vuur i I -v 1 Het totale aangezicht van de overgordijnen T r. REDAKTIE: P G den Broeder Telefoon 01820-19742 pen sleutel tot uw eigen ii »<i vï/> ïJ&. v* >.v ?5 4:X»V>-. ifA* 'iV Zolang DE mens het vuur kent, heeft hij steeds ijverig gezocht naar betere manieren om woningen te verwarmen. Het grote open vuur en de roodgloeiende potkachel hebben in de loop der tijden plaats moeten maken voor de veel comfortabeler centrale verwarming. Willen we er echter in de toekomst ook nog warmpjes bijzitten, dan zullen we zuinig met warmte moeten leren omgaan. Gelukkig betekent dat niet dat we om tien uur al onder de wol moeten liggen of bibberend ons ontbijt moeten eten. Het is voor al een kwestie van bewust met warmte leren omgaan, om de juiste verwarming te kunnen kiezen. Van oudsher is in alle gevallen van verwarming altijd het enige doel: het verwarmen van de ons omringende lucht. Onze 'ervaring aan den lijve' heeft ons geleerd, dat wij ons het prettigst voelen als de lucht om ons heen langzaam maar constant in beweging is, om de afgifte van lichaamswarmte door confectie op peil te houden en een egale temperatuurverdeling te bereiken. Verder is het natuurlijk, uit het oogpunt van de energiebesparing, van belang, dat de verwarming zich snel aanpast aan de gewenste temperatuur. De open vuren, open haarden en potkachels waar men zich vele eeuwen mee moest behelpen, waren wellicht gezellig en hielden de familie knus bijeen, van comfort was echter nauwelijks sprake. Pas toen in de jaren zestig in Nederland ogenschijnlijk grote hoeveelheden aardgas werden gevonden, werd de centrale verwarming voor bijna iedereen bereikbaar. Tegenwoordig stoken wij per jaar maar liefst gemiddeld 1500 uur onze verwarming. Een lekker warm huis is een behoefte waar we, zeker gezien de laatste winter, niet meer buiten kunnen. En hoewel het nu mogelijk is het hele huis gelijkmatig te verwarmen, is toch conventionele water-c.v. nog steeds gebaseerd op een bron van geconcentreerde warmte f waarbij radiatoren de plaats hebben ingenomen van het open vuur. Centrale waterverwarming In dit systeem wordt water verwarmd dat naar de diverse verwarmingselementen door het huis wordt gepompt. Als deze verwarmingselementen warm zijn, geven ze warmte af aan de lucht, die dan van nature opstijgt, waardoor een zeer geringe luchtcirculatie ontstaat. Als de radiatoren echter afkoelen, trekt de laatste warmte naar het hoogste punt, daar waar we er het minst nut van hebben, blijft daar hangen en de luchtcirculatie komt tot stilstand. Bovendien heeft warmte de eigenschap weg te willen vloeien door wanden naar een omgeving met een lagere temperatuur. Luchtverwar ming zie je nauwe lijks. Een iglo is een goed voorbeeld van isolatie. Dat wegvloeien van warmte geeft tochtverschijnselen en is in een tijd van behoefte aan meer en meer behaaglijkheid een onaangename en dure verspilling. Overigens hoeft 'tocht' niet altijd luchtbeweging te zijn: afstraling van lichaamswarmte naar een koud vlak geeft precies dezelfde gewaarwording. Goed isoleren Om koude vlakken en te sterke afkoeling te vermijden, moeten we ons huis isoleren. Een extreem maar uiterst effectief voorbeeld van isolatie is de iglo van de Eskimo's. Door de afwezigheid van ramen en deuren, de kleine ruimten en de hoge isolatiewaarde van de dikke sneeuwblokken, kunnen Eskimo's warm blijven, zonder verwarming door middel van vuur. De afvalwarmte van hun lichamen verwarmt de lucht. Dikke pelskleding op de slaapbank voorkomt warmteafgifte door geleiding naar het koude ijs en afstraling naar de wanden. Gelukkig hebben wij geen ijs nodig om ons warm te houden, maar wel een goed geïsoleerd huis om zo min mogelijk dure energie nutteloos naar buiten te laten verdwijnen. Behalve een goede isolatie van ons huis en een goede installatie om de lucht binnenshuis te verwarmen, is er voor comfort echter meer nodig. Er is luchtverversing voor nodig om dampen, rook en geurtjes af te voeren en nieuwe zuurstofrijke lucht binnen te halen. Ook moet de lucht gezuiverd worden van stof en andere ongerechtigheden. Er spelen dus twee ogenschijnlijk