Zomeractie van de Stichting Mensen in Nood
50.000 mensen aan honger en dood
uitgeleverd, tenzij er vlug hulp komt
komen worden dat deze functie wordt
aangetast. Stimulansen voor pro
bleemgebieden als het noorden, oosten
en zuiden van het land zijn goed, maar
bij een verwaarlozing van dat westen
zal men wellicht bereiken dat de rest
van Nederland voorshands geholpen is,
maar ook dat de verder opgelopen
achterstand van Zuid-Holland niet
meer is in te halen, met alle conse
quenties van dien ook voor de rest van
Nederland.
MAATREGELEN
Dit is aanleiding om met kiem aan te
dringen op een aantal maatregelen die
meegenomen worden bij het opstellen
van het regeringsprogramma voor de
komende vier jaar.
Het is voor Zuid-Holland van groot be
lang dat zo snel mogelijk het wetson
twerp inzake de aanpassing van het
Provinciefonds wordt aanvaard. Daar
door zou het aandeel van Zuid-Holland
uit dit fonds stijgen van 13,5 naar ruim
14%. Dit kan als een eerste stap wor
den beschouwd naar een gelijktrekken
van de uitkering per hoofd van de be
volking, waar thans tussen de provin
cies zeer grote verschillen zitten. Zo
bedroeg in 1976 de uitkering per hoofd
van de bevolking in Zeeland 109,50
tegenover in Zuid-Holland slechts
25,Een volgende stap zal moeten
zijn, dat het aandeel van Zuid-Holland
op tenminste 20% van het Provincie
fonds wordt gebracht, een percentage
dat méér zou aansluiten bij de bevol
kingsverdeling over de provincies.
Op het punt van de werkgelegenheid
zal het rijk het stimuleringsbeleid me
de moeten gaan richten op Zuid-Hol
land. Van bijzonder belang zal het
daarbij zijn, dat deze provincie de
steun en de middelen krijgt om een
economisch ontwikkelingsbeleid te
ontwerpen en ook uit te voeren. Zuid-
Holland moet ter verbetering van de
werkgelegenheid de kans krijgen een
eigen acquisitiebeleid te voeren en een
dusdanig selectief beleid te volgen dat
de werkgelegenheid goed afgestemd
kan worden op de beroepsbevolking op
de plaatsen waar ze het meest nodig is.
De provincie zou veel meer moeten
kunnen profiteren van het speerpun
tenbeleid van de minister van econo
mische zaken, bedoeld om structurele
werkloosheid te bestrijden. De nadruk
zal daarbij moeten liggen op steun aan
bedrijven, die dringend verbetering be
hoeven uit een oogpunt van milieube
waking. Bedrijven, die thans een zware
belasting van het milieu teweeg bren
gen (maar die Zuid-Holland eigenlijk
niet kan missen), maken het erg moei
lijk nieuwe bedrijven te vestigen.
De spreiding van rijksdiensten zal in
het licht van de teruglopende werkge
legenheid in Zuid-Holland opnieuw
bezien moeten worden. Aan de tweede
tranche van het spreidingsbeleid mag
zeker niet worden begonnen zonder
dat zorgvuldig is nagegaan wat de con
sequenties zullen zijn voor geheel Zuid-
Holland. De nadelige effecten van de
eerste tranche moeten met hulp van
het rijk zoveel mogelijk worden opge
vangen.
In de sector van het wonen zullen de
tekorten in twee richtingen moeten
worden opgeheven: er is behoefte aan
geschikte woningen met een lage huur,
die directe uitplaatsing uit stadsver
nieuwingsgebieden mogelijk maken:
en er is behoefte aan woningen in de
middelbare en hogere prijsklassen (ze
ker ook koopwoningen), die de zo ge
wenste doorstroming kunnen bevorde
ren.
Stadsvernieuwing is in vele gemeenten
en niet in de laatste plaats in de grote
steden, noodzakelijk. Te weinig wordt
beseft dat stadsvernieuwing een zeer
omvangrijke en kostbare operatie is,
die niet meer tijd mag vergen dan
strikt nodig. Men zou bij stadsvernieu
wing moeten denken in de-termen van
het Deltaplan: planning van hoog ni
veau, kostbare werken, beperkte tijd.
Wat nü gebeurt betekent niet meer
dan een druppel op een gloeiende
plaat.
De voordelen van de groeikernen moe
ten ten deel vallen aan al die kernen,
die de stedelijke groei in belangrijke
mate moeten opvangen. Met andere
woorden: het aantal groeikernen in
Zuid-Holland moet worden uitgebreid.
