Barend Vieveen: artistieke Deiftse duizendpoot HET NIEUWE STADSBLAD PAGINA 32 WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1980 Chirurgische belangstelling en opoffering AMERIKA EN CANADA Hpt klerenhangerskwartet in c grote Terts L/ertien maal een zomertournee in Amerika is wel een bewijs dat de prestaties een hoog peil hadden be reikt en niet alleen de muziek was het belangrijkste punt van de pro gramma's bij de universiteiten en de New-York-Yacht-club en de Hol land-Clubs waar bij deze laatsten de primasz Barend Vieveen optrad als Hoogleraar met lezingen over folkloristische muziekwetenschap, alles in het kader van de N.B.B.S., het Nederlands Bureau voor Bui tenlandse Studentenbetrekkingen. De overtocht werd steeds gemaakt Barend Vieveen in diep gepeins verzonken achter het cimbaal. Barend als leerling van vader Vieveen De Oud-Delftenaar Barend Vie veen in vele Deiftse, Leidse, Haagse en Rijswijkse muzikale kringen bekende musicus, viert dit jaar zijn 60-jarige loopbaan in ver scheidene artistieke functies met een gespecialiseerd lerdeel in de folkloristische se' en wel in het bijzonder het vi orkestspe! van de Zuid-O pese Bal kan-Staten met n-cen Hongarije, Roem lgarije. Reeds als 15-jarig peesde hij in het hoogsei, de fiets naar Scheveninge orn urenlang zittend op de steni.n trap van de Kurhaus-Bar te luisteren naar het spel van de destijds beroemde Hon gaarse violist Primasz Serban Als leerling op het Conservatorium van de toenmalige viool-pedagoog Wertheim werd hij al spoedig door de pianist Bart Storm gevraagd om op te treden voor een festiviteit bij het Delftsch Studenten Corps, een werkzaamheid die tot op de huidige dag nog voortduurt. Als je als 15-jarige violist reeds op treed bij studentikoze gelegenhe den en dat op je 75ste jaar nog onverdroten voortzet moet het ongedwongen studentenleven wel een stempel drukken op je gehele geestelijke instelling en dat is bij Barend Vieveen een onweerlegbaar gegeven. Misschien is dit wel het criterium van zijn muzikale drang naar het idioom van de hongaarse zigeuner- muziek dat ook het grootste deel van zijn werkzaamheid ging be heersen. De stijlkenmerken van de ongebrei delde rapsodieën, het melancholi sche Lassan-gedeelte gevolgd door de snelle en wilde czardas en de sle pende of glijdende toonwisseling bij de strijkers en in het bijzonder door de primasz als 1ste violist en leider van het orkest. Daarnaast is het meest kenmer kende instrument in het zigeuneror kest het „cimbaal" waar Barend Vieveen zich eveneens op heeft bek waamd en zich kan uitleven in het snelle passagewerk én zich ver drinkt in de pathetische accordiek en de constructie van de zigeuner- toonladderreeks die de heetste tra nen verwekt en bij de snelle czar das op kookhitte afsluit. DE HONGAARSE CIMBAAL De hongaarse cimbaal is een speci fiek Hongaars instrument dat door de Boedapester instrumentbouwer -chunda is uitgevonden en een ver nuftig systeem van 124 snaren ïeeft dat door de bespeler meestal Zelf wordt bijgestemd, hetgeen met het spel zelf een jarenlange beoefe ning eist voordat het publieksma- tig presenteerbaar is. Tot heden wordt het instrument nog uitsluitend in Hongarije ge bouwd en hoofdzakelijk door hon- garen bespeeld. De hongaarse com ponist Zoltan Kodaly gebruikte de cimbaal in zijn opera Hary Janos en schreef er een verrukkelijke czaeda voor die bij uitzondering bij het Residentie Orkest uitstekend gespeeld wordt. MUSICOLOOG Om de veelzijdigheid van Barend Vieveen en zijn afluisterkwaliteit verder te belichten moet vermeld worden dat de hongaarse orkesten meestal traditioneel alles uit het hoofd spelen en praktisch zonder bladmuziek op stap gaan. Tijdens zijn jarenlange medewer king bij hongaarse grootheden als Gregor Serban en Veres Lajos schreef hij in nachtelijke uren alles op, inclusief de begeleidende stem men. Hierdoor verwierf hij een complete bibliotheek die hij tussendoor ging toepassen bij verschillende door hem opgerichte Hongaars-Neder landse orkesten die zich hierdoor konden inwerken in de zeldzaamste hongaarse zigeunermuzieklitera tuur. OPERETTEDIRIGENT Enige jaren voor de oorlog richtte Barend