders als ze weer
een trainingsrit gaat maken. Ze weet
dat haar aandeel in het werk op de
boerderij gedaan is.
„Ik zorg vooral voor de jonge dieren,
spoel emmers bij het melken, help
opruimen. Of ik boerin zou willen
worden? Nee, ik vind het leuk thuis,
ben hier graag en zal Friesland missen
als ik ergens anders in het land zou
gaan werken, maar ik heb gekozen
voor het lesgeven. Ja, ik sta volgend
jaar voor de klas. Maar in het zadel
zitten blijf ik doen...". De
wereldkampioene sprint door de
polders.
Thuis, naast haar overall die ze draagt
bij het boerenwerk en de noppenjurk
die ze aantrekt als ze eens uitgaat,
hangt haar regenboogtrui, het ere
tricot dat ze in de wacht sleepte door
in het Belgische Mettet al haar rivales
de baas te blijven.
Of ze haar examen haalt? Tineke
lacht, waarom zou ze die eindstreep
niet passeren?
K,
Friese wereldkampioene! natuurlijk bljf lk met dat wielrennen door gaan. Maar
duur is het wel...
Tineke Fopma: Eerst de dieren verzorgen, dan in het zadel. En haar vader kan
tevreden rijn!
Toegegeven: het lijkt een beetje
ongebruikelijk, want de VVV is toch
de organisatie, die o.m.
vreemdelingenverkeer bevordert?
Inderdaad. Maar de laatste jaren heeft
diezelfde VVV een plan ontwikkeld,
dat in het belang was van de
konsument en de winkeliers: in de
groeiende chaos van kadobonnen, die
aan één branche waren gebonden,
lanceerde de VW in een aantal
plaatsen een nieuw soort
geschenkbon, dat kan worden besteed
in allerlei winkels. Zodat de keuze
voor de ontvanger niet beperkt bleef
tot alleen maar een boek of een plaat,
maar nagenoeg onbeperkt was dank
zij de medewerking van de
middenstand, die zich op grote schaal
bereid verklaarde de VW-
geschenkbon te aksepteren als
betaalmiddel.
Deze bon is nu al verkrijgbaar in ruim
70 plaatsen in ons land en bonnen
kunnen, ongeacht de plaats van
uitgifte, in al deze gemeenten worden
aangeboden bij de winkeliers, die zijn
aangesloten. Daaronder behoren o.a.
ook bijna alle V&D zaken in
Nederland.
En nu ook bloemen
De voorspoedige groei van de
landelijke VVV-geschenkbon blijkt
ook uit de goede samenwerking die
thans verkregen is met de Nederlandse
Fleurop-organisatie. Daardoor is het
nu mogelijk om een ver weg wonend
bruidspaar of een ziek familielid
buiten de eigen woonplaats een
bloemengroet te zenden, eenvoudig
door vlak bij huis in het plaatselijke
VV V-kantoor een landelijke
geschenkbon te halen en deze op te
zenden. Daarbij zijn er nog twee
mogelijkheden: men kan de
geschenkbon rechtstreeks zenden aan
een Fleurop-zaak in de plaats,
waarvan de VVV u het adres kan
verschaffen. De bloemen worden dan
thuisbezorgd, uiteraard na aftrek van
de bezorgkosten. Of u kunt de
geschenkbon zenden aan de persoon,
aan wie u de bloemen wilt geven,
waardoor op een. later tijdstip de bon
kan worden ingewisseld voor bloemen
bij een Fleurop-zaak. Of bij één van de
andere winkels in die plaats, waarvan
de VVV desgewenst een lijst van
adressen kan geven.
Nog niet in alle plaatsen
Al groeit de VVV-geschenkbon snel
(hij is nu al te besteden bij zo'n 5000
winkels in Nederland) deze bon is nog
niet in alle plaatsen verkrijgbaar. In
de toekomst zal naar mag worden
verwacht het aantal plaatsen, dat
meewerkt, nog gaan stijgen. En als u
belangstelling hebt voor „alle
geschenkproblemen oplossende
kadobon", bel even met het
plaatselijke VVV-kantoor en men zal
u daar graag alle informatie geven.