Voor „starters" steeds
moeilijker huis te kopen
Zonkoelend
Wat men weten
moet over een
gazonmaaier
Jacob Wiersema van bouwfonds
Inkomens en bouwkosten steeds verder uit elkaar
Omstandigheden
moeten keus bepalen
REDAKTIE: P G den Broeder Telefoon 01820 19742
Door het steeds verder uit
elkaar lopen van de inko
mens en de bouwkosten,
zal het steeds moeilijker
worden een hals te kopen.
Vooral mensen die moeten
„starten" (dus voor het
eerst zelfstandig gaan wo
nen) komen voor steeds
grotere financiële proble
men te staan.
In 1939 moest twaalf pro
cent van het inkomen voor
een eigen woning worden
opgebracht. In 1977 is dat
opgelopen tot 36 procent.
Het Bouwcentrum heeft in
opdracht van het Bouw
fonds becijferd dat dit in
1986 waarschijnlijk nog zal
oplopen tot veertig pro
cent: veertig procent van
het bruto-inkomen van een
„starter" wel te verstaan.
„Een krankzinnige
situatie", zegt voorzitter
van de Raad van Bestuur
van het Bouwfonds, Jacob
Wiersema. „Het gaat er
nog naartoe, dat de men
sen de helft van hun inko
men aan wonen moeten
besteden. Dat is veel te
gek".
Het Bouwcentrum heeft
deze gegevens berekend
aan de hand van de groei
van de inkomens en de
bouwkosten vanaf 1939.
Daarbij werd uitgegzan
van een gemiddeld jaarsa
laris van een geschoolde
arbeider van ongeveer
1.800 gulden in 1939 en
f 30.000,voor de Jan
Modaal van 1977. De
stichtingskosten van een
huis beliepen in 1939 on
geveer 3.600,Het
Bouwcentrum heeft bere
kend dat daar in 1977 ge
middeld zo'n 116.000,
voor moest worden neerge
teld. In 1985 is het i,nko-
men toegenomen tot
33.790,-r, terwijl de
stichtingskosten voor een
vergelijkbaar huis dan
145.000,zullen bedra
gen.
BEDELING
OVERHEID?
DOOR
Wiersema: „Een goede
vakman, bijvoorbeeld een
timmerman die dingen kan
maken waarvoor ik het
grootste respekt heb, kan
op deze manier geen eigen
huis meer betalen. Dat kon
hij in de krisisjaren nog
wel. Het zou mij, als vak
bekwame arbeider,
ontstellend steken als ik
m'n eigen huis niet zou
kunnen betalen. Hoe erva
ren andere mensen dat?"
Gelukkig bestaan er nog
steeds vele soorten subsi
dies, waardoor het voor
veel mensen toch mogelijk
is een eigen huis te kopen.
Daarmee wordt voor een
deel het gat gedempt dat is
ontstaan door het almaar
verder uit elkaar lopen van
de bouwkosten en de inko
mens.
Maar hoever kan de
overheid daarmee door
gaan? We zitten midden in
allerlei bezuinigingsopera
ties. Er wordt al gesleuteld
aan de sociale uitkeringen
en ook de subsidies voor
het wonen zullen als het zo
door gaat aan de beurt ko
men.
Wiersema: „Het is al een
vreselijk onnatuurlijke si
tuatie dat de overheid moet
subsidiëren. Er wordt
daardoor de indruk gege
ven, dat je eigenlijk so-
ciaalzwak bent. Het is een
soort bedeling. Je kan in
een huis wonen als je geld
van de overheid krijgt.
Maar je kleren, je eten en
je huis moet je van je gewo
ne inkomen kunnen beta
len. Als dat niet kan, is er
iets heel erg fout..."
VERFDNEN VAN SUB
SIDIES?
