(door Rla Hilhorst) 0 I mm NIEUWE STADSBLAD PAGINA 24 - VRIJDAG 14 JANUARI 1977 RECREATIE IN MIDDEN-DELFLAND Inleiding „De ruimte in Zuid-Holland is beperkt. We moeten beseffen dat dit voor alle vormen van bodemgebrulk opgaat. Langzamerhand groeit het besef, dat alleen een zorgvuldige landinrichting het Zuid-Hollands landschap kan behoeden voor volledige nivellering. Hierbij zal men voor de rekreatie een zonering moeten nastreven, waarbij de meest intensieve rekreatie zo dicht mogelijk bij, ja zelfs in de steden wordt opgevangen. Het landelijk gebied op zich heeft zeker mogelijkheden voor rekreatie, al zullen ook landbouw en natuurbeheer hierop hun rechten doen gelden. Het land schap zelf kan een waardevolle bijdrage leveren tot een grotere verschei denheid van rekreatievormen. Het Zuid-Hollands landschap is een pro- dukt van een eeuwenlange geschiedenis, die zowel natuurlijke elementen ais menselijke toevoegingen daaraan heeft achtergelaten". Dit zegt het provinciaal bestuur van Zuid-Holland in haar nota „Openluchtrekreatie in Zuid-Holland" (5). Het geciteerde geldt in bijzondere ma te voor Midden-Delfland. In dit gebied van 5 bij 12 km. (6000 ha.) zoeken vele duizenden dagelijks/wekelijks hun ontspanning. Dat hierbij problemen ontstaan, mag wel duidelijk zijn. De rekreatie-capaciteit van de verschil lende natuurlijke en halfnatuurlijke milieus is van plaats tot plaats anders. Een overmatige rekreatie in welk ter rein dan ook heeft een verarmende werking op flora en fauna en daarom kan de rekreatie in een bepaald gebied een bedreiging gaan vormen voor het milieu. Daarnaast moet zeker niet ver geten worden dat de vraag naar re- kreatiemogelijkheden het rekreatieve aanbod verre overtreft. Dit betekent dat rekreanten uit het beperkte aan bod een keuze moeten maken en dat ze deze keuze dan met vele duizenden tegelijkertijd moeten delen. Hierdoor schaden rekreanten niet alleen natuur en milieu, maar evenzeer elkaar. Juist, omdat er zo weinig ruimte is, kunnen zij bijvoorbeeld slechts in beperkte mate van rust en stilte genieten omdat vele anderen hetzelfde ook op dat mo ment en op die plek willen. Een ander voorbeeld hiervan is dat va ren moeilijker wordt naarmate er meer boten op het water zijn. Evenzo geldt dit voor de toerrijder in zijn auto en de fietser of wandelaar. Beiden willen ge nieten van het landschap, maar de een hindert de ander. Vooral in die gebie den, waar de wegen kronkelig en smal zijn en waar auto en fietser/wandelaar op dezelfde weg moeten rijden/lopen (zoals in Midden-Delfland), zijn er nogal eens konflikten tussen beide groepen rekreanten. In dit verhaal wordt eerst een schets gegeven van de bestaande rekreatieve mogelijkheden in Midden-Delfland. Daarbij wordt tevens aangegeven wel ke problematiek samenhangt met de verschillende mogelijkheden. Vervolgens wordt er een overzicht ge geven van een aantal plannen voor de rekreatieve inrichting van het gebied. 2. Bestaande recreatieve mogelijkhe den en de problematiek, die daarmee samenhangt. 2.1. Recreatieve waarde. In het algemeen kan gesteld worden dat Midden-Delfland tegemoet kan komen aan de behoefte aan rust van de stedeling. De stilte en de landelijke sfeer van het gebied zijn sterk tegen gesteld aan de drukte in de omliggen de steden. Midden-Delfland leent zich bijzonder goed voor de waterrecreatie. Zeilen, vissen, met de motorboot varen, roeien. Vooral op de Vlaardinger Vaart en de Vlieten wordt intensief gevaren. De recreant kan niet alleen op het wa ter zijn ontspanning vinden, maar ze ker ook op het land. Een aantal wan del- en fietsroutes doorkruisen het hele gebied (4). Veel recreatiegebieden in Nederland kunnen gemakkelijker met de auto dan met de fiets of het openbaar ver voer bereikt worden. Maar juist omdat Midden-Delfland zo direct omgeven wordt door grote ste den, kunnen velen uit die steden het gebied in lopen of fietsen. Dit is op zich een erg belangrijke re creatieve waarde van Midden- Delfland (1). Toch toeren vele recreanten met hun auto over de polderwegen en genieten zo van het landschap. Midden- Delfland is het meest geschikt voor dagrecreatie. Verblijfsrecreatie is er dan ook nauwelijks te vinden. 