Vieveen in Delft het Ope rette Orkest „FRANZ LEHAR" op waarvoor hij persoonlijk van de Hongaarse Componist Franz Lehar Barend als jeugdig trompettist in Dixyland toestemming kreeg zijn naam te voeren. Dirigent Vieveen heeft nog kans gezien de operettes Die Lus tige Witwe, Der Graf von Luxem burg, Zigeunerliebe en Paganini in concertvorm op te voeren, maar in oorlogstijd ging alles helaas ter zie le. STUDENTEN ZIGEUNER ORKESTEN In vrij korte tijd na de oorlog bruiste het hongaarse bloed weer op in de gelederen van de Leidse en Deiftse studentenwereld en in Lei den kreeg Barend het „Studenten Orkest Hospita" in de sociëteit Mi nerva van de grond en repeteerden energiek met zijn enthousiastelin gen de woeste czardassen. Tegelijkertijd haakten de Deiftse Studenten hierop in, en in de socië teit Phoenix werd het Studenten Zi geuner Orkest „Pipacs" geboren. Eveneens onder leiding van Maes tro Vieveen. Nu zult u de naam „Pi pacs" vergeefs in de Van Dale te rugvinden, maar het is het hon gaarse woord voor papaver of dui delijker gezegd klaproos, vrij ver taald de melancholie van de „las- san" en het vuur van de „czardas". Met deze twee s tudentenorkesten heeft Barend Vie veen een intensieve bloeiperiode doorgemaakt waarvan in het bizon der de 13 jarige zomertournees naar de Verenigde Staten en Cana da. aan boord van het S.S. „Rotter dam" van de Holland-Amerika-Li- ne. In de lounge werd voor zeer vele passagiers opgetreden als tegenpre staties voor de tickets. Voor het ui termate gemêleerd gezelschap was het dikwijls een artistieke openba ring omdat zigeunerorkesten zeer schaarse artikelen zijn. Vanzelfsprekend raak je bij het af studeren orkestleden kwijt, vooral als de functies over alle wereldde len worden verspreid, maar de pri masz leidt met onverflauwde ijver nieuwe leden op voor zijn unieke orkest. ZELDZAME AANBIEDINGEN Een opmerkelijke tegenstrijdigheid openbaart zich in de klandizie van de zigeunerorkesten. Bij voorkeur zijn zij commercieel gehuisvest in de voornaamste restaurants en aristocratische huizen tot het Hof toe. Misschien is de aantrekkings kracht van de gypsys voor de elitair geharnaste standen een verlossend en bevrijdend ideaal en hun con trasterende muziek dat tussen de oevers van windstilte tot tornado kracht wervelt een uitdaging om de verpozing te begeleiden. In z'n verbeelding heeft de zigeu nermusicus het meest vrije en onge bonden bestaan dat voor ons menselijke aardwormen denkbaar is, maar... dat het niet altijd elitair toegaat op recepties enzo, weet iedereen. Primasz Barend Vieveen speelde eens op een receptie van een bekend chirurg die zijn 50ste verjaardag vierde met zijn medi sche staf. Hij had dus Abraham ge zien maar wat deze stamvader der Hebreeën daarmee te maken heeft is nog niemand duidelijk omda Abram anti-alcohol-minded was. Niet alzo de genoemde medische stad en diens feestheer. Er ontstond het volgende gesprek tussen de ste vig aangeschoten chirurg en de pri masz Barend Vieveen: Chirurg: waggelend naar de pri masz: Kolossaal primasz, wat heb ben jullie een prachtige muziek ge maakt hik...hik...Nou zou ik zo graag eens wat terug willen doen...hik...hik... heb jij ni$ks? Vieveen: Wat bedoelt u, dokter? Chirurg: Nou, een breuk, een blinde darm, een verzakking of een maagzweer of zo! Vieveen: Nee dokter, ik mankeer niks! Chirurg: Sapperloot, wat is dat jammer, jammer; hik...hik.„nou wil ik eens wat terugdoen en nou man keer je niks, ...heb heb...hebben die andere jongens soms ook niks? Vieveen: nee dokter, alleen maar dorst, heel veel dorst! De receptie is wat uitgelopen, de medische staf plus het orkest kwa men tegen de ochtend golvend en zwaaiend thuis, maar misschien hebben er na de roes toch nog maagspoelingen plaatsgevonden. Orchestre Tzigane Zez Vivian: dit is de huidige naam waaronder Ba rend Vieveen op z'n 75ste jaar nog met zijn musici optreedt in Neer- land's zalen en bereikbaar op tel. 070-980789. Een speciaal Jubileum concert is in voorbereiding en zal tijdig worden gepubliceerd met vermelding van het charitatieve doel. PIET BOUWMEESTER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1980 | | pagina 32