Ouders participeren
steeds meer in
voortgezet onderwijs
Inschrijvingen starten binnenkort
Docenten terug naar de schoolbank
Zoeken naar de wegen in het voortgezet onderwijs....
litteraktiA-afialyM
Ovtrdrachtspropct
Nog maar nauwelijks is het
schooljaar halverwege of
tienduizenden scholieren
moeten binnenkort hun
keus kenbaar maken over
het voortgezet onderwijs.
Onder zes jaar basisschool
wordt een streep gezet; het
onderwijs dat de grondslag
moet vormen voor de studie
die nu gevolgd moet wor
den.
Ouders worden vaak ingezet bij werkzaamheden -
die nauw betrokken zijn bij het onderwijs.
Duizenden scholieren beslissen
over hun toekomst SCHOLEN TIMMEREN MEER AAN DE WEG
Nieuwe trainingsmethoden
onderwijzersopleidingen
over de begrippen zoals o.a.
MAVO, HAVO, LEAO, MTS en
noem maar de vele andere soorten
van onderwijs op, die een nieuwe
naam kregen of een nieuwe in
houd na het invoeren van de
„Mammoetwet".
Ook de begrippen katholiek, chris
telijk of openbaar onderwijs begin
nen meer in betekenis af te nemen
na het verlaten van de basisschool.
Door de enorme verscheidenheid
in soorten onderwijs waren deze
strikte scheidingen niet meer te
handhaven terwijl het onderwijs
zich heeft aangepast aan de gewij
zigde opvattingen in de maat
schappij. Niet overal zijn deze
grenzen weggenomen en zijn er
nog ruimschoots scholen te vinden
bij het voortgezet onderwijs met
een gerichte grondslag.
Deelname aan het voortgezet on
derwijs betekent vaak dat de
school voor de leerlingen wat ver
der van huis komt te liggen. In
grote scholengemeenschappen zijn
soms meer onderwijssystemen on
dergebracht. Na een brugklas moet
dan vaak opnieuw een keuze ge
daan worden, maar dan binnen
hetzeflde gebuw.
Vooral wanneer het gespeciali
seerd onderwijs betreft zoals o.a.
een opleiding voor opticien of voor
een pedagogische academie wordt
de keus beperkt en kan bij de keus
ook de afstand naar de school een
rol mee gaan spelen.
De scholen timmeren de laatste ja
ren meer aan de weg. Via het
brengen van allerlei informatie
naar ouders, of indirect ook via
advertenties in dag- en weekbla
den tracht men duidelijk te maken
waar het om gaat. Ook wordt
praktische informatie gegeven
over het inschrijven, dat binnen
kort op de meeste scholen van
start gaat.
In oudere stadswijken trachten
scholen zelfs via allerlei campag
nes zoveel mogelijk leerlingen te
trekken. Dit gebeurt met o.a. stic
keracties en open dagen. Juist in
deze oudere stadswijken loopt het
aanbod van leerlingen terug en
dreigt daarmee het personeelsbe
stand of in het ergste geval het
voortbestaan van de school in ge
vaar te komen.
Informatie over vervolgonder
wijs is over het algemeen be
schikbaar op de basisscholen
zelf. Boekjes geven allerlei in
formatie over de mogelijkheden
die er zijn. Eventueel kan bij de
afdeling onderwijs of voorlich
ting in iedere gemeente geïnfor
meerd worden hoe men in het
bezit kan komen van de gewen
ste informatie.
Het aantal taken van de oplei
dingen van onderwijzers is de
laatste tijd enorm uitgebreid.
Dit heeft deels te maken met de
voorbreiding van onderwijzers
in functie op hun werk in de
nieuwe basisschool. Daartoe
moeten de opleidingen vele vor
men van nascholing verzorgen:
applicatiecursussen voor niet-
volledig bevoegde onderwijzers
en kleuterleidsters, de bijscho
ling van onderwijzers voor on
derwijs aan anderstaligen en
aan minderheidsgroepen, de bij
scholing van teams van kleuter
en lagere scholen ter voorberei
ding op de integratie van beide
tot de nieuwe basisschool.
