DE HERDERS VAN BETHLEHEM WACHTEN OUDEJAARSRECEPTEN y "DE HERDERTJES lagen bij nachte, zij lagen bij nacht in het veld". Het is de eerste regel van een onzer bekendste kerstliederen, dat bo vendien nauw aansluit bij het kerstverhaal. Wanneer wij denken aan herders en schapen, dan is de voorstel ling die wij ons daarvan maken veelal gelijk aan die welke wij hebben van een herder met schaapskudde die wij in werkelijkheid, of op foto's en films wel eens zagen. Maar dan hebben wij toch geen juiste voorstelling van de herders van Bethlehem zoals lij leefden tijdens Christus' geboorte. Wij moeten goed begrijpen, dat er in die dagen geen sprake was van industrie zoals wij die kennen. Er waren in wezen slechts drie mo gelijkheden om in leven te blijven. Ten eerste als landbouwer, ten tweede als veehouder en ten derde als ambachtsman. 'S NACHTS IN HET VELD HET IS zo wel duidelijk, dat een groot deel van het Israëlische volk uit veehouders bestond in welke vorm dan ook. Men vond dus veel schaapskudden, die onder het wakend ook van een of meer herders graasden op de sappige weiden. Gezien de grote afstanden die de her ders soms met hun kudden moesten afleggen, bleven zij dikwijls gedu rende een bepaalde tijd 's nachts in het veld over, om de dieren niet te DE JONGE VROUW die al enige tijd met een gespannen uitdrukking op haar gezicht aan een tafeltje in het chique restaurant zat, wierp een angstige blik op haar horloge. Daarna zwierven haar ogen rond en bleven rusten op de smaakvol opge tuigde kerstboom. Haar gedachten dwaalden af. Voor de derde keer zouden ze op eerste kerstdag samen in dit zelfde restaurant dineren. Drie jaar geleden had ze hem ont moet, op een stomvervelend feestje. Ze kende er maar weinig mensen en voelde zich er niet op haar gemak. Ze zat een beetje doelloos rond te staren tot ze hem opeens recht in de ogen keek. Toen ze later aan hem dacht, kon ze zich praktisch alleen zijn ogen herinneren. Er lag een vreemde spot in en toch daarnaast een zekere vertrouwelijkheid. Het Jnad haar verward. Met moeite had ze haar blik kunnen losmaken en toen ze haar ogen neersloeg, voelde ze dat ze bloosde. Belachelijk natuurlijk op je vijfentwintigste. Ze had er anders ook nooit last van en maakte op haar kennissen een zelfverzeker de indruk. Ze had eerst zijn kant niet meer op durven kijken. Maar plotseling had ze zijn stem naast zich gehoord, met de zelfde spottende blik in zijn ogen had hij gevraagd of ze "mocht" dansen. Ze begreep hem niet meteen en vroeg wat hij bedoelde met "mocht" dansen. "Misschien wordt uw onschuld bewaakt of iets dergelijks..." Ze schoot in een lach en vanaf dat moment was het ijs gebroken en belandde ze in de zevende hemel. Ze dansten en praatten aan één stuk door en kwamen op een gegeven moment tot de ontdekking dat ze tot de laatste gasten behoorden. De tijd was voortgegaan zonder dat ze er erg in hadden. DE WEKEN en maanden die volgden beleefde ze in een droom. Ze was razend verliefd. Hij nam haar mee uit, bracht cadeautjes voor haar mee en zei telkens dat hij dol op haar was. Na een jaar was haar eerste lief- desroes een beetje over, wat echter niet betekende dat ze niet meer van hem hield. Het enige wat ze verlang de op de wereld was: met hem te trouwen. Ze had niet anders verwacht, maar het vreemde was dat hij daat met geen woord over repte. Toen ze in een vertrouwelijk moment er over begon, had hij haar verbaasd aange keken. Trouwen...? Zouden we daar maar niet mee wachten tot hij zijn positie op de zaak verbeterd had? Er volgde een heel verhaal met allerlei uitvluchten. Later had ze ontdekt dat hij daar verduiveld goed in was. Zonder de waarheid geweld aan te doen zelfs. Ze had het er bij gelaten en besloot af te wachten tot hij er zelf weer over zou beginnen.... ZE KEEK voor de zoveelste keer op haar horloge. Drie kwartier te laat nu al en dat op eerste kerstdag....Gek was ze dat