De sterrenhemel in november
Wet geluidshinder
zwak aftreksel
PERSEUS
Capella
CASSIOPEIA
Castor
Poolster
CEPHEUS
Pollux
KL, BEER
Deneb
Jupite
DRAAK
ZWAAN
GR.BEER
LEEUW
west
VOERMA
STIER
TWEELI
y ER IDANUS
noord
T^7
oost
Pleiaden. andWdA
oost
zuid
west
Geef ze hun eigen plaats!
nationale kollekte
geestelijk gehandicapten
giro 1122 22 2 utrecht
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 37 - WOENSDAG 1 NOVEMBER1978
Algol
l. PERSEUS
De sterrenhemel in november om
streeks middernacht.
D AU
RAM
VISSEN
EGASUS
WALVIS
PLANETEN
Jupiter, de grootste planeet in ons zonnestelsel is reeds
vóór middernacht in het noordoosten zichtbaar. Hij staat
in het sterrenbeeld Kreeft en dat blijft de eerstkomende
maanden nog zo. Saturnus moeten we 's morgens in het
oosten in het sterrenbeeld Leeuw zoeken. In de tweede
helft van de maand verschijnt de heldere Venus weer
's ochtends vroeg laag boven de zuid-oostelijke horizon.
Venus wordt in december nog beter zichtbaar. 28 novem
ber 1978 is een fraaie samenstand te zien tussen een smal
le afnemende maansikkel en Venus.
Op 21 november is er een samenstand van Jupiter en de
Maan, ook dat moeten we 's ochtends bekijken.
ALDEBARAN
Op 16 november in de vroege ochtend wordt de ster Alde-
baran door de Maan bedekt. Dat gebeurt om 6 u. 24 aan
de verlichte kant van de bijna volle Maan, om 7 u. 25
komt de ster weer aan de donkere maanrand tevoorschijn.
Het hele gebeuren is met het blote oog niet zichtbaar,
maar wel met behulp van een kleine verrekijker. De be
dekking van de ster gebeurt in een onderdeel van een se-
konde. Daaruit volgt dat de Maan geen dampkring bezit,
anders zou het licht van de ster langzaam zwakker wor
den nabij de maanrand.
De ster Aldebaran maakt deel uit van het sterrenbeeld
Stier en is in november 's avonds in het zuid-oosten te
zien. Tegen middernacht staat de ster al hoog in het zuid
en. Het is een ware reus onder de sterren, 3b maai zo groot
als de Zon. De oppervlaktetemperatuur is echter met zijn
3300 graden Celcius veel lager dan de bijna 6000 graden
aan het opervlak van de Zon. Toch straalt Aldebaran bij
na honderd keer zoveel licht uit als de Zon. Dat hij toch
maar een sterretje lijkt is natuurlijk het gevolg van de veel
grotere afstand. De Zon staat op 150 miljoen km. van ons
vandaan. Over die afstand doet het licht ongeveer 8 minu
ten (met een snelheid van 300.000 km./sec.). Om de af
stand van Aldebaran tot ons te overbruggen heeft een
lichtstraal maar liefst 53 jaar nodig en dan te bedenken
dat Aldebaran op kosmische straal nog dichtbij ligt. Ron
dom Aldebaran zijn met behulp van een verrekijker enke
le tientallen sterretjes te zien, waaronder diverse fraaie
dubbelsterren. De groep als geheel heet Hyaden. Ze bewe
gen gemeenschappelijk door de ruimte op een afstand van
130 lichtjaar. Beroemder nog dan deze groep is de ster
renhoop der Pleiaden, die ook deel uitmaken van het ster
renbeeld Stier. De Pleiaden worden wel aangeduid met de
naam Zevengesternte. Meestal zijn echter met het blote
oog niet meer dan 5 of 6 sterren in deze groep te onder
scheiden. Een verrekijker of teleskoop laat er vele tiental
len zien van zeer uiteenlopende helderheid.
Wilt u meer weten pver afstanden in het heelal of over het
waarnemen van planeten met behulp van een eigen teles
koop of door een bezoek aan een volkssterrenwacht,
schrijf of bel dan even naar stichting „De Koepel", Nach
tegaalstraat 82 bis, 3581 AN, Utrecht, tel. 030-311360,
voor gratis informatie.
In september stemde de tweede kamer
in met ontwerp van de Wet Geluids
hinder. Drie jaar geleden al was het
ontwerp ingediend door de toenmalige
minister Vorrink. Er kwam zoveel
commentaar op dat de verwerking
daarvan behalve dat lange uitstel ook
een lijvig dossier opleverde. Sinds de
indiening van het wetsvoorstel is zoveel
water bij de wijn gedaan, dat men zich
bovendien in stilte kan afvragen of de
Wet Geluidshinder die naam nog wel
ten volle verdient.