Een ander deel heeft betrekking
op de vernieuwing van de oplei
ding zelf. Het eindresultaat daar
van moet binnen een aantal jaren
een opleiding opleveren, die niet
langer onderscheid maakt tussen
kleuterleidster en onderwijzer,
maar die volgens adviezen ook in
houdelijk en methodisch een totaal
ander aanzien zou moeten krijgen.
De voorbereiding op die vernieu
wing moet plaatsvinden binnen de
bestaande structuren van de huidi
ge opleiding. Op vele plaatsen
wordt dan ook nu al gewerkt aan
experimenten op deelgebieden van
de opleiding. Een van die experi
menten, de ontwikkeling en eva
luatie van een trainingsmethode
voor het inoefenen van bepaalde
onderwijsvaardigheden, is een de
zer dagen afgerond met het ver
schijnen van een eindverslag. Deze
trainingsmethode heet „inter-ac-
tie-analyse". In een ruim 3» 1/2 jaar
durend project, dat werd uitge
voerd door het Instituut voor On
derwijskunde van de Universiteit
van Nijmegen en het Katholiek
Pedagogisch Centrum in Den
Bosch, werd deze methode ontwik
keld en beproefd op een tiental
Pedagogische Akademies. Met een
subsidie van onder andere de
Stichting voor Onderzoek van het
Onderwijs is een trainingspakket
ontwikkeld met behulp waarvan
onderwijsvaardigheden als obser
veren, informatie geven, vragen
stellen, accepterend reageren op
leerlingen en uitleggen kunnen
worden ingeoefend.
Het evaluatie-onderzoek dat werd
uitgevoerd in opleidings- en bij
scholingssituaties komt tot de vol
gende conclusies:
Studenten ervaren de trainingen
als zinvol tot zeer zinvol.
Ruim tweederde van leerkrachten
in functie die deze training volg
den stelt zelfs dat deze een ver
plicht onderdeel van de opleiding
zou moeten zijn. Belangwekkend
is verder dat het zelfvertrouwen
van de studenten om les te geven
bleek te zijn toegenomen. Deze re
sultaten sluiten aan op ook in het
buitenland eerder aangetoonde po
sitieve effecten van een training
op basis van interactie-analyse.
Studenten worden zich meer be
wust van hun eigen onderwijsge-
drag en zijn beter in staat om
voorgenomen en gewenst onder-
wijsgedrag ook daadwerkelijk te
realiseren.
Op zich zijn dit bemoedigende re
sultaten, die een bijdrage zouden
kunnen betekenen aan de vormge
ving van de nieuwe opleiding.
Maar hetzelfde onderzoek heeft
ook een aantal factoren naar vo
ren gebracht, die een goede over
dracht en inpassing van de resulta
ten en materialen vanuit dit
project bemoeilijken. De werkwij
zen die in de interactie analysecur
sussen worden gehanteerd zijn
moeilijk onder te brengen in het
patroon van lessen van 50 minuten
van een bepaald vak, zoals dat op
het rooster van de opleiding staat.
Ook past het niet goed in de ge
bruikelijke stage die studenten lo-
De keuze van het voortgezet on
derwijs is vaak bepalend voor de
toekomst van het kind. Meestal is
er al over de keus gesproken thuis
en op school. In overleg tussen ou
ders, kind en school wordt beke
ken welk type onderwijs het beste
gekozen kan worden. Het lijkt
soms een doolhof in de vele onder
wijssoorten die Nederland bezit.
Basisschoolverlaters stappen vaak
over naar een brugperiode waarbij
de keus nog niet geheel vast staat
voor wat betreft de te volgen on-
derwijsrichting.
Ouders denken vaak nog in ter
men van ULO, HBS of ambacht
school. Door het geven van zoveel
mogelijk voorlichting doen de
scholen er veel aan om de ouders
enigszins wegwijs te maken en
ontstaat er wat meer duidelijkheid
pen in de lagere school. Er wordt
namelijk in de curus veel gewerkt
met rollenspel en korte lessen aan
kleine groepen leerlingen. Van
deze oefeningen worden video-op
names gemaakt die daarna worden
geanalyseerd met observatiesche
ma's en worden nabesproken. Ook
is gebleken dat deze nieuwe wijzen
andere eisen stellen aan de be
kwaamheden van de docenten en
de verhouding tussen beoorde-
lings- en begeleidingsmomenten
gedurende de oefenperiode. Daar
voor zijn informatie- en bijscho
lingscursussen voor docenten no
dig. Ook deze zijn in het kader van
dit project ontwikkeld. Zij vormen
een onderdeel van een plan vóór
een overdrachtsproject dat door de
onderzoekers en de begeleiders is
ontwikkeld.
