MONSTER-KERST-KRUISWOORD
met verborgen raad
HENKIE
LMJ
>1
si
£3 gssgj
sa
1
I?
s s ritf-
lllllliiul.'liifilllilllllillllililljIlL
z
ui
LU
O
LU
O
LU
CC
oc
!2 2
fS ë«J5 U
P
'SS** w
I P
Xg-l
8-2
si 2
a- g
i
-
Q- CD
SlP88.8
-
DO -sl
O)
CT5 CD
p. K
«K"
sr
.gP
00 8
i ?-
s -^8
-~iIf
I 1
V*, t\A\
- QAJ83GA r>>. ^WUi)|^ T^
Deze Kerstpuzzel bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een kruiswoordraadsel die met behulp van de hierbij
omschreven opgave opgelost kan worden.
Het tweede deel is een verborgen raad. Deze kunt u vinden, door uit het kruiswoord de letters te zoeken en in te vullen,
waarvan de nummers corresponderen met die in de kerstboom van deze puzzel. Dat is de uiteindelijke oplossing.
Neem de verborgen raad over op een briefkaart en stuur die n-aar onze krant.
7/ \V
'So me)
Hff li/8
9* J09
HORIZONTAAL:
1. Chr. feest; 5. jaargetijde; 10. onverlicht; 15. vreugdevol gebeuren; 19. plezier; 21. Europeaan; 23. deel v.e. voet; 25
loot; 27. meubelstuk; 30. regeringsreglement; 31. vluchtige stof; 33. daar; 34. roofvogel; 37. motorrace; 39. voldoende
41. opbrengst; 43. kuststrook; 45. aansporing; 46. vogel; 48. Eur. land; 49. rag; 50. opstootje; 51. kant; 52. ieder; 53
moed; 55. de onbekende; 57. voortstuwer; 59. aansporing; 60. groente; 61. onder andere; 63. pi. in N.Holland; 65. belem
mering; 66. stad in Z.Amerika; 68. hetzelfde; 70. het dringen; 72. kleur; 74. zwijn; 76. communicatiemiddel; 78. metsel
specie; 80. deel v.d. hals; 82. vat; 83. bijb. fig.; 84. deel v.e. schoen; 85. bloeiwijze; 87. vogeleigenschap; 90. vochtdoor
latend; 91. daar; 92. bergplaats. 93. telwoord (Eng.); 95. mager; 97. vroegere koningin; 99. vogel; 100. voegw.; 101. arts
104. feestboom; 107. grote watervlakte; 109. steensoort; 110. toon; 112. ton; 113. gesloten; 114. ongeveer; 115. maat
117. ongesteld; 120. schoonmaakmiddel; 121. koker; 123. helemaal; 125. kledingstuk; 127. telw.; 128. eren; 129. deel v.h
jaar; 131. voertuig; 133. gravin v. Holland; 135. verwonding; 136. stad in België; 138. verbrandingsrest; 140. dop; 142
trek; 144. verzonken werelddeel; 150. bijb. fig.; 151. bepalen; 154. doortastend; 157. slede; 158. water in Friesland; 160
zeevogel; 162. verdwenen; 164. bijb. fig.; 167. toespraak; 169. maat; 171. heimelijk; 173. hoog bouwwerk; 174.
fam. lid; 175. kort ogenblik; 176. immer; 178. sportartikel; 180. voegw.; 182. godheid; 184. rund; 185. Chinees leider
187. voertuig; 188. sneu; 190. tweelingfiets; 192. mislukken; 193. noot; 194. boom; 195. Europeaan; 196. kort ogenblik
198. huisdier; 200. ongeveer; 202. roemen; 204. dof; 205. ontkenning; 207. meubel; 208. stop; 210. familie; 212. vaartuig
213. vuur; 215. eigen; 220. daar; 221. boom; 223. lokspijs; 225. deel v.e. ketel; 227. fr. lidw.; 228. bloedvat; 231. rund; 232
keur; 234. 'motorrace; 236. kledingstuk; 238. kledingstuk; 239. Eur. hoofdstad; 241. binnenkort; 242. pl. in Overijssel
243. gast; 246. deel v.e.fr. ontkenning; 247. rustend; 248. Eur. taal; 250. vertegenwoordiger; 252. vuil; 254. pl. in Limburg
255. fam. lid; 257. gelofte; 258. heilige; 259. bloem; 261. plaag; 262. vr. munt; 264. geluid; 266. pl.i.d.N.O. Polder; 268
strak; 269. deelneming aan; 270. turen; 271. beschadiging.
