SS
BIJBEL IN BIJNA
1600 TALEN
DE VERWOESTING VAN
JERUZALEM
DE VERKEERDE
"EN het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege
Keizer Augustus"
Deze woorden uit het Evangelie van Lukas (2:1-20) zullen op de eerste
kerstdag weer in alle kerken worden voorgelezen en daarnaast in vele
Nederlandse gezinnen. Het relaas van Jezus' geboorte in de stal
omdat er in de herberg te Bethlehem geen plaats meer was vanwege
de drukte van de volkstelling, is zonder twijfel een van de meest
bekende episoden uit de bijbel.
Ondanks de sterke terligloop in het kerkbezoek is de bijbel nog
steeds het meest gelezen en vertaalde boek ter wereld. De bijbel is
momenteel in bijna 1600 talen te verkrijgen en talloze vertaalcom
missies en vertalers werken aan nieuwe uitgaven van het boek der
boeken. Sinds in 1526 de eerste volledig vertaalde bijbel in ons land
verscheen (in Antwerpen gedrukt voor Jacob van Liesveld), zijn er
nog verschillende vertalingen gevolgd, waarvan de beroemde Staten
vertaling uit 1637 de bekenste is.
STALENBIJBEL UIT 1637 HAD GROTE INVLOED
CIRCA driekwart van de bijbel
bestaat uit geschriften, die vóór de
geboorte van Christus zijn geschre
ven en die tesamen het Oude Testa
ment vormen. Deze geschriften zijn
voor het grootste deel opgetekend in
het hebreeuws en voor een aantal
kleine fragmenten in het aramees.
Daarentegen is het Nieuwe Testa
ment dat ons verhaalt van de geboor
te, het leven, werken, preken, sterven
en verrijzenis van Christus, oorspron
kelijk in het Grieks geschreven.
Vertaling van een zo uitgebreid
boek als de Bijbel is een zeer gecom
pliceerde onderneming. Geen enkele
bijbelvertaling is ook gelijk. Dat komt
doordat telkens andere mensen een
vertaling maken, in telkens andere
tijden en de meest uiteenlopende ca
tegorieën mensen.
De eerste in het Nederlands ver
taalde bijbels verschenen in het
midden van de veertiende eeuw,
maar dat waren geen originele verta
lingen. De vertalers beschikten niet
over de grondtekst (Hebreeuws en
Grieks), maar over Latijnse, Franse
of Duitse vertalingen, die zij vervol
gens weer in hun landstaal over
brachten, bovendien werd in die Mid
deleeuwse bijbels een nogal kinder
lijke toon aangeslagen, alsof het
meer om een geschiedenisboek ging
voor kinderen van de lagere school
of middelbare school.
Naast deze z.g. historiebijbels wer
den in die tijd ook nog gedeelten uit
de bijbels gedrukt, zoals bijv. de
brieven van de apostelen. Toen in de
zestiende eeuw de Hervorming
(Luther, Calvijn, Zwingli) een feit
werd en allengs ook in de lagen lan
den een hevige godsdienststrijd uit
brak, verschenen er tal van bijbels of
bijbelfragmenten van de Nederland
se drukpersen. Veelal bleef de naam
van de vertaler, drukker of bewerker
onvermeld, omdat immers de heer
sende katholieke kerk ieder die
zonder haar toezicht en toestemming
bijbels liet drukken, met de brand
stapel bedreigde. Zelfs het in het
bezit hebben van zo'n bijbel was
reeds strafbaar. Vandaar dat in die
tijd veel kleine zakbijbels vervaar
digd werden, die gemakkelijk te ver
bergen waren.
„BIJBELACTIVITEIT"
Pas in 1526 verschijnt de eerste in
de Nederlanden gedrukte, volledige
bijbel. Drukker is Jacob van Liesveld
uit Antwerpen, die met deze "anti
roomse" bijbel grote moeilijkheden
met de autoriteiten krijgt.
