HEIDEN OF HEILIGE?
V
SINT EN DE ZIEKEN
ALS EEN "PIET" EEN PIET
ONTMOET
HERVORMING DEED BISSCHOP IN DE BAN
EERLIJK ZULLEN WE ALLES DELEN
Zieke ouden van dagen stellen een bezoek van de Sint
ook op prijs
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 24 - VRIJDAG 2 DECEMBER 1977
VOLOP SUIKERGOED EN MARSEPEIN, echte of nagemaakte boter
letters, geruite sjaals, gestreepte sjaals, flesjes parfum, elektrische trei
nen en ander speelgoed voor kleine en grote mensen.
Vol verwachting klopt ons hart, ja. Want behalve de koek en alle
mooie cadeautjes die kinderlijke hebzucht zich kan wensen, is er ook
nog altijd de mogelijkheid van de gard, van het zakje met wat zout en de
zak waarin we misschien meemoeten naar Madrid. Ook wie volwassen
is, kan dikwijls nog een vleugje angst meevoelen voor het slechte gewe
ten dat hem op 5 december in zijn jonge jaren zoveel narigheid voorspie
gelde. Maar verder: wat een glanzende herinnering, wat een warmte
bracht de sinterklaasavond vooral in het grote gezin. Zeker, dat is waar,
maar het geldt alleen voor de gezonden.
DE ZIEKE HOORT ER OOK BIJ
HOE STAAT HET met de zieken, de
len die mee in de feestvreugde of gaat
de kinderheilige hen voorbij? Het ple
zier van versjes maken, suprises zoe
ken, aan de bel trekken en hard weg
lopen als je een pakje op de stoep
hebt gezet, is er voor hen niet bij. War
me gekruide wijn verdragen ze niet,
het zien van suikerbeesten en fon-
dantjes maakt hen al misselijk. En ca
deautjes, ach, wat geven ze er om, zij
hebben toch niet het gevoel dat ze er
bij horen. Laat het feest maar onge
merkt langs me heen gaan, hoe min
der ik er van merk, hoe beter...
Maar dat is niet waar! Vrienden en
huisgenoten van een zieke, maak hem
toch duidelijk, dat hij er wel degelijk
bij hoort, laat hem delen in de grote
en kleine genoegens van feestdagen,
ook van Sinterklaas. Het zal bijdragen
tot zijn beterschap, of als die niet voor
hem mocht zijn weggelegd, zal het
hem troosten.
VERGEET HEN NIET!
IK VERGEET nooit hoe zorgzaam
een stel kinderen, waar ik vroeger dik
wijls aan huis kwam, op 5 december
een mand met aardigheidjes klaar
maakten voor hun kindse grootmoe
der, die haar kamer op de bovenver
dieping nooit meer verliet; oma kon
geen a van een b meer onderscheiden
maar ze graaide begerig naar de pak
jes met rode lintjes en begon dadelijk
handen vol snoepgoed in haar mum
melmond te steken! En toch was het
goed en hartelijk dat haar kleinkinde
ren hadden geleerd dat ze een mens
niet moeten vergeten in z'n ouder
dom.
Maar wat mogen we onze zieken nu
geven op zo'n dag, de keus is zo be
perkt, zegt menigeen. Laten we eerst
even vaststellen, dat de patiënten met
acute ziekten werkelijk liever met rust
gelaten moeten worden, die hebben
al genoeg met zichzelf te stellen; als
ze rillen van koorts of krimpen van
pijn verlangen zij geen enkele belang
stelling dan de verstandige zorg waar
mee hun bed wordt gladgestreken,
drinken wordt gereikt, zo nodig ijszak-
ken of warme kruiken worden klaarge
maakt. En als zij behoefte hebben aan
smakelijk fruit of aan eau-de-cologne
om zich te verfrissen, dan komt dat er
tóch wel, zullen we hopen.
VERLANGLIJST
IETS ANDERS IS HET met chroni
sche patiënten en invaliden. Betrek
hen in de vrolijkheid als het maar even
kan en doe dat met tact. Als ze mis
schien mopperig zeggen dat ze er
niets mee te maken willen hebben,
overrompel hen dan niet, maar pro
beer hen zonder geforceerdheid tot
enig meeleven te brengen. Dat is be
langrijker dan de vraag wat ze moeten
"krijgen", want er is kans op dat het
hun ziekteproces gunstig beïnvloedt.