VERTIKAAL:
2. maat; 3; bedorven; 4. klap; 6. voorz.; 7. pl. in Drente; 8. insekt; 9. daar; 11. deel v.d. Bijbel; 12. ontkenning; 13. vrucht
14. voegw.; 16. vogel; 17. slot; 18. heilige; 20. buigzaam; 22. kerel; 24. dagblad; 26. grote plaats; 28. sprookjesfiguur; 29
vod; 31. ten leven gekomen; 32. vlieten; 34. vogel; 35. slot; 36. deel v.e. schoen; 38. kledingstuk; 40. vogel; 41. belemme
ring; 42. roem; 44. vervoermiddel; 45. weekdier; 47. voertuig; 52. maat; 54. flink; 56. dwaas; 58. voorz.; 59. vr. titel; 60
mann. zoogdier; 62. water in Drente; 63. insekteneter; 64. insekt; 66. watering; 67. sterke drank; 68. hetzelfde; 69
dierenverblijf; 70. insekt; 71. de onbekende; 73. noot. 75. roofdier; 77. aankomend; 79. advies; 81. steen; 84. fel; 86
tegen; 88. mal; 89. loot; 90. jong dier; 91. een zekere; 93. kleur; 94. water in Friesland; 96. vr. munt; 97. Europeaan; 98
hoofd v.e. klooster; 99. ronde staaf; 100. water in Friesland; 102. Oosterlengte; 103. raam; 105. recht vaarwater; 106
orgaan; 107. deel v.e. fiets; 108. schennis v. trouw; 111. ploeg; 114. berg; 116. bergplaats; 117. hemellichaam; 118. zui
velprodukt; 119. stop!; 120. wintervoertuig; 122. bijb. fig.; 123. kort ogenblik; .124. wapen; 125. huis; 126. rand; 127
behoeftige; 130. noot; 132. dwarshout; 134. hoender; 137. achter; 139. tegenvaller; 140. bamboebeer; 141. militair; 143
man v. stand; 144. schip; 145. vod; 146. kloosterhoofd; 147. Europeaan; 148. fam. lid; 149. voorz.; 152. bar; 153. dieren
155. bergweide; 156. aankomend; 159. pl. in Duitsland; 161. lied; 162. verzoek; 163. verlies; 165. mager; 166. toespijs
167. bloem; 168. lidw.; 170. noot; 172. groente; 173. tocht; 177. vervoermiddel; 179. verslagen; 181. staat; 183. vogelver
blijf; 185. fam. lid; 186. rivier in Duitsland; 188. sluis; 189. schrijfgerei; 190. groei; 191. voegw.; 192. moed; 193. aantal
195. knaagdier; 197. vogeleigenschap; 198. mogelijkheid; 199. vroegere paus; 200. gevangenis; 201. gewoonterecht
203. draaikolk; 204. noot; 205. gevangenis; 206. uitstalkast; 207. wapenstilstand; 209. niet thuis; 211. zuster; 212. zang
stem; 214. voordeel; 216. soort verlichting; 217. Europeaan; 218. repareren; 219. pl. in N.Holland; 222. vis; 224. tande
loos zoogdier; 226. hetzelfde; 228. levenslucht; 229. boom; 230. geestelijk lied; 232. tijdmaat; 233. loot; 235. gereed
schap; 237. niet even; 239. fam. lid; 240. verbinding; 244. kort ogenblik; 245. huivering; 248. bijb. fig.; 249. as; 251roem
252. hemellichaam; 253. roofvogel; 254. Ver. Arabische Rep.; 256. vogel; 258. bevel; 260. vroegere koningin; 261 heilige
262. fr. lidw.; 263. voegw.; 264. heilige; 265. wederk. vnw.; 267. vaartuig.
Henkie zong veel en graag.
Hij deed het niet mooi en van de
meeste versjes kende hij maar een
paar woorden, want Henkie was
geestelijk onvolwaardig zoals wij dat
op z'n zondags zeggen.
Gekke Henkie dus.
