Wat weten wij Nederlanders van hartrisico
Het levensreddend
"geschenk"
l
Nu de Hartweek
naderbij komt
EERSTE HULP Bil ADEM- EN HARTSTILSTAND
NEDERLANDSE HARTSTICHTING
DEN HAAG GIRO 300
„Eet niet te veel, rook wat minder,
eet wat minder verzadigde vetten,
verminder het cholesterol in de voe
ding, zorg voor regelmatige li
chaamsbeweging".
„Wees zuinig met zout, laat uw
bloeddruk eens meten".
Zulke adviezen gaan regelmatig van
de Nederlandse Hartstichting uit.
Hoe komen zulke raadgevingen tot
stand en in hoeverre dringen zij
door?
In de laatste 100 jaar heeft de ge
neeskunde belangrijke vorderingen
gemaakt bij de bestrijding van de
sterfte. Tussen 1870 en 1970 nam de
gemiddelde levensduur toe van 39 tot
73 jaar. Dat was voor een belangrijk
deel te danken aan de vooruitgang in
het voorkómen en behandelen van
infectieziekten. In de ontwikkelde
landen verdwenen ziekten als chole
ra en typhus vrijwel geheel door het
invoeren van een veilige drinkwater
voorziening en een hygiënische af
voer van de afvalstoffen van de mens.
Rattenbestrijding deed de pest ver
dwijnen. Ziekten als pokken, tetanus
en kinderverlamming konden door
een goed vaccinatieprogramma wor
den overwonnen.
In al deze gevallen werden de grote
overwinningen op deze levensgevaar
lijke ziekten niet geboekt door ver
betering van de behandeling van de
zieke patiënt, maar door maatrege
len van volksgezondheid, die werden
genomen voor de gehele bevolking
ter voorkóming van ziekte.
De bestrijding van epidemieën heeft
zich ontwikkeld tot een vak, de epi
demiologie. De grote epidemieën van
het verleden waren infectieziekten.
De bestrijding daarvan eiste scherp
zinnig speurwerk. De geschiedenis
daarvan is een van de meest boeien
de hoofdstukken uit de historie van
de wetenschap.
Geleidelijk ontwikkelde de epide
miologie haar eigen methoden. Men
zoekt zo mogelijk naar de oorzaak
van de ziekte en kijkt wat men kan
doen om deze weg te nemen of om te
verhinderen dat hij zijn ziekmaken
de invloed op de mens doet gelden.
In de loop oer tijden heeft men op
verschillende dingen leren letten. Zo
zoekt men bijvoorbeeld naar groepen
uit de bevolking bij wie de ziekte zeer
veel en zeer weinig voorkomt en kijkt
of er omstandigheden zijn, waarin
deze groepen verschillen. Zo kan
men kijken waar veel en waar weinig
typhus voorkomt en kijken naar de
drinkwatervoorziening in beide ge
bieden. Ook kan men letten op pun
ten van overeenkomst en bijvoor
beeld bij cholerapatiënten tot de
ontdekking komen dat zij allen,
voordat zij ziek werden, de kans lie
pen om bestanddelen uit de ontla
sting van andere cholerapatiënten
naar binnen te krijgen. Verder kan
men letten op factoren waarvan de
sterkte varieert met het vóórkomen
van de ziekte. Zo neemt het aantal
gevallen van longkanker toe met het
aantal sigaretten dat in een bevol
kingsgroep wordt gerookt.
Het toepassen van epidemiologisch
gerichte methoden hebben infectie
ziekten vrijwel geheel doen verdwij
nen uit de sterftestatistieken van de
ontwikkelde landen. Een aantal an
dere ziekten bleef over, zoals de gro
te groep van öart- en vaatziekten,
kanker, astma en enphyseem. Nieu
we doodsoorzaken ontstonden, zoals
vergiftigingen door nieuwe produk-
ten van de chemische industrie en
ongevallen door het gemotoriseerd
vervoer.
Nu volgde een grootscheepse poging
om de methoden van de epidemiolo
gie toe te passen op de bestrijding
van deze moderne doodsoorzaken.
Zoals de oude microbenjagers zich
tot in de nachtelijke uren bogen over
hun microscopen, zo is de computer
voor de hedendaagse epidemioloog
meestal een onmisbaar hulpmiddel.
