Als de houdbaarheidsdatum overschreden is... ALLERLEI VLEZIGS ANWB 0377-UV Mwiww Nederlander is vriiheidbliiheid toerist. treft dan voornamelijk het hoogsei zoen. Voor wie echter in het voorsei zoen (april, mei) op vakantie wil gaan, zijn er nog vele boekingsmogelijkhe den voor verzorgde autovakantierei zen. En het voorseizoen (voorjaarl) heeft zo z'n eigen specifieke charmes: jong leven, fijne temperaturen en vooral rust. Van groot belang is overi gens dat men „de grote trek" vóór is en dat men bovendien goedkoper uit is (ook ten aanzien van de reissom zelf) dan in het hoogseizoen. KWALITEIT OP HOOG PEIL beslist niet mag sluiten, is het feit dat bij een vakantie-exodus waarbij zo'n kleine drie miljoen mensen zijn be trokken, de risicofactoren op de weg in omvang toenemen. Het buitenland dat zo uitbundig en zonovergoten in de kleurige reisbro chures wordt aangeboden, kan door omstandigheden veroorzaakt, soms ook een triest beeld in de herinnering achterlaten. De ANWB-alarmcentrale heeft daar ervaring mee. Want dat is „de eerste seinpost" die doorgaans als eerste met de roep om hulp vanuit het buitenland wordt geconfronteerd als daar gestrande vakantiegangers „in de kou staan". Een zo blij begonnen vakantie kan wreed verstoord worden door ziekte of ongeval, waardoor men gedwongen is zo snel mogelijk weer terug te keren. Ofwel het vervoermiddel met of zon der aanhangwaqen raakt in ongerede, dat ingrijpen vanuit Nederland nood zakelijk maakt. In beide gevallen is het de taak van de ANWB-alarmcen trale om bijstand te verlenen. De mensen die deze post bemannen en bevrouwen doen dat met alle techni sche middelen die hen ten dienste staan maar bovenal ook met onont beerlijke menselijke bijstand in nood situaties. Met z'n jarenlange ervaring is de ANWB-alarmcentrale, geassisteerd door de diverse steunpunten in het buitenland in staat dikwijls binnen enkele uren op snelle adequate wij ze hulp en bijstand te verlenen. Vanuit de verste uithoeken worden vakantie gangers, verkerende in soms extreme omstandigheden, „huistoe" gehaald. Deze unieke en toch ook overbekende hulpverleningsservice, waarbij zelfs het kleinste detail niet verwaarloosd wordt, wordt mogelijk gemaakt door het in bezit hebben van het dokument de „Internationale Reis- en Kredietbrief'. Dit dokument, dat net zo belangrijk is als het paspoort, is verkrijgbaar bij alle ANWB-kantoren maar tevens ook bij alle Rabobanken in het land. Tegen een kostprijs, die welhaast te verwaarlozen is wanneer men bedenkt hoeveel geboden veilige zekerheid er tegenover staat, ook ten aanzien van financiële kosten (denk maar eens aan ambulancevervoer per vliegtuig!). En tóch zijn er nog velen, aldus de ANWB, die dit dokument „vergeten", evenals de zo onontbeerlijke reis- en bagageverzekering. Dit is bijvoorbeeld een verzekering, die in combinatie met de IRK volledige dekking geeft tegen financiële risico's tengevolge van ziek te en ongeval alsmede brand, verlies en diefstal. Om het de mensen gemak kelijk te maken zijn we in 1974 een sa menwerkingsverband aanqegaan met de Rabobankorganisatie om de ANWB, 'gebruikmakend van de ruim 3000 bankvestigingen, nog dichter bij het publiek te brengen. Men kan zich dus ook daar en in practische zin in de plaats van inwoning als ANWB-lid la ten inschrijven en tegelijkertijd het IRK-dokument alsmede de R&B-ver- zekering verkrijgen. VAKANTIE-BLDHEID De geijkte vakantieformule „3 x Z" (zon, zee en zand) heeft merkbaar z'n tijd gehad en blijkt langzaam maar zeker voorbij te geraken. Het passieve lekker-lui-aan-strand-liggen gaat dui delijk plaats maken voor de behoefte aan een meer actieve vakantiebeste ding, waarbij de auto een belangrijke rol speelt. Dit brengt met zich mee dat steeds meer mensen zich gaan afvra gen „Wat doen we dit jaar" en niet meer „Waar gaan we dit jaar naar toe?" Voornamelijk in het gezinsver band is er behoefte aan afwisseling. Een behoefte die gestimuleerd wordt door de wens om het een ieder naar de zin te maken. Pa en Moe enerzijds en de kinderen anderzijds moeten in de gezinsbeslotenheid gezamenlijk aan hun trekken kunnen komen, teneinde zoveel mogelijk „vakantie-blijheid" te kunnen genieten. De wens om teleur stellingen bij voorbaat zoveel mogelijk uit te sluiten en daarom voor-zich.