In grove lijnen komt de Wet Geluids
hinder (de wet moet nog goedgekeurd
worden door de eerste kamer) erop
heer dat langs bepaalde geluidsbron
nen, zoals een industrieterrein en een
snelverkeersweg, geluidszones worden
vastgesteld. Buiten die zones mag de
geluidsbelasting gemiddeld overdag
niet meer bedragen dan 50 decibel (A).
Met decibel (A) (dB A) wordt de sterkte
van geluid aangegeven dat middels een
filter aangepast is aan de menselijke
gehooreigenschappen.
De Wet nu, gaat wel uit van die 50 dB
(A), maar maakt vele uitzonderingen
mogelijk. Afhankelijk van de soort ge
luidsbron en voor zover het reeds aan
wezige of in aanbouw zijnde woningen
betreft, kunnen hogere geluidsbela
stingen worden toegstaan. Ook reeds
geplande woningen krijgen een uitzon
deringspositie. Die uitzonderingen
gaan soms zelfs tot 70 dB (A). Opval
lend is dat men bij het vaststellen van
de norm 50 dB (A) is uitgegaan van de
gemiddelde gevoeligheid.
Niet iedereen is even gevoelig voor la
waai. Men neemt tegenwoordig aan
dat één derde deel van de bevolking
extra-geluidsgevoelig is. Zij zijn bij een
bepaald lawaai eerder gehinderd dan
de rest van de bevolking. Die geluids
gevoeligheid is van te voren niet te me
ten. De groep „extra-geluidsgevoe-
ligen" bestaat zeker niet alleen uit de
erkende zwakke ren zoals bejaarden,
zieken en zuigelingen.
WAT IS GELUIDSHINDER?
De Engelsen hebben geluidshinder
omschreven als „ongewenst geluid".
Dat geluid niet echt hard hoeft te zijn
om te hinderen bewijst een druppende
kraan. De druppels maken nauwelijks
lawaai, maar op den duur kunnen ze
ontzettend gaan irriteren. Meestal vin
den mensen geluid echt hinderlijk
wanneer ze eltaar niet meer kunnen
verstaan zonder de stem te verheffen.
Deskundigen vinden hiervan uitgaan
de een geluidssterkte van ongeveer 35
dB (A) dan heeft men daar wel last van
wanneer dat geluid door de stereo-in
stallatie van de buurman wordt
voortgebracht en niet, wanneer het ge
produceerd wordt door tien kinder
stemmetjes op de verjaardag van de
eigen dochter.
Het feit d at veel m ensen zich ergeren of
storen aan lawaai is op zich meer dan
voldoende reden om die hinder te be
strijden. De kwaliteit van het leven is
ermee gemoeid. Volgens de omschrij
ving van gezondheid zoals de Wereld
gezondheidsorganisatie die gaf, is ge
luidshinder wel degelijk slecht voor de
gezondheid. Die omschrijving luidt:
gezondheid is het totale lichamelijk,
geestelijk en sociaal welbevinden van
de mens (en niet slechts de afwezigheid
van ziekten en gebreken).
In dit licht gezien had de Wet Geluids
hinder wel wat harder mogen zijn. Nu
wordt ergens halverwege tegemoet ge
komen aan de bestaande scheef ge
groeide situaties. Voor de mensen die
nu in een gehorig huis wonen of langs
een drukke verkeersweg zal de wet
voorlopig weinig soelaas bieden. Zij
zullen vooralsnog de buurman moeten
vragen of hij z'n radio wat zachter wil
zetten of een spandoek over de snelweg
spannen waarop een leuze staat. Bij
voorbeeld: Rij Wat Kalmer Aan, Spaar
Ons Gehoororgaan.
WETGEVING KANKERVERWEK
KENDE STOFFEN
Opditmomentis men in de VS, in En
geland en bij de Eurpese Commissie
bezig met het ontwerpen van richtlij
nen voor het onderzoeken van nieuwe
chemische produkten op hun kanker
verwekkendheid (carcinogeniteit) voor
dat deze produkten op de markt ko
men. Die ontwerpen moeten uiteinde
lijk resulteren in een wetgeving betref
fende kankerverwekkende stoffen. Nu
geldt alleen voor stoffen in geneesmid
delen, voedsel en cosmetica de wette
lijke verplichting dat ze op hun carci
nogeniteit onderzocht worden. Vooral
door de slechte ervaringen met enkele
bestrijdingsmiddelen (DDT, dieldrin)
is men algemeen tot het besef gekomen
dat produkten die ons indirekt via het
milieu bereiken „slecht" voor ons kun
nen zijn.