ze dat nam. Ze zou nog één kwartier wachten. Ze dacht weer aan twee jaar gele den. Een goede bekende vertelde haar dat zij hém in de stad gezien had met een heel mooi meisje. Haar hart was beginnen te bonken, alsof het zou barsten. Uiterlijk leek zij echter kalm en ze zei iets over een meisje van de zaak waar hij werkte en dat zij ook wel kende. Toen ze later alleen was, dacht ze aan de keren dat hij gezegd had te moeten werken. Dat was de laatste tijd veel vaker voorgekomen dan in het begin. Wekenlang vroeg ze niets aan hem 'rhaaf haar ogen gfn'gèrï wêfo'pëh Ze merkte dat er iets in hun verhouding veranderd was. Toen zij hem vroeg wie dat meisje geweest was, lachte hij en zei dat zij zich geen zorgen hoefde te maken. Dat meisje kende hij al heel lang, hij'zei niet hoe lang, en hij kuste lachend haar zorgen weg. ZE ONTDEKTE een paar maanden later dat hij meer met haar werd gezien. De mensen begonnen haar meewarig aan te kijken. En ze besloot hem eens duchtig de les te lezen. Dat bleek onbegonnen werk. Voor dat moment tenminstp, want later kwam de ongerustheid terug die een kwelling zou worden. Hij vleide en kuste haar en noemde haar "m'n kleine zorgenkindje". Het werd echter zo dat "hij" haar zorgenkind werd. Ze wist nu wel zeker dat hij haar bedroog. Na maan den van angsten besloot ze er een punt achter te zetten. Haar goede voornemen was echter bij een voor nemen gebleven. O, als hij naast haar zat was hij nog altijd even attent en lief en kon ze zich niet voorstellen dat hij het niet serieus met haar meende. Maar dit was geen leven, dit zou ze nooit volhouden. Zelfs toen hij afspraken met haar zogenaamd niet na kon komen, nam ze zich voor, hels als ze was, hem meteen de laan uit te sturen. Maar als hij dan weer voor haar stond met een berouwvol gezicht en die spot lichtjes in zijn ogen ging ze weer door de knieën. Ze vergat dan haar goede voornemens en haar woede smolt weg als sneeuw voor de zon. MAAR NU was het toch te gek. Een uur was hij al te laat en nog wel met Kerstmis. Ze begon zich steeds meer op te winden. Ze zou op hem wachten...maar dit zou definitief de laatste keer zijn! Ze zou niet eens meer met hem eten. Zodra hij binnen kwam zou ze hem kort en zakelijk de waarheid zeggen. Het kon haar niet eens meer schelen wat de mensen zouden denken. Ze voelde de woede in zich opwel len zodat ze er misselijk van werd. Nu was het grote ogenblik dan gekomen. Ze genoot bij voorbaat al van het verbaasde gezicht, dat hij zou zetten. Nu had hij afgedaan voor haar. Ze hoopte dat hij nu gauw zou komen. Niet voor een gezellig kerst diner met hem, maaar om te zeggen wat ze al zo lang had willen zeggen. Dat ze genoeg had van zijn smoesjes. Dat ze genoeg had van zijn spottende ogen waar ze zich altijd aan ergerde omdat ze haar onzeker maakten. Ze had genoeg van die hele sfeer om hem heen en van de avonden dat ze tevergeefs op hem wachtte. Dat allemaal zou ze hem zeggen. WEET JE WAT, ze zou in de hal op hem wachten, hier in het restaurant zou het te veel opvallen. Daar kon ze zich meer laten gaan. Bevend stond ze op en liep haastig de hal in. Meteen zag ze hém even haastig binnenkomen. Toen hij haar zag begon zijn gezicht te stralen en kwamen de spotlichtjes in zijn ogen. Op zijn eigen speelse manier vloog hij op haar af en voor ze er op bedacht was lag ze in zijn armen. Alles wat ze had willen zeggen bleef in haar keel steken Een snik welde in haar op. Ze wist het nu heel zeker Wat hij ook ooit zou doen, nooit zou ze de moed hebben Jetty-Meester noodzaken 's morgens heen en.'s avonds terug die lange afstanden te lopen. Hiervoor werd door enkele herders gezamenlijk op een daartoe geschikte plek in het veld een schaapskooi gebouwd, die niets an ders was dan een, door een laag muurtje van opgestapelde stenen omheinde ruimte, waarbinnen de schapen 's nachts werden gedreven. Deze stenen moesten de dieren tegen de wilde dieren