Allerlei godsdienstige groeperin
gen zoals de doopsgezinden, calvi
nisten, luthersen en uiteraard de
rooms-katholieken geven in de
volgende jaren hun bijbels uit, soms
alleen bijbelgedeelten. Vooral in de
stad Emden, waarheen vele vervolg
de protestanten hun toevlucht zoch
ten, heerste een ongekende "bijbel
activiteit".
Dan verschijnt in 1637 in Leiden de
beroemde Statenvertaling, de eerste
door Nederlandse theologen uit de
oorspronkelijke talen vertaalde
bijbel. Drukker en uitgever is Paulus
Aertsz van Ravensteyn uit Leiden.
De twaalf theologen, die dit immense
vertaalwerk hadden verricht, werden
betaald door de Staten-Generaal van
de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden, vandaar de naam Sta
tenbijbel.
Direct na publicatie van de Staten
bijbel werd deze bijbel door vrijwel
alle kerken der reformatie gebruikt.
Enkele eeuwen was de Statenbijbel
in ons land de maatgevende
vertaling, die met name een grote
invloed heeft gehad op onze taal.
Maar op de lange duur werd deze
vertaling minder bruikbaar. Allerlei
uitdrukkingen raakten verouderd, de
"deftige" statentaal raakte meer en
meer verwijderd van de gewone
volkstaal, de betekenis van sommige
woorden veranderde in de loop der
jaren enz.enz. Kortom, de behoefte --
aan een "moderne" vertaling nam
steeds meer toe en er werden dan
„MODERNE" VERTALING
TOT die pogingen rekenen we
onder meer in de 1868 verschenen
vertaling van het Nieuwe Testament,
welke in opdracht van de synode van
de Nederlands hervormde kerk tot
stand was gekomen. Maar deze ver
taling kon de oude Statenbijbel niet
verdringen, zelfs niet bij een groot
deel van de Nederlands hervormden
zelf.
Ook de zogenaamde "Leidse ver
taling" (van enkele vrijzinnige theolo
gen uit Leiden), die in de jaren 1900-
1912 verscheen, kreeg weinig bijval,
ondanks het modernere taalgebruik.
Minder bekend is dan nog de
"Utrechtse vertaling" uit de dertiger
jaren van de theologen prof. Brouwer
en prof. Obbink uit Utrecht. Deze ver
taling is bovendien niet volledig, het
oude testament is namelijk sterk
bekort.
Pas in 1951 verschijnt een comple
te nieuwe vertaling van de bijbel, een
vertaling, waartoe geleerden uit di
verse Nederlandse kerken een
bijdrage hadden geleverd. Deze bij
bel werd direct in de meeste kerken
gebruikt, zodat de oude Statenbijbel
eindelijk tot de historie is gaan beho
ren.
Maar ook de bijbelvertaling van
1951 is qua taal en stijl thans niet
meer geheel up to date. Er komen
vele passages, uitdrukkingen en
woorden in voor, die bepaald niet als
eigentijds kunnen worden omschre
ven. Bovendien is door de sterke te
ruggang van het kerkbezoek bij grote
delen van de bevolking nauwelijks
meer enige affinitiet met de kerktaal
te bespeuren en het is nou juist de
kerktaal, die de stijl van de bijbelver
taling uit 1951 nog in hoge mate ken
merkt, zij het dan op iets minder
plechtstatige wijze dan in de Staten
vertaling.
Het verlangen naar een bijbel in de
"gewone taal" blijft derhalve
bestaan en met name een organisa
tie als het Nederlands Bijbel Genoot
schap heeft in de afgelopen decen
nia reeds aparte bijbelboeken laten
vertalen in "modern Nederlands".
PROFETIE VAN CHRISTUS WERD WERKELIJKHEID
PALESTINA'S HOOFDSTAD NU NOG OMSTREDEN
NIET VER van Bethlehem, waar Jezus werd geboren, ligt Jeruza
lem, de oude hoofdstad van Palestina. Vele jaren was de stad
verdeeld in een oud gedeelte, dat tot Jordanië behoorde, en een
nieuw gedeelte, dat in 1948 bij de totstandkoming van de staat Israël
aan Israël werd toegewezen. Sedert de laatste oorlog iri het nabije
oosten heeft Israël echter ook het oude Jeruzalem weer in handen,
zulks tot ergernis van de gehele Arabische wereld.