Voor de uitvoering van dit ver-
volg-project is subsidie aange
vraagd. Het ministerie heeft echter
deze aanvraag niet gehonoreerd.
(Om onduidelijke redenen is dit
overigens voor het gehele SVO-
onderzoeksprogramma met be
trekking tot de KLOS-PA-integraJ
tie al meer dan een jaar eveneens
het geval, ondanks de instemming
van de betrokken ministeriële ad
viescommissies). En daarmee zul
len de resultaten en materialen uit
dit project voorlopig in de kast
moeten blijven liggen. Een intro+
ductie ervan vergt immers de rea
lisering van een aantal voorwaar
den zoals het inpassen van practica
in het rooster van de opleiding en
het informeren en bijscholen van
docenten. Juist nu blijken de ta
ken van docenten in de opleidin
gen naar aard en omvang zo in be
weging. Een vernieuwingsbeleid
zou dan ook gebruik moeten ma
ken van de ruimte die vrij komt
door de terugloop van het aantal
studenten om die docenten door
bijscholing en begeleiding de kans
te geven zich op die nieuwe taken
voor te bereiden. De programma's
en materialen liggen klaar.
Ouderparticipatie in het basisonderwijs is al sedert jaren een
i normale zaak. Bij het voortgezet onderwijs bestaat nog een zeke-
i re drempel; toch worden ook hier de ouders de laatste jaren
steeds meer betrokken bij het gebeuren in de school. Sommige
scholen experimenteren hier al vele jaren mee en is de inzet van
de ouders nauwelijks meer weg te denken. Op andere scholen
zijn de ouders er nog nauwelijks bij betrokken of werd nog niet
zo lang geleden hiermee gestart.
Participeren betekent eigenlijk deelnemen. Ouderparticipatie
wil dus zoveel zeggen als deelnemen aan datgene wat er alle
maal op school gebeurt. In het basisonderwijs verzorgen ouders
allerlei activiteiten in en rondom de lessen. Zij verlichten daar
mee de taak van de onderwijskrachten, die zich dan beter kun
nen concentreren op die leerlingen, die om een of andere reden
achterstand hebben opgelopen. In het voortgezet onderwijs heeft
de ouder vaak ook een respectabele plaats ingenomen.
In beperkte mate kunnen ouders ook ingezet worden bij het les-
gebeuren zelf. Zo kan, zoals o.a. op een scholengemeenschap in
Rotterdam, het huiswerk worden gecorrigeerd. Daarnaast hel
pen ouders de leerlingen tijdens de les bij moeilijk op te lossen
vragen en opdrachten. Verder zijn er ouders ingeschakeld in het
kader van de huiswerkbegeleiding voor leerlingen van de brug
periode.
Veel vaker worden de ouders echter ingezet bij de verzorging
van allerlei zaken rond het lesgebeuren. Op een school staan uit
eraard de lessen centraal. Daaromheen valt er heel wat te orga
niseren. Zo is vaak het beheer van de uitleenbibliotheek op
school in handen van de ouders. In samenwerking met de ver-
schilende vakdocenten schaffen de ouders, die met het beheer
belast zijn, boeken aan. Zij verzorgen ook de uitlening en het
onderhoud van boeken.
Ouders kunnen ook ingezet worden bij een schooldocumentatie-
centrum, een verschijnsel op onderwijsgebied dat zijn weg in het
voortgezet onderwijs bégint te vinden.
Een onderwerp dat ook veel aandacht vraagt is het leefbaar ma
ken en houden van het schoolgebouw.
Ook mag het belang van een goed functionerende oudercommis-
sie niet onderschat worden; een regelmatige bijeenkomst met
schoolleiding en docentenraad stimuleert hierbij de ouders in
het belang van de school.