FIETS
opnieuw positief gewaardeerd
tweewieler
rai
Veel nieuws bij motorfietsen
Wat is mijn beste
fiets-maat?
27 febr. - 5 mrt. 78
SDAC
I
Zo'n horizontaal vervoermiddel is out en oud. Allesbehalve een nouveauté-tje van
de Tweewieier-RAI dus. En een driewieler-RAI zullen we wel nooit beleven.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De fiets wordt de laatste jaren opnieuw
positief gewaardeerd. Dat is voor velen
een onverwachte ontwikkeling geweest.
Toen korte tijd na de Tweede werel
doorlog het gemotoriseerde vervoer in
snel tempo een steeds groter wordende
plaats veroverde, raakte de fiets op de
achtergrond. Er is toen wel de gedach
te geuit dat het fietsgebruik binnen af
zienbare tijd vrijwel tot nul zou zijn ge
reduceerd. De werkelijkheid is anders
gebleken. Op het ogenblik beschikken
de Nederlanders gezamenlijk over
ruim 9,5 miljoen fietsen en dat bete
kent dat in vrijwel ieder Nederlands
huis een fiets aanwezig is. In 28% van
de Nederlandse gezinnen komen twee
fietsen voor, 15% heeft de beschikking
over drie fietsen, 14% over drie fietsen.
In 1% van de Nederlandse gezinnen
staan zelfs zeven of meer fietsen ter be
schikking.
De grote terugkeer van de fiets begon
in de zestiger jaren. Werden in 1952 in
ons land nog maar 465.700 nieuwe
fietsen verkocht, in I960 liep dit aantal
op tot 519.400. De aanvankelijk zeer
geleidelijke groei culmineerde in 1972
met een verkoop van meer dan een
miljoen fietsen. Dit aantal bleef in de
daarop volgende jaren stijgen. Volgens
een prognose van het Centraal Bureau
voor de Statistiek werd in 1977 een re
cordverkoop bereikt van 1,394 miljoen
fietsen.
Een soortgelijke ontwikkeling zij
het niet overal even spectaculair
zien wij in de meeste landen van de we
reld. In 1977 werden in de gehele we
reld 41 miljoen fietsen geproduceerd
tegenover zo'n 30 miljoen in 1975. De
ze vergelijking gaat niet helemaal op
omdat in de telling over 1975 ,de pro-
duktie in de Sovjet-Unie ontbreekt. In
1976 maakten de Russen 4,5 miljoen
fietsen; Amerika is de grootste fiets-
enproducent met ruim 8 miljoen stuks;
Japan komt op de tweede plaats met
6,3 miljoen fietsen en China bezet de
derde plaats met 6,2 miljoen fietsen.
WAAROM
FIETS?
TERUG NAAR DE
Het is een voor de hand liggende vraag
waarom de fiets weer in de belangstel
ling is gekomen. Wat zijn de motieven
die de mensen voor de fiets doen kie
zen. In opdracht van de Dienst Ver
keerskunde van Rijkswaterstaat is hier
onlangs een onderzoek naar ingesteld,
speciaal met betrekking tot het fietsge
bruik in het stadsverkeer. De belang
rijkste motieven die uit de resultaten
van dit onderzoek naar voren zijn ge
komen zijn: fietsen is praktischer, fiet
sen is prettiger en óietsen is gezonder.
Bijkomende motieven zijn dat fietsen
beter is voor het milieu en dat fietsen
goedkoper is. Zij, die het gebruik van
de fiets in de stad afwijzen, richten hun
motieven vooral op de verkeerssituatie
en minder op het gebruik van de fiets
als zodanig. De belangrijkste afwijzi-
gingsmotieven zijn: te gevaarlijk, te
onpraktisch en te onbeschut. Dat de
fiets in het stadsverkeer een belangrij
ke rol vervult, blijkt uit recente cijfers
uit Den Haag en Tilburg waar
fietsrou te-d em onstratieprojekten van
start zijn gegaan.
In Den.Haag gaat 50% van de mensen
per tweewieler naar hun werk, in Til
burg is dit 60%. Van de huisvrouwen in
Den Haag fietst 30% voor het bood
schappen doen naar het stadscentrum,
in Tilburg is dit 60%.
Van meer betekenis nog in de gehele
ontwikkeling is de plaats die de fiets in
de recreatie heeft gekregen. Hier is van
een zeer opmerkelijke groei sprake. De
fiets wordt door zeer velen gezien als
hét vervoermiddel voor de vrijetijdsbe
steding, of het nu gaat om toeristisch
fietsen, om trimmen op de fiets of om
fietsen als sportbeoefening. De behoef
te aan natuurbeleving is enorm toege
nomen en hiervoor is de fiets het aan
gewezen vervoermiddel, ook omdat een
groot aantal natuurgebieden alleen per
fiets goed te bereiken is en vaak alleen
maar te voet of per fiets mag worden
doorkruist. Het jaarlijks toenemende
aantal fietsclubs onderstreept de
groeiende populariteit van de fiets
evenals het zeer grote aantal deelne
mers aan allerlei fietsevenementen die
door het gehele land worden georgani
seerd. In 1977 namen naar schatting
een kleine 400.000 mensen deel aan
groepsevenementen op de fiets, 25%
meer dan in 1976.
