HERSCHEPPING
ZELFAANDESLAG
TERUGBLIK NAAR 1977
VASTEN
AKTIE 1979 1
Giro23325
Vastenactie
Schiedam
maardingen
Maassluis
HET NIEUWE STADSBLAD - PAGINA 9- VRIJDAG 6 APRIL 1979
Op de zevende dag schiep god de
mens.
En de mens begon haastig te leven,
want hij dacht: ik heb hooguit
honderd jaar de tijd om te vinden en
te zien.
En hij keek wel uit voor een ander,
want hij vreesde: die ligt me in de
kortste keren vóór.
En hij dacht maar weinig na, de
mens, want hij meende:
ik moet vooruit,
de breedte af, de hoogte in.
Uit andermans dood bakte hij brood
om tijd te win nen
en zijn devies werd:
komen
zien
en heersen.
En de mens draaide zich een rad
voor de ogen.
Dat schoof hij onder de tijd en
noemde het „vooruitgang".
Toen legde hij zich vleugels aan, hij
raasde door de lucht en noemde het
„welvaart" „verheffing van de
mens."
Tenslotte zag hij geen kans meer
om nog tijd te winnen
en uitgehold en moe gevlucht ging
hij zitten
en noodgedwongendacht hij na.
Toen keerde hij terug naar de plaats
waar hij gemaakt was, de aarde
en hij huilde
om eeuwen voorbij
en kinderen verloren.
Daarna stond hij op, de mens
en ging naar een ander mens,
naar velen, en zei:
zullen wij toch maar samen?
We leven maar kort, maar we
hebben een zee van tijd.
(Jan van Opbergen
uit ANDERS DAN ANDERS)
Van 28 februari tot 15 april 1979 is het vastentijd. Een tijd van bezinning op
het komende paasgebeuren. Een tijd bij uitstek ook om in het licht van pa
sen na te denken over onze positie in de wereld. Het klinkt misschien wat
hoog gegrepen, maar het is mogelijk en de moeite waard.
Indien we ons mede verantwoordelijk voelen voor onze medemens, kunnen
we daaraan uitdrukking geven bijvoorbeeld door middel van de vastenak-
tie. De vastenaktie houdt zich bezig met het lenigen van nood waar dit nodig
is. Het lijkt misschien een druppel op een gloeiende plaat, maar telkens wor
den er groepen mensen geholpen en voor hen heeft die hulp blijvende waar
de.
Deze hulp betekent niet alleen: voor geld veel mogelijk maken, maar ook
voor de derde wereld te weten dat we met elkaar verbonden zijn. De aktie
mag voor onszelf niet ontaarden in een afkopen van ons geweten. Geld is
zonder meer nodig, maar het is niet het enige waar het om gaat. Laten we
vooral ook proberen te werken MET het projekt en niet alleen VOOR het
projekt. Zo werken we aan ons eigen bewustwordingsproces.
Weet u nog waar we in de vastentijd
van 1977 aktie voor voerden? Een
polikliniek van Mahabalipuram.
Zuster Claudia Mary van een in
landse zustercongregatie was toen
bezig om voor de bestaande polikli
niek, die ondergebracht was in een
zeer oude bouwvallige en brandge
vaarlijke hut, een stenen gebouwtje
bij elkaar te krijgen.
Na de aktie was het geld voor Clau
dia Mary er en in India kon men aan
de slag. We hebben brieven ontvan
gen uit Mahabalipuram en van ie
mand uit Schiedam die er tijdens
haar vakantie geweest is. Uit de
Schiedamse brief het volgende frag
ment:
„Om Mahabalipuram te bereiken
moest ik eerst naar Madras, lo
geerde tiaar een nacht en ging de an
dere dag met de bus naar Mahabali
puram. Ik kreeg een Indiase dame
mee daar het onmogelijk is alleen te
reizen.
Velen verstaan geen Engels (de kin
deren krijgen wel onderwijs in En
gels) maar spreken hun districtstaai
en dat kan onder andere zijn: Kan-
nada, Malayalan, Konkani, Tulu,
Hindi enz.
