Woningen...
vier onder
Niemand kan
wennen aan
geklos op trap
één kap
Toekomstig alternatief volgens bouwfonds
Oudere mensen vinden afdalen griezelig
GEEN
OPGEDRONGEN
KONTAKTEN
REDAKT1E: P G. den Broeder Telefoon 01820-19742
Het geklos op een houten trap is
iets, waaraan we moeilijk kunnen
wennen en menige nachtrust is hier
al door verstoord. Daar is natuur
lijk wat aan te doen en het is onno
dig te vermelden, dat men de trap
kan laten bekleden, dan wel een lo
per nemen.
Dat probleem speelt dus niet; we zit
ten alleen met de vraag: wat is de
beste aanschaf?
Natuurlijk is dit in eerste instantie
afhankelijk van de financiën, terwijl
daarnaast de grootte van het gezin
en ook de leeftijd een rol speelt.
Laten we eerst eens die leeftijd be
kijken, want hoe gek het ook klinkt,
die is van heel groot belang. Jonge
mensen zijn nogal geneigd een trap
te bestormen, wat uiteraard gevol
gen heeft voor de trapbekleding.
Oudere mensen daarentegen blijven
het afdalen van een trap altijd een
•beetje griezelig vinden en ook daar
mee zal men rekening moeten hou
den, Wanneer zich beide situaties
tegelijk voordoen, moeten we trach
ten een gulden middenweg te vin
den.
De prijs is natuurlijk van doorslag
gevend belang, want als men er min
der geld voor wil uitgeven, wordt de
keus beperkt. Wat niet wil zeggen,
dat we dan gelijk vast zitten aan een
minder sterke bekleding, want er
blijven nog mogelijkheden genoeg.
Wanneer de prijs geen rol speelt, is
men qua keus niet gebonden, maar
dat geeft nog geen zekerheid, dat de
duurste koop ook tevens de beste is.
Mooi kan duur zijn, maar of het ook
sterk is, blijft de vraag.
TRAPLOPER
Geheel bekleden of gedeeltelijk, wat
gaan we doen? Een traploper en
daarin is momenteel weer een ruim
aanbod kan men, zeker wanneer
het tijdig gebeurt, enige malen ver
leggen en is bij verhuizen altijd nog
mee te nemen. Duidelijk pluspunten
voor de loper, die, indien vakkundig
gelegd en op tijd wordt verlegd, ze
ker 15 jaar meekan.
Ook minpunten, want men is er met
zo'n loper alleen nog niet. Traproe
den en treekussens zijn bijkomende
kosten. Het leggen is uitgesproken
vakwerk, wat betaald moet worden
en het zichtbare gedeelte van de
trap zelf vraagt ook nog de nodige
aandacht.
Keus in soorten lopers, we schreven
het al, is er in ruime mate, wat nog
geen garantie geeft, dat elke loper
even goed is.
Wanneer u een trapbekleding wilt
aanschaffen, vertel dan aan uw wo
ninginrichter aan welke eisen die
moet voldoen, dan kan hij u advise
ren. Deze raad geldt voor elke bekle
ding, zowel loper, tapijt, of andere
soorten.
POOLRICHTING
Bij trapbekleding met een poolweef-
sel is het te adviseren om de trap
met „oplopend" pool te bekleden.
Wat wil zeggen, dat bij het bestijgen
van de trap, men met de pool mee
loopt en bij het dalen men enige
tegendruk krijgt, doordat men tégen
de pool loopt.
ANDERE TRAPBEKLEDING
Wanneer een loper niet in aanmer
king komt' kan men kiezen uit
zachte (o.a. tapijt) of harde (o.a. lino
leum) vloerbedekking. De hardere
soorten worden in de woning nog
maar sporadisch toegepast, hoewel
deze wat slijtage betreft alle andere
soorten verre overtreffen.
Hier komen dan meestal ook nog
trapkanten aan te pas, wat de slij
tage weliswaar meer beperkt, maar
het geheel een „kantoorachtig" ui
terlijk geeft Bij tapijt heeft men
vele mogelijkheden en de vraag rijst
allereerst, of de trap in zijn geheel
bekleed moet worden of alleen de
bovenkant van de treden. Ontegen
zeggelijk is het aanzien van een ge
heel beklede trap vele malen
mooier, dón wanneer alleen de tre
den belegd zijn, tenzijn sprake is
van een houten, marmeren of kunst
stenen open-trap of spil-trap,
waarop traptrede-matten, die met
behulp van zelfklevende stroken op
eenvoudige wijze vastgelegd worden
(zie foto), een nuttige taak hebben.
Zij verhinderen het uitglijden, van
gen vuil en vocht op en absorberen
het lawaai.
Of u wol of synthetisch moet nemen
is minder belangrijk dan de zetting
van de pool. Ook dit vraagt een na
dere uitleg.
Hoe dichter de vezels bij elkaar
staan, des te sterker is het tapijt en
ieder begrijpt dat een trap meer te
verduren heeft dan welke andere
vloer ook.
