De oudste kerken in Nederland
Een kerstdiner
Gezellig dekken
is geen kunst
Kerstfeest en
de Kerken
.ttjis 91 jy q il»t \i\M nwi
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 65 WOENSDAG 22 DECEMBER 1976 '1,vv" >V7 ^'-"tV3WC0
uw zilveren bestek en uw kristallen
glazen zal uw kersttafel er al feestelijk
uitzien, maar om er een kersttafel van
te maken is er iets meer nodig. Maak
eens zelf een leuke tafelversiering van
hulst, heel kleine kerstballen en wat
rood lint. Leg de hulst echter niet te
dicht bij de borden, want dit wil nog
wel eens prikken. Om helemaal in de
kerststemming te geraken is het nodig
dit alles op te luisteren met het zachte
licht van kaarsen dat met hun sprook
jesachtige zachte licht alles meer sfeer
geeft.
Zorg ervoor dat de tafel niet te overla
den wordt, alles zoveel mogelijk in fi
guren of lijnen zodat het geheel er rus
tig en verzorgd uitziet.
Ter opluistering kunnen schaaltjes
bonbons, zoute noten en amandelen
neergezet worden. Maar waak tegen
torenhoge bouwsels, schalen met hoog
opgestapelde vruchten en noten noden
niemand uit tot toetasten en staan bij
na altijd in de weg.
KINDEREN
Zorg, als u kinderen agn uw kersttafel
heeft, altijd voor een limonade in de
zelfde kleur als de wijn die u schenkt
aan uw gasten. Uw kleine gast zal daar
erg blij mee zijn en zich zo groot voe
len dat hij zich uitstekend zal gedra
gen. Voor kleine ongelukjes houdt u
een extra servet bij de hand.
Met een goede voorbereiding zal elk
kerstdiner een succes zijn zowel voor
de gasten als voor de gastvrouw. Want
de kleine dingen, kleine attente voor
zieningen van de gastvrouw maken
zo'n gebeurtenis tot een echt festijn.
MYIRA TUYNMAN
Kerstfeest en de Kerken zijn twee
onlosmakelijk met elkander verbonden
begrippen. Dit wordt duidelijk, als we
even op beider woordbetekenis ingaan.
In het Engelse Christmas komt
duidelijker dan in ons Kerstmis de
herkomst van dit feest uit. Zonder
Christus zou het Kerstfeest niet de
opvolgster geworden zijn van het
Oudgermaanse Joel- of Midwinter
feest, waarbij de aandacht gericht was
op de toekomstige vruchtbaarheid van
de dan nog sluimerende, schijndode
aarde. En zonder Christus zouden er
ook geen kerken gebouwd zijn, gewijd
aan Zijn dienst; Het Griekse „kyria-
kon", waarvan ons woord „kerk" is
afgeleid, betekent immers Huis des
Heren.
HET ONTSTAAN VAN KERKEN
Gedurende de eerste eeuwen van
onze Christelijke jaartelling werden er
nog geen speciaal voor de eredienst
bestemde ruimten gebouwd. De
Christenen vergaderden in daarvoor
geschikte particuliere huizen, en in
tijden van vervolging in allerlei
verborgen plaatsen, zoals de catacom
ben, ondergrondse begraafplaatsen in
de omgeving van Rome.
In 313 na Chr. vaardigde Constantijn
de Grote het Edict van Milaan uit,
waarbij hij de christenen gelijke
rechten met de heidenen schonk. Later
bevoorrechtte hij hen zelfs, en was hij
het die de eerste kerken voor de
christenen liet bouwen.
De vorm van deze gebouwen vertoonde
een sterke overeenkomst met die van
een Romeinse markthal, „basilica"
genaamd, welke ook benut werden als
koopmansbeurs en bedekt werd door
een dak, dat hoger lag, dan die van de
zijbeuken, aan de buitenzijde van de
zuilen, zodat in de wanden van het
verhoogde middengedeelte, ter verlich
ting daarvan, extra lichtopeningen
gemaakt konden worden. Door alle
eeuwen heen is deze „basiliekvorm" de
voornaamste stamvorm gebleven, hoe
wel zich bij de uitwerking vele variaties
voordeden onder invloed van de in
verschillende perioden heersende
bouwstijlen, met name in west-Europa.
KENMERKEN VAN DE BASILIEK
Een belangrijk verschil met de
heidense tempels vormde de voorhof,
waardoor de vergaderruimte van de
onheilige wereld werd afgesloten.