-te- laten-zorgen, doet meer en meer be sluiten tot het keizen van een verzorg de autovakantiereis. Een belangrijk argument is overigens ook dat „moeder" geheel vrij van huishoude lijke beslommeringen van haar vakan tie moet kunnen genieten. GOEDKOPER IN VOORSEIZOEN Voor het boeken van een verzorgde 'reis moet-je-er-vroeg-bij-zijn. Dit be- In 1976 bedroeg het totaal aantal va kantiegangers dat een autovakantie reis maakte en daarvoor vakantie-ac- comodatie reserveerde ruim 1.300.000 personen. Bij het vervoer hiervan wa ren ca. 300.000 personenauto's be trokken. In 1977 zullen het er onge twijfeld meer worden, die de caravan of tent voor de verandering dan maar eens thuis laten. Temeer ook, daar de kwaliteit van de „verzorgde autova kantiereizen" op een hoog peil is ko men te staan. De „langvergeten" autoreizenmarkt werd in 1973 een injectie gegeven, die voor een gunstige ontwikkeling ervan garant stond. Het waren de ANWB en de Rabobank-organisatie, die in nauw samenwerkingsverband, gezamenlijk ook met Shell en Nationale Nederlan den, de reisorganisatie „Vrij Uit B.V." oprichtten. De toen al zeer grote be hoefte om „verzorgd" met de auto op reis te kunnen gaan (een behoefte die bij de ANWB uiteraard genoegzaam bekend was), is gebleken een goede stimulator te zijn geweest voor het welslagen van wat men voor ogen had. En dat was het tegemoetkomen aan de wens van een publieksgroep, die men populair gezegd één grote „ANWB-fa- milie" zou kunnen noemen. Daaruit kwam ook het streven voort een kwali tatief goed reizenpakket te kunnen bieden tegen verantwoorde prijzen, geheel afgestemd op de gedragingen en de vakantiebehoeften van de auto mobilist. Verschillende wettelijke bepalingen schrijven voor een groot aantal levens middelen van dierlijke herkomst de vermelding van een houdbaarheidsda tum voor. De consument, die zeer te vreden is met deze aanduiding en deze ook op een wat grotere schaal toege past zou willen zien, komt toch met enige vragen: zijn de levensmiddelen die na het verstrijken van de houd baarheidsdatum verkocht worden, nog geschikt voor consumptie, of zijn ze dan bedorven. Moet men met een kwaliteitsverlies rekening houden? De aanduiding van een houdbaar heidsdatum geschiedt op grond van diepgaand onderzoek en contróle door fabrikanten, die (met in achtneming van de door hem vereiste opslagvoor schriften) de kwaliteit garandeert. Bij de levensmiddelen contröle is geble ken dat de fabrikanten niet de maxi male houdbaarheidsdatum aangeven, maar een marge overhouden om een eventuele afbreuk aan kwaliteit door bijv. transportmoeilijkheden te voor komen. Dergelijke produkten zijn, nadat de houdbaarheidsdatum overschreden is, beslist niet bedorven, en er is geen sprake van kwaliteitsverlies. Er zijn echter fabrikanten die wél de maxi male houdbaarheidsdatum vermel den, en bij een overschreiding van de ze datum moet met een kwaliteitsver lies rekening worden gehouden en be staat zelfs de mogelijkheid dat de wa ren bedorven zijn. Dit is echter voor de consument zeer moeilijk te zien. Alleen een onderzoek, waarvoor de handel verantwoordelijk is, kan aantonen of de produkten kiemvrij zijn, want deze is aansprake lijk voor een overschreiding van de houdbaarheidsdatum. Produkten, die die houdbaarheidsda tum naderen, worden vaak als reclame-aanbieding verkocht. De con sument denkt dan vaak dat er sprake is van kwaliteitsverlies, wat echter niet vaak voorkomt. Wie levensmiddelen koopt waarbij de houdbaarheidsda tum overschreden is, moet deze niet langer bewaren, maar direkt gebrui ken of verwerken. Enkele uitzonde ringen daargelaten dient u de levens middelen die de houdbaarheidsdatum overschreden hebben in de rekken te laten staan en de detailhandelaar daarop te wijzen, zodat hij zorgvuldi ger te werk gaat. In Denemarken en Zweden zijn, behalve de houdbaar heidsdatum ook nog de uiterste ver koopsdag aangegeven. Dit is veel dui delijker voor de consument, die zich beter op gestempelde of gedrukte da ta, dan op verwisselbare etiketten kan oriënteren. Het langere tijd bewaren van vlees is tegenwoordig haast niet denkbaar zonder gebruikmaking van een diep vriezer. Aangezien vlees bij normale temperaturen slechts beperkt houd baar is, heeft men al eeuwen geleden naar middelen en wegen gezocht om het langer te kunnen bewaren zonder te bederven. Waarschijnlijk zullen onze voorouders ook wel ooit tot de ontdekking gekomen zijn, dat ze hun vleesproviand, die niet onmiddellijk voor consumptie bereid werd, tijdens winterse vorstperioden een tijd goed konden houden. Zodra de tempera tuur echter weer boven het vriespunt steeg, was men