Bij het afscheid van de „vader"
van Het Nieuwe Stadsblad
IX
m.
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 12 - WOENSDAG 4 JANUARI 1978
C. J. van der Klink: „bord moest van de deur".
C. J.van der Klink:
bij mij stond altijd
de mens centraal
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllll"!"!!"!"""""""'"""""""""""""""""""""""""'
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii"""""""""""""""""""""""""""""""""'"""""""""""'""""""""""""""""
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii'i""""""""'""""""""""""""""""""""""""""""""""""111""11"1""""""11
Het zal wel even wennen zijn, maar met ingang van 1 januari is er officieel een
einde gekomen aan de absolute twee-eenheid tussen Het Nieuwe Stadsblad en de
heer C. J. van der Klink. Vrijdagmiddag 6 januari nemen de heer Van der Klink
en zijn echtgenote tussen drie en half zes afscheid van Het Nieuwe Stadsblad, alle
medewerkers en de talrijke relaties. De afscheidsreceptie vindt plaats in het No-
votel in Schiedam.
C. J. van der Klink: „Stadsblad was in de begintijd troef voor schnabbelende
journalisten".
C. J. van der Klink, stuwende kracht achter Stadsblad en City centrum.
De heer Van der Klink gaat op 58-jari-
ge leeftijd met vervroegd pensioen. Zijn
huis aan de Willem de Zwijgerlaan
wordt ter beschikking gesteld aan zijn
jongste zoon Hans en zijn gezin, terwijl
het huis van zoon Hans aan Lange Ha
ven als onderdak zal gaan dienen voor
het echtpaar Van der Klink, als men in
Nederland vertoeft. Onderdak niet
meer, want het grootste gedeelte van
het jaar zal het echtpaar Van der Klink
vertoeven in een riante boerderij in het
Zuidfranse Mirabel en in de streek La
Chade.
Op 58-jarige leeftijd ermee stoppen en
dan verhuizen naar Zuid-Frankrijk is
iets waartoe velen geroepen zijn, maar
weinig uitverkoren. Het echtpaar Van
der Klink wordt dus Frans. „Geen
sprake van" zegt de heer Van der
Klink, „een Schiedammer blijft altijd
met zijn stad verbonden ik ben Schie
dammer en ik blijf het, een Schiedam
mer emigreert niet, vandaar dat wij het
huis van onze zoon Hans aan de Lange
Haven zo af en toe gaan bewonen".
De reden, waarom hij op 58-jarige leef
tijd een streep zet onder zijn dagelijkse
Stadsblad-werkzaamheden, is heel
eenvoudig. Hijzelf daarover: „Je moet
niet vergeten dat ik van kinds af aan
keihard heb gewerkt. Op uren werd in
de Stadsbladtijd nooit gekeken en ik
vond het nu tijd om mij eens te gaan
bezighouden met mijn hobby's die ook
talrijk zijn".
De heer C. J. van der Klink, Cor voor
zijn vele vrienden, mijnheer Van der
Klink voor vele anderen, de baas voor
zijn trouwe medewerkers, waarvan er
verschillende meerdere jaren op het
Nieuwe Stadsbladkantoor aan de
Broersvest hebben gewerkt en de
„ouwe" voor diegenen die op de loon
lijst van de Randstad Edities staan tie
het wat minder nauw met de gezags
verhoudingen nemen.
Cor van der Klink, de mens die op
enstond voor iedere kwaal of vraag
waarmee de Stadsbladmedewerkers
werden geplaagd, maar ook de mans
die bv. de stuwende kracht is geweest
achter de winkeliersvereniging City
Centrum (binnenstad) die hij mede
heeft helpen oprichten.
Daarnaast altijd Het Nieuwe Stadsblad
IC. J. van der Klink „kiellegging van
het Stadsblad vond plaats in
Rhoon".
en zijn geestelijke vader Cor van der
Klink. De succesrijke story van het
Nieuwe Stadsblad en Cor van der
Klink, die begon op 6 oktober 1949 en
eindigde op 1 januari 1978.
KIELLEGGING
Merkwaardig genoeg vond de kielleg
ging van Het Nieuwe Stadsblad niet
plaats in Schiedam maar in het nog
landelijke Rhoon. De heer Van der
Klink kan er nog met genoegen over
praten. „Rond oktober 1949 bestond
Rhoon 750 jaar en dat was de reden om
een feestkrant uit te geven. Van de ba
ten zou een hekwerk rond het feestter
rein en het kasteel van Rhoon, dat bin
nen het feestterrein was opgenomen
(worden neergezet). Ook in die dagen
had de gemeente geen geld, totdat men
op het Rhoonse stadhuis mij vroeg om
een feestkrant uit te geven die in
Rhoon en verre omtrek huis aan huis
zou worden verspreid. De baten na af
trek van van kosten waren voor mij. Ik
zag er aanvankelijk wel tegenop, maar
het lukte toch en ik had een beginkapi
taal van 1350,De kontakten met
Rhoon liepen daar zo goed omdat ik
als vertegenwoordiger van drukwerk
daar maandelijks over de vloer kwam".