"Jeruzalem is dus nog steeds een betwiste stad zoals ze dat door
de eeuwen heen altijd is geweest. Voor ons christenen zit er iets
wrangs in de gedachte aan deze stad. Jeruzalem heeft eertijds Chris
tus even nadrukkelijkk verworpen als Bethlehem hem aannam.
TITUS KWAM KRUISEN TE KORT
JOEPIOOO klinkt het door de
nacht als de kerstman op weg is naar
de kinderen in Nederland. Een
vrolijke lach klinkt door de frisse
lucht. De kerstman is vrolijk en dat
mag ook wel want een griezelig
avontuur is tot een goed einde
gekomen. Bijnaja bijna was de
kerstman dit jaar niet gekomen. Trek
maar niet zo'n verschrikt gezicht ik
zei toch bijna
Het gebeurde allemaal enkele
dagen geleden toen de kerstman alle
cadeautjes aan het controleren was
geweest. Dat is een heel karwei, dat
snap je wel. Het duurde dan ook tot
in de vroege uurtjes. En het eerste
gloren van het daglicht kwam al aan
de hemel toen de kerstman doodver
moeid onder de dekens kroop.
Nu weet je natuurlijk wel dat de
arreslee van de kerstman een heel
bijzondere is. Afs de kerstman aan
zijn tocht naar Nederland begint laat
hij zich eerst zachtjes van de be
sneeuwde hellingen glijden, steeds
sneller gaat hij dan, tot hij zo snel
gaat dat de slee los komt van de
grond en steeds hoger en hoger
stijgt tot bij de sterren. Als hij
eenmaal hoog genoeg vliegt doet de
slee alles zelf, helemaal automatisch
zou je kunnen zeggeh. De kerstman
zit dan voorop de slee en zingt het
hoogste lied.
Toen de kerstman klaar was met
het controleren van de cadeautjes
was er nog maar één ding wat hij
moest doen, en dat was de slee bij
de kabouters Slim brengen om een
Facsimilé-uitgave van de Statenbij
bel van Jacob Pieter Keur.
ook tal van pogingen in die richting
ondernomen.
vrolijk kleurtje. De kabouters Slim
waren daar zo handig in, ze schilder
den de mooiste kerstfiguren. En
terwijl de knikkebollende kerstman
onder de wol kroop togen zij opge
wekt aan het werk.
DE uren verstreken, de kerstman
sliep en sliep. Hij haalde alle uurtjes
in die hij de laatste weken te kort ge
komen was. Hij sliep dus als een
roos. Alle kabouters slopen door het
grote huis tot ze in de kamer van de
kerstman weer die geluiden hoorde
die erop duidden dat de kerstman
wakker was geworden.
De kerstman liep naar buiten de
sneeuw inen wat stond daar....
Een prachtige slee, donkerrood met
gouden bellen. De verbazing stond
op zijn gezicht te lezen. Wat een
prachtslee was dat. Zouden de
gebroeders Slim hem zo mooi
gemaakt hebben. Hij liep er heen en
bekeek hem van alle kanten. Ja het
was zijn slee, hij herkende de krullen
in het hout aan de achterkant van de.
slee.
Verrukt ging hij er in zitten. Voor
zichtig probeerde hij een stukje te
glijden. Ja dat ging heerlijk. De wind
speelde met de krulletjes van zijn
baard en hij voelde een jolige en uit
gelaten bui opkomen. Een
ondeugende twinkeling was er in zijn
ogen gekomen. Zou hij niet eens een
proefritje maken. Ach waarom niet,
dacht hij bij zichzelf. En hij gaf een
beetje meer vaart. "Toch vreemd",
dent hij, "de slee gaat nu wel erg
hard, als het zo door gaat zal ik de
lucht in moeten anders kom ik met
mijn neus in de sneeuw terecht en
dat met die diepe afgronden hier, brr
griezelig hoor. Wacht, ik rem een
beetje af.