Verder werd het middenschip afgeslo
ten door een nisvormige uitbouw, de
apsis, welk van oorsprong Griekse
woord „gewelf' betekent, en waarin
zich de zetel van de bisschop bevond,
de cathedra, het Griekse woord voor
stoel, waaromheen de zitbanken voor
de geestelijken waren opgesteld. In de
nabijheid hiervan was het altaar
opgesteld in een door traliewerk
omgeven ruimte.
Het licht viel naar binnen door ramen
in het bovenste deel van de
middenbeuk en in de wanden van de
zijbeuken.
DE ROMAANSE STDL
De benaming „Romaans", d.w.z. op de
wijze der Romeinen, wordt verklaard
uit de ontwikkeling van de Romaanse
bouwkunst uit de vroeg-christelijke
basiliek. Het spreekt vanzelf, dat
vooral uiterlijk de Italiaanse kerken uit
die tijd 11 e-13e eeuw) het meest
herinneren aan de oorspronkelijke
Romeinse basilica, b.v. de Domkerk in
Pisa, naast de scheve toren aldaar.
Maar in noordelijker landen variëert
de Romaanse kerk tot een stijl, die
gekermerkt is door zware, massieve
muren met kleine, rondbogige ramen.
Het interieur blijft evenwel ingedeeld
naar het model van de basiliek; de
zuilen, vierkant of rond van vorm, zijn
ook zeer massief en meestal bekroond
door èen kapiteel, dat om zijn
dobbelsteenvorm „teerlingkapiteel"
genoemd wordt. In de loop der tijd
werd door de ontwikkeling der
techniek de houten afdekking meer en
meer vervangen door een stenen
gewelf, terwijl aan het middenschip
menigmaal een dwarsbeuk werd
toegevoegd, welk model „kruiskerk"
wordt genoemd.
Ons land telt eigenlijk geen enkele
zuiver Romaanse kerk meer, of ze zijn
verdwenen of ze zijn in latere
stijlperioden uitgebouwd tot een
vermenging van verschillende stijlen.
Voor een zuiver Romaanse kerk
moeten wij b.v. naar de Dom van
Worms met zowel een oost- en een
westfront geflankeerd door twee
ronde, Romaanse torens.
Zo'n karakteristiek torenachtig front
treffen we in ons land aan bij de
westpartij van de O.L. Vrouwekerk in
Maastricht, het zeer interessant
gerestaureerde kerkje van de Abdij
Rolduc bij Kerkrade en de voormalige
abdijkerk te St. Odiliënberg aan de
Roer.
Evenals de Maasstreek was ook
Utrecht een centrum voor de
Romaanse kerkbouw, gestimuleerd
door bisschop Bernoldus (1027-1054).
De tot Gotische kerk omgebouwde St.
Nicolaaskerk heeft nog steeds een
Romaans westfront; ook de Buurkerk
en de Jacobikerk waren oorspronkelijk
basilieken; maar de Pieterskerk,
onlangs stijlgetrouw gerestaureerd is
ongetwijfeld de gaafst gebleven Ro
maanse kerk in Nederland, helaas
werd op 1 augustus 1674 de gehele
westbouw met de twee hoge torens
door een cycloon vernield en werd niet
meer herbouwd.
Tenslotte nog bezit Deventer, met
Maastricht en Utrecht één der oudste
steden van ons land, een door
Bernoldus gestichte Romaanse basi
liek, later tot Gotische Lebuïnuskerk
omgebouwd, waarvan enkele restanten
nog aan het verleden herinneren.
Opmerking verdient nog, dat de
oudste kerken meestal gebouwd
werden met het grauwe turfsteen, dat
uit vulkanische gebieden in Duitsland
werd aangevoerd, wat kerkbouw tot
een zeer kostbare zaak maakte.
DE GOTISCHE STIJL
Deze benaming verdient wel enige
toelichting. Aan het eind van de 12e
eeuw paste men bij de bouw van de
abdijkerk van St. Denis voor het eerst
spitsbogen toe. waardoor een veel
rijziger bouwwerk kon worden gecon
strueerd. Voor de Italiaanse architect
Vasari was dit de reden, waarom hij
deze, van de beginselen der klassieke
Oudheid afwijkende, stijl minachtend
te betitelen als Gotisch, oftewel
„barbaars".
