HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 57 WOENSDAG 22 DECEMBER 1976 In de komende weken zullen we een vijftal artikelen plaatsen over de reconstructieplannen van Midden-Delfland. De Provinciale Raad voor de Ruimtelijke Ordening (PRRO) is gestart met een inspraakprocedure om wensen, ideeën en bezwaren van de plaatselijke bevolking op papier te registreren om zodoende de bestuurders (rijk-provincie en gemeente) een beter inzicht te ge ven in de gedachte van de bevol king over Midden-Delfland. Momenteel zijn vijf gespreksgroe pen (verspreid over het gebied van Midden-Delfland) actief. Ook is er activiteit gesignaleerd bij verschil lende belangengroepen en andere instellingen. Het ligt in de bedoeling begin maart het eindrapport van de in spraakprocedure aan het College van Gedeputeerde Staten aan te bieden. Het doel van de publicatie van de artikelen over Midden- Delfland is het informeren van de lezers van onze blad in dit gebied. Met het oog op de meningsvorming en mogelijk ook de discussie in rui mere kring te laten plaat vinden lijkt ons aandacht voor deze zaak in de pers zeker zinvol. In de verschillende artikelen wordt telkens een bepaald aspect belicht. Alle artikelen zullen worden ge plaatst onder verantwoording van de schrijver ervan of de door hem vertegenwoordigde organisatie. De artikelen die u onder ogen zult krijgen zijn: 1. Midden-Delfland en de bijbeho rende inspraakprocedure (PRRO). 2. De landbouw in Midden Delfl and: „Hard werken voor weinig geld" (Joost de Jong). 3. De recreatie: „Recreatie in Mid den-Delfland" (Ria Hilhorst). 4. Vervoer in Midden-Delfland, een visie op Midden-Delfland door de Eerste Nederlandse Wielrijders Bond (E.N.W.B.). 5. Natuur en Milieu in Midden- Delfland (Henk Wardenaar, na mens de Commissie Natuur en Mi lieu Delft). leerd wordt. De prijsvaststelling ge schiedt mede op basis van de kostprij zen van bedrijven met goede produktie-omstandigheden. Dit is heel belangrijk, want dat betekent dat de kostprijs bij de meeste bedrijven te hoog ligt. En verder betekent het dat alleen die bedrijven die goede produktie-omstandigheden hebben, in staat zijn een positief resultaat te be reiken. Het is ook gedeeltelijk de oorzaak dat de verschillen tussen boeren steeds groter worden, zelfs toenemende ver schillen tussen de diverse gebieden in Nederland. Ook kan men de lage landbouwprijzen gedeeltelijk verkla ren uit het feit dat er in de landbouw regelmatig overschotten voorkomen. Die drukken eveneens op de prijs. Zo vormen de huidige zuiveloverschotten voor de EEG aanleiding om met voor stellen van een zg. melkheffing te ko men. Dit kan voor de boeren een prijs daling van 2 a 4% betekenen en vormt nog geen prettig vooruitzicht. Niet voor niets worden de ontwikkelingen in de landbouw een afvalrace ge noemd; het is immers een fabeltje om te denken dat de kostprijs overal net zo laag zou kunnen worden als bij voorbeeld in de IJsselmeerpolders. Wel doet men met het zgn. structuur beleid pogingen in die richting. SANEREN EN BEDRUFSVERGRO- TEN Door middel van het zgn. structuurbe leid wordt getracht om een verbetering van dc agrarische structuur er produktie-omstandigheden te bewerk stelligen. Dit gebeurt door het verle nen van rente-subsidies, het geven van afvloeiingspremies en het uitvoeren van cultuurtechnische werken. Met de rente-subsidies probeert men het inve steren te stimuleren. Wel moet men aan een aantal stringente voorwaarden voldoen, wat tot gevolg heeft dat slechts een gering aantal bedrijven en meestal dan nog de grotere, hiervan profiteren; over geheel Nederland wa ren er vorig jaar slechts een ruim 500 bedrijven die een dergelijke subsidie gekregen hebben. Verbetering van de agrarische struc tuur geschiedt niet door de kleinere bedrijven te helpen, maar door de gro tere bedrijven te versterken. Een steeds groter aantal bedrijven wordt gewoon te klein genoemd en kunnen met een saneringsregeling verdwijnen. En dat laatste wordt nodig geacht, willen andere bedrijven zich kunnen vergroten. Het heeft echter wel tot ge volg dat er nogal wat moeilijkheden tussen boeren onderling zijn. Opvallend is dat de ideeën van het