VOORAL GOEDE MAA TJES BLIJVEN MET DE BOER Jager Valk neemt drijf jachten op de korrel Nieuwe jagerclub wil begrip kweken bij dieren en natuurvrienden mensen die van dieren houden als natuurvrienden daarvan kunt overtuigen. Maar dan moet je natuurlijk niet aan boord komen met drijfjachten. Het is heel goed verklaarbaar waarom die gehouden worden, de pachters van uitgestrekte jachtgronden huren zulke grote gebieden af dat ze onmogelijk te voet te bejagen zijn. Daarom worden af en toe van die grootscheepse jachtpartijen georganiseerd met een legertje drijvers en tientallen geweren die maar blijven knallen. Ik heb daar heel andere ideeën over, er moet sportief gejaagd kunnen worden. Dat heb ik ook aan het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging voorgelegd. Ik was lid van die club, maar daar voelen ze niets voor mijn inzichten. Niet zo vreemd, de leiding wordt uitgemaakt door mensen die formidabele jachtterreinen in pacht hebben. Ik heb de indruk dat men daar niet zo op de kleine man die ook wel eens aan schot wil komen, zit te wachten. Omdat ik ontevreden ben met de hele gang van zaken gaan we een eigen vereniging oprichten. Die gaan we Natuur- en Jachtvrienden noemen, of zoiets. Uit de naam moet blijken dat een jager een natuurvriend is. En dat moet ook uit zijn daden af te lezen zijn". NIET AAN BOD Boze jager Valk heeft meerdere grieven. Hij zegt: „De staat is zich met de jagerij gaan bemoeien. Tegenwoordig moet je een jachtbrevet dat niet om met een grote buit naar huis te komen. Een konijntje is genoeg. halen. Geen probleem, ais je een gezond stel hersens hebt en voor de jacht voelt, haal je dat wel. De kon. Ned. Jagers Vereniging heeft een terrein beschikbaar waar je om praktijk op te doen op kleiduiven kunt mikken. Goedkoop is de opleiding niet, maar als de jacht je hobby is heb je het er voor over. Heeft men eenmaal dat papiertje dan beginnen de problemen. Want met alleen een brevet mag je nog geen lading hagel loslaten. Je moet een jachtakte kunnen tonen en die wordt verstrekt als men een stuk grond heeft waarop men kan jagen. Eerder kun je ook geen jachtgeweer aanschaffen. Tenminste hier in Nederland niet, in Duitsland en België zijn ze niet zo moeilijk. Het is vrijwel onbegonnen werk een jachtgebied te nachten. Alles lijkt uitgegeven. De staat verpacht het liefst aan grote jagers. En particulieren die grond hebben die bejaagd moet worden krijgen zoveel aanbod, dat de prijzeh omhoog vliegen. Ikzelf had een goed stuk jachtgebied, maar helaas raakte ik dat kwijt. Ik heb al jarenlang naar een ander terrein gezocht maar heb nog niets. Gelukkig kan ik af en toe eens met iemand mee op jacht, anders stond mijn geweer ook maar te roesten. Mensen die enthousiast aan die opleiding beginnen en slagen voor dat brevet krijgen van de Jagersvereniging niet te horen dat ze vrijwel zeker niet aan de beurt komen. Van die kant uit doet men ook niets voor de leden om ze aan een jachtgebied te helpen. Men adviseert ze te adventeren. Dat is zo'n hopeloze toestand, waarover talloze jagers in Nederland kunnen meepraten, dat ik besloot dat er wat gebeuren moest. Een paar jaar geleden heb ik een bemiddelingsbureau opgericht. Ik probeer jagers aan jachtgronden te helpen. Af en toe lukt dat wel eens, maar het blijft een onbeschrijflijke moeilijke zaak. En voor degenen die wel hun studie afmaken maar nooit kunnen gaan jagen is het een bittere pil". Jager Valk (Lange Wijden, Elburg): ...De jacht staat te veel in een kwade reuk. Dat hoeft helemaal niet. Maar dan moet er wel wat veranderen. „We moeten natuurlijk wel reëel blijven, als er niet meer gejaagd zou worden zou dat voor het platteland een ramp worden. Maar van die drijfjachten moeten we af. Te voet jagen en per dag terreinen verpachten, dat is de oplossing die mijn nieuwe jagersclub in oprichting voorstaat. De jacht staat in Nederland bij het grote publiek niet in een best blaadje. En een 69-jarige jager, die al sinds zijn tiende een wapen vasthoudt weet waarom. Zegt E. Valk, in Elburg aan de oude Zuiderzee op de barricaden geklommen sportschutter: „Het zijn de. drijfjachten. Met man en macht trekt men dan het veld in en legt op één dag ontelbare dieren neer. Ik ken een hooggeplaatst persoon die eens meer