Dure nieuwe wagens maken vraag naar occasions Tweede hands auto werkt aan come back vrouwen en zuinige rijders doen vraag groeien Jongeren, groter «-ÜÜ 7. Deze Russische ZAZ, model 1969 behoort tot de zeldzame vogels in de collectie occasions die op onze wegen te zien is. Nooit is autorijden zo duur geweest als tegenwoordig, toch was 75 een lang niet kwaad autojaar en laten ook de cijfers over de eerste maanden van 76 een gunstig beeld zien. En wat daarbij opvalt, er is ook weer een stijgende vraag naar gebruikte automobielen. Lange tijd is de handel in occasions uiterst zwak geweest. Verkopers bleven vaak met een grote voorraad zitten, wie aan inruil toe was merkte dat de dealer en zucht van verlichting slaakte als men liet weten zelf wel de verkoop van het uitgediende wagentje te zullen verzorgen. Wie niets in te ruilen had kon grif een korting krijgen, al zal men er in de meeste gevallen zelf wel over moeten beginnen. Nu de getallen over het afgelopen jaar bekend zijn is er voor de BOVAG reden tot voorzichtig optimisme. Zo staat het tenminste in het jaarverslag. Natuurlijk houdt men een slag om de arm, niemand gelooft in koeien met gouden horens onder een bewind dat er op uit is de auto en de automobilist in de strafklas te houden. Maar er zit weer perspectief in. In totaal, vrij ruw geschat, werden er in 1975 zo'n 700.000 „oude" auto's verkocht. Op zich is die term al niet al te exact, een oude auto kan een wagen zijn die nog maar een maand of zes op de weg is maar om de een of andere reden door de eigenaar aan de handel toegespeeld wordt, het kan ook een vervallen brikje zijn dat eigenlijk meer op het autokerkhof dan op de snelweg thuishoort. Een indicatie kan mis schien de prijs zijn. De gemiddelde prijs dan, die ligt over '75 op bijna vier mille per auto. Overigens wel een bewijs hoe belangrijk de autohandel is en hoe onverstandig het is die kip met de gulden eieren te slachten. Tallozen vinden in deze branche een dagtaak, niet alleen de handel, ook de garagebedrijven waar de reparaties en leveringen van onderdelen plaats hebben. Wat dat laatste betreft zegt de Bivag, de organisatie van de garage mensen, dat er in 1975 gesproken kan worden van een redelijk werkplaats aanbod. Daarbij mag niet vergeten worden dat in deze hoek ook een uitkamming plaats had, een aantal monteurs kwam op straat te staan. Wie zijn degenen die vooral belangstel ling hebben voor een gebruikte wagen? In de eerste plaats jongeren, die wel willen rijden maar afgeschrikt worden door de hoge prijzen van nieuwkoop. Verder vrouwen die voor het gemak, og het werk of allebei een auto hebben. Meestal is de tweede wagen een occasion. En natuurlijk zijn er ook veel rijders die de stijgende lasten te begrotelijk zijn gaan vinden en daarop besluiten als hun auto aan vervanging toe is geen nieuwe te nemen. IS DAT VERSTANDIG Zolang als er auto's gefabriceerd worden is het de vraag of het kopen van een tweedehandsauto verstandig is. Tegenstanders zeggen nogal onge nuanceerd: niemand doet een wagen weg waar hij content mee is, wie een afdankertje koopt neemt altijd de misère van een ander over. Voorstanders van het kopen van occasions redeneren: een gebruikte auto is in prijs belangrijk veel lager dan een nieuwe, voor dat verschil kun je heel wat af repareren. De waarheid ligt in het midden. Niet genoeg kan gewaarschuwd worden tegen „spot koopjes". leder die even nadenkt kan, gezien de huidige kosten, begrijpen dat men voor een paar honderd gulden geen goede auto kan hebben. Een gelukkig teken is dat de gemiddelde gebruikte auto vorig jaar 3.900,deed, wel een bewijs dat heel veel automobilisten in ieder geval met enige omzichtigheid gesteld kan worden, want een VW van 4 mille kan prima zijn maar een Mercedes van 4000 gulden kan ook een wrak zijn. Vaak is het een schuiven van de cijfers. Elke nieuw auto wordt onder garantie verkocht, bij veel merken gedurende een jaar. In die periode hoeft men, behalve dan die van de service-beurten die wat hoger zullen uitvallen dan die van een overjarig karretje omdat men daar niet zoveel aan zal willen besteden als aan de fonkelnieuwe