Mi nisterie van Landbouw over de be- drijfsvergroting vaak veel verder gaan dan de ideeën van de boeren zelf. In een brief aan de Bijzondere Kamer commissie over Midden-Delfland schrijven de plaatselijke landbouwor ganisaties bijvoorbeeld dat „te kleine, landbouwbedrijven vergroot kunnen worden door vrijkomende grond van bedrijven zonder opvolger". Ook bij een onderzoek in de Schermer bleek dat erg veel boeren van mening zijn dat de schaalvergroting niet onbe perkt door moet gaan. Wel zijn ze bij na unaniem van mening dat verdere technische vernieuwingen mogelijk moeten zijn. Maar het belangrijkste punt waar boeren afwijken van het Ministerie van Landbouw betreft de sanering. De meeste boeren willen lie ver blijven „boeren" oftewel doorgaan met een bedrijf, mede omdat er weinig alternatieven zijn. Al met al worden er door nogal wat boeren vraagtekens ge zet bij het landbouwbeleid, omdat het maar gedeeltelijk in het belang van de boeren zelf functioneert. Ook bij de toekomstige reconstructie van Midden-Delfland is het structuur beleid van belang. Er zal een verbete ring van de produktie-omstandighe den, zoals verkaveling, ontwatering en ontsluiting moeten plaats vinden. Mo gelijk zullen daardoor wat meer boe ren de afvalrace kunnen blijven vol houden. Bij Midden-Delfland heeft de regering nog een argumentatie om een her structurering van de landbouw door te voeren. Volgens de bewindslieden is er alleen sprake van een bufferende wer king als er gezonde (lees: grote) bedrij ven aanwezig zijn. Bij de reconstructie zal er geen compensatiegrond be schikbaar hoeven te zijn voor bedrij ven die gedeeltelijk met onteigening of met andere beperkingen te maken krijgen. Ook niet als de overheid grond voldoende bezit; die moet voor bedrijfsvergroting voor andere bedrij ven gebruikt worden. De regering vreest dat dit een nadelige invloed zal hebben op de agrarische structuur in het niet te onteigenen gedeelte. Op die manier kan het tot gevolg hebben dat hierdoor de sanering van bedrijven dit gedeeltelijk onteigend worden ver sneld wordt. De reconstructie gaat met zijn om vangrijke procedures ook nog vrij lang duren. De regering is wel optimistisch om te denken dat binnen 4 5 jaar een reconstructieprogramma vastgesteld moet zijn. Of zegt ze dat om daar geen kritiek op te krijgen? De SOMD ver wachtte in 1968 ook al dat het eind 1976 allemaal achter de rug zou zijn, dus origineel is die taktiek niet meer te noemen. Nu kan men met onderzoek wel weer van voren af aan beginnen en die komende jaren zullen voor de landbouw weer nieuwe onzekerheden met zich meebrengen. De boeren krij gen met de reconstructie veel minder zeggenschap dan bij een ruilverkavei ling. Bij een ruilverkaveling vindt door de boeren een stemming plaats, wat kan betekenen dat er in ieder geval een plan komt waar de boeren zelf ook belang bij hebben. Nu moet men dat maar afwachten omdat de reconstruc tie ook in het belang van natuur en landschap zal plaats vinden. Het is zelfs niet uitgesloten dat er bij de voorbereiding van het reconstruc tieprogramma voor Midden-Delfland nieuwe beperkingen aan de landbouw opgelegd worden. Hiervoor zal de Mi nister van Landbouw dan beheersver goedingen kunnen verlenen, zoals aangegeven is in de zgn. Relatienota van vorig jaar. In deze nota wordt ge zegd dat als een bedrijf om redenen van natuur- en landschapsbescher ming belemmerd wordt, er een vergoe ding gegeven zal worden. Veel boeren zien zich echter als diege nen die er in belangrijke mate voor ge zorgd hebben dat het huidige land schap van Midden-Delfland er zo bij ligt. Het is dan ook moeilijk te verde digen dat het uit recreatieve overwe gingen wenselijk is om boeren te be perken in hun inkomenvorming (kan je een landschap eigenlijk wel mooi vinden als men er nauwelijks kan le ven en werken?); zo lijkt het te gaan, want het is nog maar de vraag of alle beperkingen vergoed gaan worden. Vooral bij de boeren is er nogal wat wantrouwen tegen dergelijke beper kingen. Het is zelfs waarschijnlijk dat bij verdere bezuinigingen de vergoe dingen tc laag zullen uitvallen. Boven dien wordt het erg moeilijk om het be drijf levensvatbaar