Er zullen in het huidige
systeem verfijningen van
de subsidieverstrekking
nodig zijn om alle geld van
de overheid op de juiste
plaatsen en in de juiste
hoeveelheden terecht te la
ten komen. Berekend is
dat nu ongeveer tachtig
procent van de verstrekte
woonsubsidies bij mensen
terecht komt, die volgens
de huidige maatstaven
daar ook recht op hebben.
Dit houdt tegelijk in dat
toch nog altijd zo'n twintig
procent wordt geïnd door
mensen die die steun niet
zo nodig hebben. Er is be
rekend dat 57 procent van
de subsidies wordt ver
strekt aan mensen, die
minder dan 22.500,
per jaar verdienen. „Dat is
zeker geen slechte zaak".
Hoewel met een verfijning
van de subsidies niets
wordt gedaan aan het uit
elkaar lopen van de inko
mens en de bouwkosten,
betekent het toch dat er
meer geld kan worden ge
stoken in woningen voor de
lagerbetaalden. De kosten
kunnen op papier, dus
zakken.
KLEINERE WONINGEN
BOUWEN?
In werkelijkheid kan dat
worden bereikt als bijvoor
beeld wordt afgezien van
een aantal verworvenheden
van de laatste jaren. Terug
naar de eenvoud dus en
opnieuw meer seriematig
gaan bouwen: En waar
mogelijk gaan werken met
elementen, die in de fa
briek kunnen worden ge
produceerd.
Zo'n produktieproces kan
goed worden geregeld en
desgewenst worden ge
automatiseerd. Daarom
ook heeft het Bouwfonds
het HW-systeem ontwik
keld. Die maakt het moge
lijk in de fabriek kant-en-
klare en toch variabel toe
te passen elementen te ver
vaardigen.
Het bouwen van kleinere
woningen op kleine bouw-
kavels zal ook een gunstige
invloed hebben op de
stichtingskosten. Wierse
ma: „Na 1973 is men gaan
beknibbelen op de kavel
grootte. Bovendien werd
afgestapt van de grotere
woningen, die daarvóór
werden ontworpen. De
woonwensen van de men
sen, de kopers, laten echter
niet toe dat er veel op
wordt geknibbeld. Tot
hoever mag en kan die wo
ning kleiner worden?"
SUBSIDIEKRAAN NOG
VERDER OPEN?
Politici zullen het niet ge
makkelijk aan hun kiezers
kunnen verkopen, dat de
woonwensen een stuk terug
moeten worden gedraaid.
Zaken als centrale verwar
ming, warm en koud stro
mend water en mechani
sche ventilatie laat je niet
zomaar schieten. En ieder
een zal een zo groot moge
lijke tuin vóór en échter
het huis willen hebben.
„Toch zal de manier van
bouwen moeten verande
ren en nog radikaal ook",
meent voorzitter Wierse
ma. „Maar de bouwvoor
schriften van nu laten niet
al te veel korting op het
aantal kubieke meters
woonruimte toe". Om de
woonwensen te kunnen
blijven honoreren, ook als
die op hetzelfde niveau als
nu zullen blijven staan, zal
er dus iets met de subsidie
kraan moeten gebeuren.
Toch zullen de bouwkosten
ook moeten dalen". Als de
subsidies blijven steken op
de huidige hoogte komen
we al in de problemen,
maar we moeten wel voor
de arbeider kunnen blijven
bouwen".
De Jan Modaal van van
daag kan zelfstandig een
huis bekostigen van tussen
de zestig- en zeventigdui
zend gulden. Maar de ge
middelde prijs van een
nieuwe minimum-woning
ligt rond de 120.000 gul
den. Dat gat dreigt steeds
groter te worden. Want de
groei van de lonen blijft
duidelijk achter bij die van
de bouwkosten.
Hoe demp je dat gat van
nu en van de toekomst?
Zijn de regering en de par
lementariërs bereid steeds
meer subsidies te blijven
verstrekken?