DE 'TOEKOMST VAN HET FIETS
GEBRUIK
De toekomst voor de fiets ziet er zon
der meer rooskleurig uit. In de gehele
wereld houdt men rekening met een
nog toenemende fietsenproduktie en
fietsenverkoop. Voor Nederland ver
wacht men dat de fietsenverkoop in de
komende jaren steeds boven de 1 mil
joen zal blijven. Het zeer grote aantal
fietsen dat in gebruik is, noopt ook tot
regelmatige vervanging terwijl daar
naast steeds meer mensen naast hun
„werkfiets", de maandag-tot-en-met
vrijdag-fiets ook de beschikking willen
hebben over een „tweede fiets", een
speciale en daarop afgestemde vrije-
tijdsfiets.
Voor de recreatie zal de fiets belangrijk
blijven en wellicht nog belangrijker
worden, terwijl verwacht mag worden
dat de fiets in het stadsverkeer sterk
zal terugkomen. Dit laatste is aóhan-
kelijk van de voorzieningen die voor
het fietsverkeer worden getroffen zoals
het instellen van veilige en korte fiets
routes. het aanpassen van verkeer
slichten en de aanleg van fietstunnels
en fietsbruggen. Deze voorzieningen
komen nog traag tot stand, maar de
vele plannen die op dit gebied in voor
bereiding en deels reeds in uitvoering
zijn wijzen er op dat fietsvoorzieningen
in de toekomst steeds meer aandacht
zullen krijgen zoals de overheid ook tot
het inzicht begint te komen dat om
verschillende redenen het fietsverkeer
gestimuleerd en goed mogelijk moet
worden gemaakt.
Zo zegt het Physical Education College
in het Engelse Loughborough dat de
lengte van het been, gemeten aan de
binnenzijde vanaf de grond tot aan de
lies (bovenzijde dijbeen) en staande op
blote voeten, met 10% moet worden
verhoogd. Het zadel dient dan zodanig
te worden ingesteld dat de hiervoor ge
noemde beenlengte vermeerderd met
de extra 10% overeenkomt met de af
stand die wordt gemeten tussen een
van de in de laagste stand staande pe
dalen en de bovenzijde van het zadel.
Reeds bij kleine veranderingen van de
zadelhoogte (al bij een verschil van 4%)
kan aanzienlijk verlies aan energie op
treden.
Bert Alfrink komt in zijn boek: Fietsen
als sport en recreatie met betrekking
tot de juiste zitpositie op een racefiets
tot de volgende aanbeveling, waarbij
het zadel precies horizontaal moet
staan. Plaats de hakken van de schoe
nen (race-schoentjes) op de pedalen. In
deze positie moeten de pedalen zonder
overmatige inspanning (dus zonder
schuiven over het zadel) rond kunnen
worden gedraaid. Als de knieën hierbij
erg gebogen blijven staan, is het zadel
te laag. Wanneer over het zadel heen
en weer moet worden geschoven om de
hakken op de pedalen te kunnen hou
den dan staat het zadel te hoog.
J. Durry en J. B. Wadley adviseren met
betrekking tot een racefiets in hun The
Guinness guide to bicycling het vol
gende. Trek een denkbeeldige verticale
lijn vanaf het midden van de bracket-
as omhoog. De punt van het zadel
moet zich dan ongeveer vijf centimeter
achter deze lijn bevinden. Het gedeelte
van de zadelpen tussen zadel en hori
zontale buis moet bij een juiste frame
afmeting ongeveer tien centimeter be
dragen.
Frans Mahn van de KNWU is tot de
volgende meet-wijze gekomen. De za
delhoogte is te bepalen door de fietser
recht op het zadel te laten plaatsnemen
en de zadelhoogte zo af te stellen, dat
de voet horizontaal onder de pedaal
geplaatst kan worden, wanneer deze
pedaal in de laagste stand staat. Het
been moet daarbij gestrekt zijn! De af
stand van zadel tot stuur gaan wij pas
bepalen nadat wij de stand van het za
del kennen. De gewenste afstand wordt
gemeten door de elleboog tegen het za
del te plaatsen en de middelvinger naar
de bovenkant van het stuur te laten
wijzen, deze lengte plus 1 of 2 cm. is de
juiste afstand. Zo kan men de gewenste
maat van de stuurpen bepalen.