te houden als het met beperkingen geconfronteerd wordt. En een verdere sanering van de landbouw t.g.v. de reconstructie Midden-Delfland is geen aantrekke lijk perspectief. Joost de Jong produktie-omstandigheden zoals de wegen en het Verkavelingspatroon landbouwkundig verouderd raken. Dergelijke omstandigheden vormen thans vaak een belemmering voor een verdere mechanisatie of verbetering van de werkomstandigheden. Ook in Midden-Delfland. De aanleg van Rijksweg 20 in de jaren zestig en thans Rijksweg 19 heeft de verkavelingssi tuatie er niet beter op gemaakt. Het kan een verspilling van enkele uren per dag zijn. Alleen uitgebreide ruiling en boerderijverplaatsing kan deze si tuatie soms verbeteren. Als een boer de grond op 4 i 5 ver schillende plaatsen heeft liggen is het erg moeilijk om de koeien op dezelfde plaats te melken. Dit laatste is weer noodzakelijk om dit machinaal te ver richten. Als de kavels verspreid liggen vindt er een inefficiënte benutting van arbeid plaats. Er zijn minder moge lijkheden om over te schakelen op lig- boxenstallen met moderne melksyste- men. Vooral in Schipluiden en de Zuidbuurt bij Maassluis is de situatie wat dat betreft erg ongunstig. Ook een verbetering van de agrarische bedrijfsgebouwen is noodzakelijk voor een^derc vgrftchjiM v^p, de wer komstandighe;4eh,.: .'I4§j^Mnstal(e^ bieden de mogelijkheid ppi alle koergn op één plaats te stallen én te melken, waardoor een aanzienlijke arbeidsbe sparing te realiseren is. En die is wel nodig om bij de toenemende produktie-omvang binnen redelijke arbeidstijden klaar te zijn. Wanneer men bedenkt dat een Neder landse boer met een weidebedrijf ge middeld bijna 60 uur per week werkt kan men zich voorstellen dat men wil mechaniseren. En dan is het erg lastig als dat belemmerd wordt door een slechte verkaveling, ontwatering of ontsluiting. Collectieve pogingen van de boeren om hierin verbetering te brengen d.m.v. een kavelruil zijn mislukt. Bij een dergelijke kavelruil is het immers noodzakelijk dat elke grondeigenaar akkoord gaat. Iets wat in Midden- Delfland met de onzekere bestemming onmogelijk was. Als je immers poten tiële woningbouwgrond bezit wil je die niet kwijt. Ook het overheidsbeleid m.b.t. ruil verkaveling dicht bij steden is afwach tend. Men wil alleen een ruilverkave ling in voorbereiding nemen als de landbouwkundige bestemming voor langere tijd vaststaat. De onzekerheid in Midden-Delfland had dus niet alleen tot gevolg dat par ticuliere investeringen zijn achterge bleven, maar ook collectieve investe ringen om de produktie-omstandighe den te verbeteren zijn achterwege gel- ve+ gebleven. Vooral in het land bouwgebied van 1900 ha. dat sinds 1968 de papieren bestemming van re creatie heeft, hebben veel bedrijven niet verder meer geïnvesteerd of hun grond verkocht. Het achterblijven van dergelijke investeringen betekent min der mogelijkheden om de kostprijs verder te verlagen en kan tot gevolg hebben dat een dergelijk gebied in vergelijking met andere streken „onrendabel" wordt. Vooral als het dan nog als „landelijk schoon" afge beeld wordt en het voor de boeren moeilijker wordt om een vergunning voor nieuwbouw te verkrijgen. Op die manier kan Midden-Delfland land bouwkundig achterraken. Voordat de boeren van de reconstructie zullen gaan profiteren, zal er op heel veel be drijven van Midden-Delfland voor weinig geld nog hard gewerkt moeten worden. WAAROM MOET DAT ALLE MAAL? Om meer inzicht te verkrijgen in de achtergronden van die landbouwkun dige ontwikkelingen is het ook wel zinvol om in te gaan op een aantal lapdhauy-uqlitieke aspecten. Sinds. 1957 met het Verdrag van Rome wordt er een gemeenschappelijk land bouwbeleid gevoerd. Iéder jaar wor den in Brussel door de lidstaten van de EEG de prijzen vastgesteld. Boeren zijn dus niet in staat zelf de prijzen van hun produkten te bepalen. Ze kunnen ook niet, zoals in andere sec toren van het economisch leven, de kosten aan de consument doorbereke nen. Ze produceren voor een ondoor zichtige markt, die door overheids maatregelen in EEG-verband geregu- DE RECONSTRUCTIE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1976 | | pagina 57