Verkenning
van openheid en
voorlichting
bij 92 gemeenten
DE BRIL '77:
GROOT en nóg dunner
Randstadedities, wekelijks
in 700.000brievenbussen
HET NIFUWE STADSBLAD - PAGINA 58 - WOENSDAG 1 DECEMBER 1976
gewoonterecht. Plm. 85 procent van de
inspraakakties blijkt om stadsplannen
of ingrepen in de woonomstandighe
den te gaan; de burger wordt het minst
betrokken bij het uitstippelen van een
algemeen beleid; 20 procent van de in
spraakakties hebben betrekking op
het ontwikkelen van onderdelen van
dat algemene beleid.
Tijdverlies, kosten en gebrek aan inte
resse bij het publiek worden het vaakst
genoemd als bezwaren van het bestuur
tegen inspraak. Ook de burger heeft
het nog moeilijk met inspraak, vooral
omdat hij het bestuur wantrouwt. Ook
heeft het publiek veel moeite met de
problematiek en de onoverzichte
lijkheid van het bestuur. Vaak botsen
groepsbelang en algemeen belang,
evenals wens en werkelijkheid: in-
spraakgroepen streven naar het berei
ken van wensen en idealen en vinden
andere groepen of belangen op hun
weg, of omstandigheden (geldgebrek)
die dat bereik verhinderen.
Zowel bestuur als burgers hebben pro
blemen met de representativiteit van
de inspraak: spreekt de groep die zich
aandient werkelijk voor vele anderen?
Verdringt de groep niet bewust of
onbewust wensen van andere groe
pen? Welke waarde, welke zwaarte
heeft de inbreng van een groep inspre
kers tegenover andere wensen, me
ningen, belangen?
Een andere conclusie van het onder
zoek is dat de burger die zijn gemeen
tebestuur kritisch wil volgen, van ge
meente tot gemeente een heel verschil
lende service krijgt. De ene gemeente
vindt de belangstelling van de burger
belangrijk genoeg om advertenties in
de plaatselijke pers te plaatsen met
een voorlichtende agenda van iedere
raads- of commissievergadering, in
een andere krijgt hij een gemeentelijk
informatieblad in de bus gestoken, in
vele gemeenten is hij afhankelijk van
wat de redaktie van een plaatselijk
blad al of niet belangrijk vindt; soms
wordt er helemaal geen service gebo
den.
SPREEKRECHT
Het spreekrecht van de burger in de
vergadering van de gemeenteraad
komt nog maar voor in 7 van de 92 ge
meenten; het lijkt zich niet snel en niet
het eerst in de grootste gemeenten te
ontwikkelen. In ruim dertig van de 92
gemeenten mag de burger in commis
sievergaderingen meepraten.
Onderzoek naar de vraag of een be
paalde politieke voorkeur in een ge
meente zou kunnen leiden tot meer
aandacht voor de voorlichting (welke
zich uitdrukt in bijzondere openheid
of grotere voorlichtingsbureaus) lever
de geen enkele aanwijzing in die rich
ting op. Er zijn op grond van de resul
taten van deze verkenning geen recht
streekse verbanden aan te wijzen of
zelfs maar te gissen, aldus het rapport.
Blijkt uit de zeer snelle groei van de
V.V.A. (met thans zo'n 250 leden) al
dat meer openbaarheid en meer kon-
takt tussen burger en bestuur meer
voorlichtingswerk meebrengen, ook
uit deze verkenning kwam dit overdui
delijk naar voren. Zo hebben bijna 135
gemeenten momenteel één of meer
ambtenaren in dienst die zich (part-ti
me of full-time) met voorlichtingsakti-
viteiten bezighouden. De indruk wordt
gevestigd dat snel groeiende ge
meenten geneigd zijn grote voorlich
tingsbureaus te laten groeien, maar
dat ook de persoonlijke belangstelling
van het gemeentebestuur een rol
speelt.
Dat voorlichting een betrekkelijk jong
vak is, blijkt ook uit de (betrekkelijke)
jeugdigheid van de „werkers": van de
voorlichtingsambtenaren die aan het
onderzoek meededen, was meer dan
de helft jonger dan veertig jaar, meer
dan een kwart tussen de veertig en de
vijftig en minder dan een kwart ouder
dan vijftig. Het zilveren ambtsjubi
leum is voor de meesten zeer ver weg.