Een poolweefsel en dan nog liefst zo
kort mogelijk is altijd beter dan een
lussenweefsel, omdat bij lussen de
kans bestaat dat zij uit elkaar ge
trokken worden (kat, hond).
Gelukkig wordt momenteel door
symbolen op elk goed tapijt aange
geven, waarvoor het gebruikt kan
worden en mocht deze indicatie niet
aanwezig zijn, dan kunt u beter naar
een andere kwaliteit kijken, waar
over wel informatie beschikbaar is.
Die informatie krijgt u besljst van
de bonafide woninginrichter, want
hij is de man die er verstand van
heeft en dat moet u van uw kennis
sen maar afwachten
op het ontbreken van
opgedrongen „buurkon-
takten". Daartegenover
kan men bij bepaalde
verkavelingen in de tuin
in mindere mate „vrij
zitten" dan bij de rijen-
woning maar dit aspekt
wordt in de meeste ge
vallen minder belangrijk
geacht.
De grootte van de woon
kamer en de geluids-iso-
latie worden als veel be
langrijker ervaren. De
grootte van de woonka
mer loopt in de vier ge
noemde projekten, in
clusief de keuken, uiteen
van 33 m2 (Blarieum en
Volendam) tot 42 m2
(nunspeet) en 42 of 58
m2 (Voorburg).
Slechts in één projekt
was men niet tevreden
over de geluids-isolatie.
Bij de vier-onder-één
dak woning zal, ook bij
de meest gunstige lig
ging, altijd één woning
minder gunstig ten op
zichte van de bezonning
liggen. Niet iedereen tilt
daar zwaar aan maar
veel mensen zien toch
graag de zon in huis.
Aan dit aspekt zal bij
het ontwerpen dan ook
veel aandacht moeten
worden geschonken.
Het nadeel kan worden
ondervangen door het
maken van een extra uit
bouw en door het aan
passen van de platte
grond. Daarnaast kan
een minder gunstige be
zonning worden gecom
penseerd door een even
tueel fraaier uitzicht,
een diepere tuin enui
teraard een lagere
prijs.
AMBACHTELIJK
WONEN
Over het kostenaspekt
kunnen geen harde uits
praken worden gedaan.
Waarschijnlijk is de
vier-onder-één-dak wo
ning iets duurder dan
een vergelijkbare tus
senwoning. Maar hoe
veel dat „iets" is, is niet
duidelijk.
Verdere praktijkerva
ring zal dat moeten uit
wijzen. Bovendien gaat
een vergelijking met de
tussenwoning altijd
mank. omdat de vier-on-
der-één-kap duidelijk als
„anders" wordt ervaren.
In de ogen van de bewo
ners is deze woning echt
„beter". De vier-onder-
één-kap woning moet
dan ook niet als een al
ternatief voor de
(smalle) tussenwoning
worden gezien maar veel
meer als een alternatief
voor de duurdere pre
mie-woning. Als
„klasse" kan men de
vier-onder-één-kap wo
ning indelen tussen de
rijenwoning en de eind-
woning.
In het algemeen menen
deskundigen dat de vier-
onder-één-kap woningen
moeilijk industrieel te
bouwen zijn. Vaak zul
len voor de overspannin
gen extra voorzieningen
nodig zijn daar de vloe
ren niet op twee tegen
over elkaar liggende wo-
ningscheidende wanden
kunnen rusten. Hierdoor
kunnen extra eisen wor
den gesteld aan de fun
dering. Volgens deskun
digen zou de bouw van
dit soort woninqen in
het algemeen het best
kunnen worden uitge
voerd door een kleine,
ambachtelijke aanne
mer.
De vier-onder-één-kap
woningen hebben twee
aan elkaar grenzende
gesloten wanden. Dat le
vert een „donkere" hoek
op en dat geeft sommi
gen aanleiding op te
merken dat dit type wo
ning niet te diep mag
zijn. In de onderzochte
projekten bevinden zich
op de begane grond in
die hoek: woonkamer of
keuken, trap en toilet, of
trap, toilet én bijkeuken.
Op de verdieping is in
alle gevallen de badka
mer. Door de bewoners
zelf werden over proble
men op dit punt geen op
merkingen gemaakt.
Zoals in het begin al is
opgemerkt is er alle re
den de vier-onder-één-
kap woningen op rui
mere schaal te gaan bou
wen. Dit woningtype
komt vooral in aanmer
king als er sprake is van
een zowel vertikaal al
horizontaal „grillig"
bouwterrein als er niet
geheid hoeft te worden,
als er sprake is van een
niet te groot aantal en
als het projekt aan de
rand van een woonge
bied komt te liggen.
Daar kunnen dan klus-
ters ontstaan, die de be
bouwing vloeiend in het
landelijke gebied doet
overgaan.
Wat de bebouwings
dichtheid betreft: het
ziet er naar uit dat deze
kan worden vergeleken
met die van de rijenwo
ning. Bij een proefver-
kaveling door het Bouw
fonds voor een plan-eko-
nomie gemaakt, is uitge
gaan van een dichtheid
van 36 huizen per hekta-
re.