Van grote aantallen mensen worden
de leefgewoonten in het computerge
heugen opgeslagen. Gecompliceerde
berekeningen maken het mogelijk
om de leefgewoonten van patiënten,
bijvoorbeeld met een hartinfarct, te
vergelijken met die van een groep ge
zonde personen. Of men volgt een
groep personen, waarvan men een
groot aantal gegevens heeft vastge
legd, gedurende een reeks van jaren
en signaleert wie van hen een hartin
farct krijgt. Vervolgens kijkt men in
welke opzichten degenen, die patiënt
zijn geworden, verschillen van deqe-
nen die gezond bleven. Zo'n onder
zoek in Framingham, een kleine
randgemeente van Boston, heeft op
deze wijze een schat aan gegevens
opgeleverd. Bij 5127 personen van 30
tot 62 jaar werd in 1949 een groot
aantal gegevens vastgelegd. Deze
groep werd gedurende meer dan 20
jaar gevolgd. In de eerste 14 jaar
ontwikkelden 323 mannen en 169
vrouwen een ziekte van de kranssla
gaderen. Nagegaan werd welke fac
toren het ster lost verschilden bij de
genen die een hartinfarct kregen in
vergelijking met degenen die gezond
bleven. Het bleek dat vooral de vol
gende beïnvloedbare factoren van
betekenis waren:
Het gehalte aan een vettige substan
tie in het bloed, cholesterol.
Het aantal sigaretten dat deze perso
nen hadden gerookt en.
De hoogte van hun bloeddruk.
Deze gegevens werden bevestigd en
aangevuld door soortgelijke onder
zoekingen uit Albany en Chicago en
recentelijk in Nederland: in Zeist,
door dr. Magnus en medewerkers.
Allerlei andere disciplines werken
mee aan het onderzoek -op dit ge
bied. Artsen dragen belangrijke
bouwstenen aan uit de observatie
van hun patiënten in hartbewaking-
seenheden. De patholooganatomen
berichten over microscopische afwij
kingen in de krans van vaten om het
hart en andere slagaders. Electro-
nenmicroscopisch onderzoek leert
ROTTERDAM Plotseling dood.
Op straat, in huis, op het werk of
tussen de hevig geëmotioneerde
massa in het voetbalstadion. De
praktijk van alledag. Want dagelijks
sterven mensen plotseling als gevolg
van een hartaandoening. En elke dag
weer blijkt achteraf, dat een aantal
van die mensen nog gered had kun
nen worden. Als er maar op tijd, of
zoals dat heet „op het laatste nip
pertje" hulp was geweest.
Naar schatting overlijden in Neder
land, per jaar, 20.000 mensen aan
een acuut verschijnsel, dat alles te
maken heeft met de ziekte van de
kransslagaderen. Ongeveer 12.000
van hen sterven binnen de vijftien
minuten. Dit betekent, dat binnen
dat kwartiertje nog kan worden in
gegrepen. In ieder geval nog een po
ging kan worden ondernomen om ie
mand uit de crisis-situatie te halen.
Het is onzinnig om te verwachten dat
op elke hoek van de straat een hulp
post voor acute gevallen is ingericht.
Het is wel zinnig om, daar waar ge
regeld veel mensen bij elkaar zijn,
deskundige hulp beschikbaar te
hebben. Zoals dat al enkele jaren in
het Rotterdamse Feijenoord-stadion
gebeurt, waar bij elke wedstrijd een
groot aantal Rode-Kruis-mensen,
een of twee hartspecialisten in de
startblokken staan om slachtoffers
ter plekke op te vangen. De resulta
ten zijn zeer de moeite waard, ook al
lijken ze een druppel op de gloeiende
■plaat.
Onder de hartaandoeningen komt de
ziekte van de kransslagaderen het
meest voor. De slagaderen slibben
als het ware dicht, waardoor de
bloedcirculatie vermindert of op een
kwaad moment stopt. Sommige
mensen hebben slechts in geringe
mate verstopte slagaderen en voelen
dan bij extra inspanning pijn in de
borst. Anderen lijden aan langzaam
voortschrijnend verlies van hartweef-
sel, krijgen al dan niet een hartin-
farkt en komen in een steeds slechte
re toestand.
