Succesverhaal
Veel mazzel
Misverstanden
N\\-SSs.\
HET NIEUWE STADSBLAD PAGINA 43 WOENSDAG 16 APRIL 1980
Voor een partijtje monopoly
naar de Bermuda's
Het zal je maar gebeuren! Je schrijft voor de grap in op de Nederlandse
kampioenschappen monopoly, komt soepel door de voorrondes, wordt
tweede in de finale en krijgt de uitnodiging gratis en voor niets naar de
Bermuda's te vliegen, enkel en alleen om als reserve te fungeren bij... een
potje monopoly. Niet eens spelen dus, maar vijf dagen zo maar doen en
laten wat je wilt op dat droomeiland.
Ziedaar in vogelvlucht hetgeen
Delftenaar Kees van Galen over
kwam. Van Galen, met een gezonde
hoeveelheid relativeringsvermogen:
„Het is toch een giller, dat je voor
zo'n stom spelletje helemaal naar
de Bermuda's mag".
Op kosten van de Amerikaanse
spelletjesmagnaten Parker Brot
hers, in Nederland vertegenwoor
digd door Clipper. Die potjes mono
poly speelden zich wel af onder de
noemer wereldkampioenschappen,
want waar heb je die nou tegen
woordig niet in.
In 1981 worden er weer nationale
en werelkampioenschappen (eer
der in Monaco en op IJsland) ge
houden. Daarom laten wij voor KapitdÜSt
geïnteresseerden, die ook wel zin
hebben in een gratis snoepreisje,
het suksesverhaal volgen van Kees
van Galen. Goed lezen dus, want u
hebt net zoveel kans als hij.
Luister maar naar Kees van Galen:
„Ik had Steenstraat, Ketelstraat en
Velperplein en omdat dat van die
goedkope straatjes zijn gooide ik er
meteen hotels op. Drie deelnemers
liepen zich failliet behalve de latere
winnaar. Die had de Groningse
straten.
Een paar ronden lang had hij het
geluk niet op de mijne te komen. Ik
was wel de klos, maar dat gaf niet
want ik bulkte van het geld. Na drie
keer was mijn vette stapel aanzien
lijk geslonken en een paar min.
voor tijd heb ik maar opgegeven.
We speelden slechts één uur omdat
Jos Brink niet langer beschikbaar
was. Normaal ga je door tot het bit
tere einde. Tot er een overblijft met
de langste adem".
Ja, ja. Kees het zakenleven is hard!
Van Galen, getooid met een unieke
monopoly-das is net terug in zijn
flat aan de Delftse Handellaan. „Ik
heb dit jaar voor het eerst aan de
nationale kampioenschappen mee
gedaan. Er kwam bij ons een in
schrijfformulier binnen voor mijn
zoon, die twee jaar geleden in de
halve finales werd uitgeschakeld.
Ik heb dat gekopieerd".
Raim honderd anderen kwamen op
hetzelfde idee. Na voorronden in
het Amsterdamse Krasnapolsky
hotel bleven twintig vrijetijds huis
jesmelkers over. In groepjes van
vier mochten die in vijf vestigingen
van de Bijenkorf, verspreid over
het hele land, proberen elkaar ban
kroet te maken.
Zoon Van Galen raakte al snel in
geldgebrek in Eindhoven, maar pa
had blijkbaar meer opzij gelegd,
want hij worstelde zich naar de
laatste vijf nepmiljonairs van Ne
derland.
Met Jos Brink als bankhouder
werd in Amsterdam onder het toe
ziend oog van verbazend veel be
langstellenden de eindstrijd ge
speeld. Onze Delftse favoriet werd
gedecideerd naar de bijstand ge
speeld door ene Alfred Nieuwen-
huijse, een badmeester uit Heerhu-
gowaard, die zich een jaar kam
pioen mag noemen. Maar die zich
ook door de gong gered weet.
Overigens noteerden wij een op
merkelijk verschil met de wijze,
waarop normaal monopoly wordt
gespeeld. Moeten wij thuis gedul
dig wachten met een straat kopen
tot je pion erop belandt, bij de na
tionale kampioenschappen worden
de kaarten geschud en krijgen alle
deelnemers een gelijk deel van het
aantal huizen uitgedeeld, waar
voor uiteraard wel betaald dient te
worden.
De oplettende lezer zal ongetwij
feld uitgeteld hebben dat er, wan
neer er zoals in de finale vijf spe
lers meedobbelen, twee straten
overblijven. Klopt, en die worden
pas in het spel gebracht als je zo
gelukkig bent er met je pion op te
komen. Het zal je ontbrekende stuk
maar wezen.
Van Galen: „Of dat nu een kinder
ziekte is, ik weet het niet. Verder
was alles uit de kunst hoor, ik heb
beslist geen kritiek".
Na dit distribueren van de straten
wordt er zo'n 20 min. druk gehan
deld, „deals gemaakt", zoals Van
Galen dat professioneel uitdrukt.
