CONCLUSIE UIT ONDERZOEK
Toenemende vraag naar algemeen
vormend en hoger onderwijs
Paddestoelen fotograferen
Een nieuwe
parkgids
voor
Dierenpark
Wassenaar
MENU VAN
DE WEEK
1
31
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 50 WOENSDAG 16 NOVEMBER 1977
Bij de onderafdeling wiskunde van de
Technische Hogeschool Delft is
onlangs een afstudeerverslag
verschenen, waarin een aantal
opmerkelijke statistieken over
scholieren- en studentenpopulaties in
de komende jaren worden
gepubliceerd. De titel van het rapport
is „doorstroming binnen het onderwijs
en het onderwijsniveau van
schoolverlaters, met projecties tot
1990". Met gaat hier om het
afstudeerwerk van ir. Nico Keilman,
momenteel werkzaam bij het Centraal
Bureau voor de Statistiek in Voorburg.
Op grond van een aantal op
statistische berekeningen gebaseerde
vooronderstellingen komt Keilman tot
de conclusie dat het aantal leerlingen
bij het Algemeen Vormend Onderwijs
(AVO), d.w.z. MAVO, HAVO en
VWO, aanzienlijk toeneemt: van
310.000 in 1971 via bijna 420.000 in-
1980 naar ruim 440.000 in 1985 voor
jongens; een groei van ruim 40% in
bijna 15 jaar. Voor meisjes zijn deze
cijfers respectievelijk 281.000 (1971),
410.000 (1980) en 450.000 (1985). Dit
is een groei van maar liefst 60%. Deze
cijfers zouden ondermeer betekenen
dat tot 1985 ook de behoefte aan
leraren bij het middelbaar onderwijs
sterk zal toenemen. Daarna zal als
gevolg van de dalende geboortecijfers
van de jaren '70 een lichte daling
inzetten naar ongeveer 410.000
jongens en 425.000 meisjes in 1990.
Een nog sterkere groei doet zich bij het
Hoger beroepsonderwijs (HBO) en het
Wetenschappelijk Onderwijs (WO)
voor: het HBO groeit van ongeveer
65.000 studenten in 1971 via ongeveer
140.000 in 1980 naar ongeveer 225.000
studenten in 1990. Het WO groeit,
volgens het rapport, van 103.000
studenten in 1971 via 200.000
studenten in 1980 naar ongeveer
300.000 studenten in 1990. Invoering
van de wet Posthumus zou de HBO-
bestanden kunnen doen toenemen ten
koste van de WO-bestanden. Deze
uitkomsten liggen ver boven de
zogenaamde WORSA-ramingen
(Wetenschappelijk Onderwijs Raming
Studentenaantallen). De nota WORSA
1977 spreekt van ongeveer 140.000
studenten bij het WO in 1980 en
158.000 in
bij hi
1990.
grond van het verwachte verloop van
deze variabelen uitspraken te doen
over de belangstelling voor het AVO in
de toekomst. Zo bleek er een statistisch
acceptabele samenhang te bestaan
tussen de afnemende hoeveelheid
werknemers in de industrie (en de
daarmee gepaard gaande toenemende
hoeveelheid werknemers in de
dienstensector) en de belangstelling
voor het AVO, zoals die zich in de
afgelopen twintig jaar manifesteerde.
Ook de sociale achtergrond van de
kinderen, waarvoor Keilman het
onderwijsniveau van hun ouders
genomen heeft, bleek de belangstelling
voor het AVO goed te verklaren. Door
het verwachte verloop van deze
variabelen in de toekomst als
uitgangspunt te nemen, komt men in
beide gevallen uit op de genoemde
percentages.
Een andere veronderstelling betreft het
percentage leerlingen dat van het
VWO naar het WO zal doorstromen.
Dat zal volgens de berekingen van
Keilamn in 1990 voor jongens ongeveer
75% zijn en voor meisjes ongeveer 50%.
Bevredigende verklarende variabelen
hierbij blijken het gezinsinkomen en
de hoeveelheid voor het WO
beschikbare studietoelagen te zijn. Om
goede, dat wil zeggen logische
verklarende variabelen te vinden, heeft
Keilman gebruik gemaakt van
literatuur, voornamelijk afkomstig uit
de onderwijssociologie. Hij komt
daarin vier soorten verklaringen voor
doorstrominspercentage tegen. De
keuze van de uiteindelijk onderzochte
veronderstellingen werd bepaald door
het al dan niet aanwezig zijn van de
noodzakelijke statische gegevens over
een flink aantal jaren. Overigens
moeten we voorzichtig zijn met het
statistische begrip „verklaring". Als
statistici spreken over verklaringen,
betekent dat niet noodzakelijkerwijs
dat er in de dagelijkse werkelijkheid
een oorzakelijk verband bestaat tussen
het één en het ander. Er is dan ook een
aanname nodig: namelijk ^dat het
statistische verband tussen de
verklarende variabelen in kwestie en de
belangstelling voor AVO en WO in het
verleden, ook in de toekomst zal
blijven bestaan. Of dat werkelijk zo is,
zou met andere, sociologische
methoden onderzocht moeten worden.