In het kort komen de voornaamste
verschillen met de Romaanse stijl
hierop neer; De vertikale lijn van de
hoog opgaande Gotische kerk ver
drong de horizontale lijn van het
zware, massieve Romaanse bouwwerk.
Verder werden de massieve zuilen
vervangen door pilaarbundels. De
muren werden doorbroken voor lange,
smalle vensters, die veelal voorzien
werden van glas-in-lood-ramen, terwijl
ze verdeeld werden door stijlen, die
zich tot spitsbogen verenigen binnen
de grote vensterspitsboog. Er komt
steeds meer ornament, zowel intern
b.v.. aan de kapitelen, als extern b.v.
aan de torens en steunberen tegen de
hoge muren.
Als je aan een Nederlander vraagt
waar hij aan denkt als hij het woord
Kerstfeest hoort is heel vaak het antw
oord: gezelligheid, kerstboom en lek
ker eten van een feestelijk gedekte ta
fel!
Want buiten de christelijke viering
van het Kerstfeest is het gezellig sa
menzijn en vooral het samen eten van
een feestelijk gedekte tafel een hoogte
punt van de viering van het Kerstfeest.
TAFELTJE DEKJE
Ja, daar zeg je zo iets, feestelijk gedek
te tafel, maar hoe doe je zo iets? Een
diner, waarvan men later zegt, dat het
in alle opzichten is geslaagd heeft de
gastvrouw vaak heel wat hoofdbrekens
gekost. Vooral bij een zo belangrijk
diner als het kerstdiner moet van te
voren een aantal punten geregeld wor
den.
1. Zorg dat de tafel groot genoeg is,
niets is zo ergerlijk als een te kleine ta
fel. Heeft u alleen maar een kleine ta
fel en krijgt u gasten, gebruik dan een
bijzettafeltje voor de schalen e.d.
2. Gebruik uw mooiste tafellinnen,
liefst van een smetteloos wit, maar ook
een speciaal voor het Kerstfeest liefde
vol geborduurd tafellaken kan bijzon
der smaakvol staan en geeft daarmee
een persoonlijk tintje aan het geheel.
3. Leg de servetten, op een eenvoudige
manier geplooid, met een menu- of
naamkaartje op het bord, eventueel
opgefleurd met een takje bloemen.
4. Zorg dat het bestek in de juiste vol
gorde naast de borden wordt gelegd,
d.w.z. het bestek wat men het laatst
nodig heeft het dichtst bij het bord.
Verwarm de borden, vooral als u gas
ten heeft. Want het lekkerste soepje
wordt minder smakelijk als het bijna
koud gegeten moet worden.
5. Zet de wijn en waterglazen in de
volgorde waarin de verschillende wijn
soorten worden geschonken, het glas
voorde le wijnsoort het meest naar de
buitenkant rechts boven het bord.
MEER NODIG
Als u uw tafel heeft gedekt met uw
mooiste tafellinnen, uw fijnste servies.
SOORTEN GOTIEK
Natuurlijk was er een overgangstijd,
waarin de z.g. „romano-gotische
kerken ontstonden, zoals de Groningse
Martinikerk; bovendien ontwikkelde
deze zich tot een hallenkerk, waarbij
de zijbeuken even hoog zijn als het
middenschip. Hiermee werd op
praktische wijze de mogelijkheid tot
uitbreiding van de plattegrond in de
breedt benut, zoals ook met de
Lebulnekerk in Deventer, de Lieve
Vrouwe- of Buitenkerk in Kampen, de
Michaels- of Grote Kerk te Zwolle, de
St. Stevenskerk in Nijmegen, de St.
Joriskerk in Amersfoort, de Cunera-
kerk te Rhenen, de Herv. Kerk te
Schoonhoven, de Maria of Noorder-
kerk te Hoorn, terwijl we deze rij
besluiten mer de zeer ruime, vijfbeu-
kige Buurkerk in Utrecht
Wij beëindigen deze opsomming met
nog enige voorbeelden te noemen van
kruisbasilieken: de St. Catharia- of
Nieuwe Kerk te Amsterdam, de O.L.
Vrouwekerk te Veere, de Kath. Kerk
te Meerssen en de St. Eusebiuskerk in
Arnhem.
Majestueus spitsen zich de Gotische ramen van de Domkerk in Utrecht die
dateert uit de 13e eeuw. Na zeven eeuwen bouwstijlen nog even imponerend.