v r
door Rein van Rutten
SS
- -
ssüfc
H r? w i j 1
Het nieuwe domein van de sportvissers, ms Estrella.
Makrelen zijn er
weer volop
De haai, binnen het bereik van Nederlandse sportvissers.
Binnenkort uit
Holland op de
haaienvangst?
Tijdens het gesloten zoetwaterseizoen,
maakt zich tegenwoordig een geheel
legioen op, dat een stuk lood
waarboven een paar beaasde haken,
middels een hengel, richting Engelse
krijtrotsen tracht te zwiepen. Naast de
recreatie die men dan aan zee zoekt
met de hengel bij het eeuwig
wisselende aspect van de golven, is een
braadje zeevis wel het hoofddoel.
Hoewel de doorsnee hengelaar naar de
opening van het visseizoen zal
toeleven, er komt voor velen na enkele
weken reeds een kentering. Immers is
het binnen-seizoen enige weken oud,
dan lokt weer het zoute water, want
makreel is te vangen.
En hoewel men in het zoete water
steeds de mond vol heeft met het
slogan: "Zet uw vis terug en bewaar
uw sport voor later" zal men dit
nimmer vernemen als het om een wél
smakelijke zeevis gaat. Overigens en
wat merkwaardig zal men dit ook niet
lezen van hengelsport-scibenten,
wanneer het gaat om wel smakelijke
zoetwatervissen als paling- snoekbaars
of forel. Men legt ergens een verbod
op, dat men geen gevangen snoek mag
behouden en deze in het zelfde water
onmiddellijk terug moet zetten, maar
middels het electrisch vissen gevangen
paling gaat dankbaar mee als
consumptie vis. Soms blijkt dan ook
een medaille inderdaadt twee
verschillende zijde te bezitten.
Overigens vissen als makreel en forel
laten zich praktisch niet terug zetten
in het water na de vangst door de
hengelaar en hebben dan maar een
ninimale overlevingskans.
Makreel is een gulzige rover, welke in
grote scholen achter de zeebliek en
jonge haring aanjaagd, om de verloren
krachten door de paaitijd, die zij juist
achter de rug hebben, door extra
voedselopname te kunnen herstellen.
Zo vanaf juni tot als regel einde
september komen ze naar de kust,
omdat de jonge haring en bliek door
aflandse windontstane
bovenstroming, hier tegen in naar de
kust zwemt.
Zelfs niet fervente zeehengelaars
willen zo'n dagje op de makreel ook
weieens meemaken. Hierbij komt dan
ook dat de zee als regel in deze tijd vrij
rustig is en er weinig kans bestaat op
zeeziekten.
Overigens spraken wij wel eens
iemand die er ook last van had en
verklaarde tegen zeeziek worden een
probaat middel gevonden te hebben.
Wij waren nieuwsgierig en vroegen
wat dan zijn remedie hiertegen was? U
krijgt zijn advies van hem om niets!
Hij beweerde het volgende: ,,Ik neem
altijd zes graszoden mee en een
garanium en leg deze op het dek van
het schip en dan denk ik dat ik aan
land sta!"
Het vissen op makreel is vrij simpel.
Een z.g. verenpaternoster, dit is een
lijn waaraan de haken met veertjes
bezet zijn, wordt via een stuk lood
overboord op en neer bewogen en
suggereerd een dan vluchtend visje te
zijn, waarop de makreel gulzig
toehapt.
Wanneer men zo de hengelaars ziet
vissen, merkt men dat de massa al
spoedig bezeten is van de macht van
het aantal. Vier tot zes makrelen
tegelijk optakelen is dan gewoon. Een
grote groep hegelaars die anders nooit
vissen, wordt een oerinstinct wakker
en willen dat ook eens een dag
meemaken. Vangsten van 150
makrelen per hengelaar zijn dan soms
ook gewoon.
Maar juist de makreel, dat glanzend
stuk gestroomlijnd parelmoer kan een
pracht sportvis zijn als men hem op de
juiste manier bevist. Via een lichte
hengel en lijn en hieraan een spinner
of lepeltje, ontpopt hij zich als een
miniatuur tonijn die hij qua bouw ook
is, weet dan de hengel in maximale
buiging te zetten en zal langdurige
strijd leveren.
Maar juist de zucht naar een hoop vis,
door dagjes gelegenheids hengelaars,
deedt de legende ontstaan, dat zomers
sportvissersschepen op haring
pakhuizen zouden lijken. Nu is het zo
dat ook als die gevallen zich voordoen
ook de sportvisser zelf mede hieraan
schuldig is. Ieder schip heeft duidelijk
herkenbaar vermeld hoeveel
opstappers er mee mogen. Men moet
zelf dan ook maar koppen tellen, doet
dit niet en wringt zich tussen andere
om dan vooral maar mee te kunnen en
zo'n dag niet te missen.
Nu moet men terdege een onderscheid
maken tussen zomer en winter visserij.
In de winter gaan de schepen voor
anker en heeft men wel twee meter
railing per hengelaar nodig. In de
zomer als men drijvende vist op
makreel en verticaal het lood laat
zakken kan men met één meter al
volstaan aan raillingruimte.