Er zijn zo'n dertigduizend chemische
stoffen in gebruik en jaarlijks komen
ongeveer vijfenzestighonderd nieuwe
chemicaliën op de markt. Tot nu toe
zijn „slechts" drieduizend stoffen ge
test op kankerverwekkendheid. Dat dit
aantal zo gering is, is te wijten aan de
hoge kosten van dergelijke tests (dat
kan oplopen tot één miljoen gulden
voor één stof die daarop onderzocht
wordt), maar vooral door het ontbre
ken van enige wetgeving op dit terrein.
DE „AMES-TEST"
Om de kankerverwekkendheid van een
stof te testen, wordt de stof aan dieren
toegediend. De gebruikelijke proefdie
ren hiervoor zijn muizen en ratten. De
kosten van zo'n dierproef zijn niet al
leen hoog, zo'n proef duurt ook lang.
Ongeveer drie jaar. Het is ondoenlijk
om alle chemische stoffen op deze ma
nier te testen, daarvoor zijn geld, man
kracht en proefdieren niet aanwezig.
De laatste jaren zijn onderzoekers an
dere methoden gaan ontwikkelen om
carcinogeniteit aan te tonen. Bij deze
methoden gebruikt men in plaats van
hele proefdieren, kunstmatig in leven
gehouden cellen van dieren en mensen
ofwel bacteriën en schimmels. De be
kendste en één van de meest betrouw
bare methoden is de zgn. „Ames-test",
genoemd naar de Amerikaanse onder
zoeker die de test ontwikkelde. Bij deze
test gebruikt men bacteriën. Bepaalde
zo genoemde mutagene stoffen kunnen
veranderingen in de erfelijke eigen
schappen van de bacteriën veroorza
ken. Deze stoffen kunnen met de
„Ames-test" worden opgespoord. Uit
proeven bleek dat negen van de tien
kankerverwekkende stoffen, ook mu-
tageen is.
Hoeveel verschillende soorten kanker
er ook zijn, één eigenschap hebben alle
kankercellen gemeen: ze delen zich on
gebreideld. Gewoonlijk worden groei
en deling van cellen gecontroleerd. De
kankercellen hebben zich aan dat re
gelmechanisme onttrokken. Het is niet
bekend hoe dat regelmechanisme pre
cies werkt, wel is bekend dat de „dra
ger van de erfelijke eigenschappen"
(DNA) hierin een belangrijke rol
speelt. Vandaar de grote overeenkomst
tussen mutageniteit en kankerverwek
kendheid. Maar het verband gaat niet
helemaal op, er zijn nog andere manie
ren waarop een gewone cel een kanker
cel kan worden.
Een woordvoerder van het Amerikaan
se milieubeschermingsbureau deelde
mee dat voor het opsporen van kanker
verwekkende stoffen zes kortlopende
tests voorgeschreven zullen gaan wor
den. In Engeland denkt men aan twee
van zulke tests. Door een combinatie
van verschillende kortlopende tests
kan de onzekerheid van de uitkomsten
beperkt worden. Maar zelfs een kleine
onzekerheid levert gezien het grote
aantal stoffen dat jaarlijks in gebruik
genomen wordt een flinke hoeveelheid
stoffen op die ten onrechte als kanker
verwekkend of niet-kankerverwekkend
zullen worden onthuld. Die kortlopen
de testmethoden moeten dan ook ge
zien worden als een zeef.
De dierproeven blijven een belangrijke
plaats innemen in het onderzoek naar
carcinogeniteit. Hoewel ook met dier
proeven niet het absolute bewijs gele
verd kan worden dat een stof kanker
bij de mens kan verwekken (een mens
is tenslotte geen muis) is een betere
proef niet mogelijk.
De stoffen waarvan men zeker weet dat
ze kanker verwekken bij mensen (dat
zijn er plm. dertig) werden ontdekt
doordat men waarnam, dat een groep
mensen die met een bepaalde stof om
ging een verhoogd risico op een be
paalde kanker had. Tussen het ogen
blik dat iemand of een groep van men
sen aan een kankerverwekkende stof is
blootgesteld en het moment dat de
kanker zich kan uiten verloopt vaak
wel twintig tot dertig jaar. Gedurende
zo'n lange periode kan veel veranderen
in levensgewoonten, werkomstandig
heden, enz. Daardoor kan het direkte
verband tussen de kanker en een be
paalde stof vaak niet gelegd worden.
(2x1.5x2)