De meeste voorlichters worden vooral
bij de kleinste gemeenten gerecruteerd
uit het ambtelijk apparaat.
Het tweede voorportaal is de journali
stiek: 1/3 deel van de voorlichters
heeft een journalistieke betrekking ge
had: in de kleinere en grotere ge
meenten maken de oud-journalisten
de helft van het krops uit, in de klein
ste is dat slechts 1/8 en in de grootste
1/3.
Het rapport is voor ƒ.10,verkrijg
baar bij het secretariaat van de
V.V.A., p.a. Afdeling voorlichting ge
meente Arnhem, Beekstraat 62, in
Arnhem.
Wie vandaag een bril koopt, en ook in
het komende seizoen nog helemaal
aktneel wil zijn, doet er goed aan, te
kiezen uit zo dun en groot mogelijke
monturen. Die zullen straks in 1977 de
allergrootste mode zijn. De trend naar
dergelijke elegante brillen, die door
hun „luchtigheid" de eigen uitdruk
king van gezicht en ogen nauwelijks
verhullen, is eerder dit jaar al gesigna
leerd. Maar een trend heeft nu een
maal tijd nodig, om overal door te
dringen, en de opticiens hebben dan
ook op de kollekties anno 1977 moeten
wachten, om bril- en modeminnend
Nederland een werkelijk uitgebreide
keuze in nog dunnere en nog grotere
monturen te kunnen bieden.
Italië, Frankrijk en Duitsland geven
de toon aan. Transparant materiaal
van een interessante kunststof, zacht
gekleurd in één of meerdere tinten, is
gebruikt voor de meest fraaie montu
ren, met veelal vloeiende vormen. Bij
de laatste wordt meer en meer van de
mogelijkheid tot effen of verlopende
kleuren gebruik gemaakt. Helemaal
nieuw zijn ook de gematteerde bril
monturen.
Beter dan de eerder vertoonde pro
totypes zijn de nieuwe dunne brillen
geschikt voor glazen van grotere sterk
te. De dikke randen die deze glazen nu
eenmaal hebben, zijn voortreffelijk
weg te werken in de montuurrand,
omdat is uitgegaan van dikgelaagd
materiaal, dat alleen in het vooraan
zicht tot die elegante dunheid is uit
gesneden.
De oude glasvorm, de zogenaamde
pantoscopische, komt weer terug (een
rond glas, aan de bovenzijde afgeplat).
Deze vorm is bijvoorbeeld te zien in de
nieuwe ontwerpen van Emmanuelle
Khanh.
Ook nieuw zijn de langgerekte, recht
hoekige, glazen, die tot halverwege de
wangen reiken, toegepast in een Ita-
iiaanse hetsfrbril.
k De favoriete kleuren voor de kunststof
monturen zijn zwart, blond-schildpad,
'en beigevariaties als sherry, barnsteen,
havana, en prachtige berberkleuren.
Bijzonder fraaie effecten worden nu
bereikt met verlopende kleuren in het
montuur: van een lichte neuspartij
naar een donkerder tint bij de slapen.
De mooiste voorbeelden komen uit
Italië; waarbij voor het eerst een
kunststof glasbril met eveneens die
verlopende kleureffecten, bijvoorbeeld
van blank transparant naar warm
bruin. De glazen zijn geschroefd voor
het montuur. In afwijking op de vorig
seizoen veel verkochte glasbril in
goudkleur, maken veel fabrikanten nu
glasbrillen voor heren van grijs me
taal, gekombineerd met zwarte
kunststof-veren. Hier zijn de glazen
zwevend aan de binnenrand gemon
teerd. Ook bij andere fabrikanten is
goud-doublé voor glasbrillen minder
populair. Er is nu meer gekleurd me
taal, in brons, bruin, blauw, groen of
gun (grijs). Overigens, de meeste me
talen brillen worden nu in kleur gele
verd: meestal een kombinatie van twee
kleuren, met een lichtere neuspartij en
donkerder aan de zijkanten.
Zo zijn er brillen uitgevoerd in oranje
met grijs, bruin met grijs, blauw met
bruin, bruin met groen of blauw met
roze. Ook variaties met drie kleuren
zijn mogelijk. Dergelijke kleurtjes vin
den we nu ook in de steeds modieuzer
(en dus leuker) wordende kollekties
kinderbrillen.