ONDERWIJSNIVEAU
Het uiteindelijke doel van de studie
was om na te gaan hoe het
onderwijsniveau van de Nederlandse
beroepsbevolking zich in de komende
jaren zal ontwikkelen. De
schoolverlaters hebben veel invloed op
dit onderwijsniveau. De conclusie laat
zich raden: het aantal schoolverlaters
met een lagere beroepsopleiding zal
absoluut en relatief afnemen, en mede
daardoor zal het totaal aantal
werkzame personen met een lagere
opleiding absoluut en relatief afnemen.
Exacte uitspraken hierover zijn
moeilijk te maken omdat veel afhangt
van de mate waarin de
schoolverlatende meisjes deel gaan
uitmaken van de beroepsbevolking.
Wel is daidelijk, dat wanneer de vraag
naar werknemers met een bepaalde
opleiding niet meer verschuift, steeds
grotere spanningen op de
arbeidsmarkt zullen optreden.
Waarschijnlijk zullen zich
aanpassingseffecten voordoen. Maar
het is de vraag, aldus Keilman, welke
maatregelen de voorkeur verdienen:
een korte termijn oplossing, zoals
import van buitenlandse
arbeidskrachten, of maatregelen in de
inkomensfeer. Dat wil zeggen: een
hogere beloning voor werk van lager
niveau, en een lagere beloning dan nu
voor hoger opgeleiden.
Met het aanbreken van het herfstgetijde zijn de verschil
lende soorten paddestoelen weer in hun volle pracht te
zien. Zeker wanneer gedurende het weekeinde het zonnet
je schijnt, is het in de bossen een drukte van belang van
mensen die al het schoons komen aanschouwen. In de
verschillende bezoekerscentra van Staatsbosbeheer kan
men zich uitvoerig laten voorlichten over al hetgeen er in
de natuur valt waar te nemen. Deze centra zijn een ware
belevenis voor jong en oud, waar men op speelse wijze met
een groot aantal verschijnselen vertrouwd wordt gemaakt.
Het fotograveren van paddestoelen is één van de aardigste
bezigheden waarmee we ons in het herfstbos kunnen ver
maken. Trouwens, ze worden niet alleen in bossen, maar
ook in plantsoenen en parken gevonden. Paddestoelen
groeien over het algemeen op wat donkere of schaduw
rijke plaatsen, omdat daar de grond wat vochtiger is dan
in het open veld, waar de zon vrij kan doordringen.
Dit feit, geteld bij het gegeven dat de lichtomstandighe
den in het najaar weieens somber kunnen zijn, komt de
fotograaf al snel voor lange belichtingstijden te staan. Hij
kan natuurlijk uitwijken naar het gebruik van gevoeliger
films. In dat verband kunnen de nieuwe Kodacolor 400
film voor kleurenfoto's en de eveneens nieuwe Kodak Ek-
tachrome 200 diafilm bijzonder nuttig zijn.
Bij het zoeken naar paddestoelen moet men voorzichtig te
werk gaan. Men dient zoveel mogelijk op de paden en we
gen te blijven, opdat men niets beschadigt of vertrapt,
zoals het een natuurvriend betaamt.
VERONDERSTELLIN GEN
Bovenstaande uitkomsten zijn
gebaseerd op een aantal
veronderstellingen vooraf. Het grootste
deel van het rapport is gewijd aan het
statistisch onderbouwen van deze
veronderstellingen. Eén
veronderstelling is bijvoorbeeld 0 dat
de belangstelling voor het AVO zeer
sterk zal toenemen: in 1990 zal
ongeveer 75% van de jongens en90%(!)
van de meisjes die de basisschool
verlaten, kiezen voor het AVO.
In 1974 was dat 63% respectievelijk
67%. Om dit te kunnen vaststellen
heeft Keilman gewerkt met
zogenaamde verklarende variabelen;
dit zijn gegevens die statistisch
voldoende verband houden met de
belangstelling voor het AVO om op
Op het ogenblik zien we bij de
groenteman zoveel prachtige
herfstbloemkdlen liggen tegen een
redelijke prijs, dat we daar zeker van
moeten profiteren. Bloemkool met
verse worst, gebakken bloedworst of
een cotelet is heerlijk. We kunnen de
variatie ook zoeken in verschillende
sausjes, zoals een kaas-, kerrie-,
tomaten- of satésaus. Ook gebakken is
bloemkool heerlijk. Rauwe
bloemkoolroosjes met een heel apart,
pikant sausje is een hapje wat u bij de
borrel zou kunnen geven.
Zondag: sneetje champignons,
gegratineerde bloemkool met kaas,
aardappelpuree, verse wordt,
Amerikaanse appelen.
Maandag: bloemkoolsoep met kaas,
gehakt, prei, aardappelen.
Dinsdag: rolpens, rode kool,
aardappelpuree, Bulgaarse yoghurt
met bruine suiker en rozijnen.