beschermen en het weglopen in het donker voor komen. In het lage muurtje was slechts één opening, waardoor de dieren konden binnengaan en de ruimte ver laten. In die opening legde zich 's nachts een herder te slapen. Hij sloot de opening met zijn lichaam af. Een andere herder hield de wacht gezeten op een van takken gevloch ten vlonder, die op een daarvoor ge schikte plaats tussen de takken van een boom werd geplaatst, zodat de man als het ware in een wachttoren zat. De overige herders sliepen tus sen hun dieren binnen de onmuurde ruimte. Nu moeten we ook niet denken, dat die herders zo gekleed waren zoals we ze wel op plaatjes of als figuurtjes bij onze kerststal zien. Mannetjes met kuitbroekjes aan en slappe hoeden op. Neen, de echte herders van Bethlehem uit de tijd van Christus' geboorte zagen er wel iets anders uit. STOK EN STAF DE HERDER droeg een onderkleed in de vorm van een soort lang hemd, dat minstens tot halverwege het on derbeen reikte. Dit onderkleed werd rond het middel bijeen gehouden door een gordel. Aan deze gordel droeg de herder zijn stok. Dat was gewoonlijk een eiken stok van om streeks zestig centimeter lang met aan het ene eind een knop ter grootte van een flinke vuist, soms voorzien van punten, iets lijkende op de zoge naamde "goedendag" het wapen dat wel in de Middeleeuwen werd ge bruikt. Aan het andere einde bevond zich een leren lus, waarmee de stok aan de gordel werd gedragen, de her der hield de stok in de hand met de lus om zijn pols evenals dat het geval is met de wapenstok van onze heden daagse politie. Over dit alles heen droeg de herder een van ruwe wol geweven jnantel ongeveer even lang "als het onder kleed. Voorts op het hoofd een hoofddoek, die vastgehouden werd door een band rond het hoofd. In de hand droeg hij zijn staf met een leng te variërend vaan 1,20m tot 1,80m ge- woonlijk gemaakt van de tak van een olijfboom die geschild werd. Deze staf diende de herder bij het beklim men van rotsen, om takjes en blade ren af te slaan, om treuzelende of vechtende schapen te straffen en om er op te leunen. EN DAVIDS SLINGER TOT ZIJN verdere uitrusting be hoorde ook een wollen zak, gevuld met kleine gladde stenen, gezocht in de beddingen van rivieren, die dien den om gebruikt te worden in "de slinger".Deze slinger gewoonlijk ge vlochten van wol had in het midden een extra breed gevlochten deel, waarin de steen kon worden gelegd. Wie een steen in de slinger deed, stak de middelvinger van de rechter hand door het oog van een lus, ter wijl hij het andere, iets langere en smallere eind met de zelfde hand vasthield. Dan slingerde hij het ge heel boven het hoofd. De kunst was om de slinger op het juiste punt van de beschreven circel los te laten, zo dat de steen precies het doel trof. Veelal waren de herders goed ge oefende slingeraars. Wij behoeven hierbij maar te denken aan het be roemde verhaal uit de bijbel van David en Golath, waarbij de kleine David op deze wijze de reus versloeg. Het waren .deze herders, eenvou dige, doch stoere in de natuur, weer en wind, zon en hitte opgegroeide mannen die in de velden bij Bethle hem de nacht doorbrachten, toen aan hen de Engel verscheen om hen als eerste de blijde boodschap te brengen van de geboorte van het Kindje. De herder in vol ornaat met staf, gordel en eiken-stok in de vorm van de latere goedendag, onderkleed, mantel en hoofddoek. In de hand de geduchte slinger. OUDEJAARSFEEST wordt in ons land het liefst in de familiekring ge vierd. Het is in hoge mate een gezel- ligheidsfeest met veel lekkernijen voor jong en oud zoals oliebollen en appelbeignets, warme punch en om middernacht een hartig hapje. Er moqj van alles in huis worden ge haald. Hierbij wat oudejaarsrecep- ten. uit eigen maar ook uit andere landen. Na bestudering kunt u dan bijtijds een boodschappenlijstje op stellen! GODENWIJN Een 18e eeuws Frans recept: Ingrediënten: 2 liter