Maar ojé wat is dat, waar is de
rem? Waar normaal de rem zit, zit nu
niets. Wat is dat voor iets raars. De
slee gaat steeds harder en harder.
"Dan maar de lucht in" denkt hij en
wil de knop indrukken die er voor
zorgt dat hij de lucht in gaat, maar
ook die knop is niet op de plaats
WANNEER WE vandaag aan de
dag het oude Palestina bezoeken,
vinden we nog iets terug van de sfeer
van Jezus' dagen in Bethlehem, ze
ker in het landschap. Komen we in
Jeruzalem, dan zijn de stoffelijke her
inneringen aan het verblijf van Chris
tus in die stad vrijwel volledig wegge
vaagd. Wat men in de Heilige Graf
kerk en andere plaatsen nog pro
beert vast te houden aan stenen her
inneringen van Christus, berust op
zijn best op nogal vage vermoedens,
die op het eerste gezicht weinig his
torische grond hebben.
Maar het geestelijk klimaat uit de
dagen van Jezus is in alle opzichten
nog aanwezig. Het was en is een
stad met een vulkanisché natuur.
Arabieren en Israëliërs staan hier fel
tegenover elkaar, de hartstochten
kunnen ieder ogenblik weer fel op
laaien. Temidden van deze gistende
wereld, die geteisterd wordt door fel
le tegenstellingen, leefde ook Chris
tus. Zijn prediking, die het regelrecht
op ieder mens had begrepen, werd
hier niet begrepen. Het onstuimig le
vende volk van Jeruzalem was te zeer
in conflicten gewikkeld om zijn hart
open te zetten voor Christus' woor
den. Men had hem graag geaccep
teerd als volksmenner, als leider van
een opstand. Zoals men Jezus ogen
blikkelijk eerde, toen hij op Palmpa
sen als een vorst de stad scheen bin
nen te rijden. Maar de wereld te win-
nen door liefde, zoals Christus wilde,
dat kon het volk van Jeruzalem niet
opbrengen.
ROMEINEN
HERHAALDELIJK HEEFT Jezus
getracht Jeruzalem ervan te overtui
gen dat er geen vrede kon bestaan
zonder deze liefde. Maar men heeft
niet naar hem willen luisteren. De bij
bel, die helemaal niet van sentimen
tele verhalen houdt, vertelt ons dat
Jezus tenslotte wenend naar Jeruza
lem keek en dat hij de ondergang van
deze stad voorspelde.
Die ondergang is gekomen. De
profetie werd al heel gauw bittere
werkelijkheid. Een tragisch lot is de
s'tad ten deel gevallen in het jaar 70
na Christus.
Er waren toen bijna veertig jaren
verlopen sinds men Christus buiten
de stad had laten brengen om hem te
kruisigen. Velen van degenen, die
hem toen aan het kruishout zagen
hangen, hebben bij de verwoesting
van Jeruzalem door de Romeinen
eenzelfde lot ondergaan.
Vijf maanden lang werd de stad
door Titus en zijn legioenen bele
gerd. Elke dag liet de Romeinse veld
heer minstens vijfhonderd gevangen
en en overlopers aan het kruis slaan,
zodat rond Jeruzalem alle bomen
moesten worden gekapt om nieuwe
kruisen te kunnen laten maken.
GEEN STEEN OP DE ANDERE
DE GESCHIEDSCHRIJVER Flavi-
us Josephus, die zelf tot de gevan
genen van de Romeinen heeft be
hoord, stelde een uitvoerige kroniek
samen van de belegering en de val
van Palestina's hoofdstad.
waar die hoort.