En werkelijk, wat we hun zullen ge
ven, blijkt altijd wel vanzelf als we het
goed met hen menen. Daar zijn niet
"SNOEPERIE ENDE SLICKERDEMICK"
WALICH SIEUWERTS was geen vriend van Sinterklaas, evenmin als
de meeste strenge Calvinisten van de reformatietijd. "t Is een sotte ende
onghefondeerde maniere van de kinderen haere schoenen met allerley
snoeperie ende slickerdemick te vullen", zo zei Walich. "Wat is dit an
ders gedaen, als op de hoochten geoffert ende geroockt? Die sulcx
doen en verstaen noch niet wat van de waere Religie is!"
En op de zondag, die aan de 6de december voorafging, werden er heel
wat anti-Sinterklaaspreken gehouden van gereformeerde kansels af.
Maar dat niet alleen: ook stedelijke keuren bevatten menig verbod. Zo
werd bij een Arnhemse keur van 3 dec. 1622 zelfs het zetten van de
schoen en het bakken van sinterklaaskoekjes verboden. En dat er in de
kramen van de sinterklaasmarkt "vercoft werden verscheyde goederen,
die men den cleynen kinderen dyets maeckte dat Nicolaas hunluyden
gaf", was "een saecke, nyet alleen strijdende teghens alle goede ordre
ende polityc", maar die ook de mensen afleidde van "de ware Godes-
dyenst" en strekte tot "superstitie ende afgoderije".
Was dit alleen maar benepen kerkisme of veeleer te billijken verzet,
was het niet anders dan het zielig protest van een stelletje bekrompen
dompers of brandde hier het heilig vuur van welgefundeerde innerlijke
overtuiging?
DE GESTALTE VAN NICOLAAS,
die de kerkelijke overlevering ons biedt,
is een samensmelting van twee Klein-
aziatische bisschoppen van die
naam. De oudste, een legendarische
figuur, moet in de 4e eeuw na Chr. bis
schop geweest zijn van Myra, gelegen
aan de zuidkust van Klein-Azië. Vrij
wel niets staat van hem historisch
vast.
Pas de fantasie van later eeuwen
heeft zijn levensverhaal gekompo-
neerd en opgesmukt, in hoofdzaak
mnt feiten en legenden van zijn naam
genoot, die twee eeuwen later leefde
in hetzelfde landschap Lycië. Deze
tweede bisschop Nicolaos was een
eenvoudige vrome monnik, die vooral
bekend werd door zijn genezingen en
uitdrijving van demonen. Hij was
eerst abt van het klooster Sioon, later
bisschop van Pinora en hij overleed
op 10 december 564.
AANVANKELIJK vrij onbekend,
neemt de gestalte van de wonderdoe
ner van Myra in de grieks-christelijke
overlevering in de loop der eeuwen le
gendarische proporties aan. In de 9e
eeuw steekt hij in de griekse kerk al
boven alle heiligen uit; zijn kultus eve
naart die van maria, de moeder Gods.
Kerken worden aan gem gewijd en hij
wordt de schutspatroon vaifde gevan
genen, van de huwbare maagden, van
de kinderen en van de zeelieden.
In deze eeuwen is er een druk kon-
takt tussen Griekenland en Italië en
zodoende valt het niet te verwonde
ren, dat de Nicolaas-kultus ook naar
dit laatste land wordt overgebracht.
Van Italië uit slaat de verering over
naar het land der Franken en overal
worden kerken gebouwd ter ere van
de heilige Nicolaus, in Rome, Ra
venna en Napels, in Lausanne, Keu
len en Amiens.
1087: DE ROEM VAN BARI
OVER ZEE is de faam van de zozeer
gevierde heilige vooral verbreid door
de Noormannen, die de grote zeevaar
derspatroon hadden leren kennen in
de Zuiditaliaanse havenstad Bari. Als
Willem de Veroveraar in 1066 zijn be
roemde tocht over het Kanaal maakt
en zijn vloot wordt door storm geteis
terd, dan roept hij de heilige Nicolaas
aan om bijstand.