2.2. Watersport In het gebied bevinden zich grote aan tallen roei-, zeil- en motorboten, als mede een aantal woonboten. Problematiek: Om tot een bepaling van het precieze aantal boten per categorie te komen, zijn er tellingen verricht door de Sa menwerkende Milieuwerkgroepen Midden-Delfland (S.M.M.D.) in sep tember 1975. Deze heeft de volgende resultaten opgeleverd. j-flfëi Officiële cijfers zijn er slechts over bo ten, die gebruikmaken van een motor, omdat hiervoor een vergunning nodig is van het Hoogheemraadschap Delfl and. Via de vergunningen is slechts een zeer algemeen beeld te verkrijgen. Veel boten varen namelijk zonder ver gunning (kosten? hoeveel? criteria?) en hierop wordt nauwelijks controle uitgeoefend. Het aantal verstrekte ver gunningen bedroeg voorjaar 1975- 3100 voor héél Delfland. De ligplaat sen in het gebied zou men kunnen on derscheiden in: 1. gecontroleerde: dit zijn ligplaatsen in erkende jachthavens of plaatsen met gemeentelijke toestemming; 2. ongecontroleerde: dit zijn ligplaat sen aan particuliere erven en plaatsen waarop ligplaats is gekozen zonder enige toestemming of recht. Een globale schatting van de gecon troleerde ligplaatsen levert een aantal van 800 1000 op. Uit de telling van de S.M.M.D. blijkt dat er ongeveer 600 tot 800 ongecontroleerde ligplaat sen zijn. Hiervan in naar schatting 90% illegaal, dat wil zeggen in strijd met de bestaande verordeningen.(4) In een gebied als Midden-Delfland zou een aantal van ongeveer 8 boten georiënteerd op 1 ha. water maximaal toelaatbaar zijn. Dit gezien vanuit een watersporttechnische capaciteit. Be perkingen vanuit natuur en landschap zijn hierin (nog) niet vervat. Maar het totale aantal getelde boten (zie tabel 1) gedeeld op het wateroppervlak levert het volgende op: 1600 boten: 60 ha. is 26,5 boot/ha. Dit is meer dan 3 maal het maximaal toelaatbare aantal! Hierbij dient dan nog opgemerkt te worden, dat het gebied waarin de grootste concentratie van uitgevaren boten zich bevindt, aanzienlijk kleiner is dan de genoemde 60 ha. Deze boten concentreren zich namelijk rond de Vlietlanden, langs de kade van de Foppenpolder en een klein stukje Vlaardingervaart, waarbij nog maar een beperkt gedeelte van de oever bruikbaar is om aan te meren. De intensief gebruikte oeverlengte be draagt 5000 m. In een gebied van plm. 20 ha. wateroppervlak concentreert zich dan 50% van de boten. Verder kan bij de tabel nog opgemerkt wor den dat 50% van de boten uit Vlaar- dingen komt en dat een aanzienlijk deel van de zeil- en visboten voorzien is van een buitenboordmotor (4). De watersportverenigingen van Delft, Vlaardingen en Maassluis, die de vaarten en vlieten tot lig- en vaarge- bied hebben, hebben een studiecom missie ingesteld. Deze studiecommis sie had als doel de problematiek van de waterrecreatie te bestuderen. Ook deze commissie komt tot de conclusie dat de verhouding wateroppervlakte/aantal peziervaar- tuigen de maximaal toelaatbare vér te boven gaat. Zij schat het aantal ple ziervaartuigen op 2500. Zij pleit dan ook voor een uitbreiding van het wate roppervlak (8). Al met al is wel heel duidelijk dat er sprake is van een „overboting" in het gebied. Dit is niet alleen vanuit re creatief oogpunt bezwaarlijk, maar ook het millieu ondervindt hiervan schade. De voornaamste gevolgen van de over boting worden genoemd door de S.M.M.D. (4): a. Verstoring. Hiermee wordt bedoeld geluidshinder en visuele onrust, die door de waterre