Maar mensen met zieke kransslaga
deren kunnen ziek zijn zonder dat zij
daar ooit iets van hebben gemerkt.
ons veel over de processen in de cel
len van de bloedvaatwanden, waar
het proces van de atherosclerose be
gint. De biochemici richten in toene
mende mate hun aandacht op de
stofwisseling van cholesterol en an
dere vetachtige bestanddelen van
bloed en vaatwand. Voedingsdes
kundigen kijken naar het verband
tussen de voeding en vettige stoffen
in het bloed. De farmacologen in de
universiteiten en in de laboratoria
van de chemische industrie zijn erin
geslaagd om qeneesmiddelen te
ontwikkelen waarmee verhoogde
bloeddruk kan worden genormali
seerd en waarmee het vetgehalte van
het bloed kan worden verlaagd. Ex
perimenten bij proefdieren, o.a.
apen, hebben geleerd, dat men bij
deze dipren met een voeding rijk aan
verzadigde vetten en cholesterol at
herosclerose kan opwekken en ook
dat men deze afwijkinqen door een
dieet, dat rijk aan meervoudig
onverzadigde vetten is, weer tot ver
dwijnen kan brengen.
Al dit onderzoekwerk, waarvan in
Nederland veel wordt verricht met
steun van de Nederlandse Hartstich
ting, heeft geleidelijk gevoerd tot de
opvatting, dat voor het vaatvernau-
wend ziekteproces van de atheroscle
rose niet één enkele bacterie of een
enkel virus verantwoordelijk is, maar
dat een heel team van oorzaken sa
menwerkt om dit ziekteproces te be
vorderen. Deze oorzaken zijn geluk
kig voor een belangrijk deel te ver
anderen. Ze hangen samen met onze
leefgewoonten. Preventie van hart
en vaatziekten gaat dan ook vrijwel
gelijk met verandering van leefge
woonten op een aantal verschillende
gebieden. Het team van oorzaken
kan het beste in teamwerk worden
bestreden, niet alleen teamwerk van
wetenschappelijke onderzoekers,
maar ook teamwerk tussen het grote
publiek en zijn overheidsorganen,
tussen wetenschappers en voorlich
ters, tussen artsen en gezonden, tus
sen de Hartstichting en de massame
dia.
De massamedia: pers, radio en tele
visie, hebben in de afgelopen jaren
een zeer belangrijke rol gespeeld bij
de verbreiding van preventieve infor
matie óver hart- en vaatziekten. De
vraag rijst: wat is er bereikt? Recent
onderzoek verricht in opdracht
van de Nederlandse Hartstichting
geeft inzicht in de vraag hoever de
mededelingen over de preventie van
hart- en vaatziekten de bevolking
hebben bereikt. De Hartstichting liet
bij een groot opinie-onderzoek een
15-tal vragen stellen hierover.
Het bleek dat 89% van de bevolking
weet, dat roken het optreden van een
hartinfarct kan bevorderen. Vrou
wen (92%) zijn daarvan wat grondi
ger overtuigd dan mannen (85%).
Van het feit, dat hoge bloeddruk kan
bijdragen tot het ontstaan van een
hartinfarct is 82% van de
De Nederlandse Hartweek 1977 is
van 28 maart tot en met 3 april. Dit
bepaalt ons eens te meer bij wat de
Nederlandse Hartstichting tot be
strijding van harten vaatziekten
tesamen met de Vrienden van de
Hartstichting ons te zeggen heeft.
Jaarlijks overlijden in ons land
ruim 20.000 mensen aan een acute
hartaanval, ten gevolge van een
aandoening van de kransvaten
rond het hart.
Ongeveer 12.000 van deze slachtof
fers sterven binnen het kwartier.
Dat betekent, dat binnen dat
kwartier handelend kan worden
opgetreden.
In elk geval kan nog worden gepro
beerd om levensreddend op te tre
den. De bestrijding van de „acute
hartdood" staat dit voorjaar cen
traal als thema van de Nederlandse
Hartstichting.
Ter nadere informatie publiceren
we, als aanloop naar die komende
Nederlandse Hartweek een tweetal
artikelen, te weten „Het levensred
dend „geschenk" en „Wat weten
wjj Nederlanders van hartrisico?".
