De Koektrommels
een Sinters sprookje voor grote mensen
ffl
ai
ÊtffêK f
■J
m
-SS. Yfif
\K 2-E NoO
MAAR WH6R. AAN
UBT WERK K&IJ&--"
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 14
«Uk-IIVJU'W^I t-\J i
Er was eens in een klein stadje een
banketbakkersfabriekje, waar op
een ochtend grote onrust heerste
onder het personeel. Niet over lo
nen, die te laag zouden zijn. Ook
niet over werktijden, die men te
lang zou vinden. Nee, de onrust had
een andere oorzaak en het heeft de
direkteur heel wat moeite gekost
om er achter te komen wat eraan
schortte. Aanvankelijk wilden z'n
mensen er met geen woord tegen
hun patroon over praten.
Zoiets is natuurlijk vreemd. Dat
dacht de direkteur, die als eenvou
dige koekebakker was bgonnen,
ook. Hij had bliksemsgoed in de ga
ten, dat er wat broeide, maar wat
precies... daar maakte hij zich grote
zorgen over. Zeker toen, wat'hij ver
achter zich de trommels, de trom
petten, de sint en zijn zwarte pieten
en de koets met plaatselijke notabe
len. En helemaal naar zijn zin had
de deegkneder/tamboer maïtre het
pas als één van de andere drum
bands achteraan kwam. U moet
dan weten, dat er onder de drie
plaatselijke drumbands een enorme
concurrentiestrijd aan de gang was.
Dat alles bedacht de direkteur/koe-
kebakker zich, toen hij zijn trouwe
deegkneder aan het werk zag met
een gezicht van zeven dagen on
weer.
Hij zag ook hoe een collega een vol-
geknede bakplaat kwam halen en
de kneder hem geen woord waardig
keurde. Bij de bakoven was de
stemming al niet beter. De bedie-
volgorde van de stoet? Waren de
muziekmakende werknemers ja
loers op eikaars drumband?
Het lag voor de hand.
Wat te doen? Dat er iets aan geda
an moest worden, was duidelijk.
Was er laatst door die nare stem
ming in de fabriek, niet een peukje
sigaar tussen de biscuitjes terecht
gekomen? Dat zijn toch dingen, die
niet voor mogen komen. Moest de
direkteur de organisatoren van de
Sint Nicolaas-intocht vragen er
maar van af te zien? Onmogelijk.
Het banketfabriekje leverde zelf de
pepernoten, die tijdens de intocht
gestrooid werden en zo'n belangr
ijke, jaarlijks terugkerende order,
die zet je niet op het spel.
Problemen zijn er om te bespreken,
vond de direkteur en hij stapte naar
het spreekuur van de burgemeester.
Dat was een oude wijze man, die het
beste voor had met zijn burgers. De
direkteur legde zijn probleem voor.
De burgemeester, die eigenlijk veel
te knap was voor het kleine stadje,
maar zei wel te houden van het
kleinsteedse, gaf een kort en simpel
antwoord. Sticht een fabrieksband,
stelde hij de direkteur voor. En
meteen riep hij de volgende, naar de
nog volle wachtkamer, waar andere
burgers met andere problemen in
oude gemeentebegrotingen zaten te
bladeren. Een geniaal plan. Dat de
direkteur daar zelf niet op gekomen
was. Een fabrieksdrumband. Muzi
kanten genoeg voorhanden. De vol
gende dag hing op het medede
lingenbord naast de prikklok een
briefje met het plan.
Een fabrieksband, die de Koek
trommelaars zou gaan heten en de
fabriek een swingende image zou
geven. De direkteur was intussen
wel zo slim geweest bij de organisa
toren van de Sint Nicolaas Intocht
te bedingen, dat zijn fabrieksband
voorop mocht lopen. Anders leverde
hij doodleuk geen pepernoten. Dat
kon, want hij had het enige banket
bakkerfabriekje uit de omgeving.
Aan de onrust in de fabriek kwam
aldus doende een einde. De jaloerse
blikken maakten plaats voor hechte
broederschap. De dreigende stilte
in de fabriek werd verruild voor
Hilversum III en de koekjes uit de
fabriek werden in het vervolg ver
pakt in trommeltjes, die er als
trommeltjes uitzagen.
A.Z.
wachtte, er geen bondsboy's met 1
pamfletten bij de ingang kwamen
staan. Het moest dus een interne
zaak zijn.
Als verantwoordelijk werkgever
voelde de direkteur zich geroepen
erachter te komen, waar de schoen
knelde. Was hij geen goede baas?
Vroeg hij teveel van zijn mensen?
Wat was toch de reden van die on
rust?
Op een ochtend, het liep tegen de
komst van Sint Nicolaas, wandelde
de direkteur eens door de fabriek.
Hij zag hoe de deegkneder ver
gramd achter z'n werktafel stond.
De man werkte al jaren in het fa
briekje, was een vakman, goed voor
z'n werk. In z'n vrije tijd was hij de
tamboer maïtre van één van de drie
drumbands, die het stadje rijk was.
Apetrots was hij altijd als hij bij de
intocht van sinterklaas met zijn
band voorop mocht lopen en hij dus
helemaal vooraan kwam. Met
ningsman van dc oven sloeg de gro
te trom in een andere drumband.
Ook dat wist de direkteur wel. Veel
van z'n mensen waren lid van een
drumband. Niet allemaal van de
zelfde, maar wat zou dat. Ieder'z'n
hobby.
De direkteur liep terug naar zijn
kantoor, waar hij het plaatselijk
huis-aan-huis-blad opsloeg om te
zien of zijn advertentie goed ge
plaatst was.
De voorpagina toonde, behalve zijn
advertentie, een foto van Sint Nico
laas en een bericht, dat de sint bin
nenkort weer zijn intrede zou doen
in het stadje. De route stond er ook
bij. En de volgorde van de stoet.
Voorop de ene drumband, die
waarin de ovenbediener de grote
trom speelde. Achteraan, och he
mel, de band van de deegkneder. Er
ging de direkteur een lichtje op.
Zou de onrust in zijn fabriekje iets
te maken kunnen hebben met de