zeer verschillende eisen een rol bij het verwarmen van onze huizen. Enerzijds is er de wens naar steeds meer en beter wooncomfort, waar ook duidelijk het 'klimaat' in huis bij hoort. Anderzijds it er de dwingende eis tot energiebesparing. Voor de bouw betekent dat: tegengaan van warmteverlies dooreen zo goed mogelijk isoleren van muren, ramen, daken en vloeren. Een perfect geïsoleerd huis zou echter, zonder speciale voorzieningen, weinig comfortabel zijn om in te wonen. Het zou namelijk ook een grotendeels 'luchtdicht' huis zijn, waar verbruikte lucht en luchtverontreiniging niet uit, en frisse lucht niet in zou kunnen. Behalve dan door het openzetten van ramen en deuren, wat het hele effect van de isolatie weer teniet zou doen. Kortom een dilemma dat alleen is op te lossen door een systeem van verwarming, ventilatie en isolatie op prettige wijze met elkaar in harmonie brengt. En dat is er. Het heet centrale luchtverwarming. Luchtverwarming Die naam doet eigenlijk onvoldoende recht aan het systeem. Centrale luchtverwarming is namelijk veel meer dan alleen maar verwarming. Het is een systeem dat ventileert, de lucht ververst, stof eruit filtert, ongewenste geurtjes laat ontsnappen naar buiten en daarvoor in de plaats frisse lucht aanvoert. En dat het hele jaar door. Natuurlijk wordt bovendien de lucht ook verwarmd wanneer dat nodig is. En ook op dat punt steekt luchtverwarming gunstig af bij andere mogelijkheden. Door de rechtstreekse verwarming van de lucht, zonder de omweg van wateren radiatoren, reageert het systeem sneller en directer op de thermostaat. Door het hele huis Luchtverwarming berust op een constante, overigens onmerkbare luchtcirculatie door het hele huis. Dit gebeurt door middel van een centrifugaal-ventilator, die is ingebouwd in het luchtbehandelingstoestel. Via een net van geïsoleerde kanalen en kleine roosters in vloeren of wanden komt de lucht in de diverse ruimten. Via retourroosters en retourkanalen gaat de lucht naar het luchtbehandelingstoestel, waar deze wordt gefilterd en eventueel verwarmd om dan opnieuw te gaan circuleren. In keuken, badkamer en toilet zijn geen retourroosters aangebracht. "Ur-ïV. 'm Luchtverwarming verwarmt, ventileert en zuivert de lucht van stof en vuil. Deiiddi unlslaiie gcuiiji-» verdwijnen door de aanwezige ontluchtingsopeningen. Ter aanvulling daarvoor zuigt het systeem een bepaalde hoeveelheid verse buitenlucht aan. Die wordt eerst gefilterd, dan eventueel verwarmd en gaat meecirculeren- Simpel it Holbewoners gebruikten open vuren voor verwarming en be scherming. Zo is luchtverwarming een in wezen simpel, maar juist daardoor bijzonder effectief systeem voor klimaatbeheersing in huis. gedurende het hele jaar Het onderhoud van een centrale luchtverwarming is heel eenvoudig en storingen zijn zeer zeldzaam. Een bijkomend pluspunt is, dat er nooit iets hoeft te worden bijgevuld, terwijl er Grootmoeders knusse potka chel geeft echter weinig comfort. ook mets kan bevriezen in de wintermaanden. Door de voortdurende circulatie is er een betere verdeling van temperatuur en vochtigheid. Warme vochthoudende lucht blijft niet bovenin de kamer hangen, maar mengt zich met de andere lucht. En doordat de lucht bij iedere rondgang een filter passeert, wordt stof eruit gehaald. Tot slot is er dan nog het ruimte-aspect. Luchtverwarming maakt geen gebruik van radiatoren. Het enige wat ervan zichbaar is, zijn een paar roostertjes in vloeren of wanden. Een huis waar in zomer en winter een prettig klimaat heerst, zonder dat de ramen open hoeven. Wel frisse lucht, maar geen straatlawaai, stof en ongedierte. Geen wonder dat u Brink luchtverwarming ook in kantoren, winkels, scholen, sporthallen en andere gebouwen steeds meer tegenkomt. Het interieur komt steeds meer in de be langstelling en de vraag naar informatieve lek- tuur neemt toe. Jammer genoeg is veel van het daarin aanwezige foto materiaal niet afge stemd op het doorsnee gezin zodat er meestal toch nog maar weinig bruikbare informatie aanwezig is. Informatie b.v. over het bovenaanzicht van de overgordijnen. Dat men daarbij