Niet alleen om die naderende inza
meling voor de Hartweek te stimu
leren maar niet minder om de aan
dacht te vestigen op zaken waar
mee velen onzer te maken hebben
of wellicht (dan uiteraard wel
onverhoopt) te maken kunnen krjj-
gen.
Het toepassen van mond-op-mond-beademing en hartmassage
(cardiopulmonaire re9uacitatie)
L - Luchtwegen Leg het slachtoffer op de rug. Plaats een hand
onder zijn nek en breng die omhoog, buig met de andere hand
het hoofd geheel achterover. Dit maakt de luchtwegen vrij.
B - Beademing (mond-ol-rrlond) Indiej
knijp dan zijn neus dicl*, □laat^u/'
en blaas lucht in tot ii de borStki
daarna vrij om het slachtoffer uit ti
maal en controleej^ran Vle Yalsslaaad
slag voelbaa^f^rïoet e\ 12\maal /pei
ademd
Bij kleineXkinöerenj zachtjes 20
|het slachtoffer niet ademt,
id afsluitend op zijn mond
^t rijzen. Laat de mond
ademen. Beadem vier
C). Indien de hals-
minuO^fcftitd-op-mond be-
Der minuut.
Wanneer de slagaderen in een deel
van het hart zó tekort schieten, kan
het komen tot een storing van het
normale hartritme.
-De spierwanden van het hart maken
een soort wriemelende beweging. In
medische termen heet dat „het ka-
merfibrilleren".
- De hartkamers, die normaal als
pomp functioneren, trekken niet
meer normaal samen.
- Door gebrek aan bloedcirculatie en
aan zuurstof raken mensen dan be
wusteloos. Wanneer op zo'n moment
niet onmiddellijk wordt ingegrepen,
gaat iemand dood. Bovendien moet
die hulp uitwendige hartmassage
en beademing liefst binnen één
minuut, maximaal binnen vier zes
minuten beginnen, om te voorkomen
dat het hersenweefsel onherstelbaar
wordt beschadigd. Het komt dus aan
op die eerste minuutjes. Door ervoor
te zorgen dat weer bloed en zuurstof
naar de hersenen stromen, kan tijd
worden gerekt totdat andere, nog
betere hulp, ter plaatse is. Het heeft
bij stilstand van de bloedsomloop
geen enkele zin alleen zuurstof toe te
dienen zonder uitwendige hartmas
sage. Het bloed dat in de longen van
zuurstof wordt voorzien, moet naar
de hersenen worden gebracht. Die
wriemelende bewegingen van de har-
twand, kunnen uiteindelijk worden
opgeheven door gebruik van de defi
brillator. Dit apparaat, dat enkele
jaren geleden door de Nederlandse
Hartstichting is geschonken aan en
kele voetbalstadions, geeft een kort
durende stroomstoot van maar liefst
enkele duizenden Volt. Daarmee
wordt het kamerfibrilleren tot staan
gebracht en krijgt het hart de gele
genheid weer te functioneren.
Dr. A. De Neeling, als hartspecialist
verbonden aan hetRotterdamse
Clara-ziekenhuis, behoort tot de me
dische stand-by ploeg, die tijdens
wedstrijden in „de kuip" mensenle
vens probeert te redden. In een aan
tal gevallen is dat al gelukt.
Dr. Neeling: „Als je een hartstilstand
goed behandelt, kun je iemand in le
ven houden. Vooral in Amerika is
men erg kien op die eerste hulp bij
rculatie (hartmassaae^ H\Oudj hét hoofd achterovëT
p^ruik IJw mi -irfmH*mrji I van hfrrtslag"
alsslagader (ootier ritr— onderkbéfchoek) te. controleren. Indiër?
^een hartslag aanwezig: begin met hartmassage.