Tot slot Rob van der Plas. Hij schrijft
in zijn zojuist bij Het Spectrum ver
schenen Prisma-Fietsboek dat het za
del in de juiste stand staat als de af
stand van de onderste pedaal tot de za-
deltop, gemeten langs de zitbuis, l,09x
de beenlengte is. De beenlengte daarbij
gemeten van de grond tot de lies met
fietsschoentjes aan.
Als het u allemaal misschien een beetje
gaat duizelen, op de Tweewieler RAI
78 kunt u in Evenementen-hal terecht
om aan den lijve gemeten uw beste zit
positie op de fiets te laten vaststellen.
De Tweewieler RAI in Amsterdam be
hoort met de shows van Keulen, Lon
den, Milaan en Tokyo tot de toonaan
gevende tentoonstellingen. In dit rijtje
is de Tweewieler RAI de enige tentoon
stelling die in het voorjaar wordt ge
houden: plezierig voor motorrijders die
zo aan het begin van een nieuw seizoen
nog eens alle modellen aan hun ogen
kunnen laten voorbijtrekken.
Dit jaar zijn er op de Tweewieler RAI
een aantal echte primeurs te zien. De
grote merken: Honda, Yamaha, Ka
wasaki, Suzuki, Laverda, Moto Guzzi
en Benelli presenteren nu machines
van net onder of duidelijk boven de
1000 cc. met vermogens tussen de 60
en 77 kW (80 105 pk). De minimale
topsnelheid ligt bij de 200 km/u en de
hoogste snelheid bij 225 km/u. De
Honda CBX is de duidelijke koploper.
Ook gebouwd met dit doel: koploper
zijn! In Japan is deze luchtgekoelde ze-
Samen op de tandem, ja gezellig...
scilinder, met zes carburateurs, lucht-
koeling en kettingaandrijving, vergele
ken met de snelste concurrenten, en
het was ook de snelste machine. Was
dat niet zo geweest, dan was een kleine
ingreep voldoende geweest om het wel
zo te laten zijn, want de Honda techni
ci hebben af verklaard dat 96 kW (130
Pk) tot de mogelijkheden behoort' en
ook een topsnelheid van 240 km/u. De
CBX is geheel gebouwd volgens de lij
nen van de beroemde zescilinder racers
,van een jaar of tien geleden. Terwijl
Honda met de CBX bezig was, ontwik
kelde Yamaha de XS1100, een al lan
ger verwachte viercilinder. Yamaha
had al een 750 cc driecilinder, één ci
linder erbij en het is een 1000 cc vier-
pitter, en vandaar naar 1101 cc is maar
een kleine stap. Met 70 kW (95 pk) bij
8000 tpm zal deze machine bepaald
niet tot de muurbloempjes gaan beho
ren. Een bijzonderheid van deze Ya
maha is de cardanaandrijving, een du
re constructie die de bij dit vermogen
optredende kettingproblematiek vol
komen elimineert. Er zijn op dit mo
ment nog weinig concrete prijzen be
kend. maar voor de XS1100 van Ya
maha wordt 9500,genoemd; en
daarmee is de machine ondanks de
„dure" cardan concurrerend met de
„ketting-concurrentie". Zo'n ketting
heeft de Kawasaki ZIR, een nieuwe,
sportieve uitvoering van de al bekende
Z1000. En de voorganger daarvan, de
900 cc uitvoering, was de machine
waarmee de vrij algemeen aanvaarde
750 cc grens doorbroken werd. 62.5
kW (85 pk) wordt voor deze machine
opgegeven, maar uit tests is inmiddels
gebleken dat dat in de praktijk meer
dan 66 kW (90pk) is. Net als de Yama
ha XS1100 en de Kawasaki ZIR is de
Zusuki GS1000 een luchtgekoelde
viercilinder, met twee bovenliggende
nokkenasssen, vier carburateurs en vijf
versnellingen. De motor kan be
schouwd worden als een vergrote uit
voering van de GS750, een machine die
in korte tijd een belangrijk deel van de
750 cc klasse veroverd heeft.
Overigens is dat kettingprobleem sinds
de introductie van de zelfsmerende
kettingen nu algemeen op zware moto
ren, beduidend verminderd.
Al deze „supermachines" zijn nieuw
voor ons land: zo nieuw dat de meeste
met de RAI nog niet leverbaar zijn!
Maar er is natuurlijk ook lichter
nieuws. Motoren met een wat beschei
dener inhoud, een lager vermogen en
een veel geringer gewicht. Motoren ook
die volgens geheel nieuwe richtlijnen
geconstrueerd zijn, waarbij soms ogen
schijnlijk een flinke stap gedaan wordt.
Want zo lijkt de teruggang van vier-
naar twee- en ééncilindermotoren! Ook
in deze middenklasse komt Honda met
een te verwachten winner, de CX500.