creatie veroorzaakt wordt. Vooral de fauna (met name vogels) heeft hier met meest hinder van. Hun gehoor is na melijk zo scherp dat voor onze oren zachte geluiden hen doet opschrikken. Dit berokkent de meeste schade in de broedtijd. Vele dieren hebben Midden-Delfland dan ook verlaten vanwege het lawaai. De zwarte stern en kemphaan zijn bijvoorbeeld al niet meer te vinden in de Vlietlanden. b. Betreding. De meeste watersporters leggen tij dens hun tocht graag hun boot aan en gaan aan land. Op deze manier bren gen zij vaak (onbewust) schade toe aan de fauna. Vele plantensoorten kunnen namelijk erg slecht tegen betreding. c. Afslag. Veel boten varen harder dan de toege stane (8-10 km. per uur in plaats van 4,6 km. per uur), zodat zuiging en golfslag te groot zijn. Daarnaast me ren veel boten verkeerd af. Veelal vaart men met flinke snelheid met de kop in het riet, daarbij gebruikma kend van de schroef. Op deze manier wordt de oeverstructuur aangetast. Bovendien wordt bij het aanleggen aan oevers dikwijls de oevervegetatie vernield, waardoor op veel plaatsen rietkragen verdwenen zijn. Tengevolge hiervan is de oever veel kwetsbaarder voor afslag. Voor het vastleggen van de vaartuigen wordt vaak gebruikge maakt van werpankers. Bij het opha len hiervan wordt de vegetatie soms meegetrokken. d. Vervuiling. Het oppervlaktewater wordt ook ge deeltelijk vervuild door boten namelijk door middel van lozing van olie, huis houdelijk vuil en faecalieën. tie en het gevolg hiervan kan zijn dat nog meer booteigenaren hier een ..gratis ligplaats kiezen (4). Dit is ook hinderlijk voor andere waterrecrean ten. Al deze gevolgen zijn daarom zó nade lig, omdat de waterrecreatie hier zo'n buitensporig grote omvang heeft aan genomen. 2.3. Hengelsport. De grote overlengte plus goede ontsluiting van de wateren in Midden- Delfland maakt het gebied erg ge schikt voor de hengelsport. Gedurende het hele seizoen wordt er dan ook op grote schaal gevist vanaf de oevers en vanaf de boten. De visstand in dit gebied wordt op een aantrekkelijk peil gehouden, onder andere door het uitzetten van pootvis (4). problematiek: Omdat de hengelsport op sommige plaatsen massaal bedreven wordt, tre den ook hier ongunstige gevolgen op. Vooral de oevervegetatie en oeverbe scherming hebben nogal te lijden van de hengelaar. 2.4. Fietsen en wandelen. Midden-Delfland is een ideaal gebied voor het maken van wandel- en fiets tochtjes. Door en langs het gebied lo pen verschillende fiets- en wandelrou tes, die het hele jaar door intensief ge bruikt worden. De afstand tot de om liggende gemeenten is klein; evenals de afstanden binnen het gebied. Langs de Vlaardingervaart en de Noordvliet lopen oude jaagpaden, die door hun fraaie ligging en hun karak teristieke aankleding erg aantrekke lijke routes voor fietsers en wandelaars zijn. PROBLEMATIEK Doorgaand en recreatief verkeer ver storen de rust. Op de smalle wegen is het uit oogpunt van verkeersveiligheid niet verantwoord om gecombineerd snel- en langzaam verkeer toe te staan. Vooral de wegen, die Schiedam en Delft met elkaar verbinden (Harreweg/Abtswoudseweg, Oos- tveenseweg) worden gebruikt door sluipverkeer. In de spitsuren zijn deze wegen levensgevaarlijk voor de fietser, wandelaar en het langzaamrijdende landbouwverkeer. Ook in de weekend levert de combina tie toerende auto's en fietsers gevaren op. e. Landschappelijke aantasting. De lintaanleg van illegaal afgemeerde boten langs de Vlaardingervaart wordt door velen als een hinderlijke aanta sting van het landschap ervaren. Geen enkele instantie grijpt in in deze situa- TOEREN MET DE AUTO Vele recreanten toeren voor hun ple zier met de auto door Midden-Del fland. Dat dit problemen oplevert, is al onder punt 2.4. besproken. In de komende weken zullen we een vijftal artikelen plaatsen over de