slee, op geen kosten te rekenen. Op gebruikte wagens wordt ook garantie verstrekt, meestal 3 maanden. Daarna kunnen de kosten komen. Wie wil weten wat hem boven het hoofd hangt zal de auto vóór de koop (bij de ANWB) laten keuren. Daar wordt de auto niets beter door, maar men krijgt wel een prognose van te verwachten uitgaven. De handel zelf heeft er veel belang bij dat de occasion afraakt van de slechte naam die die somd nog bezit. Bonafide verkopers stemmen altijd in met een technische keuring, vaak zijn hun auto's al voorzien van een recent ANWB-rapport. In het algemeen kan gesteld worden dat men nooit in moet gaan op het aanbod van met veel beloften en nog meer superlatieven werkende handelaren. Daarnaast zal men moeten afgaan op de praktijk. Wie bijvoorbeeld een auto wil hebben zuiver voor zijn plezier en per jaar pakweg 10.000 km. zal rijden kan heel voordelig uit zijn met een goed beoordeeld gebruikt automobieltje dat 50.000 op de klok heeft staan. Sommige merken hebben in de loop der jaren een faam opgebouwd, men weet gewoon dat ze kwaliteit bieden en als dan ook de keuring gunstig is kan men met een gerust hart kopen. Maar wie 40.000 km. of meer per jaar aflegt mag best nog eens narekenen of hij werkelijk zo voordelig uit is met een tweedehands car die ook al heel wat km.'s meegegaan is. HNet veelgehoor de argument dat de auto kort te voren voorzien is van een inruilmotor zegt niet alles, er zit meer in een wagen dan de krachtbron. Daar komt nog iets bij. Ervaren autobezitters, ook al zijn ze niet puur technisch, zullen al heel snel merken als er iets aan hun wagentje hapert. Jeugdige rijbewijsbezitters, de grote categorie belangstellenden voor occasions missen die feeling en doen er dus extra verstandig aan een wagen te kopen die wel degelijk gewogen en niet te licht bevonden is. Anders is dat met de Volvo Amazone die op de tweede hands markt een eigen aandeel blijft opeisen. De bonafide handel heeft er zelf ook belang bij deze reputatie onbevlekt te houden. De tijd Nederland over stroomd werd met (vooral buitenlands) wrakken is wel geweest. Er worden nog altijd prullen verkocht voor goed geld, maar vaak is dat de schuld van de kopers zelf die bedrogen willen zijn. Wie gelooft werkelijk dat men voor 1.500,een zo goed als nieuwe auto kan kopen? Daar ligt dan ook niet het grote knelpunt in de sfeer van de tweehands automobielen. Maar veel meer in het verminderde onderhoud. Wie een auto op jaren koopt kan niet verwachten dat dat wagentje in dezelfde goede conditie blijft waarin die verkeerde bij dce aanschaf, als men in het vervolg aan het onderhoud nauwelijks wat uitgeeft. Zo maar een simpel voorbeeld, een nieuwe auto zal als regel geen olie verbruiken, een occasion allicht wel iets. Wie daar geen aandacht aan schenkt moet niet verbaasd zijn als men plotseling met de brokken zit. Er zijn in ons land thans goede waarborgen voor de aankoop van prijswaardige occasions. Dat er vorig jaar 700.000 verkocht konden worden bewijst wel dat er een groeiend vertrouwen in deze soort wagens is gegroeid. Maar een feit blijft dat een auto geen impuls artikel is, geen aankoop die men even makkelijk doet als het aanschaffen van andere zaken die men snel en probleemloos bemachtigt. Noodzakelijk is goed rekenwerk, grondige informatie (loop gerust meerdere bedrijven af) en goed overleg met deskundigen en ook met de verkoper. De bonafide handelaar zal ook een gunstig advies willen geven, u bent tenslotte klant. Het is de moeite waard, juist omdat voorkomen moet worden dat goedkoop in de occasionsfeer toch duurkoop blijkt. Voor haar een tweede auto en al is die dan overjarig, de cijfers leren dat veel vrouwen graag een antiek karretje aanschaffen. Uit de produktie, deze Peugeot 404. Helaas, zeggen de liefhebbers. behoudcnde' gebruikte wa8ens zal die no8 wel lange tijd een goede naam een auto willen hebben waaraan ze eisen kunnen stellen. Hoewel dat ook Wie daarbij geen miskoop wil begaan doet goed bij de bonafide handelaar te kopen en.... voor alles vooraf de wagen laten keuren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1976 | | pagina 29