aangewezen op roken of zouten. Geen wonder dan ook dat wijnbokaal en bierkroes zo'n opval lende plaats innemen op menige afbeelding, die ons van maaltijden in vroeger eeuwen is bewaard. Napoleon, de vindingrijke, wilde echter wel eens slimme koppen aan het denken zetten om een nieuw procédé te ontwikkelen om de enorme voorraden vlees, die hij immers voor zijn veldtochten als leger proviandering nodig had, voor bederf te behoeden. Hij schreef een prijs vraag uit en zie daar: in 1804 lukte het de Fransman Appert om de houdbaarheid van vlees, groente en andere aan bederf onderhevige le vensmiddelen te verlengen door verhitting onder gelijktijdige afslui ting van lucht. Hij nam hiervoor glazen potten, die door middel van pek werden afgesloten. Napoleon was blij en met hem ook ontelbare huisvrouwen. Want het systeem van monsieur Appert bracht later de Duitser Johann Weck er toe dit principe om voedsel te sterilliseren verder te ontwikkelen. Vandaar dat wij nu ook nog spreken van „weck- glazen". De vervanging van glas door blik opende de mogelijkheid van een nog uitgebreidere toepassing. De Leidse firma Tieleman en Dros gebruikte als eerste in ons land sedert 1878 dit nieuwe materiaal bij de fabricage van vleesconserven, die in die tijd vooral voor export naar het toenmalige Nederlands Oost-Indië bestemd waren. Ofschoon het jaar nog maar met z'n eerste kwartaal bezig is, wordt het na toch wèl de tijd om over de zomerva kantie te denken en n af te vragen „Wat gaan we dit jaar doen"? Sterker nog: als u een zonovergoten vakantie uit één van de vele kleurrijke reisbro chures zoudt willen bespreken, dan bent u eigenlijk al rijkelijk aan de late kant... De „boekingspieken" liggen namelijk In de maanden december en januari. Komt u na die tjjd dan maakt u een grote kans geconfronteerd te worden met het begrip „volgeboekt". „Het zij zo, zegt de Nederlander (met aanvankelijk een vliegvakantie in z'n hoofd), dan pakken we de auto". En met dat besluit voegt hij zich mis schien onbewust bij de overgrote meerderheid van landslieden die 't zelfde doen. De duidelijke voorkeur voor de eigen auto als vakantievervoermiddel heeft iets met de typering van de Nederlan der te maken. Het onafhankelijk wil len zijn en zijn geaardheid van „de ontdekker van nature" spelen daarbij ontegenzeggelijk een grote rol. Hij voelt zich niet graag gebonden en wil zelf z'n vakantie „maken". En dus is het de Nederlander die in zulk een grote getale de langgerekte autobanen optrekt op zoek naar het onontdekte... Van het totaal aantal vakantiegangers dat vanuit ons land de zomervakanties doorbrengt in het buitenland, reist thans 67% per eigen auto. Dit is een percentage dat de laatste paar jaar vrijwel consiant is gebleven doch waarin wel stijging is te bespeuren. Ook voor 1977 verwacht men toene ming. Vooral wat betreft de „verzorg de autovakantiereis". Want het „ge mak dient de mens" doet gaandeweg meer opgang; ook bij de avontuurlijk ingestelde autovakantieganger. In de maanden van het vakantiesei zoen betekent deze grote trek een tij delijke volksverhuizing over de weg van zo'n kleine drie miljoen mensen. Dat is bijna een kwart van de totale Nederlandse bevolking. Bij elkaar zijn er zo'n 800.000 personenauto's bij be trokken. De helft van deze drie mil joen bestaat uit „globetrotters" met caravans, bagagewagens en tenten en de andere helft begeeft zich op weg met hotel- en pensionreserveringen op zak naar „besproken" vakantiebe stemmingen. En alles wijst er op dat het er dit jaar weer meer zullen wor den, aldus de heer A. Blankert, hoofd directeur van de A.N.W.B. WAAROM DE AUTO? Daarvoor zijn een drietal duidelijke argumenten aan te voeren: 1. Beschikking te kunnen hebben over eigen vervoer op de vakantiebestem ming is verreweg het belangrijkste ar gument, dat voortkomt uit het feit dat men een ongedwongen bewegings vrijheid wenst te genieten. 2. Het vervoer per eigen auto is goed koper dan met trein of vliegtuig als men met drie of meer personen reist. Zelfs wanneer men een overnachting en een aantal maaltijden bij de kos tenberekening incalculeert. 3. De auto biedt meer mogelijkheid om vrije tijds-attributen mee te ne men. Dit is een argument dat in bete kenis toeneemt omdat het verband houdt met een duidelijk waarneemba re tendens dat men meer en meer een actieve vakantiebesteding nastreeft Een realiteit waarvoor men de ogen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1977 | | pagina 34