droge witte wijn. 1 kg citroe nen, 1 kg kristalsuiker. De vruchten moeten ongeschild in ronde schijven worden gesneden en afwisselend met lagen suiker, dus steeds om en om, in een kom worden gelegd. De suiker als bovenste laag en dit een nacht laten rusten. De volgende dag de wijn erover gieten en alles zó nog eens een dag laten staan. Tenslotte de drank zeven en in flessen doen. Wanneer de flessen zorgvuldig gesloten worden, kan deze drank wel een maand bewaard blijven. Wel moeten de flessen zo koel mogelijk worden weggezet. De gebruikte vruchten hoeft u echter niet weg te gooien, u kunt er bijvoor beeld heerlijke compote of jam van maken. PUNCH "ALCOHOLVRIJ" 1 liter vruchtensap. Vi liter thee. 1 ci troen (sap en schil) stukje pijpkaneel. 2 kruidnagelen, suiker naar smaak. In weinig water citroenschil, pijp kaneel en kruidnagelen langzaam laten trekken Zeven en met vruch tensap, thee en sinaasappelsmaak aan de kook brengen Suiker naar smaak toevoegen. Deze punch kunt u warm maar ook koud met stukjes ijs serveren. PUNCH: "MET ALCOHOL" 100 gram suiker, 1 stukje pijpkaneel, Vi stokje vanille. 6 kruidnagelen, schijfje citroen. liter bessenwijn, 1 dl water. Laat de kruiden enige tijd in het water zachtjes aftrekken. Brandt de suiker tot een lichtbruine caramel, voeg het kokende kruidenaftreksel toe en daarna de bessenwijn. Laat de caramel oplossen, giet de punch door een zeef en presenteer ze warm. HEET BIER 1 liter pils, 2 eieren. 125 gr. bruine suker. 2 kruidnagelen, 1 citroenschil, pijpkaneel, zout. rum of brandewijn. Laat de kruidnagelen en een half pijpje kaneel in het bier trekken. Vermeng de eieren met de suiker en voeg al roerende het warme bier voorzichtig toe. Blijf roeren tot de drank gebonden is. Het bier mag niet koken! De pan van het vuur nemen en het bier op smaak brengen met een scheut rum en wat zout. WHISKY-SLING 2 theelepels suikërsiroop. 1 theele pel citroensap. 1 glas whisky. Doe de ingrediënten in een hoog glas met ijs, opvullen met sodawater. RUM SLING 1 glas rum, 2 theelepels suiker siroop, 1 likeurglas sinaasappelsap Doe de ingrediënten in een hoog slank glas. opvullen met ijs en soda water HIERBIJ HET ALOUDE RE CEPT VOOR HET BAKKEN VAN OLIEBOLLEN EN AP PELFLAPPEN. HET IS NIET MOEILIJK, ALLEEN MAAR EEN WEET!!! OLIEBOLLEN Ingrediënten: 250 gr. bloem, 15 gr. gist, 2 a 2Vz dl. melk, 125 gr. krenten, rozijnen en su- cade, iets zout, sla-olie en poeder suiker. De krenten en rozijnen in lauw water wassen en goed uit laten lekken. Meng de gist aan met wat lauwe melk, voeg deze bij de bloem, doe er de rest van de lauwe melk en wat zout bij, en maak hiervan een stevig glad beslag. Roer er tenslotte de krenten, rozijnen en de gesnipper de sucade doorheen. Laat het beslag dichtgedekt op een lauwwarme plaats ongeveer een uur rijzen. Doe in een diepe pan de sla-olie en laat deze dampend heet worden. Maak hierin twee lepels even vet, neem hiermee wat van het beslag en laat dit in de hete sla-olie glijden. Bak de oliebollen goudbruin en gaar. Laat ze goed uitlekken en bestuif ze met wat poedersuiker. APPELFLAPPEN 25 stuks 125 gr. bloem, 1 theelepel bakpoeder, 2 eieren, 1 dl melk, wat zout, 5 a 6 zure appelen, 1/2 dl. rum. 20 gr. sui ker, 80 gr. frituurvet of 3A dl. sla olie. De appelen schillen en boren. Snijd ze in schijven en naar verkie zing kunt u ze in de rum, die met suiker vermengd is. weken. Roer de meel met het bakpoeder,' de eierdooiers, wat zout en scheutje bij scheutje, de melk door elkaar. .Totdat een glad beslag, zonder klontjes, ver kregen is. Vermeng dit zo luchtig mogelijk met het stijfgeklopte eiwit. Dompel vervolgens enige schijfjes appel in dit beslag en bak ze met het frituurvet of de slaolie in de koekepan lichtbruin en gaar. Be strooi ze met suiker, die vermengd met fijne kaneel is en dien ze warm op. JOKE VOS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1977 | | pagina 51