DE schrik slaat de kerstman om
het hart, maar de kerstman zou de
kerstman niet zijn als hij bij de
pakken ging neerzitten. Hij pakt de
slee bij de voorkrullen en probeert
een beetje schuin te sturen en dan
houdt hij zo'n krul in zijn hand. Afge
broken. Nou ziet hij ook waar de slee
van gemaakt is. Van dun hout en
karton, het is een namaakslee. Maar
veel tijd heeft hij niet om er over na te
denken want daar ziet hij een grote
hoop sneeuw liggen. Welbewust
stuurt hij de slee recht op, de hoop
sneeuw af.
Even later komt een proestende
kerstman onder de sneeuw vandaan.
Van de slee is niet veel meer over
dan wat stukken karton en hout en
de kerstman snapt niet dat hij er zo
snel mee gesleed had. Dan hoort hij
stemmen. Daar komen de gebroe-
Na een uithongering van vijf maan
den was er niets'menselijks meer
overgebleven in de gedragingen der
burgers. Men slachtte zelfs kinderen
om zich met hun vlees te voeden. Na
dat de legioenen van Titus eindelijk
de "dodenstad" hadden ingenomen -
restte de soldaten nog maar één
taak: de algehele verwoesting van de
stad.
Nu was Jeruzalem onder de rege
ring van Herodus en zijn opvolgers
zeer verfraaid en daardoor een van
de mooiste steden van de wereld ge
worden. Bijvoorbeeld de tempel, de
zelfde die Jezus nog had betreden,
was een bouwwerk van de eerste
orde. Titus had deze tempel graag
willen behouden, maar hij kon zijn
soldaten niet meer in toom houden.
Dus werd ook de tempel in brand ge
stoken. Heel Jeruzalem werd met de
grond gelijk gemaakt. De profetie
van Christus, dat geen steen op de
andere zou worden gelaten, kwam
ten volle uit.
En de vloek, die Christus liet horen
op de stad, die zich in alle eeuwen
van hem heeft afgekeerd, geldt nog.
Geen enkele stad waar het "vrede op
aarde" zo weinig in praktijk is ge
bracht.
NOG STEEDS DREIGING
Ook nadat Jeruzalem was her
bouwd, vloeide talloze malen bloed
door de straten. We denken aan de
opstand onder Bar Kochba in de
tweede eeuw, aan de verovering in
1099 door Godfried van Bouillon, aan
de conflicten onder het wisselend
bestuur in de volgende eeuwen, aan
de latere onlusten sedert de opsplit
sing van Palestina, in de Jordaans en
een Israëlisch deel. Zelfs de stad
werd in tweëen gehakt. Inmiddels is
nu ook het oude Jeruzalem in han
den van de Israëliërs, maar de Ara
bieren nemen hier natuurlijk geen ge
noegen mee en vroeg of laat kan het
bezit van deze stad weer de inzet vor
men voor een nieuwe oorlog. Zo blijft
Jeruzalem een stad vol dreiging.
Het vredige Bethlehem - 10 kilome
ter verder - en het woelige Jeruzalem.
Twee plaatsen, die het begin en het
eind van Jezus' leven markeren en
die leren, dat alleen geluk en vrede is
bij degenen, die van goede wil zijn.
Deze foto toont een doorkijkje in Oud
Jeruzalem, het vroegere Arabische
gedeelte. Op de achtergrond de
"Kerk van het Heilig Graf".
ders Slim aan, nu met de echte slee,
die er prachtig uitziet. Geschrokken
springen ze er uit en kijken verbijs
terd naar wat er overgebleven is van
de kunstig nagemaakte slee. Deze
namaakslee hadden ze nodig voor
het grote feest wat die avond gege
ven zou worden en ze hadden hem
even voor de deur van de kerstman
gezet om hem door iedereen te laten
bewonderen.
Toen de schrik eenmaal over was
kon iedereen weer lachen om dat
avontuur wat gelukkig goed was af
gelopen. De volgende dag is de
kerstman vertrokken op weg naar
ons en als je soms eens midden in de
nacht wakker wordt kijk dan eens uit
je raam naar de lucht want tussen de
sterren door kan je hem zien
aankomen de kerstman en als je
goed luistert hoor je zijn vrolijke lach
door de nacht schallen. Joepioo
MIEPIE