Maar hoe lang kunnen zij
dat blijven volhouden,
want ook die subsidies
moeten ergens vandaan
komen! Zal de subsidie
kraan door een tekort aan
financieringsmiddelen
minder gul moeten gaan
stromen? Zo ja: wanneer
en in welke mate? Maar
hoe moet het dan verder
met de woningbouw? Moet
de woonkonsument er aan
gaan wennen dat er meef
van het inkomen aan wo
nen zal besteed moeten
worden?
Scotchtint zonkoelende fo
lie wordt al jaren toegepast
als zonwering voor kan
toorgebouwen, ziekenhui
zen etc.
Het is een polyester folie
met aan *én zijde een
laagje opgedampt alumi
nium en aan de andere
kant een door water te be
vochtigen kleeflaag, waar
mee Scotchting aan de
binnenkant van de ruit
wordt aangebracht.
Na droging vormt Scotch
tint één geheel met de ruik
Het uitzicht blijft behou
den en de zonnewarmte
wordt voor 75% door
Scotchtint buiten het ge
bouw gehouden.
Voor gebruik thuis heeft
Scotchtint natuurlijk de
zelfde voordelen. Buiten
zonwering is weliswaar het
meest effektief, maar tech
nisch is die niet altijd toe te
passen, bijvoorbeeld als
het gebouw teveel wind
vangt.
Voor slaapkamers, zolder
kamers, dakramen, voor
caravans en boten is
Scotchtint de ideale zon
wering. Het spiegelend ef-
fekt aan de buitenzijde
zorgt bovendien voor meer
privacy.
Ten opzichte van binnen-
zonwering heeft Scotchtint
het voordeel dat de zonne
warmte niet eerst de kamer
binnenkomt en dan pas
door de zonwering wordt
opgevangen.
3M Nederland te Leiden
levert Scotchtint zonkoe
lende folie voor de doe het
zeiver in kokers waarbij
een duidelijke aanbreng-
instruktie verpakt zit.
Scotchting wordt geleverd
in de kleur brons en in drie
afmetingen: 76 x 122 cm,
91 x 198 cm en 122 x 198
cm.
Het is verkrijgbaar bij de
Doe het zelf zaken en zon-
weringsbedrijven.
Nu de groei-omstandighe-
den voor het gras ideaal
zijn, zullen de maaiers
weer veel gebruikt worden.
In het algemeen geldt, dat
men voor de aanschaf van
een duurzaam gebruiks
goed zich eerst terdege
oriënteert over het aanbod.
Wie b.v. met een kleine
(hand)maaier een grote
tuin moet maaien zal spoe
dig inzien, dat goedkoop
duurkoop is geweest.
Dit geldt ook voor de koop
van een elektromaaier, in
dien men geen stopkontakt
voor het snoer aan de tuln-
zijde heeft of andersom
ook, indien men een grote
maaier koopt voor een re
latief klein gazon. Het be
langrijkste kriterhim bij de
aanschaf van een maaier is
natuurlijk in de eerste
plaats de grootte van de
eigen tuin.
HANDKOOIMAAIERS
Het principe van een kooi-
maaier berust op een rote
rende wals met diagonaal
daarop geplaatst de mes
sen, die langs een onder
mes lopen en zo voor de
knippende beweging zor
gen.
Kooimaaimachines kan
men met of zonder motor
krijgen. De handkooi-
maaier is wel de meest ge
bruikte maaier. De maai-
kwaliteit en dus de prijs
van de handmaaier wordt
bepaald door het aantal
kooimessen, de maai-
breedte en al dan niet
verend en zelfslijpend on
dermes. Of er zwaar ge
duwd moet worden, wordt
door de overbrenging, de
diameter van de wielen en
natuurlijk ook door de af
stelling tussen ondermes
en messenk ooi bepaald.
