Nederlanders hadden belangrijke
invloed in Denemarken
Eeuwenlang vormden Hollandse
boeren een apart groepje; één
hunner stichtte er in 1777
een wereldconcern
VAN OORSPRONG BOEREN
miljoen).
Sadolin en Holmblad is een groot, ge
zond en degelijk bedrijf dat baanbre
kend werk verricht. En dat alles dank
zij de uitstekende grondslag die Jacob
Holmblad en zijn mede-Hollanders de
stijds hebben gelegd. Zij zijn intussen
in de bevolking opgegaan maar in
Zuid-Amager zijn overal de sporen te
zien. Zo'n dorpje als Dragör een haven
en visser plaatsje: het is met die typi
sche huisjes precies een van onze oude
kustplaatsen als het vroegere Zand-
voort of Katwijk. En er is alle kans dat
je iemand aanspreekt die Nederlands
verstaat. Dat is mij overkomen. Het
bleek scheepskapitein A. Buntzen te
zijn, een nazaat van de oer-Hollanders.
Zijn familie woont al sinds mensheuge-
nis in Dragör.
Nederlanders hebben eeuwenlang een belangrijke rol gespeeld in Denemarken.
Hun invloed is nog steeds zichtbaar. Dat is niet algemeen bekend. Wie bijvoor
beeld op het vliegveld Kastrup bij Kopenhagen landt zal er niet aan denken dat
Hollandse boeren hier vele generaties achtereen hun gewassen hebben verbouwd.
En nog minder weet men dat een stoere boerenzoon, Jacob Holmblad, precies
tweehonderd jaar geleden de grondslag heeft gelegd voor een der grootste onder
nemingen in Scandinavië met productiebedrijven en vestigingen over de gehele
wereld: de lak- en verffabrieken Sadolin en Holmblad in Kopenhagen. Over de
oudste geschiedenis van de Nederlanders in Denemarken die kort na 1500 begint
is weinig of geen authentiek materiaal bewaard gebleven. Alle papieren bevonden
zich in het kantoor van de Hollandse schout in het Hollandse dorp Store Magleby
op het eiland Amager ten zuiden van de hoofdstad, op een afstand van ongeveer
tien kilometer van Kopenhagen. Maar in 1658 deden de Zweden een inval en het
zogenaamde schepenarchief verbrandde volledig.
In latere jaren deden zich steeds op
nieuw branden voor, in 1700, 1729,
1733 en 1819, waarbij ook het mate
riaal van na 1658 werd vernietigd.
Toch weten we nog veel van de mer
kwaardige gebeurtenissen die zich
hebben afgespeeld. Het begon allemaal
in 1509. De kroonprins Christiaan (die
in 1513 op de troon zou komen) was 28
jaar oud en stadhouder van het toen
nog Deense gewest Noorwegen. In
Bergen vond de ontmoeting plaats die
van beslissende betekenis zou worden.
AMSTERDAMSE DUVEKE
Hij kwam in contact met een jonge
Amsterdamse vrou.w, Duveke (Duifje)
genaamd. Tijdgenoten noemden haar
„beeldschoon", maar zoiets zegt niet
veel, want de officiële schrijvers lieten
het wel uit hun hoofd openlijk de
waarheid te zeggen. Misschien niet
beeldschoon. Maar zij moet toch wel
iets bijzonders gehad hebben, want
Christiaan stond weldra in vuur en
vlam voor Duveke. Was het mede of
vooral de invloed van haar moeder, de
Amsterdamse Sibrecht (Sigbrit)
Willems-dochter, een bazige, slimme
vrouw, die haar kans schoon zag haar
dochter aan een prima partner te kop
pelen?
De moeder heeft van die verhouding in
ieder geval goed geprofiteerd, want in
1516 verwierf zij de rechten van de tol
in de Sont, die geheven werd bij het
slot Kronborg, zo'n 50 kilometgr ten
noorden van Kopenhagen. Dat is ook
de plaats waar Shakespeare zijn Ham
let situeerde. De tol was een winstge
vende bezigheid, een rijkmakerij! De
doorvaart is hier zo smal dat je van de
Deense oever duidelijk de Zweden aan
de andere kant kunt zien lopen. Geen
schip kon er zonder betalen voorbij.