Leg slachtoffer ruggelings op harde ondergrond. Plaats de hand-
'pols-overgang van de sterk achterovergebogen hand op het gear-
eerde deel van het borstbeen (zie tekening): vingers van de borst
f, ander# hand er boven op (z.o.z). Druk het borstbeen gelijk-
5 cm omlaag, zodat het bloed uit het hark
t borstbeen weer opkomen. Wissel B met C a|
Druk 60 maal fpKTTïnuut de borst in
Druk-80 maal pev/nipfut de borst m i
mao I noaHomf V7
Iers:
(éénmaal beademen.
atig
wordt. Ll
Twee re|
na 5 kee
Eén redq
15 keer
Klein
hand enl
Babies: Plaats alleen
het borstleen. Druk dj
jaTbeademfi
[inderen: gebruik al
Iruk 2 a 3 cm in.
astuwd
telkens
|lken9 na
de/lopfce/ va
forst 1 a 2 cr
Tgawglvan één
wijs- en middelvinger op
Bij kleine\indg#erTen babies hoger op Rfc^orstlpen drukken,
(zie in WTening). 80 a 100 maal massererr^e» fninuut tel
kens na 5 leer éénmaal beademen.
Waarschuwinl: Hartmassage bij hartstilstand mag al|een worden
toegepast dJbr personen die daartoe zijn opgeleid onder uit
eindelijke medische verantwoordelijkheid.
een acute situatie. In Nederland
komt die hulp zo langzamerhand
ook aardig op garf^. Met een korte
cursus kan iemand al worden ge
leerd, hoe hij in een geval van hart
stilstand moet handelen. Het is niet
te realiseren om iedereen bij die hulp
in te schakelen. Meestal zal de fami
lie die al eens een hartinfarct heeft
gehad willen weten, wat op een goed
moment gedaan moet worden. Het
kamerfibrilleren komt namelijk ook
wel voor nó een hartinfarct. De hulp
is eigenlijk heel eenvoudig. Maar je
moet wel je best doen tot het moment
dat er andere hulp is".
Dat snel ingrijpen mensenlevens kan
redden, blijkt uit de ervaringen in
het feijenoord-stadion. In de tijd dat
er nog geen hulppost was voor acute
hartaandoeningen, overleden regel
matig mensen gedurende wedstrij
den. Voordat ze in het ziekenhuis
aankwamen, waren ze al overleden.
In 1972 nog werden drie supporters
overvallen door een plotselinge dood.
In dat jaar voerde de Nederlandse
Hartstichting aktie voor het gebruik
van de defibrillator. Ook het stadion
ui Rotterdam kreeg zo'n apparaat
geboden.
Dr. De Neeling: „Omdat we met ons
ziekenhuis op een steenworp afstand
zitten van het stadion, besloten we
met mensen en middelen düür post
te vatten. De hulpploeg bestaat uit
twee hartspecialisten, gespecialiseer
de verpleegkundigen en maar liefst
veertig Rode-Kruis-mensen. Die
veertig staan klaar om meteen in te
grijpen en de slachtoffers naar de
hulppost te vervoeren. Je moet je
Nederlanders op de hoogte; 94%
meent dat te weinig lichaamsbewe
ging een hartinfarct bevordert.
De meeste van deze opvattingen
wonjen wel door de deskundigen on
derschreven. 95% Van de
Nederlanders is van mening, dat
spanningen (stress) thuis en op het
werk een hartinfarct kunnen helpen
veroorzaken. Op dit punt zijn de
Nederlanders het onderling veel
meer eens dan de geleerden. Het is
lang niet uitgesloten dat deze meer
derheid het bij het rechte eind heeft.
Het onderzoek op dit gebied is moei
lijk. Het is nu eenmaal gemakke
lijker na te gaan hoeveel sigaretten
iemand rookt, dan te meten onder
hoeveel stress hij leeft.
Op andere gebieden, met name op
het gebied van voeding en preventie
van het hartinfarct, blijkt voor de ge-
zondheidsvoorlichters nog een taak
te verrichten. Zo meent 95% van de
bevolking dat te vet eten het hartin
farct in de hand werkt. Deze opinie
weerspiegelt zich waarschijnlijk ook
in de dalende cijfers van de vetcon-
sumptie in ons land. Maar de kennis
op dit punt blijkt nog onvolledig. Het
besef dat niet zozeer de hoeveelheid
vet als wel de samenstelling van het
genuttigde vet van belang is, is nog
weinig doorgedrongen. De Neder
landse Voedingsraad heeft aanbevo
len om de hoeveelheid cholesterol in
onze voeding drastisch te verlagen.