MOTOREN y
Voor maaiers worden drie
verschillende soorten mo
toren gebruikt. Sterk in
opkomst zijn de milieu
vriendelijke elektromoto
ren. De lichte maaiers zijn
meestal voorzien van elek
tromotoren met koolbor
stels en daardoor gevoelig
voor storingen. Dit zou
kunnen leiden tot ernstige
ongevallen.
Dubbel beveiligd of geïso
leerd is te weinig, een 10-
voudige isolatie tussen de
messen en de duwboom, is
optimaal.
Accumaaiers worden na
genoeg niet meer aangebo
den. Hoewel het principe
uitstekend is, heeft men
vaak teleurstellende erva
ringen door onjuist ge
bruik ondervonden.
Accumaaiers zijn geschikt
voor nauwgezet onderhou
den gazons tot ca. 500 m2.
Bij de benzinemaaiers
kennen we de 2- en 4-takt
motoren.
De 2-takter kan uitsluitend
op steile hellingen gebruikt
worden en er kan lang
achtereen mee gemaaid
worden. Bij de 4-takters
moet men er steeds voor
zorgen dat het oliecarter,
net als bij een auto, steeds
goed gevuld is met olie.
Zoals gezegd bepaalt de
grootte van de tuin mede
de soort maaier, ook is
echter het type tuin van
groot belang.
Voor een elektromaaier
dienen er zich geen of wei
nig obstakels in het gazon
te bevinden; een 2-takter
neemt men indien er hei
ningen de veiligheid ver
hoogd worden.
Service:
Er bestaan ook een aantal
subjectieve redenen om een
bepaalde maaier te kopen,
zoals vertrouwen in een
vakhandelaar, ervaring
met merk en de kleur.
Maar wezenlijke punten
zijn prijs en service. Service
wordt maar al te vaak ver
geten. Echter, niets is zo
hinderlijk, los van het feit
dat het erg slecht voor het
gazon is, als in het maai-
seizoen de maaier te moe
ten missen wegens repara
ties.
Enkele merken hebben een
uitgebreid net service sta
tions, waar reparaties snel
en vakkundig worden uit
gevoerd.
Als men alle feiten en feit
jes betrekt bij de aanschaf
van uw nieuwe maaier, dan
worden teleurstellingen
voorkomen en kan men ge-
mieten van ongestoord
maaiplezier. >-
DRAADMAAIERS
Steeds meer ziet men het
gebruik van draadmaaiers.
Het principe van deze ap
paraten berust op het
maaien met een nylon-
koord, dat met een enorme
snelheid ronddraait. Het
grote voordeel van deze
apparaten ligt in het feit,
datu met een draadmaaier
juist die plaatsen kunt
maaien, die de maaier
overslaat of niet kan berei
ken. Het hindert elke
rechtgeaarde tuinier te
zien. dat gras en onkruid
hoog opgeschoten blijft
staan langs muren, hek
ken, enz. want dat ontsiert
een goed verzorgde tuin in
niet geringe mate. Met een
draadmaaier kan men nu
snel de finishing touch
aanbrengen.
Voor nadere informatie
T uinbou winform atiecen-
trum Wolf in Ede.
lingen steiler dan 27 gra
den Celsius gemaaid moe
ten worden.
TYPEN
De Engelse strepen op een
gazon worden door een
maaier met rol verkregen.
Zo'n rol zit meestal op een
kooimaaier, doch dit effekt
kan ook met een losse
tuinwals verkregen wor
den.
Voor een egaal maaibeeld
is het onderhoud van we
zenlijk belang, want wil
men het goede maaibeeld
behouden, dan dienen de
messen minstens eens per
jaar geslepen te worden.
Dit betekent in de prak
tijk, dat bij kooimaaiers de
aanschafprijs zich na ca. 4
jaar verdubbeld heeft.
Door hun konstruktie
kunnen kooimaaiers
eigenlijk alleen voor repre
sentatieve siergazons ge
bruikt worden.
Bij te hoog en te taai gras
blijft de machine steken.