Christiaan had inmiddels Duveke en
haar moeder meegenomen naar het hof
in Kopenhagen. Duveke bleef zijn
vriendin, ook toen hij in 1513 tot ko
ning werd gekroond en met de hand
schoen trouwde met de dertienjarige
zuster van Karei de Vijfde. Isabella
van Bourgondië. Zij kwam twee jaar
later naar Kopenhagen onder de naam
Elisabeth. Het was een weldoordacht
verstandshuwelijk, want Christiaan
wist zich nu verzekerd van de steun van
Karei de Vijfde en daardoor weer van
de Nederlanden.
Met Duveke liep het niet zo goed af.
Die stierf in 1517 plotseling onder
vreemde omstandigheden. Aangeno
men werd dat zij vergiftigd was. Maar
de invloed van moeder Sihrecht ging
daarna niet verloren. Integendeel. Zij
was een echte koopmansdochter en
hield haar belangen duidelijk vexir
ogen. Zij richtte de aandacht van ko
ning Christiaan vooral op Nederland
en maakte veel rek lame voor haar ge
boortestad en haar land. Zij drong er
on aan Hollanders naar Denemarken
te laten cuiign ren.
ONRUST IN HOLLAND
Haar denkbeelden sloegen aan. Er was
veel onrust in de Lage Landen die nog
maar nauwelijks bekomen waren van
de troebelen van het Kaas- en Brood
volk, de Hoekse en Kabeljauwse twis
ten en de terreur van de Friese zeerover
Grote Pier, bijgenaamd ,,de admiraal
van de Zuiderzee".
Toen bovendien in 1518 grote overstro
mingen Waterland teisterden was het
pleit beslecht. Een eerste groep Hol
landse boeren vestigde zich bij Helsin-
gör in de buurt van Sibrechts tol. Zij
werden in 1520 gevolgd door 184 Frie
zen en Noorhollanders met hun gezin
nen.
Maar het was daar niet ideaal zo mid
den tussen de Denen. Zij wilden graag
verhuizen waar zij ongestoord hun
land konden bewerken, wonen en leven
volgens de eigen tradities. De koning
had daar wel oren naar, hij vond ook
dat zij een eigen streek moesten heb
ben. De keus viel op het eiland Amager
bij Kopenhagen. De vestiging daar was
geen probleem. De overheid was toen
niet zo zachtzinnig. De Deense boeren
die op Amager woonden (ongeveer ter
grootte van de Haarlemmermeer) kre
gen simpel het bevel te vertrekken.
Wat deze halve lijfeigenen deden. Pro
testacties waren er niet bij. Zo ging dat
toen. En trouwens tegenwoordig nog
wel eens hier en daar in de wereld.
De Hollanders begonnen met het ver
bouwen van wortelen, kool. uien. prei
en andere land-en tuinbouwproducten
die in Denemarken bijna onbekend
waren en een uitstekende aanvulling
vormden op de eenzijdige vis, vlees en
meelvoeding die tot dusver gebruike
lijk was.
In 1521 reisde koning Christiaan naar
Nederland. Daar zijn we! stukken van
bewaard gebleven. Hij kwam onder
andere in de Amsterdamse Kalver-
straat op bezoek bij een goede vriend
van moeder Sibrecht: de Fries Poppe
Ockeszoon, bankier en Deens consul.
In zijn nagelaten boekhouding is bij
voorbeeld een rekening gevonden van
januari 1521 afkomstig van vijfschip
pers die Hollandse emigranten naar
Denemarken hadden vervoerd.
SPECIAAL PRIVILEGE
In datzelfde jaar 1521 kregen de boe
ren in Amager een speciaal privilege
dat hen sterk bevoorrechtte. Maar twee
jaar nadien, in 1523. keerde het poli
tieke getij voor koning Christiaan. De
Deense adel zette hem aan de kant.
Met z.ijn vrouw en met moeder Si
brecht vertrok hij naar de Vlaamse
stad Lier.
Maar de Hollanders bleven. En hoe.
Alleen bepaalde de nieuwe koning.
Frederik de Eerste, dat zij moesten
gaan wonen in het zuidelijk deel van
liet eiland Amager in het dorp Store
Magleby. En de Deense bewoners
mochten uit hun ballingschap terugke
ren. Maar er ontstond geen broeder
schap. Er bleef een strikte scheiding
tussen de twee groepen die nog ver
sterkt werd toen later de privileges voor
de Hollanders weer werden hersteld.
Pas in 1759, na meer dan twee eeuwen
kwam er een eerste toenadering. Toen
trouwde een Hollandse schout, Jacob
Gerritsz Bakker met de dochter van
een Deense collega, Gertrud Hansdat-
ter (dochter).
