Schedel van rendier jager topstuk van expositie Zeldzame vondst door Delftse amateur archeoloog juist gedateerd ,Uit de dageraad van de mens' I HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 27 - VRIJDAG 2 FEBRUARI 1979 GELUKKIGE MENSEN Van de Neanderthaler werden voor het eerst in 1856 overblijfselen gevonden en wel in het Neanderdal bij Düssel- dorf. In het begin van deze eeuw zijn in Frankrijk. Spanje, Italië en Duitsland talloze grotschilderingen, aangetrof fen. Men krijgt daarvan enigszins be grip van de gedachtenwereld van de mens uit de ijstijd. Men meent te kunnen zeggen dat die mens een gelukkig leven leidde en stelt, daarmede in verband, dat in onze tijd Bosjesmannen en Eskimo's ook tevre den en gelukkig met hun bestaan zijn. Angst en bedruktheid als blijkt uit af beeldingen uit het Bronzen Tijdperk en de Middeleeuwen, waarin demonen opdoemen, lijken bij de ijstijdmens on bekend. GEESTELIJKE ONTWIKKELING den af. De man, waarvan de schedel in de Betuwe werd gevonden, kwam uit Duitsland, vermoedt de heer Van Steijn, in Nederland kwam dit type mens niet voor. De rendierjager, die vergezeld werd door een vrouw (haar schedel werd op dezelfde plaats gevonden) is misschien in het voorjaar met de stroom van de Rijn meegetrokken. CRO MAGNON Cro Mag non is een plaatsje in Frank rijk, in het département Dordogne, waar in 1868 in een grot in de omge ving 17 skeletten van de Post Nean derthaler werden gevonden. In deze en andere grotten werden prachtige wan- dschilderijen ontdekt. In het algemeen zijn alleen dieren afgebeeld, een enkele maal ook wel een mens. Bijv. de vrouw, als symbool van de vruchtbaarheid, en de tovenaar. Aan deze vondsten in Frankrijk heeft de Cro Magnon mens dus zijn naam te danken. De heer A. van Steijn temidden van zijn verzameling. „The missing link", geheimzinnige glimlach. Het beeld van de rendierjager is nu wat helderder geworden. Een beeld, opge- >ouwd aan de hand van bewijzen en eronderstellingen. De bewijzen inte- esseren ons het meest. Hoe komt de vetenschapsman tot zekerheden De heer van Steijn vertelt dat de sche del van de moderne mens, als men die schedel neerlegt, op 2 punten rust. In tegenstelling tot de schedel van een prehistorisch mens. Die rust op 4 pun ten. Dat we bij de rendierjager men een man te doen hadden is vast te stellen aan de bovenrand van de oogkas, deze is bij een vrouw scherper. De leeftijd is zichtbaar in de verbening van de schedel, met een nauwkeu righeid van 5 jaar. Een veronderstel ling daarentegen was dat een bepaalde stijg'ig van het gebit van de rendierja ger veroorzaakt was door het kauwen op dierehuiden. Met het doel deze soe pel te maken. Een andere, meer voor de hand liggende uitleg, werd de heer Van Steijn door een deskundige gege ven: x De sterke winden boven de grote toen dra deden stof en zand opwaaien en dat zand zal ook in het voedsel terecht gekomen zijn. Vandaar die slijtage. PRONKSTUKKEN VAN DE COL- LECTIE Zo moet de rendierjager er ongeveer hebben uitgezien. Over de schedel van een rendieijager, gevonden bij graafwerk voor de aanleg van een Rijksweg, kan de heer A. Steijn uit den Hoorn, kunstschilder en amateur ar cheoloog, heel wat vertellen. Dit restantvan een mens, die aan heteinde van de 4e ijstijd leefde, werd in de Be tuwe op 12 m. diepte aangetroffen. De mening van de heer Van Steijn, dat het hier om de schedel van een Cro Mag non mens ging en dat de ouderdom op ongeveer 10.000 jaar geschat kon worden, is door de wetenschap bevestigd. Tienduizend jaar oud: dat zegt ons niet zoveel.. Wanneer wij op een begraafplaats een grafsteen zien uit 1779 vinden wij die oud, maar we voelen nog een zekere verbondenheid met de mensen, die toen leefden en stierven. We kunnen nog verder terug in de tijd: schilderijen en beeldhouwwerken laten ons mensen zien, die anders leefden dan wij, maar zij zijn voor ons toch geen vreemden. Op de rand van ons begrip staan de Is raëlieten, de Egyptenaren en de Fili stijnen, waarover de Bijbel ons uitvoe rig vertelt. Hun zeden en gewoonten, die uit hun dagelijkse handelingen blijken, hebben voor ons al een verklaring nodig. In een nog verder verleden verdwijnen de mensen, gebleven zijn tenslotte alleen een schedel, een botfragment, een pijl punt in een dierlijk skelet, een met de hand bewerkte vuursteen. BEELD VAN EEN RENDIERJAGER Maar de heer Van Steijn kan die men sen voor ons oproepen, wanneer wij dan zelf nog wat huiswerk doen en hij dat voor ons corrigeert, weten we enigszins hoe die rendierjager, die 10.000 jaar geleden in de Betuwe aan zijn einde kwam, leefde. In het midden van de laatste ijstijd, zo'n 50.000 jaar geleden was