reconstructieplannen van Midden-Delfland. De Provinciale Raad voor de Ruimtelijke Ordening (PRRO) is gestart met een inspraakprocedure om wensen, ideeën en bezwaren van de plaatselijke bevolking op papier te registreren om zodoende de bestuurders (rijk-provincie en gemeente) een beter inzicht te ge ven in de gedachte van de bevol king over Midden-Delfland. Momenteel zijn vijf gespreksgroe pen (verspreid over het gebied van Midden-Delfland) actief. Ook is er activiteit gesignaleerd bij verschil lende belangengroepen en andere instellingen. Het ligt in de bedoeling begin maart het eindrapport van de in spraakprocedure aan het College van Gedeputeerde Staten aan te bieden. Het doel van de publicatie van de artikelen over Midden- Delfland is het informeren van de lezers van onze blad in dit gebied. Met het oog op de meningsvorming en mogelijk ook de discussie in rui mere kring te laten plaat vinden lijkt ons aandacht voor deze zaak in de pers zeker zinvol. In de verschillende artikelen wordt telkens een bepaald aspect belicht. Alle artikelen zullen worden ge plaatst onder verantwoording van de schrijver ervan of de door hem vertegenwoordigde organisatie. De artikelen die u onder ogen zult krijgen zijn: 1. Midden-Delfland en de bijbeho rende inspraakprocedure (PRRO). 2. De landbouw in Midden Delfl and: „Hard werken voor weinig geld" (Joost de Jong). 3. De recreatie: „Recreatie in Mid den-Delfland" (Ria Hilhorst). 4. Vervoer in Midden-Delfland, een visie op Midden-Delfland door de Eerste Nederlandse Wielrijders Bond (E.N.W.B.). 5. Natuur en Milieu in Midden- Delfland (Henk Wardenaar, na mens de Commissie Natuur en Mi lieu Delft). -x- - V* ':T 3. OVERZICHT Door vele instanties en organisaties zijn ideeën uitgedacht om Midden- Delfland recreatiefin te richten. In dit overzicht worden plannen voor de ver schillende recreatievormen onder scheiden. Allereerst een onderscheid naar extensieve en intensieve recreatie. Daarna komen water- en landrecreatie aan bod. 3.1. Een omschrijving van wat onder intensieve en extensieve recreatie wordt verstaan, is hier wel op zijn plaats. Intensieve recreatie is die recreatie waaraan mensen in grote aantallen per ha. in een enigszins kunstmatige omgeving deelnemen. Ook wel massa recreatie genoemd. Extensieve recreatie is die recreatie waaraan mensen in kleine aantallen per ha. in een (meer) natuurlijke om geving deelnemen. Ook wel stiltere creatie genoemd. In de nota „Openluchtrecreatie in Zuid-Holland" van het Provinciaal Be stuur van Zuid-Holland (5) wordt Midden-Delfland bestempeld tot „aandachtgebied". Hieronder verstaat men gebieden, die enerzijds een grote aantrekkelijkheid bezitten, maar an derzijds uit een oogpunt van natuur en landschap kwetsbaar zijn. „Midden- Delfland heeft mogelijkheden voor fietsers, wandelaars en vissers (exten sieve recreatie), maar verdraagt geen intensieve recreatie. Deze zal aan de noord - en zuidkant (dus tegen de ste den aan) verwezenlijkt moeten worden", aldus de nota van de provin cie Zuid-Holland. Ook volgens de Memorie van Ant woord (2) en de reactie hierop uit Midden-Delfland (1) (van de S.M.M.D.) moeten de gebieden langs de randen van Midden-Delfland voor intensieve recreatie ingericht worden. De MvA denkt aan 1900 ha., terwijl de reactie op de MvA van de S.M.M.D. een gebied van 500 tot 700 ha. voor de intensieve recreatie voldoende vindt. Ook de Stichting Onderzoek Midden- Delfland (S.O.M.D.) (9) pleit voor intensieve recreatie langs de randen van de steden. Als argumenten noemt zij hiervoor: 1. De intensieve recreatie kan het bes te zo dicht mogelijk bij de gebruiker liggen, dat wil zeggen bij de steden, zodat de te overbruggen afstand zo ge ring mogelijk is en het verkeer gemini maliseerd wordt;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1977 | | pagina 24