kan kiezen uit o.a. railgarnituren, roe den of gordijnstokken, mag als welbekend wor den verondersteld. Steeds meer ziet men een groeiende belang stelling voor het mooiere gordijn-garnituur. Men wordt er zich van be wust dat de bovenafwer- king van gordijnen net zo belangrijk is als de gordijnen zelf. Heel vaak komt het voor dat men een onbestemd gevoel heeft dat het inte rieur „ergens" niet kom pleet is zonder nu pre cies te kunnen zeggen wót er aan mankeert. Honderd tegen één dat het aan de bovenafwer- king van de gordijnen ligt. Natuurlijk kan men met een simpel garnituurtje volstaan maar mooie gordijnen aan zo'n gar nituur staat ongeveer ge lijk aan de bekende vlag op de even bekende schuit. De prijs van een mooi en decoratief garnituur is, in vergelijking met de verdere aanschaf, vrij wel te verwaarlozen, al thans als men geen mas sief koper neemt. Maar in verkoperd in trou wens nog veel andere kleurmo- gelijkheden en in veler lei uitvoeringen met bij passende ringen en knoppen is er momen teel keus genoeg. KAP Maar nog afgezien van alle garnituren, wat te denken van een kap(je)? Hetzij strak of geplooid, klein of groot, glad of gemodelleerd, men kan er alle kanten mee uit. Het voordeel van een kap(je) is dat de gehele bovenkant van de gor dijnen bedekt wordt waardoor een rustiger aanzien kan ontstaan, onafhankelijk van de toegepaste materialen. Tevens is het in veel ge vallen mogelijk om ook andere hinderlijke en/of storende obsta kels mooi met een kap te verbergen. Keus en mogelijkheden zijn ook .hier vrij ruim aanwezig en een beetje woontextielzaak heeft wel „kappenmateriaal" in voorraad. Zelfklevend en al voor zien van voorgetekende modellen, is het erg een voudig om zelf in zeer korte tijd een kap „op maat" te maken en te plaatsen. Daarnaast kan met voor een professionele kap natuurlijk nog een be roep doen op de vakken nis van de interieurver zorger, hij zal graag met raad en daad terzijde staan. VERLICHTING Dat men in of achter een kap ook nog verlich ting kan monteren het zij voor indirecte ver lichting tegen het pla fond hetzij om een be wust accent op de gor dijnen zelf te leggen, is iets wat wel vooraf be paald moet worden in verband met de beschik bare ruimte. Omdat ze weinig warmte geven en erg zuinig zijn in het ge bruik worden voor gor dijnverlichting meestal TL-buizen toegepast. Neem dan lichtkleur 27. Door de grote hoeveel heid rood licm is de kans op verkleuren van de gordijnstof erg ge ring. Dit in tegenstel ling tot „friswit" en „koelwit" (daglicht). Het kan nodig zijn de lichtbuizen zo nu en dan af te stoffen. VOORGEMON TEERDE RAILS Er zijn ook nog andere vormen om de boven kant te verfraaien o.a. houten, metalen en PVC deklijsten, die eenvoudig op de rails worden gek lemd. En dan niet te vergeten de voorgemonteerde rails in een houten bo venplank. Eén of meer dere rails achter elkaar (vitrages en overgordij nen, die elkaar ook nog kunnen overlappen) en door middel van vernuf tige contractie kan men alle delen ook bochten simpel aan elkaar koppelen zodat elke ge wenste lengte of diepte overbrugd kan worden. Door deze voormontage behoeft men nu maar met enkele schroeven te volstaan om alles in één keer te plaatsen en het is een probleemloze bove- nafwerking, die vooral in het buitenland wordt toegepast. Nu begint het eindelijk hier ook te ko- TREK-INSTALLATIE Wèl of geen trek-instal- latie? Zo'n veertig jaar geleden waren prakti sch alle gordijnen „trek kend". Nu komt het nog maar sporadisch voor. Maar toch, als de gordij nen trekkend zijn, slij ten ze veel minder en het lubberen van de sluitkanten (door het steeds weer aanvatten) behoort tot het verle den. Het is in elk geval iets, om te overwegen. Te meer dat er momenteel al kant-en-klare garni turen zowel in rails, roeden en stokken te koop zijn. Deze zijn voorzien van een koord, wat zowel links als rechts is te hanteren. Men kan dit laten demonstreren en dan gelijk informeren naar andere mogelijkhe den want de techniek staat ook hier niet stil. Roctmdtcttraltttt in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1980 | | pagina 42