Woensdag: visragoüt, sla, rijst,
yoghurtmuesli met druiven en geraspte
appel.
Donderdag: stamppot rauwe andijvie
met gebakken kaasplak, kwark met
ananas.
Vrijdag: bruine bonenschotel met
gebakken uitjes, mosterd, gepofte
appelen.
Zaterdag: spaghetti met tomatensaus
en geraspte kaas, fruit.
ANDERE INVLOEDEN
Het zou gevaarlijk zijn om de cijfers uit
het rapport als zuivere voorspellingen
te beschouwen. De belangrijkste reden
hiervoor is, dat het rapport geen
rekening kon houden met mogelijke
toekomstige wijzigingen in de
onderwijsstructuur in Nederland. De
invloed van de middenschool op de
belangstelling voor de diverse
schooltypen is moelijk te overzien. Ook
de vraag naar onderwijs van ouderen,
die via open school en open universiteit
een kans krijgen, zal de cijfers
beïnvloeden, evenals allerlei andere
beleidsmaatregelen, die de vraag naar
onderwijs moeten bijsturen. Het
rapport gaat er in feite van uit dat de
leerling vrij kan kiezen uit de
beschikbare onderwijstypen.
Amerikaanse appelen
4 grote appelen, 2 eetlepels suiker,
kaneel, 1 eetlepel boter, 125 gr. suiker,
6 dl. melk, 20 gram maizena. Schil en
boor de appelen en leg ze in een
vuurvast schoteltje. Vul de holten op
met een mengsel van suiker en kaneel
en leg hierop een klontje boter. Doe
onderin het schaaltje iets water en
plaats deze daarna middenin een op
200 graden Celsius voorverwarmde
oven gedurende 35 minuten. Verhit
intussen de suiker in een gietijzeren
pan tot deze gesmolten en lichtbruin
gecaramelliseerd is. Doe er van het
vuur af een scheutje water bij en
vervolgens de melk. Bind de saus met
de aangemengde maizena. Geef deze
caramelsaus warm óf koud bij de gare
aardappelen.
Bloemkoolroosjes met dipsausen
Snijd de bloemkool in kleine roosjes,
maar zorg ervoor dat er een klein
steeltje aan blijft, zodat het roosje
vastgepakt kan worden.
Zalmdip
1 blikje zalm, 1 pakje mon chou,
scheutje koffieroom, zout, peper,
aromazout, tijm, paprikapoeder.
Ontdoe de zalm van velletjes en
graatjes en maak ze fijn. Roer de mond
chou met de koffieroom romig, meng
de zalm erdoor en maak de dipsaus af
met zout en kruiden.
Kerriedip
3 eetlepels mango chutney, 1 theelepel
kerrie, 1 bekertje sour cream.
Snijd de mango chutney klein en roer
vervolgens alles dooreen.
Doe de beide sausjes in twee kleine
schaaltjes, plaats deze op een grotere
ronde schaal en rangschik de
bloemkoolroosjes rond de dipsaus.
Met de viering van haar 40-jarig jubi
leum heeft Dierenpark Wassenaar een
geheel vernieuwde „Parkgids" uitgege
ven. In het (36 pagina's tellende) boe
kwerkje met vele fraaie kleuren foto's
wordt o.a. aandacht besteed aan de
historische ontwikkeling van de die
rentuinen. „Dierentuinen waren vroe
ger statussymbolen en liefhebberijen
van vorsten. Tegenwoordig kan ieder
een van dierentuinen genieten en heb
ben deze een aantal belangrijke func
ties in onze maatschappij gekregen",
aldus een dierenparkdirectie in haar
parkgids „Wassenaar Zoo". Die func
ties zijn o.a. een recreatieve, een edu
catieve en een wetenschappelijke. „Om
diersoorten in de natuur goed te be
schermen is veel wetenschappelijke
kennis nodig. Vaak is het niet mogelijk
die kennis in de natuur op te doen,
maar is men aangewezen op de dieren
tuin, waar men de dieren van dichtbij
kan bestuderen". Ook het Wasser-
naarse dierenpark doet blijkens het
verslag over het afgelopen jaar bijzon
der veel aanwetenschappelijk onder
zoek. Voorbeelden zijn: een onderzoek
naar zgn. prehistorische gereedschap,
waarvan het onderzoek aan het licht
bracht dat het slechts ging om bescha
digde dierenbotten; gehoor proeven
met uilen, bloedonderzoek bij snipa
pen, hersenonderzoek bij gestorven
katachtige roofdieren en een studie van
de voedselopname door tropische her
kauwers. In het nieuw boekwerkje
wordt natuurlijk ook aandacht besteed
aan de veelsoortige dierencollectie in
Wassenaar. Men doet dat naar wereld
deel. Dierenpark Wassenaar telt mo
menteel zo'n 3000 dieren van in totaal
600 soorten. Deze interessante gids is
voor een bedrag van 4,50 te verkrij
gen aan de kassa van het dierenpark.