Het grote jaar voor Bari en het wes
ten is echter 1087. Dan landt een vloot
van drie schepen uit Bari op de Klein-
aziatische kust. De bewoners van het
pelgrimsstadje Myra zijn de bergen in
gevlucht uit vrees voor de Turken, die
toen het Lycische landschap teister
den. Dat nu geeft de schepelingen
van Bari de gelegenheid, het gebeen
te van de heilige bisschop te roven uit
het graf van de verwoeste Nicolaos-
kerk in Myra.
In triomf worden de kostbare re
likwieën in Bari binnengebracht. De
heilige krijgt een praalgraf in een spe
ciaal gebouwde kerk.en Bari wordt
een beroemd pelgrimsoord en een
centrum van godsdienstig leven.
EEN KLAAS VAN KLASSE
DE KRUISTOCHTEN hebben niet
weinig bijgedragen tot de verbreiding
van Bari's roem. In de loop van de
12de pn 13de eeuw wordt het kerkelij
ke feest van Sint Nicolaas steeds al
gemener gevierd in west-Europa.
Utrecht krijgt dan zijn Klaaskerk en
een dokument uit die stad van het jaar
1163 vermeldt de 6de deember als of
ficiële feestdag. Het koncilie van Ox
ford besluit in 1222, dat voortaan het
feest van Sint Nicolaas zal worden ge
rekend tot de officiële "eerste klasse"
feestdagen. Zo gaat de roem van de
legendarische bisschop allerwege
steeds meer de "normale" proporties
verre te boven.
Ook in de Nederlanden verrijzen
tientallen Klaaskerken. Amsterdam
en Utrecht hebben beslist het mono
polie niet. Dordrecht, Delft, Leiden,
Groningen, Zutphen, Venlo, Vlieland,
Kampen, Stavoren, Harderwijk en
een hele serie andere plaatsen rond
om de oude Zuiderzee, zij alle hebben
hun bedehuis gewijd aan de heilige
bisschop.
De Amsterdammers richtten in het
begin van de 16de eeuw in de Oude
Kerk een beeld van de heilige op van
klinklaar zilver, ter waarde van bijna
duizend Carolusguldens„een enorme
som voor die dagen. Maar niet meer
dan een halve eeuw heeft de zilveren
Klaas hier stand gehouden.
REFORMATIE
DAN KOMT het optreden van Luther,
Zwingli en Calvijn. Zij trachten de ver
vallen kerk terug te voeren tot haar
oude grondslagen. Ook in de Neder
landen breekt de hervorming zich
baan. Alle beeldendienst en heiligen
verering worden gebrandmerkt als'
een "vervloekte afgoderij".
Is het wonder dat, waar zo de zaken
staan, ook de heilige Nicolaas het
moet ontgelden? Is het vreemd, dat
Walich Sieuwert komt tot zijn in het
begin vermelde uitspraak? Valt het
niet te verstaan, dat de zilveren heili
ge uit de Oude Kerk in 1578 wordt ver
wijderd en tot geld geslagen, de vier
kante noodmunt, die bij verzamelaar
nog wel te vinden is?
Neen, het is ten volle te begrijpen
en te billijken, dat de tot de bijbel te
ruggekeerde gereformeerden van die
dagen van Sint Nicolaas en zijn ver
ering niets meer moesten hebben en
dat zij uit pure reactie zelfs het bak
ken van sinterklaaskoekjes gingen
verbieden.
MAAR DIT ALLES heeft niet verhin
derd, dat de reformator Maarten Lu
ther met zijn Këthe en zijn kinderen
heel vrolijk en gezellig in de huiselijke
kring het sinterklaasfeest heeft ge
vierd. Een dominee Nicolaas Beets
schrijft in zijn Camera Obscura heel
genoeglijk over het verguldavondje bij
bakker De Groot, terwijl De Genestet
zijn sinterklaasavond-gedicht begint
met de bekende woorden: "O bis
schop, schoon 'k niet licht een heilige
vertrouw, gij zijt een heilige, dien 'k
haast aanbidden zou."