Een kind waar zijn ouders veel
tranen om gelaten hebben. Verdriet
dat allengs voor een groot deel over
ging in vreugde, want Henkie groeide
op tot een groot, aanhankelijk en vro
lijk kind wiens zonovergoten levens
wijze een bemoediging inhield voor
allen die dagelijks de kleine en grote
teleurstellingen van het leven moes
ten verwerken. Het leven van Henk
was tot nu toe een aaneenschake
ling van fijne dingen geweest. Hij
werd niet opgejaagd door ambities,
eerzucht of hebzucht en dagelijks
ontmoette hij op zijn wandelingen
aardige mensen die hem spontaan
en luidruchtig reeds uit de verte
begroetten of even voor een praatje
stil bleven staan. Als hij zong, wat hij
meestal deed als hij op straat liep,
plantte hij zijn grote voeten stevig op
de grond en stapte precies op de
maat van zijn eigen muziek, want
maatgevoel hètd hij. De bruggetjes in
het plantsoen wisten er van mee te
praten.
Nieuwe versjes leerde hij altijd van
de buurvrouw. Die kende er zo veel
en ze werd niet moe de liedjes tel
kens weer vóór te zingen en omdat
het bijna Kerstfeest was probeerde
ze Henk nu wat Kerstversjes bij te
brengen. Ze had ook verteld waarom
de mensen het feest vierden en hij
had met open mond geluisterd naar
het verhaal van het Kind in de kribbe.
Hij begreep er lang niet alles van,
maar het beeld van het Kind dat alle
mensen gelukkig wilde maken bleef
haken in zijn eenvoudige ziel. De
vonk van liefde sprong over op zijn
gevoelig gemoed en zoals altijd als
iemand liet merken dat hij van hem
hield, moest hij dat uiten in gezang.
Gelukkig hadden de Kerstliederen
vrolijke wijsjes zodat Henkie zijn
vreugde volop kwijt kon.
Zo had de buurvrouw ook verteld
dat in een naburig dorp een Kerst
nachtdienst gehouden zou worden
met heel veel zang. En natuurlijk
wilde hij daar dolgraag heen. De
dagen die er aan voorafgingen leefde
hij helemaal naar zijn feest toe. Zijn
gedachten waren hiervan zo vervuld
dat hij aldoor delen van Kerstversjes
voor zich uit liep te neuriën, alsof hij
oefende voor het grote gebeuren.
Het was een donkere avond en
Henkie fietste stevig door. Spanning
voor het feest ontlaadde zich in een
hijgerig „Stille Nacht". Nog even en
hij passeerde iemand die met een on
gelukkig gezicht naast zijn fiets
stond. "Hallo Henk, waar ga jij naar
toe?"
Het was de organist.
„Ik ga naar jou luisteren", ant
woordde Henkie en stapte af.
Toen vertelde de organist dat zijn
fietsketting gebroken was en dat hij
nu veel te laat zou komen.
Zonder een moment aan zichzelf te
denken liep Henk om zijn fiets heen,
drukte die de organist in de hand en
zei: „Rijen! Ik ga wel lopen."
Als de jongen een uur later bij de
kerk aankomt zingen de kerkgangers
juist de laatste regels van de enge
lenzang „Ere zij God".
De overgang van het langdurige
duister naar de feestelijk verlichte
kerkzaal grijpt Henkie sterk aan. Als
in trance loopt hij door het. midden
pad naar de prachtig versierde kerst
boom en als hij bij de kribbe komt,
ziet hij alleen nog het kindje. Voor
zichtig als gold het een porceleinen
vaas haalt hij het er uit. Het orgelspel
houdt op en de kerk verstilt. Dan
begint hij te zingen: „Ere zij God, in
den hoge!"
Meer woorden kent hij niet, maar
hij herhaalt ze. Ook als de organist
het lied overneemt en iedereen, eerst
aarzelend, opnieuw het „Ere zij God"
aanheft en het aanzwelt tot een
machtig koor.
Alsof ze het nooit eerder gezongen
hadden
O
O
co t-
uj x
LU O
CO LU
CC O
_i
z cc
LU
-1 Q.
cc O
LU CC
er o
LU f—
LU
O h-
rs
O
00
CC t-
LU LU
X
LU
Q Z
do do a cd ze. 3 o
p 5" y>
DO CD l
DO -k O)
00 N O0 CD
CD
0 -1 Q_
CO Ü5
CO "O
Q-
CD
3
DO
i M
CD
-O P
L L CD CD -C* DO DO
CO l -Ê» CD
O -U 1 CD
m co q-
j? o E 03 p
CD E
03 (- y m JSk
(Q W 3 K P5
CD -
9°
cn o
CJ1 P)
-o
cn Q.