Er zal gedurende een aantal jaren een
gericht beleid noodzakelijk zijn,
teneinde de achterstanden in Zuid-
Holland op het terrein van het specifie
ke welzijn in te halen en de kenmer
kende problemen van deze regio het
hoofd te bieden. In het Bijzonder Re
gionaal Welzijnsbeleid van de regering
zijn reeds aanzetten in deze richting
gegeven. Het is zaak dit beleid voort te
zetten en tot meer kernen uit te brei
den. Het welzijnsbeleid in Zuid-
Holland zal in de komende jaren een
méér dan gemiddelde inpassing ver
gen, ook financieel. De verschillende
wijzen van verkeer en vervoer vormen
in beginsel een samenhangend syste
em. Dat systeem functioneert nu niet
zo best. Het openbaar vervoer in stad,
stadsgewesten en streken is onvoldoen
de op elkaar afgestemd. Met name het
platteland wordt slecht bediend. Er
moet geld komen om de provincie de
mogelijkheden te geven die hoognodige
samenhang aan te brengen. Het zou
een goede zaak zijn de Wet uitkeringen
wegen tot een Wet uitkering vervoers
voorzieningen uit te bouwen. Onder
die wet zouden dan ook voorzieningen
moeten vallen voor de bestrijding van
milieu-overlast ten gevolge van verkeer
en vervoer. Op het terrein van groen
en recreatievoorzieningen moet, vooral
gezien de hoge verstedelijkingsraad in
Zuid-Holland, aandacht worden be
steed aan de volgende punten: -In de
recreatieschappen treedt stagnatie op
in de uitvoering van werken ten behoe
ve van de noodzakelijk uitbouw. De
benodigde investeringen dienen moge
lijk te worden gemaakt door participa
tie van het rijk in de exploitatielasten"
van de recreatieschappen; -Evenzeer is
een verruiming van het bufferzone-be-
leid noodzakelijk, zowel ruimtelijk
(meer en grotere bufferzones) als fi
nancieel; In het algemeen gesproken
gaat het hier om waarborgen, dat de
inrichting van het zogenaamde buiten
gebied, ongeacht de nadere bestem
ming, gelijke tred houdt met de ver
dergaande verstedelijking. Verbetering
van de waterkwaliteit in Zuid-Holland
is hard nodig. Het beleid, dat daartoe
is uitgezet, kost veel geld, wat tot uit
drukking komt in de hoge heffingen
waterkwaliteit, die de Zuidhollanders
moeten betalen. Het is niet ver
antwoord het saneringstempo te verla
gen. Een bijdrage van het rijk is hier de
enige oplossing.
TOT BESLUIT
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
hebben met deze open brief willen
aangeven dat Zuid-Holland in de zorg
en aandacht van regering en parlement
nogal eens vergeten wordt. Gedepu
teerde staten hopen dat over de schou
der van de kabinetsformateur meele
zen de leiders van de fracties in de
Tweede Kamer, die betrokken zijn bij
het formuleren van het programma
voor de komende Kabinetsperiode en
voorts alle ministers en kamerleden die
in deze periode oplossingen' moeten
bedenken voor problemen waar het ge
hele land (inclusief Zuid-Holland) mee
worstelt. In zeer kort bestek is aange
geven hoe Zuid-Holland er voor staat
en wat de provincie met name van het
rijk verwacht. De situatie in Zuid-
Holland is van dien aard, dat zonder
gerichte steun van het rijk aan deze
provincie niet alleen de gesignaleerde
achterstanden op onaanvaardbare wij
ze zullen toenemen, maar dat zij ook
wanneer zijn, niet worden terugge
drongen jiadelig zullen inwerken op
de situatie in heel Nederland. Immers:
indien de „motor van de nationale
economie" gaaf. haperen, zal Ne
derland daar als geheel slechter van
worden.
Een actief, samenhangend regionaal
stimuleringsbeleid voor het dichtbe
volkte Zuid-Holland, beter verdeling
van de geldmiddelen, een beter be
stuurlijk instrumentarium en gerichte
welzijnsvoorzieningen om de achter
standsituaties versneld in te lopen zijn
voor Zuid-Holland van levensbelang.
Of om het nog een keer anders te zeg
gen: „Twee dingen goed begrijpen":
Zuid-Holland heeft als te lang vergeten
provincie recht op erkenning van zijn
specifieke problematiek, en Zuid-
Holland heeft voor het oplossen van de
problemen en achterstanden dringend
meer bestuurlijke én financiële midde
len nodig.
