Het kerstfeest en onze kalender r H Het een houdt verband met het ander HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 70 - WOENSDAG 22 DECEMBER 1976 „Dat is een auto uit het jaar nul"! Afgezien van het feit dat er 1976 jaar geleden echt nog geen auto's waren (wel wagens en karren) inoet dit een flauw grapje zijn, want ofschoon 1976 min 1976 0 is, is er nooit een jaar nul geweest. Als u even na denkt zult u dat begrijpen: het jaar één voor Christus eindigde op zekere dag en de volgende dag was de eerste van het jaar één na Christus Als kind konden wij maar niet snappen, dat wij echt in de 20e eeuw leefden. Want het was 19-zoveel en dus moest dat toch de 19e eeuw zijn? Je kwam er pas achter als je begon te tellen: 0 tot 100 is le eeuw; 100 tot 200 is 2e eeuw enz. Met andere woorden de eeuw krijgt het rangtelwoord van het honderdtal waarmee de eeuw eindigt, dus le eeuw, 2e eeuw enz. Voor hetzelfde geld had men net ander som kunnen redeneren en de eeuwen kunnen nummeren naar hun begin, dach ten wij in kinderlijke onschuld. Tot het ons duidelijk werd, dat dat lood om oud ijzer was... Er zijn nog veel meer eigenaardigheden over onze tijdrekenkunde te vertellen. WANNEER BEGINT DE EEUW Een eeuw bestaat uit 100 jaar nie twaar? Goed, maar dan ook de eerste eeuw! Geen flauwekul met een eerste eeuw van 99 jaar en de rest van 100 jaar. Maar dan is die eerste eeuw niet geëindigd in het jaar 99 maar op 31 december 100. Een opa die in 1900 ge boren werd is dan niet in de 20e eeuw geboren, maar in de 19e. En in het veel besproken jaar 2000 begint niet de 21e eeuw. maar eindigt onze 20e. De 21e eeuw zal pas beginnen op 1 januari 2001. Door precies dezelfde oorzaken begint een decennium niet in 1970, 1980 enz. maar in 1971, 1981. Daar bestaan uitgebreide, wiskundige theo rieën over, met de positionele waarde van onze huidige cijfers als inzet. Het verband met het Kerstfeest be staat daarin, dat Kerstfeest Christus- feest betekent en dat onze jaartelling begint met Christus geboorte. Alweer mis, want Christus werd geboren in een van de jaren 5-8 voor Christus! Dit mag de Bijvelvaste lezer vreemd in de oren klinken, maar het is met de Bij bel in de hand te bewijzen. Lukas ver telt ons, dat Christus geboren werd tij dens de regering van Herodus de Gro te (de grote moordenaar mag u ook zeggen). Deze vorst stief echter (en dat staat nauwkeurig vast omdat de Ro meinen nauwiceurig boek hielden in zake hun vazallen) in het jaar 4 v. Chr. En in ieder geval zijn Jozef en Maria naar Egypte gevlucht voor de moorde naar van Bethlehem aan zijn einde ge komen was, anders hadden zij niet be hoeven te vluchten. Nu geeft iedere encyclopedie u uitvoerige inlichtingen over de perikelen waarin men verzeild raakt als men zich in jaartellingen ver diept. Wij pikken dus slechts de min der bekende feiten uit de hoeveelheid gegevens om enkele merkwaardige za ken te ontdekken. GESLACHTSREGISTERS Zoals gezegd rekenen wij onze jaartel ling vanaf Christus' geboorte en zijn dan op zijn minst 5 en op zijn hoogst 8 jaar mis. Overigens is die Christelijke jaartelling pas in 525 door Dionysius Exiguus uitgedacht en aanbevolen en heeft het nadien nog een heel tijdje ge duurd voor men zijn plannen aan vaardde. Dat men dit toch deed kwam doordat het Christendom intussen een groot deel van de meest ontwikkelde streken van de Oude Wereld had ver overd en het dus zinloos was geworden om al die oude kalenders (b.v. vanaf de veronderstelde stichting van Rome) te handhaven. Ook het feit dat de Jo den een goede kalender hadden speel de mee. Zij rekenen vanaf de schep ping der aarde en laten die in 3760 v. Chr. beginnen. Als u vraagt waarop zij dit grondden is het antwoord niet moeilijk De Bijbel, althans het Oude Testam ent, bevat vele geslachtsregisters met namen en leeftijden. Denk maar aan Methusalem, die 969 jaar oud werd. Zeer orthodoxe Joden nemen dat jaar tal 3760 v. Chr. nog serieus, maar het merendeel van de gelovige Joden toch niet meer. Als verklaring van het jaar tal, d.w.z. om het in overeenstemming te brengen met moderne onderzoekin gen geven zij een tweetal explicaties. De eerste is dat men zich kan afvragen of de geslachtsregisters wel volledig zijn. Zoon kan immers ook afstamme ling betekenen (Christus is een zoon van David enz.) en dan kunnen er heel wat meer eeuwen zitten tussen schep ping en het begin van de Christelijke kalender. Ten tweede is het Joodse jaar wel zeer nauwkeurig berekend, maar wanneer men Adam en Eva aanvaardt als de eerste en enige mensen op aarde, dan mag men hen geen Joden noemen. Dat volk pas veel later ontstaan. Daar mee zou dan ook de Joodse tijdreke ning vervallen voorzover die betrek king heeft op de tijd voor Abraham. Nog andere verklaringen zijn er, b.v. deze, dat getallen in de Bijbel vaak al leen een zinnebeeldige betekenis heb ben. WAT IS EEN JAAR? Voor onze voorouders bestond een jaar uit de afwisseling van drie seizoe nen: lente, zomer en winter (de herfst gold niet als jaargetijde). Een maagd van 20 lentes was 20 jaar