Vijftienhonderd kinderen
zoeken een tweede thuis
een beetje inschikken kan dat?
Kamerhuur schrikbarend hoog
5 Centrales
voor
pleeggezinnen
Industrie: crisis
in de textiel
Onderzoek wijst uit:
door Wim Scheurer
3*
Vijftienhonderd kinderen en jon
geren, die momenteel noodgedwon
gen in tehuizen verblijven, missen
ondanks alle goede zorgen toch
vaak het echte gezinsleven. Zij
missen een thuis, waar bijvoor
beeld het gezicht aan de ontbijtta
fel niet door een dienstrooster
wordt bepaald.
Vijftienhonderd, voornamelijk ou
dere jongeren, waarvoor de vijf
Centrales door middel van een
landelijke actie ruimten zoeken;
voor de kinderen een pleeggezin en
voor de jongeren een „kamer met
aandacht".
Leo van der Grijp behoorde een
aantal jaren geleden tot die vijftien
honderd. Hij heeft het geluk gehad
een pleeggezin te vinden. „Een
warm nest", zoals hij dat zelf
noemt. Een gezin, dat na veel val
len en opstaan voor alle gezinsleden
voor hem een echt tweede thuis
werd.
Indien u na lezing van het relaas
van Leo van der Grijp meer infor
matie wilt, kunt u contact opnemen
met het landelijk adres van de Cen
trales voor Pleeggezinnen, Postbus
70497 Amsterdam, tel.: 020-644421.
Als hij de telefoon opneemt stelt hij
zich voor als Leo van der Grijp, met
de naam van zijn pleegouders. „Ei
genlijk heet ik anders, Vermeer",
vertelt hij naderhand, „maar ik
hoor hier thuis, ik maak deel uit
van dit gezin en dus heet ik zoals dit
gezin heet".
In eerste instantie wil hij ook niet
praten. „Ik heb eigenlijk helemaal
niets te vertellen. Ik woon hier nu
een jaar of acht en daarvoor in een
kinderhuis, waarvan ik me heel
weinig kan herinneren".
En dat is ook zo, wat blijkt als we
op een avond toch tegenover elkaar
zitten. Leo heeft, zo lijkt het, zijn
verleden uitgewist. Tot zijn zevende
jaar heeft hij thuisgewoond, daarna
tot zijn dertiende in een kinderhuis!
Het zijn perioden in zijn leven, die
hij met de beste wil van de wereld
niet meer kan terughalen. Specule
rend over dit „geheugenverlies",
dat hij zichzelf heeft opgelegd, zegt
hij: „Het is alsof er een gordijn is
dichtgetrokken tussen mijn vertrek
naar hier en alles wat daarvoor is
gebeurd...
Misschien omddat ik inderdaad al
les zo snel mogelijk heb willen ver
geten. Waarom? Ik denk dat mijn
leven tot mijn dertiende niet zo erg
aangenaam is geweest en die herin
neringen daaraan wil je wegmoffe
len. En waarschijnlijk heeft het ook
te maken met het feit, dat ik me
hier thuisvoel en ik, onbewust, niet
meer wil worden gehinderd door
herinneringen, die niet passen bin
nen de sfeer van dit huis en dit ge
zin".
Leo kwam uit een gezin met veer
tien kinderen qn een vader en moe
der, die hun relatie tot elkaar op
een nogal agressieve manier beleef
den. Het huwelijk liep dan ook stuk
en de kinderen werden aan de zor
gen van een voogdijvereniging toe
vertrouwd. Leo en zijn zusje Corrie
vertrokken naar een kinderhuis in
de buurt van Utrecht.
„Wat ik mij van dat kinderhuis her
inner is, dat we het in elke geval
niet slecht hadden. Het was daar ei
genlijk best wel goed. En ik had het
geluk, dat ik er met mijn zusje
woonde en dat hielp ook wel. Maar
me daar thuisvoelen, needet ging
niet. meer 2e, Met was net alsof ik
daar iets miste, het was allemaal zo
grijs, een beetje kil". Later, toen hij
al in het plaatsje K. woonde, reali
seerde hij zich, dat alles wat hij
miste gewoon een beetje warmte
was, wat liefde. „De warmte van
het nest", zegt hij lachend. Zes jaar
later kwam Leo naar het plaatsje
K. een jaar later gevolgd door zijn
zusje Corrie.