Het rumoer van de burgeroorlog in
Angola is verstomd. Maar de ellende
gaat door. Vooral onder de vluchte
lingen uit Cabin da. Uit deze enclave,
ingeklemd tussen de Volksrepubliek
Congo en Zaïre, namen ruim
50.000 mensen (op een inwonersaan
tal van 70.000) de wijk naar Zaïre en
Congo-Brazzaville.
Deels uit angst voor het wapenge
weld, deels uit politieke motieven, de
bevolking van Cabinda staat namelijk
onafhankelijkheid van haar gebied
voor. Een streven waar de nieuwe
machthebbers in Angola maar weinig
van gediend zijn.
Landelijke en plaatselijke hulporgani
saties richtten inderhaast kampen in,
waar een groot deel van deze
vluchtelingen nu leeft. Als men hun
bestaan tenminste leven kan noemen.
Zij worden geteisterd door honger,
ziekten, dood en, als het in hun
kraam te pas komt, ook door troepen
uit Angola. Kortgeleden nog werd
een kamp, dat zich dertig kilometer
binnen de grens van Zaïre bevond,
door soldaten van het M.P.L.A.
onder de
brand.
voet gelopen en platge-
RAMPZALIGER
Tot nu toe gold als graadmeter van
menselijke ellende de ramptoestand
in Bangladesh in 1971. Maar volgens
ingewijden zijn de toestanden onder
de Cabindese vluchtelingen erger dan
destijds in Bangladesh. Opgejaagd
van dorp tot dorp kunnen zij zich
nergens vestigen en kleine veldjes
aanleggen, om althans enigszins in
hun onderhoud te voorzien.
In de kampen ontbreekt letterlijk
alles: voldoende onderdak, voedsel,
medicamenten, kleding, dekens, ge
reedschappen. De meeste kinderen
lijden aan kwashiorkor, een ziekte
veroorzaakt door gebrek aan poteïnen
en vitaminen. Het aantal doden stijgt
met de dag. Sommige kampen zijn
leeg en verlaten als de woestijn. Want
er was niets meer. De bewoners
trekken nu her en der door het
oerwoud, waar zij leven als dieren
met de dieren.
Een soortgelijke alarmkreet komt uit
de vluchtelingenkampen in Mozam
bique, waar eveneens meer dan
50.000 mensen in de grootste nood
verkeren, gevlucht voor de strijd in
Rhodesië (Zimbabwe).
De stichting Mensen in Nood heeft
zich het lot van deze vluchtelingen
aangetrokken. Onder het motto: In
de nood leert men zijn vrienden
kennen vraagt zij allen, die straks
met vakantie gaan, om zich tijdens
de vakantie één dag op rantsoen te
stellen. Nee, nee de stichting bedoelt
niet dat wij ons die dag alles moeten
ontzeggen. Maar u weet hoe het in de
vakantie gaat. De guldens zitten wat
losser in onze zak dan anders. We
strijken neer op een terrasje. De
kinderen krijgen een ijsje kof een
glaasje frisdrank meer. We maken
een toertocht en rijden wat meer
kilometers. We gaan gezellig ergens
eten. Mensen in Nood vraagt ons
alleen om voor één dag van deze
extra vakantiegeneugten af te zien.
Met het geld dat wij op deze manier
in onze zak houden, kunnen wij een
ziek of hongerig medemens het leven
redden.
GIROREKENING
Wij maken hier graag gewag van,
deze originele aktie. Wij zijn er zeker
van dat zeer vele van onze lezers van
harte gehoor zullen geven aan de
oproep: zet uzelf in uw vakantie één
dag op rantsoen en maak het bedrag
dat u daarmee bespaart over op giro
111222, t.n.v. Stichting Mensen in
Nood. Den Bosch. Met vermelding
„Zomeraktie".
U hoeft met de overmaking van uw
geld niet te wachten tot in of na uw
vakantie. Om een woordvoerder van
Mensen in Nood te citeren:„Giro
111222, de girorekening van de hoop,
staat nu al open voor iedere bijdrage.
De nood in de vluchtelingenkampen
is zo acuut, dat snelle hulp dringend
geboden is. Hoe meer hoe liever. Hoe
vlugger, hoe beter".
Voor degenen die meer willen weten
over deze reddingsaktie, want dat is
het in feite, volgt hier het volledige
adres van de stichting: Stichting
Mensen in Nood, Hekellaan 6, Den
Bosch, telefoon: 073-144544.