dan honderd stuks op het tableau liet brengen. Is dat werkelijk sport? Dat is toch een complete slagerij. Dan is het toch geen wonder dat dierenbeschermers moordenaars staan te roepen als de jachthoorn klinkt. Nee, ik wil het heel anders. Er zijn trouwens nog veel meer dingen mis in de Nederlandse jagerij. Laten we maar eens schoon schip maken". GEWOON TE VOET verwoest wordt omdat er te intensief gejaagd zal worden, maar dat is niet te geloven. Elke bezitter van jachtgronden zal er veel aan gelegen zijn ze in conditie te houden, de wildstand niet te laten uitroeien. Bovendien zijn er dan geen drijfjachten meer nodig behalve in speciale gevallen. Daarover moet je ook niet al te moeilijk doen. Het is er mee als met jagen wanneer het jachtseizoen gesloten is. Wanneer een boer klaagt dat zijn grond bedreigd wordt door schadelijk wild mag er ook gejaagd worden al is het dan buiten het jachtseizoen. In bepaalde situaties kan een drijfjacht nodig zijn. Maar normaal zal met het jagen te voet volstaan kunnen worden. Iedereen is dan tevreden, de jager die ook eens er met hond en spuit op uit kan trekken, de grondeigenaars wiens jachtterreinen zorgvuldig worden bejaagd, de dieren en natuurvrienden die weten dat dit soort jacht alleen maar bedoeld is om het natuurlijke evenwicht te handhaven en niet in de laatste plaats... het wild zelf dat een sportieve en eerlijke kans moet hebben. Zo jaag ik zelf ook, ik loop echt niet de hele dag te paffen. Wanneer ik op een dag één konijntje neerleg of een eend omlaag haal op het terrein dat de boer schoon wil houden is mijn jacht al goed. En zoals ik zijn er zoveel jagers die het niet om de knikkers maar om het spel HET GULDEN SCHOT gaat. Schiet ik niet dan ben ik nog niet sikkeneurig. Wat is er mooier dan Jager Valk meent nu het gulden schot heerlijk in de vrije natuur rond te gelost te hebben dat met een klap twee dwalen, buiten te zijn, zeker, jagen is problemen helpt op te lossen. Hij zwaar werk, als je uren door vertelt: „We moeten af van dat alleen omgeploegd land sjokt voel je dat wel. maar pachten per oppervlakte. Wat ik Maar dat is het wat de weidelijke jager wil dat er bepaalde gebieden zijn die W<L Onze nieuwe vereniging wil de door de eigenaar per dag verpacht sportiviteit voorop stellen en de worden. Dan wordt het een betaalbare werkelijke natuurbescherming. Wil zaak. Nu is het schreeuwend duur. ook gaan praten met mensen die wat tegen de jacht hebben. Als we straks Een tijdje geleden heb ik ingeschreven als club draaien wil ik degenen die voor een stuk jachtterrein voor een bezwaren maken uitnodigen eens mee prijs van ƒ.12.000,in het jaar. Ik te gaan, in de praktijk te zien wat was niet eens de hoogste, iemand die jagen betekent. Ook de contacten met 14 mille bood ging er mee strijken. Is boeren moeten verbeterd, daar gaan er sprake van verpachten van we wat aan doen. Er komt een jachtgebied per dag dan ligt dat maandblad waarin jagers, anders. Dan betaalt de jager aan de natuurvrienden en dierenliefhebbers eigenaar van de grond ƒ.75,gaan schrijven. We gaan heel wat bijvoorbeeld en dan is hij er. Degenen ondernemen, maar wat we als eerste die het niet met mij eens zijn zeggen gaan doen? Die drijfjachten op de dat op die manier een jachtterrein korrel nemen". „Als ik buiten ben, in de vrije natuur, ben ik als jager al dik tevreden. Ik hoef niet de hele dag te knallen. Als ik met niets thuis kom is het ook goed". „Sentimenteel? Ik? Nou nee", zegt jager Valk. „Ik weet dat de jacht nodig is. En de boeren weten het ook. Vandaar dat ik van groot belang vind dat de verhouding tussen de jager en de boer uitstekend is. Er wordt o.m. gejaagd om de boer te beschermen tegen schadelijk wild. Dat kunnen bepaalde roofvogels zijn of konijnen, of vossen die een plaag gaan vormen, noem maar op. Mensen die weekhartig doen over elk dier dat neergeschoten wordt verliezen de realiteit uit het oog. Eén paar konijnen heeft aan het eind van het jaar vrijftig jongen. Wat wil men? Nee, ik ben er van overtuigd dat je als jager een nuttige taak verricht en dat je zowel Samen met zijn vrouw: „Ik jaag al vanaf mijn 10e. Ik ben van boerenafkomst. Als ik er op uittrek is

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1976 | | pagina 42