Dat was dan de basis voor de eerste
editie van Het Nieuwe Stadsblad, ge
drukt bij de drukkerij Van Gent in
Ridderkerk.
Het was wel een magere broodwinning,
je kon soms amper eten maar zo lang
zamerhand kwamen de groot-adver
teerders zoals Berevoets en Smoren-
burg. Daarbij kwam nog dat op een
gegeven ogenblik voor mijn huis, ik
woonde toen nog in de Louise de Co-
lignystraat, een grote Amerikaanse slee
stopte en daar de directeur van de
Vesta-betaalzegels uitstapte. Hij vroeg
of ik ook interesse had om de zaken in
Schiedam voor deze onderneming te
behartigen en dat leverde J 80,per
week op, in die dagen een hoop geld".
DRIE EENHEID
Het werd dus in die dagen een drie
eenheid van Het Nieuwe Stadsblad-
Vesta-Van der Klink. „Dat duurde
zo'n twee jaar en toen moest ik bij de
Vesta-directie in Amsterdam komen.
Op mijn deur stonden namelijk twee
borden, één van de Vesta en één van
Het Nieuwe Stadsblad. De directie van
Vesta vond dat het bord van Het Nieu
we Stadsblad maar weg moest. Er ging
ook een bord weg maar dan dat van de
Vesta", lacht de heer Van der Klink als
hij daar nog aan terugdenkt.
„Ik stond voor de keus", zegt de heer
Van der Klink nu vele jaren later, „ik
mag nu wel zeggen dat het een geluk
kige keus is geweest. Van Vesta had ik
wel één ding overgehouden, kennis van
straten en buurten in Schiedam" aldus
de scheidende Stadsblad-direkteur. Je
kwam overal, in de Mariastraat, maar
ook in de Gorzen, dat nu deftig
Schiedam-Zuid heet. De Vesta gaf be-
taalzegels uit die men in diverse win
kels kon besteden en daardoor kreeg ik
weer veel contacten met de winkeliers.
Inmiddels ging ik wel naar een andere
drukkerij uitkijken en kwam toen te
recht bij de Delftse drukkerij Van der
Drift die drie huis-aan-huisbladen uit
gaf en er best nog een paar bij kon ge
bruiken. Met de toenmalige directeur
werd ik in 1952 compagnon, dat ver
breedde het risico".
Dat het een gelukkig tweemanschap
was, blijkt wel uit het feit dat de Delft-
se drukkerij Van der Drift nu de offi
ciële uitgever is van Het Nieuwe Stads
blad en de officiële noemer onder wel
ke alle Randstad Edities worden uitge
geven.
„Van de naam Randstad Edities was
toen echter nog niets bekend, drukke
rij Van der Drift gaf na mijn komst vijf
huis aan huis bladen uit, namelijk
Delftse Post, Groot Rijswijk, Westland
Post, Het Nieuwe Stadsblad en Groot
Vlaardingen/De Maaskoerier en wij
peinsden ons suf om een verzamel
naam te vinden teneinde advertenties
te verkopen die door konden worden
geplaatst. Tijdens een bijeenkomst
werd het Eureka! oftewel ik heb het ge
vonden en dus: de Randstad Edities.
Een heel apart verhaal is het redaktio-
nele gedeelte van Het Nieuwe Stads
blad in de beginjaren een dankbaar
terrein voor de plaatselijke pers.
Schnabbelen was een dankbare bijver
dienste en er hebben grootheden in Het
Nieuwe Stadsblad geschreven, zoals
bv. Willem (toen nog 'O) Duys, de
toenmalige plaatselijke redakteur van
Het Vrije Volk en Leo Nelissen de
toenmalige redakteur van de Nieuwe
Schiedamse Courant, die naar de
KRO-radio is gegaan en waar van het
schitterende verhaal de ronde doet dat
de toenmalige burgemeester Peek de
plaatselijke pers bijeenriep om hen
trots het nieuwste portret van Ko
ningin Juliana te laten zien. Op de
vraag hoe mijnheer Nelissen dat vond
zei deze ijzig, dat leest u morgen wel in
mijn krant, burgemeester". En die las
het de volgende dag. De goede Leo
schreef: „Ik heb maar één oordeel over
dit porttret, majesteitschennis".
KLEURRIJK
Kleurrijk waren ze wel, die schnabbe
lende journalisten in die dagen, zoals
de eerste op free lancebasis aangeno
men redakteur Izaak Joppe die enkele
jaren geleden veel te vroeg is overleden.
Hij runde naast zijn schrijverij een
kruidenierswinkeltje in de Louise de
Colignystraat, maar de schrijverij had
zijn hartstocht. De man had echter één
handicap, hij was erg doof, totdat hij
plotseling met een gehoorapparaat op
de dagelijkse politiepersconferentie
kwam. De plaatselijke journalisten van
die dagen zaten toen al vol met streken
en hadden voorgenomen alleen hun
mond maar open te doen en net doen
alsof ze spraken, maar voor de rest
zouden zwijgen. De goede Joppe, die
het op al dat moderne gedoe helemaal
niet had, zei toen: „zie je wel dat je er
niets aan hebt. Waarop het hele koor