Bovendien is de keuze van de plaats
waarvan men uit wil varen soms zeer
belangrijk. Kleine reders die ergens
slechts een klein scheepje bezitten
zullen inderdaad zoveel mogelijk
graantjes meepikken. Bovendien
willen zij dan zo graag de schade
inhalen die in een ander jaargetijde de
hengelaars hen bezorgen. Men
reserveert en als de boot zijn bezetting
heeft, moeten de reders nieuwe
aanvragen afzeggen. De andere dag is
er wat wind maar redelijk visweer en
dan 20 man laat dan zonder
telefoontje het af weten en de man
moet met tien man toch uitvaren.
In grote sportvissershavens zoals
Scheveningen, bovendien ook nog
centraal gelegen voor geheel
Nederland, bestaat dit gevaar niet zo
snel. Hier heeft men veel reders als
Groen, De Duik en Vrolijk, die op zijn
minst elk meerde schepen bezitten. De
laatste beschikt zelf over zes schepen
in Scheveningen bovendien in
IJmuiden en zelfs Vlaardingen.
Deze grote sportvissersreders streven
steeds overcapaciteit te bezitten aan
schepen om de toenemende
sportvisserij op zee, het aangenaam te
maken. Wat overbezette schepen
aangaat ligt ook hier dus de waarheid
weer in het midden.
Zo kocht onlangs sportvissersrederij
Vrolijk te Scheveningen een 68 meter
lang ferry-schip aan dat het voor de
sportvissers in Vlaardingen
stationeerde en ook hier dus weer
opstap mogelijkheid aanwezig is. Het
achterdek van dit schip, dat 24 auto's
kan vervoeren met een gewicht van
450 ton is maar liefst 34 meter lang en
14 meter breed. Een tennisveld
formaat dat aan heel wat hengelaars
plaats bieden kan. Bovendien kan
men over het gehele schip vissen, heeft
luxe salons met bar en is bovendien
centraal verwarmd over heel het schip,
wat vooral in de winter bijzonder
prettig is.
Hoewel aanvankelijk ingezet voor het
vissen op de Noordzee, zal het, omdat
het over 32 hutten beschikt na
augustus ingezet worden voor meer
daagse trips op o.a. haaien, waarvoor
goede visgronden bekend zijn. Dit is
mogelijk omdat een zusterschip
cruisses naar de Middelandse zee
maakt.
Het is dan ook het vlaggeschip van de
sportvissersrederijen dat voor vele
doeleinden geschikt is. Onder andere
ook voor charters van
Karnemelk is een gezonde frisdrank
die veel waardevolle voedingsstoffen
bevat, zoals eiwitten, vitamine B en
voedingszouten. En de slogan:
karnemelk slankdrank, wijst er
bovendien op dat de hoeveelheid
calorieën in een glas karnemelk (60
calorieën) aanmerkelijk minder is dan
in een glas frisdrank (96 calorieën).
Zondag: grapefruit, Russisch ei met
toast en boter, karnemelkpudding met
aardbeien.
Maandag: Hamburger, gemengde sla,
gebakken aardappelen, vanillavla met
kersencompote.
Dinsdag: kip la bonne femme,
citroenmousse.
Woensdag: Kervelsoep, blinde vink,
snijbonen, aardappelen.
Donderdag: gebakken leever met
gebakken uien, aardappelpuree,
appelmoes, vruchtenslaatje met
slagroom.
Vrijdag: gebakken schol, remoulade
saus, aardappelen, worteltjes, koude
watergruwel met sour cream.
Zaterdag: sneetje ui, venkelsalade,
flensjes.
SNEETJE UI
110 gr. geraspte oude kaas, 1
personeelsverenigingen, pers.
conferentie's of representatietochten
op zee voor grote bedrijven.
In elk geval de makreel is nu volop te
vangen en mocht u ooit van een
meerdaagse tocht en vissen op haaien
gedroomd hebben, pak de telefoon
070-514021 en men zal u alle
informatie verstrekken.
eierdooier, 1 dl droge witte wijn,
scheutje room, peper, paprikapoeder,
20 gr. boter, 4 sneetjes geroosterd
brood, 1 ui, peterselie.
Roer door de geraspte kaas de
eierdooier, de wijn, iets room, zout,
peper en paprikapoeder naar smaak.
Beleg de beboterde boterhammetjes
met een laagje flinterdunne ringen ui,
strijk het kaasmengsel erover uit en
zet de sneetjes ui in een hete oven,
totdat ze goudkleurig zijn. Strooi er
voor het opdoen gehakte peterselie
over.
KARNEMELKPUDDING
70 gr. custardpoeder, 3/4 liter
karnemelk, 60 g. suiker, 150 g.
aardbeien, slagroom.
Meng de custard met de helft van de
karnemelk tot een glad papje aan en
breng dit onder voortdurend roeren
aan de kook. Laat de vla even
doorkoken en roer er dan de
resterende karnemelk scheutje voor
scheutje van het vuur af door.
Voeg tot slot de suiker toe en de
gewassen en in stukjes gesneden
aardbeien. Doe de pudding in een met
water omgespoelde vorm. Laat deze
koud worden. Keer de pudding en
garneer deze met slagroom.
Een visdek als een tennisveld.