De Hollanders die bijna zo'n tweehon
derdvijftig jaar wel erg geïsoleerd had
den geleefd, kwamen nu ook meer bui
ten hun eigen kring en gingen zich op
andere terreinen bewegen. Een daar
van was een zekere Jacob Holmblad
die zich afvroeg of hij niet wat meer
kon doen met de platen op zijn tuinde
rij waaruit kleurstoffen werden bereid.
Je kon daarmee bijvoorbeeld kleding
stukken en textiel in het algemeen ver
ven. Van Jacob Holmblad weten we dat
hij een wat magere, vriendelijke maar
vooral vasthoudende man was. met een
opmerkelijk organisatietalent. Er is
een afbeelding van hem waarop hij be
pruikt en wat stijfjes glimlachend voor
zich uit ziet, het hoofd half afgewend:
duidelijk een man om rekening mee te
houden.
TEXTIELVERVERU
Op zekere dag in 1977 besloot hij een
textielververijtje te beginnen. Dus nu
tweehonderd jaar geleden. Hij kreeg
daarvoor het koninklijk privilege, een
soort vestigingsvergunning. Zijn on
derneming groeide snel. Al bijna dertig
jaar later teelde hij niet minder dan
500.000 kleurstofhoudende planten
voor eigen gebruik. De contacten met
de andere Hollanders waren goed. Zij
gingen zich steeds minder als een cor
pus alienum, een vreemd lichaam, ge
dragen, zoals in die tijd werd opgete
kend en stelden zich open voor de we
reld. Dat blijkt uit het feit dat zij in
1800 in de kerk van het Hollandse ge
zangboek overgingen op het Deense.
Elf jaar later, in 1811, werd voor het
eerst in het Deens gepreekt en in 1821
waren de Hollanders zelfs bereid hun
„exterritoriale rechten" af te staan.
De veranderende situatie zien we weer
spiegeld in Holmsblads bedrijf' waarin
inmiddels zijn zoon was opgenomen,
ook al zo'n energieke doordouwer die
in 1819 besloot verven en lakken te
gaan maken. Daarna ging het snel. In
1836 liet.men zelfs een stoommachine
van acht pk aanrukken, een opzienba
rende voorziening in die dagen.
Maar uitbreiding en snellere productie
waren noodzakelijk geworden omdat
de textielververij inmiddels geheel
overvleugeld was door de verffabriek
die door vier generaties Holmblad
werd vergroot tot een sterke en veelom
vattende industriële onderneming.
Zo ging dat door tot in het begin van de
twintigste eeuw. In 1907 begon in Ko
penhagen een kunstschilder, een zeker
Georg Axel Sadolin' met het zelf berei
den van olieverven omdat collega's van
hem er steeds naar vroegen en hij
blijkbaar een uitstekende kwaliteit le
gerde. Hij was bovendien een goed
koopman want hij kon al twee jaar la-
:er uitbreiden met een drukinktfa-
ariek.
SAMENWERKING
in 1910 begon hij te exporteren en
zocht tevens samenwerking met de
Holmblads wier fabriek samen met de
zijne eigenlijk een prachtig compleet
assortiment zou kunnen vormen. Er
kwam een fusie tot stand en zo begon
Sadolin Holmblad A/S die van meet
af aan met Deens-Hollandse voortva
rendheid werd aangepakt en direct de
wind in de zielen kreeg, vooral toen
men de steun verwierf van de legenda
rische Alexander Foss, de man die be
kend staat als de grondlegger van de
moderne Deense industrie.
Een van de vele Nederlandse visserplaatsjes langs de Noordzeekust? Het lijkt er
op, maar het is in werkelijkheid Dragör, dertig kilometer ten zuiden van Kopen
hagen. Het is honderden jaren een Nederlands dorp geweest. Overal zijn de he
rinneringen bewaard aan de Hollanders die van hieruit ter visvangst gingen.
veredelings- en beschermingsmiddelen
hebben zo'n grote omzet dat zij ver
vaardigd worden in een speciaal daar
toe gebouwde fabriek in Geesthacht bij
Hamburg.
Sadolin en Holmblad levert zijn pro
ducten in 97 landen en staat wat de ex
port betreft op de tweede plaats in de
wereld. Alleen in Denemarken zijn er
nu al vijf productiebedrijven. Boven
dien heeft men fabrieken in 35"fanden.