alleen dezakdoeken, waarvan ze er al
tijd best wat extra kunnen gebruiken
of de stukjes zeep, daar is ook een
nieuwe piama, een sierlijke nachtja
pon of een behaaglijk bedjasje voor
wie meestentijds in bed moeten ver
blijven. Daar is een stevig tasje waar
in de vrouw de kleine hebbedingetjes
bewaart die zij in haar buurt wil heb
ben. Daar zijn, voor de patiënten die
af en toe mogen opstaan, een paar
pantoffels die prettig zijn om naar te
kijken en om aan je voeten te hebben,
misschien een gemakkelijke stoel,
een kussen in de rug of een plaid voor
over de knieën.
Voor de mannen die zich er op ver
heugen er elke dag tenminste een
paar uurtjes normaal verzorgd uit te
zien, is een mooie das even belangrijk
als voor de gezonden die het voor
recht hebben te kunnen gaan en
staan waar zij willen. En dan moet bo
ven de mooie das ook net zo goed een
correct geschoren gezicht uitkomen,
daar zit al weer een mogelijkheid voor
het geven van welkome geschenken
in, zoals al dan niet elektrische
scheerapparaten en wat er maar bij
mag komen.
LECTUUR EN... OOK SNOEP
DAN IS ER OOK, voor wie daar ge
voelig voor is, een voorwerp van
kunst. Als dat een plaats in de zieken
kamer heeft, gaat er vreugde en le
venskracht van uit. En er is lectuur,
om bemoediging uit te putten, om zie
kelijke tobberij te verdrijven, om rich
ting te geven aan de gedachten. Na
tuurlijk geen zwaarwichtige boeken
voor een zieke die op een bepaald
ogenblik misschien alleen ontspan
ning zoekt, maar ook geen onbenulli
ge verhaaltjes voor iemand die naar
degelijk geestelijk voedsel verlangt.
Ach, wat is er toch veel te bedenken,
waarmee je een zwak of ziek mens
een plezier kunt doen.
En snoepen, doen ze daar niet aan
mee? Als hun ziekte dat onmogelijk
maakt, dan kan het sinterklaaslekkers
maar beter niet onder hun ogen ko
men, om de verleiding niet ondragelijk
te maken, maar anders is er meestal
wel een mogelijkheid om te informe
ren of er dieetlekkernijen voor de pa
tiënt verkrijgbaar zijn.
Alleen: laat bij bedlegerige zieken
uitsluitend verpakte lekkernijen toe,
want bij hen moeten we nog meer dan
bij gezonden de hygiëne hoog hou
den. Dus geen losse chocoladelet
ters, die open en bloot stof vergaren
op een nachtkastje.
De tijd gaat snel en het werk valt
reuze mee, voordat Johan er erg in
heeft is het half een geworden en
mag hij een hapje eten. Piet nr. 2 stelt
voor in de kantine van het grote wa
renhuis een lunch te gebruiken, want
ze kunnen zo toch de straat niet op
Johan vindt dat een uitstekend idee,
hij kan ontzettend goed opschieten
met de andere jongeman die zich al
Cor heeft voorgesteld. En even later
zitten ze aan een welverdiende en
overdadige lunch.
Tijdens de lunch ziet Johan dat de
donkere ogen tegenover hem
schitteren van pret. Opeens valt hem
iets in. Dat is het. Hij vond deze jonge
man helemaal nipt op een jongeman
lijken. Het schoot door hem heen,
deze Cor was geen Cornelis maar een
Cornelia. En deze jongedame pro
beert hem danig bij de neus te nemen.
Wel, hij is geen spelbreker dus zal hij
het spelletje maar meespelen.
JOHAN van Wingerden staat voor
de deur van het grote warenhuis. Hij
kan het echt niet met zichzelf eens
worden. Zal hij wel of zal hij niet? Jo
han is student in de rechten en de
laatste dagen voor het feest van sint
Nicolaas zijn er geen colleges en nu
loopt hij er over te denken om in deze
vrije dagen zijn financiën wat waan te
vullen. Zijn vader en moeder zijn
uitgenodigd door een paar vrienden
om daar de feestdagen door te bren
gen. Nadat Johan hen verzekerd had
dat hij de feestdagen ook heus prettig
zou doorbrengen zijn ze vertrokken.