Veel voordeliger in onder
houd zijn de cirkelmaaiers.
Hier kan het roterende
mes, dat de maaiwerking
uitvoert, eenvoudig en dus
goedkoop verwisseld wor
den. Erg voordelig zijn
driehoeksmesjes aan het
einde van de maaierbalk.
Deze voordelige mesjes zijn
aan drie kanten te gebrui
ken en met een boutje snel
te verwisselen. Cirkel
maaiers overmeesteren ge
makkelijk zonder sto
ringen hoger geworden
gras na een vakantie.
MAAITIJD
Een groot deel van de
maaitijd zit in het verza
melen van het gemaaide
gras. Vandaar dat men bij
zowel hand- als motor
maaiers steeds meer een
grasvangvoorziening ziet.
De grasvangvoorziening
kan bestaan uit een een
voudige open bak of hij be
staat uit een gesloten bak
of zak, die wel tot 75 liter
maaiafval kunnen bevat
ten.
De kwaliteit van het van
gen is per maaier verschil
lend. Een aanwijzing kan
zijn dat de fabrikant ver
meldt of ook vochtig gras
opgevangen kan worden.
De tweede factor, die de
maai duur bepaalt, is de
maaibreedte. Hoe breder
de maaier, hoe sneller het
maaien gebeurt. Wel moet
men erop letten, dat bij
motormaaiers de capaciteit
van de motor in overeen
stemming is met de maai
breedte.
lang de gewenste maai-
hoogte.
Lichtstart:
Gemakkelijk te starten zijn
die benzinemotormaaiers
die voorzien zijn van een
lichtstartvoorziening.
Wielaandrijving:
Als men steeds weer een
zwaar lopende maaier over
een groot gazon moet du
wen, is het verstandig te
overwegen een maaier met
wielaandrijving aan te
schaffen. De voor sommige
mensen onmogelijke opga
ve zwaar te duwen wordt
dan weggenomen.
Het toppunt van gemak is
natuurlijk een zitmaaier,
maar die luxe is slechts
voor enkelen weggelegd.
Lawaai:
Een maaier kan erg veel
overlast bezorgen. Vooral
maaiers met benzinemoto
ren hebben dit euvel. Door
een speciale geluiddemper
op de uitlaat te monteren
wordt het lawaai iets gere
duceerd. Er bestaan zelfs
benzinemaaiers met een
dikke geluidabsorberende
kap, die slechts 62 decibel
maakt.
Inlichtingen bij het Mini
sterie leerde dat binnen
kort eindelijk wettelijke
bepalingen te verwachten
zijn voor de hoeveelheid la
waai, die motormaaiers
maximaal mogen maken.
Elektromaaiers maken erg
weinig lawaai, vaak minder
dan 60 decibel. Dit kan
weer gevaarlijk zijn, omdat
men dan niet hoort of het
mes stil staat. Ook hieraan
hebben sommige merken
iets gedaan door een con
trolevenster op het motor
huis te bevestigen. Zo kan
men controleren of het mes
al stilstaat.
Steenslag:
Bij cirkelmaaiers kunnen
stenen en dergelijke door
het roterende mes wegges
lingerd worden. Ook hier
kan door de juiste voorzie-
VOORZIENINGEN
Zoals iedere gazonbezitter
weet, bestaat er een grote
verscheidenheid aan mo
tormaaiers. Dit komt voor
namelijk door het grote
aantal extra's dat men bij
een maaier kan krijgen.
Grasvangvoorzieningen
hebben we al genoemd.
Verder zijn van belang:
maaihoogte-instelling.
Door bouten in andere ga
ten te bevestigen is de last
igste methode. Gemakke
lijker gaat het met een hef
boom of door een druk op
de knop van het zoge
noemde lift-matic systeem.
Nieuw is het stegk-as syste
em, hierbij trekt men het
wiel eenvoudig uit het gat
in het chassis en steekt het
hoger of lager al naar ge-