Op de bussen worden de plaatsna
men alleen in een van die talen ge
schreven en dan nog wel in de aller
mooiste krulletters. Het is onmoge
lijk om daar zelf uit te komen.
In Mahabalipuram trof ik de Parish
Priest. De man straalde van genoe
gen daar hij het „eerste" bezoek uit
Nederland en dan nog wel uit Schie
dam mocht ontvangen. Hij riep zijn
team van zes zusters bijeen.
Er werd een fles limonade uit de
koelkast gehaald en zo werd onze
ontmoeting gevierd. Een van zijn
team is de dokter, een religieuze, en
met haar en mij ging hij naar het
zeer oude gebouwtje waar de dokter
haar werk moet doen. Daarna
toonde hij vol trots de fundering
voor de nieuwe polikliniek. Het
<werk lag stil daar er drie maanden
regen was.
Het is hartverwarmend dat het de
kenaat Schiedam door haar inspan
ning dóór het bouwen van een poli
kliniek mogelijk maakt. De mensen
daar, die zeer arm zijn, hebben hem
zeer hard nodig.
In een andere plaats ging ik met de
arts mee, maar op haar spreekuur
kwamen wel 300 patiënten en de
daarop volgende dag 176. Bij haar
patiënten waren mensen die al acht
uur reizen met de ossenkar erop
hadden zitten".
De laatste brief die wij uit Mahabali
puram ontvingen, was van eind au
gustus 1978, na het bezoek uit Schie
dam.
„Tijdens uw bezoek, was alleen de
fundering van de polikliniek klaar.
Dat kwam hoofdzakelijk door de re
gentijd en het ontbreken van de
laatste vergunningen van de ge
meente.
Wij hebben nu de laatste goedkeu
ring, en de polikliniek zal nu over
ongeveer 1 maand klaar zijn. Wij
zullen u zeker nog de foto's sturen
als de polikliniek in gebruik is.
Voorlopig verlenen wij onze dien
sten nog in de oude hut, totdat we in
de kliniek kunnen. De roep om me-
De locale autoriteiten beschouwen,
ons nu als primair gezondheidscen
trum en dat betekent dat we 15.000
mensen van medische hulp moeten
voorzien. Deze mensen wonen in 15
dorpen rond Mahabalipuram, met
een straal van 12 kilometer.
Wij zijn u enorm dankbaar voor al
les wat u voor ons en de armsten
hier hebt gedaan en zullen dat nim
mer vergeten." De hulp die Wij
mochten bieden was waardevol. In
de eerste plaats door de bouw van
de polikliniek mogelijk te maken,
een gebouw waar vele honderden
mensen gebruik van zullen maken.
Door de polikliniek ook kunnen de
religieuzen hun medische hulp blij
ven continueren. Maar de hulp was
niet alleen iets stoffelijks: de weten
schap hulp te krijgen van medemen
sen van de andere kapt van de aarde
doet daar meer als dat wij ons hier
in de westerse wereld kunnen voor
stellen. Men is in Mahabalipuram in
tens dankbaar voor de hulp die men
vanuit het dekenaat Schiedam
mocht ontvangen.
Als blijk daarvan heeft men een ge
denksteen in de gevel van de nieuwe
polikliniek opgenomen.
Laten wij ons medeverantwoorde
lijk blijven voelen voor de mensen
elders op deze aarde. Dat zo'n ver
antwoordelijkheidsgevoel kan resul
teren in concrete hulp waar mensen
blijvend mee geholpen zijn, bewijst
het bovenstaande project. SAMEN
DELEN; het kan! Laten we probe
ren dat „samen delen" tot een stukje
van onszelf te maken.
De republiek Burundi ligt in het
hartje van Afrika, in het zoge
naamde Merengebied.
De omringende landen zijn: Zaïre in
het westen, Tanzania in het zuiden
en oosten en tenslotte Rwanda in het
noorden. De oppervlakte bedraagt
slechts 27.800 vierkante kilometer en
is daarmee een van de kleinste lan
den van Afrika. Burundi ligt vlak
bij de evenaar, maar toch heerst er
een gematigd klimaat dankzij de
meren en de hoge ligging.