-sl ft)
O)
CD
CD DO
a co
- CD
DO
cn O
m OT
O 2
00
CD -
N
cn S
DO
CD -si
00
j S r 9
3 W <tL o- rt O 0) O) !-
cn "o _a, -
COC/5 DO -^j =5 CD N M, O
03 1 S w coPP*-
<9. 5" -«
jo jUJ0OOr
-n (0 «3 ut j
rvjLOM Jn ui UI -g P g
P CO m S2. O N cn O"
(D 5 3 g i p P> O
ET 2 rom?T3
do -id 9 o O-, S£doO
co
CD cD
DO
D^ CD CD
O- p. P.
O
0 CO
- co
K CO a
co - 3
CD CD
"Ni
E Q.P
3 CD
cn
-• W O
DO o
8 co
05
CD ->j
CD 00
DO
DO
CO
0) p
co
CD
oo -»•
1 DO Q5
OO
TT CD
ft)
5- ix 0) £2.
- ft) P O Q. P
CD
P 3 3
ft) C
r? DO -T D ui
gro» O CD ft, CD 3
do- Lfn—
Cn^Q 9 m QD - A -1 CD. -1
OO
y 9- S
CD CD
P CD
/-T\ I I
P CO oo
cn cd r- fr
ft)
iü. ro
CDr
DO -si n Q5
DO CO f\Ó .""fc
P o O g 5 (O 13 5 ai O)
m DO 7a Cl m
ft)
L. <D -*■ 3" C/5
ft) O CD --
co cn cd c*j
05 O
"fv'v DO
DO
cn II
CD
Q.
2. S
P. M
U) 3
roll
"n> K g
05 O) P°
- Km®
O) r\ OO
cn FV cn
CD
O
D -i.
CD 3
O) CD
CD P.
3 -
q do
3
ft)
cn ft)
o.
ft) Q)
ft) -
cr oo
o co
_i. CD:
CD =T
cd
cn
- C/5
g)cQ rr
P 5 cn
cn o
Q) CD
- (Q
CD
x O
O "O
33
N O
O C/3
Z C/3
D
CD
CD ft)
-• D)
O
o? 3
o E
CO O)
C
rr cd
co
m 5r
1 o. co 5
3 SU
w q
- cd CD
- TT
V 0
05
cn -»■
-o co
co
Cl
cn.?3
co
DO OO CD
CO
P
O
T3
ft>
O E
Q.
CD ft)
CD 2. Q
CD
D CD
3
-P^èKoPco^o
DO
do
ft) 3
Q. ft)
ft)
CD a pCQ
0) 3 9- CD
3
yj ."i _l O)
CD
3 P K. O)- ro<q
Do-gL^Pfig.P®-:S
3
OO
cn
-TT 3 o - CD co
- -Ni OO"
p 8 O
O cn CD rr g
- cd rr
o O)
- P° ftT P
3
0) CD
CD
ro do
O)
O)
w 3
CD -CD
3 DO
m
N> P°
g m «o
"O
O) ft)
z? ft)
ft) 13
3
DO
do cn
O) o
cd
U- 03
CJ (Q
CD CD
o 5
CD -*
- CD
DO
<D
O
ft) DO
ft)
DO "k, O
o
CD
- O)
<J> z
DO Q3
CQ P.
O
cn 3
CD -
CD
_l cn
CD
O)
SFO
2 M o 00
g P° 0)
cn
X
nJ 01
cd -
O)
-sl
ös 10 s .-1
2 m 1
cd cn
a cd
m D) CD
i. CD 3
ft) 3
_l CD TT
CO -Ck
O) DO
CD O 00
CD U OO -)
nj DO DO s Q) x" rr\
m=!fftO(DO)^35a-5 O)
ift) O) O) O -sl OO CD 3x; Q. CD 3
ft) p
3 --
co r\)
o cn
cn 3
CD CQ
p. DO
do cn
3 °0
-• o cn
DO E
DO -
P? DO ft)
CD 3 OO
- CD
DO CD
CO CD
_l DO
DO 9 cn
CO Q-
DO
P 00
cd' co
7C P
-»■ m
3
O 03
n
«O
03 T
CD iü.
Q.
CD -*■
-L DO
O)
CD CD
O
-S O
O
"O CD
DO - CD r
CD O _L
OO CD _L
5 3- P S
ro P qT
3 w
»ISq
H 0
O
o --1
o
5T
- m
O CD CO
CD
0) CD
P" cn
DO
'^8®
o E
CD E Do
-si cn
P* P
ft) E
CD 3
J"! Q. CO
'cn
P DO JJ
E
9: TT co
P. cn
-sl PCQ
Fag
- CQ
DO CD -L
co CD
p D DO 1
CD CD
E E
cn o)
cn o
O
CD
3 co
3 3