Familiedrama bij Pakistani en niemand kent achtergrond "We dachten dat het Turken waren", zeggen ze in de straat Zelfs haar naam konden ze •kï*'4* wr Til fit llitsnrekert daarorn kinderen spelen voor het huis waar de zeiden ze nietcir ivctunen «k schoondoschter leefden in een HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 40 - W0ENSDAG 25 AUGUSTUS 1976 Een kinderspeelgoedwagen speelde een dramatische rol in het gruwelijke gebeuren... gekomen, beheerst haast niemand het Engels. De oude moeder en de jonge Pakistaanse leven op een eiland. Als ze boodschappen gaan doen moet Peter mee. Hij loopt altijd in het midden als ze de winkels afgaan. Hij vertaalt zo goed en zo kwaad als het gaat, wat zij aanwijzen. Maar als hij naar zijn werk is zijn de twee vrouwen volledig op elkaar aangewezen. Wat er buiten de deur gebeurt ontgaat hen. Ze zouden evengoed doofstom kunnen zijn. De buren aan de ene kant zijn nieuwkomers, die kennen er ook nog waar weinigen. En de bewoners van het huis aan de andere kant zijn veel weg, de man daar is ziek en wordt elders verpleegd. Dag in dag uit hebben de moeder en haar schoondochter alleen maar hun eigen gezelschap. Als Peter er is verandert er pas wat, dan wordt een smalle brug geslagen naar de buitenwacht. Maar Peter lijkt soms ook wel een vreemde, met een been staat hij in de Nederlandse samenleving, met het andere in zijn Pakistaanse verleden. En het erste is nog wel dat de twee niet met elkaar kunnen opschieten. Hun leven wordt een aaneenschakeling van ruzies. Horen de omwonenden dan nooit die twistgesprekken? Iemand in de straat zegt: „Jawel, soms kon je ze hard tegen eikaar horen schreeuwen. Maar ik had er geen idee van wat er aan de hand was. Wat moet je ook als je geen letter snapt van wat ze daar zeggen? Misschien roepen ze in hun land altijd wel zo hard tegen elkaar, weet ik het..." Als Katrien en de schoonmoeder, die Daisy Kakamall heet maar gemakshalve als Oma aangeduid werd, al eens buiten kwamen, zeiden ze hen in het voorbijgaan kort gedag. Hoe kon men in de Klaverstraat ook vermoeden wat er broedde? Op een dag komt het tot een uitbarsting. Weer heeft Katrien woorden gehad met „oma". En ditmaal vallen er klappen. Door woede Het tuintje waar het drama zich voltrok. en spanningen verteerd grijpt de jonge vrouw naar een bijl. Zij slaat in blinde drift en voor haar voeten ligt haar schoonmoeder. Geen sterveling in de straat heeft er weet "van, niemand kan te hulp schieten. Ver van haar geboortegrond vindt de grootmoeder een wreed einde. Wie had kunnen denken dat ze in een land waarvan ze niets begrijpt zo zou moeten bezwijken? De schoondochter is radeloos. In haar wanhoop wil ze haar daad ongedaan maken. Maar dat is onmogelijk. En dus probeert ze het lichaam te laten verdwijnen. Ze neemt een kinderspeelgoedkar en legt daarop het lichaam. In haar achtertuintje delft ze een primitief graf. Voor de politie is de oplossing van de moord eigenlijk niet eens moeilijk. Eerst wordt Peter, de zoon, er nog op aangezien. Maar dan valt de volle verdenking op Katrien. Aanvankelijk blijft ze bij hoog en laag volhouden dat ze onschuldig is. Want in haar hoofd heeft zich de gedachte vast gezet dat ze zal worden opgehangen als ze toegeeft dat zij de dood van oma op haar geweten heeft. Het kost de recherche dan ook alle moeite haar er van te overtuigen dat de strop in Nederland niet meer bestaat... Pas dan wil ze wel bekennen. In de Akkerstraat volgen ze het drama als een gruweifilm op de televisie. Iemand zegt: „Nu hoor je van alle kanten dat wij die mensen maar aan hun lot hebben overgelaten. Maar waarom wil niemand de werkelijkheid onder ogen zien? Er worden door Nederland miljoenen en miljoenen cadeau gedaan aan ontwikkelingshulp. Vaak komt die nog terecht bij figuren die er mooi weer van spelen. Zou het niet heel wat beter zijn als ze daarvan eens wat geld op zij legden om mensen die ze naar ons land laten komen, tenminste onze taal leren spreken? Het is eigenlijk toch onzedelijk als je twee wildvreemden die niets van ons land afweten zo maar in een huisje stopt. Dat is pas apartheid. Wat moet er al die tijd in die twee vrouwen omgegaan zijn? Als ze werkelijk hadden kunnen spreken was die moord nooit gebeurd. Het was natuurlijk volkomen fout ze bij elkaar te laten, al die tijd en altijd alleen..." De drie kinderen van Peter zijn nu ondergebracht in tehuizen. Peter is zelf totaal van streek, hij verloor niet alleenzijn land, maar ook zijn vrouw en moeder. Nu is hij pas een totaal ontheemde geworden. Katrien zelf wacht op haar veroordeling. En de oude moeder rust in vreemde aarde. Een ramp voltrok zich in een kleine straat. Wie moet hier eigenlijk terecht staan? IJLld uaaiuui Pakistani woonden. „Zc liep altijd in -8 9 9 T7~ ^^99 pyama" zeggen ze naïef. De moeder en totaal andere wereld. Ze heeft een moeilijke voornaam en een onuitsprekelijke achternaam. En in „hasr" straat, de Klaverstraat in Tilburg, wilden ze er de tong niet lang over breken. Daarom noemden ze haar maar gewoon Katrien. En een van de buren, na dat drama, dat heel de buurt opschrikte, zegt: „We hebben nooit geweten dat ze uit Pakistan kwamen. Laten we nou altijd gedacht hebben dat het Turken waren..." Kinderen in de wijk die na het gebeuren voor het noodlotshuis op de stoep spelen, zeggen: „Die vrouw liep altijd in haar pyjama. Wat een vreemd gezicht". Het is een onvoorstelbaar voorval In een land waar altijd gewezen wordt hoe anderen het moeten doen. In deze zuid-Nederlandse stad woont al een paar jaar een Pakistaanse arbeider, Peter. Hij heeft een job gevonden bij een drukkerij in de buurt. Maar hoewel hij een mondje Nederlands spreekt, is hij eenzaam. Hij mist zijn vrouw en ook zijn oude moeder. Eigenlijk voelde hij zich veel meer thuis in zijn geboorteland. Maar ze hebben hem voorgespiegeld dat er in Nederland goed geld te verdienen zou zijn en dus is hij naar Brabant gekomen. Misschien verdient hij voor zijn eigen maatstaven ook wel royaal. In ieder geval kan hij er in zijn kleine huisje goed van komen. Hij laat tenslotte zijn vrouw en moeder overkomen en die trekken bij hem in. De straat let er niet eens op. Hoe zouden ze ook met de twee vrouwen, de schoondochter met haar schoonmoeder, kontakt kunnen hebben? Beiden spreken geen enkel woord Nederlands. En al zijn ze dan wel een beetje Engels machtig, in de volksbuurt waar ze terecht zijn Een buurvrouw, wier zoontje nog weieens met de kinderen van de Pakistani speelde, zegt: „We hadden geen enkel contact. Wat moet je ook als je geen woord snapt van van ze zeggen?"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1976 | | pagina 40