Mevrouw Van der Grijp woont met
haar man en de vier pleegkinderen
in een boerderij in het groene hart
van Zuid-Holland. Ze is een
vriendelijke en hartelijke vrouw,
die een ongecompliceerde kijk
heeft op pleegkinderen en pleegou
ders. „We hebben hier zoveel ruim
te, we houden van kinderen en we
hebben zoveel meer te geven dan ze
in kinderhuizen kunnen krijgen.
Nou, dan kunnen ze toch beter hier
wonen", zegt ze. Illustratief voor
haar instelling is de reactie - „het is
zo'n lief jong op een opmerking
van Leo, dat hij zichzelf vroeger ei
genlijk best wel moeilijk vond.
„Leo is eerst een paar jaar hier op
vakantie geweest. We kregen op een
gegeven moment contact met ie
mand van het kinderhuis die zei:
„jullie hebben zoveel ruimte en ik
heb hier een jongen die zo graag
naar een boerderij wil, mag hij een
keertje bij jullie logeren". Nou, dat
vonden we prima en Leo kwam. En
met Leo de complicaties, want hij
werd steeds moeilijker in het kin
derhuis, zeker als hij weer een paar
dagen bij ons was geweest.
Toen hebben de mensen van de
voogdijvereniging gevraagd of Leo
bij ons kon blijven wonen". Het is
een simpele beschrijving van éen
proces, dat voor alle partijen best
wel moeilijk is geweest. Voor de
heer en mevrouw Van der Grijp
een kinderloos echtpaar, omdat het
niet meevalt om een jongen van
dertien jaar die het gezinsleven is
ontwend, goed op te vangen. „We
aten op een gegeven moment pan
nekoeken", vertelt mevrouw Van
der Grijp, „en ik vroeg Leo om wat
bloem te gaan halen in het dorp.
Ik gaf hem geld en liep de keuken
uit. Bij de deur keek ik nog even
om en daar stond-ie dan met het
geld in zijn hand. „Waar moet ik de
bloem halen?" vroeg hij. Bloem, hij
had er nog nooit van gehoord en
wist niet waar hij dat spul moest
halen".
En voor Leo? „Ach, moeilijkheden,
nee hoor, een crisis, dat soort din
gen hebben we niet gehad", Maar
als we erover doorpraten blijkt dat
er wel degelijk problemen zijn ge
weest. Op school bijvoorbeeld,
waar het in eerste instantie niet
goed liep, en thuis, op de boerderij,
waar hij zich in het begin met zijn
houding geen raad wist. Maar zijn
pleegmoeder vergoelijkt dat en zegt
dat die problemen zo in de lijn van
de verwachtingen lagen.
„Wat wil je nu? Zo'n jongen moet
toch ook zijn plaats vinden. Nee
Twee kinderen die we ook louter als blikvanger voor „kinderen zoeken
een tweede thuis" gebruiken. Met dè aantekening dat zij gelukkig wel een
eigen thuis rijk zijn, heel anders dan die 1500 kinderen die een beetje in
schikkelijkheid van ons verwachten.
DEN HAAG Uit het voorlopig re
sultaat van een onderzoek naar de
hoogte van kamerhuren, wat nog niet is
afgesloten, blijkt dat de huren van
sommige kamers schrikbarend hoog
zijn.
Het onderzoek dat door de Werkende
Jongeren van het CNV gehouden wordt
toonde aan, dat er kamers verhuurd
worden van zelfs 48,50 per vierkante
meter per maand.
Als een dergelijke prijs door gezinnen
voor een gewoon huis betaald zou moe
ten worden, dan zou dat betekenen een
huurprijs van plm. 4000,per
maand!!
Dat er forse verhogingen plaats vinden,
is ook uit het onderzoek gebleken. Een
aardig voorbeeld is het verhaal van een
groot huizenbezitter die een leeggeko
men kamer van 200,verhoogt naar
480,Over woekerwinst gesproken!
Dat jongeren het in de toekomst moei
lijk zullen krijgen voorstel van de
regering voor verlaging van de mini
mumlonen moge blijken uit het vol
gende rekenvoorbeeld:
Een achttienjarige die een kamer huurt
voor 300,per maand, besteedt
daarvoor 34% van zijn loon. Bij verla
ging van het minimumjeugdloon wordt
In de textiel- en kledingindustrie heb
ben zich de laatste jaren diepgaande
veranderingen voorgedaan. Sinds ver
scheidene jaren wordt al getracht om
deze bedrijfstakken te herstructureren
om het belang dat deze industrie, in
het bijzonder in bepaalde streken, van
af oudsher voor de werkgelegenheid
heeft gehad te kunnen behouden.
Ondanks de nationale subsidiemaatre
gelen heeft de herstructurering van de-
hoor, we hebben geen moment het
idee gehad dat het fout zou gaan".