Maar toen liep hij toch wel 'n beetje
met z'n ziel onder z'n arm. Wat nu,
deze dagen in ledigheid doorbrengen
kwam hem niet zo aantrekkelijk voor,
dus kwam hij op het idee om zijn fi
nanciële positie wat te verbeteren.
Vlak in de buurt was een uitzend
bureau. Maar dat viel tegen, het enige
wat de juffrouw van het uitzendbu
reau voor hem had was een baantje
om voor zwarte Piet te spelen in een
groot warenhuis. Het betaalde goed,
maar om de hele dag op commando
grapjes en grollen te maken stond
hem eigenlijk niet zo aan. Niet dat hij
niet van kinderen hield, maar hij was
niet gewoon met ze om te gaan. Dan
neemt hij een besluit. "Vooruit naar
binnen", denkt hij.
SNEL loopt hij nu naar de deur
waar "Personeel" op staat. Voorzich
tig opent hij de deur en wordt direct
ontvangen door een luid gekwebbel
en geroep. Verbaasd kijkt hij om zich
heen. Het is een drukte van belang,
overal jongens en meisjps die nog
snel de laatste hand leggen aan hun
toilet voor de bel, het sein dat de
winkel over vijf minuten open gaat.
Een vriendelijke man komt op hem
af. "Kan ik helpen", vraagt hij. Johan
legt hem uit waarvoor hij komt en
even later loopt hij achter de man aan
naar een ruimte. Daar zit de heilige
Sint Nicolaas al helemaal gereed om
alle kleintjes te ontvangen. Naast hem
staat een zwarte Piet, de guitige ogen
schitteren in het zwarte gezicht. "Hal
lo" zegt een warme prettige stem.
"Daar is onze tweede Piet, wat ben ik
blij, want alleen voor alles zorgen is
wel een beetje veel. Ga gauw zitten,
dan kan de grimeur je snel het be
roemde uiterlijk geven.
w
De dagen vliegen voorbij en het
werken met Cor bevalt hem steeds
beter. Nog nooit heeft hij een
"vriend" gehad waar hij zo goed mee
op kon schieten zegt hij tegen
Cor vertelt hem medicijnen te stude
ren en alleen op een kamertje in de
binnenstad te wonen. De ouders van
Cor zijn al lang geleden bij een auto
ongeluk om het leven gekomen, dus
staat "hij" helemaal alleen op de we
reld. Dat heeft hij Johan eigenlijk op
een idee gebracht, waarom zou hij
Cor niet uitnodigen om de feestdagen
bij hem thuis door te brengen, met z'n
tweeën is het altijd gezelliger dan al
leen.
Normaal zou Johan het niet
gewaagd hebben een meisje zomaar
uit te nodigen. Hij is altijd al een
beetje verlegen geweest. Maar wat
kan een jongeman er op tegen
hebben door een "vriend" te worden
uitgenodigd, denkt hij grinnikend.
Als de dag ten einde is vraagt Johan
aan Cor, die hij nog net op tijd snapte
voor zij door de zijdeur ontsnapte, of
deze er voor voelde die avond met
hem te gaan eten en een beetje te
praten. Een beetje overbluft stemt
Cor toe en bekent dat het eten in de
menza niet altijd even gezellig is. Na
het afspreken haast Johan zich naar
huis om de ergste rommel wat op te
ruimen.
Om 7 uur gaat de bel, Johan kamt
nog snel even zijn krullen om toch
goed voor de dag te komen en loopt
dan snel naar de deur... opent die en
dan... staat er een beeldschoon
meisje voor zijn deur Ze kijken elkaar
aan en... schieten dan in een onbe
daarlijke lachbui. Nog gierend nodigt
hij het meisje binnen.
Als ze dan later aan het diner zit
ten, en het warme licht rode sterren
laat fonkelen in hun glazen, is alles
uitgepraat. En als ze elkaar diep in de
ogen kijken weten ze dat deze feest
dagen een gelukkig begin zijn voor
iefs nieuws, een vriendschap of mis
schien zelfs iets meer... later.
MYRA TUINMAN