Meer aandacht is er voor brilletjes
voor kleinere kinderen.
In de nieuwe kollekties is ook een aan
tal „grapjes" te vinden. Zo is er een
transparante bril met witte bloemetjes
in de rand, waarbij op bestelling ook
de naam van de draagster kan worden
geschreven. Uit Duitsland komt een
serie fragiel uitgevoerde kunststof
brillen waar tussen het transparante
Twee transparante kunststof glasbrillen en twee
gekleurde metalen brillen.
Zwarte monturen; linker bril is omkeerbaar en de
herenbril is gematteerd.
Monturen met pantoscopisch gevormde glazen (afgeplat
te cirkelvorm) van „Glamor" (de twee linker) en van
Emanielle Khanh (de twee rechter brillen).
Monturen in de favoriete berberkleur, waarvan de
linkerbril omkeerbaar is.
Monturen met „diepzittende" (tot de wangen) glazen in
de nieuwe kleuren) sherry, blond, transparant kristal,
zwart en donker bruin; herenmontuur met rechthoekige
glazen; damesmontuur dun en groot
Kunstsof glasbrillen in twee kleuren berber (licht en
donker).
materiaal reepjes zijde uit Thailand
zijn verwerkt. Ook is er een fabrikant
die, als ware het met een penseel, klei
ne kleurspatjes in het doorschijnende
montuur aanbracht.
Ook aan de avonduren is gedacht, bij
voorbeeld met een wit metalen bril, die
voorzien is van een met strass versier
de kunststofrand.
Speciaal voor de wat oudere dame ko
men uit Italië zeer mooie, dunne tran
sparante kunststofbrillen in zachte
kleuren, waarvan de veren zijn ver
vaardigd van sierlijk opengewerkt wit
metaal. De veren zijn of helemaal bo
ven- of helemaal onderaan het mon
tuur bevestigd, en lopen met een fraaie
boog naar het oor.
Sterk gebogen veren, die zeer hoog of
zeer laag aan het montuur zijn aange
zet, komen het komende seizoen over
igens in alle kollekties voor. Een grap
pige variatie hierop vormen de mon
turen van Pierre Toto, die op twee ma
nieren (door de opticien) aanpasbaar
zijn: de veer boven of de veer onder.
De neusbrug is daartoe eveneens twee
zijdig uitgevoerd: aan de ene kant als
sleutelgatneus, aan de andere kant
„normaal". Deze brillen zijn er in
mooie bruintinten, licht oker en zwart.
De algemene trend moge dan zijn
groot en nog dunner, ook voor hen die
liever een kleiner montuur hebben
heeft het komende seizoen nog iets in
petto. Helemaal nieuw zijn de kunst
stof monturen uit de Franse „Glamor"
kollektie, die opvallend kleiner zijn,
met sleutelgatneusjes en pantoscopi
sche (afgeplatte cirkelvorm) glazen. Ze
zijn er in schild padkleuren, en in
streepdessins van wit met parelmoer.
Een dergelijk streepdessin treffen we
ook aan in de serie piloot-achtige bril
len van Daniël Hechter, die hiermee
zijn première op bril gebied beleeft.
Eveneens kleiner zijn de modellen in
de „ligne Marie-Claire", uitgevoerd in
transparante kleuren als kristal, roze
en bruin-groen.
Elke gelijkenis tussen de burgerlijke
bemoeienis met het gemeentebestuur
en de politieke belangstelling is toe
vallig. De vergrote belangstelling van
de burger met het gemeentelijke werk
heeft veel meer te maken met ergernis
of met onverwacht onrecht of ver
wachte hinder in zijn woonomgeving
dan met idealen omtrent wat een ge
meenschap zou moeten nastreven.
Dit is één van de conlcusies uit het
rapport „Verkenning van openheid en
voorlichting bij 92 gemeenten in
Nederland Het rapport is het resul
taat van een onderzoek door J. M.
Galjaard, hoofd van de afdeling voor
lichting van de gemeente 's-Gravenha-
ge en voorzitter van de Vereniging van
Voorlichtingsambtenaren bij Lagere
Publiekrechtelijke lichamen (V.V.A.),
die het rapport heeft uitgegeven.
De verkenning leert dat gemeentebe
sturen (uiteraard) nog steeds met in
spraak experimenteren, want nog ner
gens is sprake van vaste regels of een
Monuren in kristal matte kunst
stof.
r