oud. Aan een nauwkeurige dagtekening hadden zij oorspronkelijk geen behoefte en zodra die er wel was kon men met maan maanden gaan rekenen. Toch was het jaar dan een zonnejaar, zoals de feesten van midwinter- en zomerzon- newende bewijzen. Zodra onze voor ouders een gezeten leefwijze hadden en dus landbouwers werden, was dit nodig. Oogst en zaaien moeten im mers in bepaalde tijden vallen. Heel anders was het bij volkeren die rondtrokken. Deze hadden i.h.a. een maanjaar van 12 maanden is 354 da gen. Dat klopt helemaal niet met de zon en daarom voegt men regelmatig een 13e of schrikkelmaand in. Vroeger deed men dat bij de Joden om de twee of drie jaar naar gelang van de stand van de oogst. De tegenwoordige Joodse kalender kent vaste regels: men rekent met maanjaren, maar in een tijdperk van 19 jaar heeft men 12 jaren van 12 en 7 jaren van 13 maanden. Dus stelt men 19 jaar gelijk aan 235 maanden. En dat zit rekenkundig goed in elkaar, want de maan-maand duurt 29,53 da gen. Rekent u nu maar uit: 235x29,53 is 6939,55 dagen. Ons zonnejaar telt 365,24 dagen. En 19x365,24 is 6939,60 dagen. Dat scheelt dus maar heel wei nig. Goed, maar wat is nu toch een jaar? Och, er zijn tal van jaren. Men kan zeggen: het is de tijd die de zon nodig heeft om van lentepunt tot lentepunt te geraken. Dat is 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45,17 seconden. Dit volgen wij en omdat wij dan elk jaar een beet je te kort rekenen, voegen wij slechts eenmaal in de vier jaar een schrikkel dag in, nl. de 29e fabruari om die 5 uur. 48 minuten enz. in te halen. Daarnaast kent men het siderische jaar (tijd die de zon nodig heeft om de zelfde stand in te nemen t.a.v. de vaste sterren), het maanjaar, het burgerlijke jaar, het kerkelijke jaar, het economi sche jaar enz. De laatste twee hebben echter niets te maken met lengte van het jaar in dagen, uren en seconden. De laatste grote kalender-overgang, nl. van de Juliaanse naar de thans gel dende Gregoriaanse had plaats in de 17e eeuw. Door het weglaten van de schrikkeljaren was men nl. 12 dagen ten achter geraakt. Men sloeg die een voudig over. stelde een goede regeling in voor de schrikkeljaren en de zaak was rond. Deze overgang heeft tot in het begin van onze eeuw zijn sporen nagelaten in de huur van meiden en knechten op het platteland. Zij ver huurden zich algemeen op 1 mei. Maar de boeren wilden hun geen 12 dagen kado geven en verschoven dus in vele streken de huur naar 12 mei... HERZIENING Zijn wij nu met onze kalender hele maal gelukkig? Nee, dat niet. Per eeuw lopen wij toch weer seconden voor. Afgezien daarvan vinden handelsmensen en ruimtevaartdes kundigen het bezwaarlijk, dat onze 12 maanden ongelijk van lengte zijn. On derwijskringen betreuren de elk jaar wisselende vakanties. Velen wensen, dat een bepaalde datum (laten wij zeg gen: 25 december) elk jaar op eenzelf de weekdag (b.v. zondag) zal vallen. Dat kan (rekent u het maar uit) als wij elk jaar één week van 8 dagen invoeren plus per schrikkeljaar twee weken van 8 dagen, de z.g. blanco dagen. In 1954 reeds hebben de Verenigde Naties een besluit genomen tot herzie ning van de Gregoriaanse kalender (die toch wel op de hele wereld erkend wordt) bij internationaal accoord. Maar dat accoord is nooit bereikt. Waarom niet? Daar zijn eerst de godsdienstige bezwaren: een of twee blanco dagen, dat zijn de dagen die men wilde toevoegen aan 1 week per jaar en aan 2 weken per schrikkel- jaaar, zijn absoluut onaanvaardbaar voor Joden en Zevendedagsadventisten en ook voor de Mohammedanen. Ten slotte ook voor de vele Christenen die de zondag in ere houden en dat regel matig om de 7 dagen willen doen. Te gen vaststelling van de Paasdatum, al of niet met herziening van de kalen der, verzet de r.k.-kerk zich. En nu kan men wel een wiskundig juiste ka lender invoeren als mondiaal gegeven, maar wanneer daarnaast hele landen, volken en volksgroepen hun eigen ka lender blijven volgen, al was het maar voor godsdienstig gebruik, is de chaos onvoorstelbaar. Vandaar dat onze huidige tijdreke ning het nog wel even zal uithouden. U zult opmerken, dat dit alles niet veel meer met het kerstfeest te maken heeft. Toch wel, althans met de datum daarvan. Ook die wil men graag op een en dezelfde weekdag laten vallen en dan natuurlijk bij voorkeur op zon dag 25 december, desnoods (zoals dit jaar) op zaterdag 25 december omdat men toch twee kerstdagen viert. Maar door de vijfdaagse werkweek is het bij zonder lastig geworden dat kerst wel eens midden in de week valt. Nu bestaat er weinig of geen bezwaar tegen fixatie van de kerstdatum, om dat die toch min of meer willekeurig is gekozen. Men kent nl. de weekdag van Christus geboorte niet. Bij Pasen is dat anders: Christus stond op „op de eer ste dag der week", dus op zondag. Fi xatie op zondag die en die datum dus? Vermoedelijk zal het op den duur daar wel op uitlopen; maar dat kan alleen via blanco dagen. We komen er voor lopig echter nog niet uit!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1976 | | pagina 70