Een van de belangrijkste bronnen
van cholesterol in ons voedsel is de
eidooier. Slechts 39% van de
Nederlanders meent, dat het consu
meren van eieren het hartinfarct kan
bevorderen. Ook is maar een min
derheid (41%) bekend met het feit,
dat volle melk vanwege zijn hoog ge
halte aan verzadigde vetten vanuit
preventief oogpunt ongewenst is.
Volvette kaas, eveneens een belang
rijke bron van verzadigde vetten,
wordt door 51% in oorzakelijk ver
band gebracht met het hartinfarct.
Wat de voorlichting betreft zijn we
op de belangrijkste punten dus goed
halverwege. Vele details, met name
op het gebied van de voedingsvoor
lichting, blijken nog nader te moeten
worden ingevuld. Een grotere in
spanning op dit gebied lijkt van be
lang. Deze kennis over risicofactoren
wil nog niet zeggen, dat het gedrag
van de bevolking veranderd is. Toch
is er reden voor optimisme. Er zijn
aanwijzingen, dat de bevolking be
reid is de voedingsgewoonten aan te
passen, zoals blijkt uit de verkoop
cijfers van dieetmargarine en magere
melkprodukten. En zelfs de rookge
woonten zijn de laatste jaren gewij
zigd. Mannen, vooral in de leeftijd
waarin het hartinfarct het meest
pleegt op te treden, staken in toene
mende mate het roken. Dat ook de
regering zich in toenemende mate
aktief toont bij het terugdringen van
de rookgewoonten geeft goede hoop,
dat zich op dit gebied een verdere
vooruitgang zal laten boeken.
Uw Hartstichting gaat onverdroten
voort met haar voorlichtende en ak-
tiverende taak. In het belang van ons
allen 1
voorstellen dat er tientallen wedstrij
den per jaar zijn. En dat bij één zo'n
wedstrijd de bevolking van een hele
stad bij elkaar zit. Als je bedenkt
hoeveel mensen i!h een gewone stad
een hartaandoening krijgen, kun je
er zeker van zijn dat dat in het sta
dion zeker niet minder is".
Vanaf mei 1972 tot december 1976
was het Feijenoord-stadion bevolkt
door ruim vier miljoen mensen. In
die periode had de medische ploeg
bij elke grote wedstrijd dienst. Van
de negen mensen die op weg naar of
in de hulppost een hartstilstand kre
gen (dus mensen die bewusteloos
raakten) konden er vijf worden gered
dankzij de defibrillator en twee op
een nadere manier. Ook waren er
twaalf mensen met een hartinfarct
(dus zonder stilstand). Zij konden di-
rekt worden geholpen en naar het
ziekenhuis en of later naar huis wor
den gebracht.
Dr. De Neeling: „Hoewel het aantal
geredde levens niet van doorslagge
vende betekenis zal zijn voor de sta
tistieken, is het zeer de moeite waard
om een goede eerste hulp op poten te
zetten, zeker op plaatsen waar zo
veel mensen bij elkaar komen, moet
je zorgen voor medische opvang. Van
de mensen die binnen het kwartier
overlijden, heeft ongeveer eenderde
zelfs nooit iets gemerkt van hun
kwaal". De Rotterdamse specialist
moet nog van het hart, dat preventie
de enige manier is om de afschri
kwekkende getallen in de statistie
ken gunstig te beïnvloeden. „Uitein
delijk zal het van die preventie moe
ten komen. Het is toch een duidelijke
zaak dat een verhoogde of te hoge
bloeddruk, teveel roken en een te
hoog vetgehalte in het bloed de oor
zaak zijn van hartkwalen. Het zou
verplicht moeten zijn om bij iedereen
vanaf het twintigste jaar geregeld de
bloeddruk te meten. Als je last hebt
van de bloeddruk, je rookt er nog bij
en je hebt een te hoog vetgehalte in
het bloed, is de kans op een hart
kwaal vele malen groter. Die risico
factoren moeten veel meer in de ga
ten worden gehouden. Op scholen en
in kantoren moet daar beter op gelet
worden. Als je ergens niet mag ro
ken, raak je daar snel aan gewend.
Nu mag je in de bioscopen niet ro
ken. Voor de oorlog wél. En wat de
den. wij toen? Als jongetje kocht je
een pakje sigaretten om dat tijdens
de voorstelling helemaal op te
dampen".