De deskundigen zijn het
er over eens dat het aan
tal bijeen te bouwen hui
zen van dit soort niet
groot mag zijn. Want
dan doemt het gevaar
voor een eenvormigheid
toch weer op en boven
dien vreest men een
soort „doolhofeffekt".
Bij ontwerp en uitvoe
ring zullen in de eerste
plaats technische aspek-
ten optimale aandacht
dienen te krijgen wat
overigens niet alleen
i geldt voor de vier-onder-
één-kap woning. Uit de
enquête is ook naar vo
ren gekomen dat men
prijs stelt op voldoende
bergruimte en dat het
opnemen van een open
keuken wel aanvaard
baar is mits die niet in
het verlengde van de
woonkamer wordt gesi
tueerd.
De resultaten van de
praktijkproef in Nuns
peet zijn voor het Bouw
fonds voldoende aanlei
ding elders ook van deze
woningen te bouwen.
Een eerste projekt, dat
achttien woningen telt,
is in Doetinchem in uit
voering. Daar komen
drie blokjes van vier-on
der-één-kap woningen
en eveneens drie blokjes
van twee-onder-één-dak.
Boskoop, Enkhuizen,
Gouda, Groningen, Vo
lendam en Voorburg en
uiteraard in de proeftuin
in Nunspeet.
Voor de (mondelinge) en
quête werden projekten
geselecteerd waarin ten
minste dertig huishou
dens konden worden on
dervraagd. Dat was het
geval in Blarieum, Vo
lendam en Voorburg.
Het onderzoek heeft uit
gewezen dan de bewo
ners hun huis duidelijk
anders beleven dan een
rijenwoning.
Sommigen van hen spre
ken van een hoekwo
ning, anderen van een
half-vrijstaande woning.
In ieder geval ervaren
zij het wel terdege als
een doorbreking van het
bekende patroon.
„Je zit vrijer dan in een
rijtjeshuis. Als je de
deur uitgaat ziet nie
mand je. Je moet een
stukje omlopen om bij je
buren te komen".
Dat gevoel van privacy
speelt bij de meeste be
woners een grote rol.
„Minder iast van de bu
ren, je ziet ze veel min
der. Als je kontakt wilt
hebben moet je dat zelf
zoeken. In een rijtje
wordt het kontakt opge
drongen".
„We profiteren allemaal
van een soort privacy.
Gevoelsmatig woon je
bij elkaar maar toch heb
je niet het idee dat je,
zoals in een rijtje, onder
één dak woont".
Een kleine minderheid
slechts betreurt dat ge
brek aan kontakt met de
buren. Zij ervaart dat
als een vorm van isole
ment. Het is trouwens
opvallend hoe men door
de situering van de wo
ningen in de war raakt
over het aantal buren:
„Er zijn niet aan twee
kanten buren, men ligt
vrijer...". „Je hebt maar
één buurman...". „Eigen
lijk heb je twee buren.
Met de verste in de hoek
hebben we weinig kon
takt. Je hoort hoogstens
de wasmachine...". „Je
bent vrijer door de
bouw. De huizen staan
leuker ten opzichte van
elkaar. Je hebt drie bu
ren...".
Meer privacy wordt dus
duidelijk als een plus
punt ervaren en dan
wordt met name gedoeld
Om welke reden dan
ook is het type vier-on-
der-één-dak woning in
Nederland tot nu toe
slechts in beperkte mate
gerealiseerd. Bij een
(niet uitputtende) inven
tarisatie blijken deze
huizen te zijn gebouwd
in Alkmaar, Blarieum,
gen.
In de „Proeftuin voor
Woonontwikkeling" in
Nunspeet heeft het.
Bouwfonds een aantal'
van deze woningen ge
bouwd. De kopers daar
van werden in het on
derzoek betrokken even-
!als de bewoners van drie
vergelijkbare maar niet
door het Bouwfonds uit
gevoerde projekten in
Blarieum, Volendam en
Voorburg.
Het onderzoek spitste
zich toe op de ervarin
gen en meningen van de
bewoners omdat hun
mening uiteraard door
slaggevend is bij de
beantwoording van de
vraag of er een toekomst
is voor de vier-onder-
één-kap woning. Het is
immers de bewoner, die
vaak de veelal monoto
ne, saaie rijenbouw af
wijst. Voor hem worden
nieuwe produkten ont
wikkeld en hij zal der
halve de beslissende
stem moeten uitbrengen
ten aanzien van de aan
vaardbaarheid van een
door de producent aan
geboden alternatief.
Het vier-onder-één-dak
woningtype maakt een
goede kans in de toe
komst een welkom al
ternatief te bieden aan
mensen, die op het rijt
jeshuis zijn uitgekeken
maar voor wie de twee
onder-één-kap woning
financieel nog geen
haalbare kaart blijkt.
Er is alle reden dit soort
huizen op ruimere
schaal te gaan bouwen
dan tot nu toe is gedaan.
Deze conclusie is geba
seerd op een onderzoek
dat het Bouwfonds
heeft ingesteld onder
bewoners van vier-on
der-één-kap woningen
en uit gesprekken met
een aantal architecten,
overheidsfunctionaris
sen en andere deskundi-