Er zijn momenteel 3.240 mensen in
dienst, daarbij niet gerekend de dui
zenden die indirect voor Sadolin wer
ken bij de talloze importfirma's.
Zij tekenden in 1976 voor een netto van
omzet van 961 miljoen kronen (bijna
411 miljoen). De recessie na 1973
heeft nauwelijks invloed gehad. Er is
sprake geweest van een voortdurende
groei. De index van nu is 190 ten op
zichte van 100 in 1972. Winst vorig
jaar 59 miljoen kronen (ruim 25
zijn voorouders. Hij verzamelde allerlei
antieke voorwerpen. Die werden met
zijn rond een binneplaats in carré ge
bouwde boerderij de basis van een
Hollandse collectie van oude gebruiks
voorwerpen, kasten, kisten, stpelen,
een paar bedsteden, beschilderde wan
den, schilderijen, een schitterende af
deling klederdrachten.
Veel verdeenst Hollands maar toch er
vertrouwd. Je wordt er stil van. Wie er
een uurtje heeft rondgekeken en later
nog eens uit het vliegtuig dat eiland
Amager van boven ziet beseft dat die
Hollanders toch wel merkwaardige
mensen moeten zijn geweest dat zij
zo'n drie tot vier eeuwen en zelfs van
daag de dag nog hun identiteit wisten
te bewaren en daarnaast de grondleg
gers zijn geweest van door en door dge-
lijke bedrijven als het nu jubilerende
Sadolin en Holmblad.
Door Hubert van Hunen
Dit is de boerderij van Dirk Jansen,
een van de vele Hollanders die eeu
wenlang op het eiland Amager bij
Kopenhagen hebben gewoond. Het
is de laatste van de tientallen
prachtige hofsteden die eens het
landschap beheersten tot aan de
plaats waar nu het vliegveld Kast
rup ligt. Deze boerderij staat in het
plaatsje Store Magleby (bijge
naamd het Hollandersdorp) en er is
nu een indrukwekkend museum
ingericht met al datgene wat er aan
Hollandse meubels en gebruiks
voorwerpen is overgebleven.
Sadolin en Holmblad groeide voortdu
rend en omvat nu het gehele scala van
lakken en verven. Ook in ons Ianö-
heeft de naam een bekende klank
vooral nadat hier twaalf jaar geleden
het nu beroemde houtbeschermings
middel Sadolins werd geïntroduceerd
dat op zijn gebied een omwenteling te
weegbracht. In 1975 werd ter aanvul
ling daarop een superbeits gebracht
die Sadotopp werd genoemd. Inmid
dels is er weer een nieuwe verf bijgeko
men die Sadodekk heet. Deze hout-
Zij waren ook van oorsprong boeren
maar gingen later naar zee. Hijzelf
woont in een van de smalle straatjes, de
Smedebakken vlakbij het Hollander-
torg (plein). Hij zou nergens anders
willen wonen, was toevallig een week
aan de wal omdat z.ijn schip in het dok
lag. Trots liet hij het piepkleine mu
seumpje zien met allerlei scheepsmo
dellen, foto's, kledingstukken, kan
twerken en talloze herinneringen aan
de zee. Het is ontroerend om daar rond
te lopen en dat gekke gevoel van „thuis
te zijn" te ondergaan.
Dat Nederlands van kapitein Buntzen,
hoe was dat na eeuwen zo feilloos ge
bleven? Hij moest er om lachen.
De meesten hier verstaan het wel zo'n
beetje, zei hij, maar Deens is de voer
taal geworden. Ik spreek het zo goed
omdat mijn vader in Rotterdam een
lief Hollands meisje vond en daarmee
trouwde. Zo ben ik tweetalig geworden.
Opvallend zijn ook de Nederlandse na
men op de deuren, zoals Smid, Mole
naar, Bakker' Jansen en soortgelijke.
Een paar kilometer noordelijker ligt
het dorpje Store Magleby (uitspraak
ongeveer Stoor Maulebie). Een reu
sachtige sporthal is het eerste wat je
ziet. Dat is een grote hangar geweest,
een paar jaar geleden verbouwd, fees
telijk in gebruik genomen en Hollan
der Hall gedoopt. Verder zijn er mo
derne huizen en is er weinig Hollands
te vinden. Op één gebouw na. Dat is de
prachtige (vakwerk) boerderij van Dirk
Jansen die in 1936 op 81-jarige leeftijd
stierf. Hij had al jong belangstelling
voor de cultuur en de geschiedenis van