Waarna pas het echte spel, elkaar
zo snel mogelijk een financieel de-
bécle toedienen begint.
Stijgt u even coor een vliegreis naar
de Bermuda's. Kees van Galen: „In
New York moesten we overstap
pen. We werden met een speciale
monopoly charter vol met deelne
mers, fotografen en persmensen
naar het eindpunt gevlogen.
Van Galen telt grif geld neer teneinde een Engelse straat te bemachtigen.
Op de button: I'm monopoly mad.
Ik logeerde in het Southamton
Prince Hotel. Dat was zo ontzet
tend groot, dat je er geen voorstel
ling van hebt. Ik heb er geleefd als
een kapitalist, met cocktailparty's,
kaviaar en champagne of het niet
op kon".
Deelnemers uit achttien landen tra
den aan, waaronder een Noor, een
Australiër, een Nieuw Zeelander,
natuurlijk een Amerikaan en de la
tere winnaar, Cesare Bernabei uit
Italië.
Van Galen: „Het was een grandioze
show. Je naam stond op de rugleu
ning van je stoel en bij het bord
stonden vlaggetjes van je land.
De wedstrijden zelf werden op een
gesloten televisiecircuit uitgezon
den".
Gelukkig kan Van Galen, in het da
gelijks leven werkzaam bij de Opti
sche Industrie, overal de betrekke
lijkheid van inzien.
„Ik mocht als reserve natuurlijk
niet meedoen. Ik heb een brommer
gehuurd en ben met mijn filmka
mera gewapend het eiland gaan be
kijken. Ach, voor mij was het ge
woon gein en de kans iets meer te
zien van de wereld.
Ik speel misschien één keer in de
maand monopoly. Het is nou niet,
dat ik er helemaal kapot van ben
maar ik vind het wel het fijnste
spel, dat er is.
De laatste tijd, met al die wedstrij
den, heb ik het natuurlijk veel meer
gespeeld".
Wat heeft nu de overhand bij dit ge
haaide bankiersspelletje, geluk of
vaardigheid? Van Galen: „Voor
90% is met mazzel. Als je bijvoor
beeld overal huizen zet en ze komen
er niet op, waar blijf je dan?
Dan ben je nergens. Je kunt het ge
luk uiteraard wel een beetje helpen.
De Amerikaan op de wereldkam
pioenschappen speelde ver
schrikkelijk agressief. Hij wilde
alle huizen direkt van je opkopen.
Hier in Nederland moeten we eersl
twintig keer het bord rond, dan ko
pen ze eens een keer".
„Je moet proderen een straatje te
kopen waar ze het meest opkomen.
Ik ben bijvoorbeeld wild op Arn
hem. Het beste ls een goedkope en
een dure straat te kopen. Die goed
kope moet je vlug volzetten met
hotels en van de opbrengst kun je
op de dure gaan bouwen.
In Amerika is er een boekje uitge
geven over de taktiek bij monopoly.
Maar wat kan je nou voor taktiek
volgen? Het enige is als je een in-
komplete straat hebt, die op hypot
heek gooien en van de centjes hui
zen en hotels op wél volledige stra
ten bouwen.
Zogezegd alles op één paard wed-
li den". Woorden, die de vijf of zes
niet monopoly-spelend Delftenaren
als abracadabra in de oren zullen
klinken.
Op verzoek ruimt de maestro Van
Galen nog enige misverstanden uit
de weg. „Als je een hele straat hebt
mag je op elk moment daar huizen
en hotels op zetten. Je hoeft hele
maal niet te wachten, tot je aan de
beurt bent. Dat staat nergens in de
spelregels".
Verder: „Veel mensen gooien boe
tes en belastingen, die betaald-
móeten worden in een pot. Degene
die op vrijparkeren komt, mag dat
geld inkasseren. Die regel is niet of
ficieel en beïnvloedt het spel erg.
Ik ben er geen voorstander van".
Logisch, want stel je voor, dat in
het dagelijks leven geluksvogels
met jouw belastingcentjes gaan
strijken. Dat zou toch ook niet leuk
zijn?
Van Galen: „Voortaan niet meer
vergeten 10% extra te betalen als je
sen straat van hypotheek af wilt ha
len".
„Radio STAD, die bij het nationale
kampioenschap in Amsterdam
was, probeerde ons kapitalistische
neiginge in de schoenen te schui
ven maar dat vind ik een beetje
ver gezocht. Het is voor mij pure
ontspanning.
Een monopolyklub, zoals de kam
pioen heeft opgericht, zie ik niet
zitten. Hoe vaker je het doet, des te
eerder krijg je er de balen van.
Laten we wel wezen: Wie komt er
door zo'n spelletje nou helemaal op
de Bermuda's terecht?"
De vice-kampioen voor zijn Engelse monopoly
spel.
Kees van Galen, met opgeheven vingertje tot Jos Brink, die hem van de
wijs probeert te brengen: „Wacht even Jos, eerst dit afhandelen".