De bevolking van Burundi bedraagt
slechts 3.540.000 mensen; 55% van de
bevolking is jonger dan 20 jaar. Het
grootste gedeelte van de bevolking
woont op het platte land (er is
slechts 3,1% verstedelijking). De
hoofdstad Bujumbura is de enige
stad van betekenis; er wonen onge
veer 100.000 mensen.
De meerderheid van de bevolking
bestaat uit landbouwers van het
Hoetoe-ras die in verspreide hutten
leven op de heuvels. Die grote ge
meenschappen, over verschillende
heuvels verspreid, vormen eigenlijk
geen dorpen omdat ze geen centrum
hebben.
De hutten worden geinstalleerd te
midden van de landbouw-gronden
en vooral in het midden van de ba-
naanaanplantingen. Deze teelt is de
belangrijkste op familiaal gebied.
Ongeveer 85% van de bevolking
woont in kleihutten met een strodak.
Weinigen kunnen genoeg sparen om
golfplaten te kopen of eterniet. Het
is trouwens de vraag of al deze euro-
pese meer duurzame bouwmateria
len persé beter zijn. Binnen in de
hut worden de verschillende woon
vertrekken gescheiden met papyrus-
wanden.
Men kan verder het gebruikelijke
huisraad samenvatten in enkele pot
ten van gebakken aarde en oprol
bare matten die 's nachts als bed
dienst doen en enkele kleine bankjes
of kistjes als stoelen.
Er bestaan kleine handelscentra
waar de markten gehouden worden.
Die handelscentra zijn vooral be
woond door de geïslamiseerden:
Arabieren, Afrikanen die tot de
islam bekeerd zijn en halfbloeden.
De geïslamiseerden, bekend onder
de naam Swahili's, zijn enkele tien
duizenden in getal en wonen vooral
in hun eigen wijk in de hoofdstad.
Zij vermengen zich bijna niet met de
rest van de bevolking die bestaat uit
de eerder genoemde Hoetoe en
Toetsi bevolking en een kleine
groep, genaamd Twa. Deze laatste
groep oefent het ambacht van pot
tenbakken uit. Zij leven nog armer
dan het grootste deel van het volk,
het Hoetoe ras.
De Twa's zijn ook niet erg op school
gaan ingesteld, het zijn kunstenaars
en de bouw.
Voor iedere aktiviteit in deze sekto
ren moest men in de provincie
Ruyigi tot nu toe een beroep doen op
arbeiders uit andere streken van het
land. Buiten de sociale problemen
die men veroorzaakt door deze ar
beiders bij hun gezin weg te halen,
worden hun lonen niet in Ruyigi be
steed, hetgeen uiteraard consequen
ties heeft voor de plaatselijke econo
mie.
Daarom heeft het bisdom vormings-
aktiviteiten opgezet waar de meest
elementaire ambachten zoals meu
belmaken, timmeren, ijzerbewer
king en metselen worden aange
leerd.
Dit bisschoppelijke vormingscen
trum gaat uit van de realiteit dat er
praktisch geen ondernemingen of
bedrijven zijn in deze streek waar
de leerlingen, na voltooiing van hun
opleiding, werk zullen vinden.
De vorming in haar totaliteit is er
dan ook op gericht, kleine zelfstan
dige handwerklieden te vormen, die
na hun opleiding ofwel in coöpera
tief verband ofwel individueel hun
diensten zullen kunnen aanbieden
voor de opbouw en ontwikkeling
van hun eigen streek.
Het vormingscentrum is reeds ge
start met behulp van een tweetal
Zwitserse vrijwilligers die uitgezon
den werden door de organisatie Frè-
99
Dekenaat Schiedam, Vlaardingen
en Maassluis
Giro 23325 t.n.v. dekenale vasten
actie Schiedam,
Vlaardingen en Maassluis te Vlaar
dingen.
De dekenale vastenactie is een on
derdeel van de landelijke bis
schoppelijke vastenactie Nederland
te Zeist.
op het gebied van pottenbakken en
dansen.