Europa een steppen- en toendra-landschap, zonder bossen. Er groeiden wat ver kreupelde bomen, o.a. de kruipwilig en de dwergberk. In de zomer bedroeg de temperatuur ongeveer 10 graden: pas in de tijd van de Cro Magnon mens werd het 's zo mers wat warmer, ca. 14 graden. De troosteloze vlakte was niet geheel verlaten, naast de rendieren leefden daar de mammoet, het wilde paard en het reuzehert. En dan was daar de Neanderthaler mens, van een wat ouder ras dan de Cro Magnon mens. Het verschil tussen deze twee mensentypen was groot: de logge Neanderthaler met zijn kinloze kaak, zijn zwaar gebit en dikke wallen boven de Ogen leek veel minder op de mens van nu dan de Cro Magnon mens, smalhoofdig en lichter gebouwd. Daarom was de laatste meer geschikt voor de jacht, hij beschikte ook over betere wapens. Met zijn pijl en boog wist hij zich uitstekend van voedsel te voorzien. Tijdens de jacht, op zoek naar rendieren, legde hij grote afstan- De Post Neanderthaler, de mens na de Neanderthaler dus, waar toe de Cro Mag nonmens behoorde, was een mens met een ontwikkeld verstand. Terecht wordt hij Homo Sapiens ge noemd: de met rede begaafde mens. Men heeft getracht zich een beeld te vormen van de geestelijke wereld van die mens. Die komt in 3 elementen tot uiting: eerstens in het begraven van de doden en de wijze waarop dit gebeur de. Grafgiften duiden verder op een geloof aan leven na de dood. De af beeldingen, die door tovenaars ge maakt werden, duiden op een cultus, een eredienst; dat de mens van die tijd zich een bepaalde voorstelling maakte van een god, leidt men af uit de offer vondsten. ONDERZOEK VAN VONDSTEN De heer Van Steijn toont ons nog vele andere vondsten. Van het schedeldak van een rivierdalmens, ca. 5000 jaar oude en afkomstig uit de fossiele bed ding van de Rijn, vertelt hij dat een kuiltje in het schedeloppervlak grote gelijkenis vertoont met een zelfde ver schijnsel bij een bevokingsgroep in Po- lenesië. Het duidt op inteelt. Tot de verzameling behoort ook een deel van het opperarmbeen van een ..Javamens". Dit kwam bij opgravin gen, die dr. Eugen Dubois tussen 1891 en 1898 bij Trihil op Java. verrichtte te Schedel van rendierjager, gevonden in de Betuwe, op 12 m. diepte. voorschijn. De Javamens leefde in de tweede tussenijstijs. 429.000 tot 256.000 jaar geleden. Zeer interessant is een stuk bot van een jonge bison, waarin een vuurstenen pijlpunt steekt. Dat het dier hiermee een tijd heeft rondgelopen bewijst een verkleuring van het bot rond de pijlpunt, dit duidt op een flinke ontsteking. Men heeft een imitatie van zo'n pijlpunt gemaakt en deze door een Olympisch kampioen boogschieten op een soortgelijk stuk bot laten afschieten, een vergelijking van de resultaten leerde dat de ren dierjager met zijn primitieve wapen een ongelooflijke schotkracht ontwik- kélde. We zien talloze voorbeelden van wapens en gereedschappen, uit bot vervaardigd. Een priem. 40.000 jaar oud. En een dolk, ca. 100 jaar geleden door een Papoea vervaardigd uit een menselijk dijbeen. Die dolk is dus niet zo oud, maar men dient wel te beden ken dat een eeuw geleden in Nieuw Guinea het stenen tijdperk nog niet voorbij was... EXPOSITIE Bij de fa. Mahan wordt slechts een deel van de collectie getoond. Uiteraard die stukken, die het nteest aanspreken. In de etalage ziet men een reconstructie van de homo Neandertalensis. Het grappige is dat deze man zich afvraagt of er intelligent leven op aarde is? Typisch zijn de licht gebogen knieën. De heer Van Steijn weet te vertellen dat hij de huidige mens, die buiging nog in zeer geringe mate aanwezig is. Balletdanseressen, die op hun tenen le ren dansen,moeten speciale oefenin gen maken om de pezen in de kniehol- tèn op te rekken. Onze voorvaderen geloofden dat de ge schiedenis van de mens enkele duizen den jaren voor Christus is begonnen. Vondsten van menselijke resten bewe zen dat de mens bijna 1 miljoen jaar geleden Is ontstaan. De tentoonstelling van amateur-archeoloog A.-van Steijn werpt licht op een klein stuk van de duistere, eindeloze weg, die de ontwa kende mens is gegaan... NIET MEER DE BERGEN De logge Neanderthaler. Het bleek voor de heer Van Steijn een onmogelijke zaak zijn steeds groeiende verzameling in huis onder te brengen. Noodgedwongen heeft hij een selectie moeten maken. Veel kostbaar mate riaal is aan musea geschonken en soms koos hij daarvoor in de plaats enkele voorwerpen, die zijn collectie vervol maakten. Op de zolder van zijn huis in Den Hoorn is alles nu overzichtelijk gerangschikt en van het geheel is een uitstekende documentatie aangelegd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1979 | | pagina 27