Dit is een watergekoelde 500 cc V-twin
met vier kleppen per cilinder èn stoter
stangen. een versnellingsbak naast
i.p.v. achter de krachtbron, en carda
naandrijving naar het achterwiel. Kor
tom, een reeks vrij ongebruikelijke
constructies op een knappe wijze sa
mengevoegd. En de derde Honda nieu
weling tenslotte is de XL250S, een off
the road machine die verbeterde
„weg"eigenschappen heeft. Als de
voorganger levert de 4-kleps 250 cc
pk),
18 kg),
het
de
viertakt 147 kW (20,2
gewicht is zeer laag (1
banden hebben een nieuw, gecombi
neerd terreinstraatprofiel. Voor de be
tere stuureigenschappen is het voorwiel
vergroot tot 23 inch. Suzuki brengt met
de SP370 een soortgelijke maar iets
grotere en krachtige machine en Ka
wasaki heeft de KL 250, een van de
weinige al leverbare nieuwelingen.
Naast deze viertakten blijven de twee-
takten voor „semi-terrein" liefhebberij
bestaan, en brengt Suzuki bijvoorbeeld
de TS250en de PE250. Laatstgenoem
de machine is in feite een professionele
wedstrijdmotor voor betrouwbaar-
heidsritten. De laatste nieuwe Japanse
middenklasser waarvoor ook in ons
land vrij veel belangstelling bestaat is
de SR500van Yamaha, een van de ter
rein machine afgeleide weguitvoering,
met 500 cc ééncilindermotor, zonder
elektrische starter. Anno 1978 iets heel
bijzonders!
Na het vele Japanse nieuws nu een blik
op Europa, waar BMW, in de zware
klasse Europa's koploper, echter mo
menteel geen nieuws brengt. Vrijwel al
het andere Europese motomieuws
komt uit Italië en is veelal getoond in
Milaan. Daar was veel nieuws, maar
gezien de moeilijke concurrentiepositie
van de Italiaanse merken op de buiten
landse markten, zullen niet alle Ita
liaanse nieuwelingen daar een kans
krijgen.
In vogelvlucht de nieuwste machines:
de 1200 cc Laverda, afgeleid van de
1000 cc driecilinder. Een nieuwe 350 cc
twin, afgeleid van de 500 twin en een
nieuwe 125 cc tweetakt met een water-
gekoeld Zündapp blok. Moto Cuzzi
blijft de grote V-twin verder ontwikke
len. Op de RAI komen de 1000SP met
stroomlijn la de BMW R100RS en de
1000 G5 ook een 1000 cc V-twin die
uitgevoerd is als de bekende Comfort,
maar dan met de gewone vijf-bak in
plaats van de hydroconvert automati
sche transmissie. Nieuwe viercilinder
van dit merk (350 en 400 cc) die afge
leid zijn van de 500 van Moto Guzzi en
Benelli worden niet in ons land ver
wacht. Benelli komt met de 900 Sei,
een al jaren in het vat zittende opge
hoorde uitvoering van de 750 Sei, de
eerste zescilinder ter wereld. Het uiter
lijk van de 900 is nogal afwijkend van
het gebruikelijke. In tegenstelling tot
de Milanese uitvoering is de machine
nu ook vol gestroomlijnd. Opgehoord
is ook de 350 cc V-twin van Morini, die
nu als 500 cc machine een nieuwe aan
val op de Nederlandse markt zal doen.
Ducati presenteert de laatste uitvoe
ringen van de 900 cc V-twins, en de
nieuwste ontwikkelingen, de 350 cc
ééncilinder Rollah en de 500 cc twin
Pantah, twee machines die als bijzon
derheid een getande riem voor de nok-
kenasaandrijving hebben.
E Hoe zitje het best op een fiets? Dat wil zeggen: hoe zitje het prettigst en
benut je de opgebrachte energie zo optimaal mogelijk. Dat is een zaak van
passen en meten. Daarom is er voor de bezoekers van de Tweewieler RAI
E 78 in de Evenementen-hal de gelegenheid zich de maat te laten nemen om
de beste zitpositie te kunnen vaststellen. Het gaat hierbij vooral om de juis-
E te zadelhoogte, die uit .de aard der zaak sterk bepaald wordt door de fra-
E mehoogte van de fiets, daarnaast is ook de afstand van zadel tot stuur bel-
angrijk. Vooral voor gebruikers van supersportfietsen, van semi-racefiet-
E sen en van echte racefietsen is dit van veel belang om hoge prestaties naar
E afstand en/of tijd te bereiken. De adviezen en meet-wijzen lopen weliswaar
wat uiteen, doch leiden alle toch min of meer tot dezelfde framehoogte-
E maat-aanbevelingen.