We willen tijdens de vastenaktie de
aandacht concentreren op een vor-
mingsprojekt van het bisdom Ruyigi
in Burundi. Het betreft een vor-
mingsprojekt voor meubelmakers,
timmerlieden, lassers en metselaars.
De streek is in verhouding met de
rest van Burundi niet dicht bevolkt,
en er werd hier tot nu toe weinig
aandacht besteed aan de ontwikke
ling van de bevolking. Deze bevol
king leeft hoofdzakelijk van de land
bouw die ze bedrijft voor eigen on
derhoud.
Er is enige landbouw die gericht is
op de verkoop van koffie en aardno-
ten. De veeteelt is praktisch niet ont
wikkeld, alhoewel de streek er wel
geschikt voor is. De mensen leven
nog in vrij primitieve omstandighe
den, die niet direkt voortkomen uit
armoede, maar veeleer uit onwe
tendheid.
Langzaamaan ontwikkelen zich in
deze streek wat instanties en organi
saties die tot doel hebben de mensen
voorlichting te geven om zelf wat
aan hun eigen situatie te gaan ver-
Anderen. Een van deze aktiviteiten
betreft de vorming van gekwalifi
ceerde arbeiders in de sektoren van
houtverwerking, de ijzerverwerking
teVkardingan
res sans Frontières. Goor hen wer
den ook de opleidingsgebouwen ge
bouwd.
Men heeft echter grote moeite om de
onkosten van de vorming nu al di
rekt volledig zelf te financieren. Bo
vendien ontbreekt nog veel gereed
schap dat nodig is om de vorming
degelijk te doen doorgaan. Daarom
heeft men aan de vastenaktie een
bijdrage gevraagd om door die start
problemen heen te komen.
De totale bijdrage die gevraagd is
bedraagt 43.000,—.
Het konkrete vormingsprogramma
ziet er als volgt uit:
maandag, dinsdag, donderdag en
vrijdag van 7.30 uur tot 12.00 uur en
van 13.00 uur tot 16.30 uur: praktijk
lessen
woensdag van 13.00 uur tot 16.30 uur
tekenen en kostprijs berekenen,
maandag van 17 uur tot 18.30 uur:
hygiëne
dinsdag van 17 uur tot 18.30 uur:
boekhouding
donderdag van 17 uur tot 18.30 uur:
sociale wetgeving en technologie
vrijdag van 17 uur tot 18.30 uur:
frans en rekenen.
Burundi behoort tot de armste lan
den van Afrika. Het bisdom Ruyigi
ligt in de armste streek van het land;
de streek is bovendien tot nu toe
verwaarloosd en vergeten. Het aan
tal lagere scholen is bij na lange na
niet voldoende om alle kinderen in
de gelegenheid te stellen lager on
derwijs te volgen. Veel kinderen
worden naar de „Education de
base" verwezen, om in ieder geval
lezen, rekenen en schrijven te leren.
Deze „Education de base", een een
voudig onderwijs van korte duur,
geeft geen mogelijkheid om naar ho
gere scholen te gaan. Kinderen die
vooruit willen komen zijn aangewe
zen op vormingscentra zoals hierbo
ven omschreven.
In geen enkel land, geen enkele
streek of dorp kan er aan ontwikke
ling gewerkt worden als men niet
kan beschikken over gekwalifi
ceerde arbeiders. Er kunnen vele
mooie plannen opgesteld worden en
er kan overvloedig geld ter beschik
king gesteld worden, maar als er
geen handwerklieden zijn om het
werk uit te voeren, zal er uiteinde
lijk niets gebeuren.
Zij zijn de belangrijkste schakel in
het ontwikkelingsproces. Het pro
jekt past goed in het totaalpro
gramma van het bisdom. Het goede
van het projekt is, dat het iets doet
aan de oorzaken van de huidige si
tuatie die duidelijk om verbetering
vraagt.
Het projekt werkt via opleiding van
de inheemse bevolking. Het is dus
blijvend en de vakmensen kunnen
de eigen streek helpen ontwikkelen.