Op de vraag wat voor een instelling
je moet hebben om een goede
pleegmoeder te zijn, lacht ze en
haalt haar schouders op. „Je ver
wachtingen mogen niet te hoog ge
spannen zijn", zegt ze. „Je moet uit
gaan van de mogelijkheden van het
kind en niet dat wat jij vindt dat
moet gebeuren als uitgangspunt ne
men. Het klinkt wat hoogdravend,
maar het komt er eigenlijk op neer,
dat je eindeloos geduld moet heb
ben, je niet uit het veld laten slaan
door tegenvallers en je moet in
staat zijn om liefde te kunnen ge-
ven".
Met zijn ouders heeft Leo nog
steeds regelmatig contact, zeker na
het huwelijk van Corrie „een
heel ontroerende gebeurtenis als je
pleegkind trouwt" licht meeee
mzm„ ecesm=. ep es wzaa% er ze
moezre neerr mer 0e geregelde visi
tes van de ouders van Leo reageert
ze wat verontwaardigd. „Het zijn
toch zijn ouders. Bovendien, Leo is
vrij om hier mensen te ontvangen
en bij mensen op bezoek te gaan".
Vroeger kwam Gerard nog wei
eens, een vriend uit het kinderhuis.
Maar die relatie is wat verwaterd.
„Hij is op een gegeven moment ook
naar een pleeggezin gegaan en dat
is spaak geloepn. Waarom? Dat
weet ik niet, hij wilde er niet zoveel
over loslaten. Ik heb de indruk dat
zijn pleegouders zichzelf en hem
niet de tijd gegund hebben om aan
elkaar te wennen. Hij haalde op
school bijvoorbeeld slechte cijfers
en dat terwijl hij in het kinderhuis
altijd heel goed kon leren. Nou,
zoiets frustreert je als pleegouder
behoorlijk, vooral als je andere ver
wachtingen hebt.
Napratend over de pleegkinderen
Geen zoekende blik in haar
ogen; haar foto staat dan ook
slechts als neutrale blikvanger
van opgroeiende jongeren die
wél een tweede huis zoeken.
van mevrouw Van der Grijp drie
meisjes en een jongen schrikt ze
als het aantal kinderen wordt ge
noemd, dat via de pleeggezinnen
centrale een goed onderdak moet
krijgen. „Vijftienhonderd?" rea
geert ze beduusd, „Zoveel? Goh, als
ik ruimte had..." En als Leo zijn
hoofd schudt: „Luister nou, toen we
hem ophaalden uit het kinderhuis
heb ik tegen mijn man gezegd: „je
zou eigenlijk alle kinderen moeten
meenemen".
Nee, dat heeft niets met medelijden
te maken. Alleen maar met het
idee, dat die kinderen in een ge
woon gezin toch veel meer kansen
hebben en dat het toch niet goed is,
dat er zoveel kinderen in kinderhui
zen wonen. Ik weet niet of je kunt
zeggen dat Leo geluk heeft gehad.
Dat klinkt zo aanmatigend. Maar
als dat zo is dan hebben die andere
kinderen daar toch ook recht op. Of
niet soms?"
dit 43%, want de huren worden zeker
niet verlaagd.
Graag ontvangen de CNV-jongeren
nog reaktie met daarin de huurprijs,
oppervlakte en extra's. Deze gegevens
kunnen gestuurd worden naar WJ-
CNV, Postbus 15633, Den Haag.
ze industrie en de aanpassing aan
nieuwe marktomstandigheden en tech
nologie tussen 1973 en 1978 700.000
arbeidsplaatsen (422.000 in de textiel
en 278.000 in de kleding) en het ver
dwijnen van 4200 ondernemingen ge
kost.
Tegelijkertijd steeg de produktiviteit,
dat wil zeggen de produktie per wer
knemer, tussen 1973 en 1979 met 25%.
De Europese textiel- en kledingindu
strie blijft nog, qua exportcijfers, de
belangrijkste ter wereld. Bovendien
vertegenwoordigt zij 9,5% van de han
darbeid in de Europese Gemeenschap
en wordt 30% van het werk door vrou
wen verricht.
In Nederland opereren
Centrales voor PLeeggezin-
nen. De Centrales zijn geves
tigd te Groningen, Deventer,
Den Bosch, Amsterdam en
Rotterdam. Hun taak is die
van een bemiddelende in
stantie t.b.v. al die kinderen
en jongeren die tijdelijk of
voor onbepaalde tijd niet
meer thuis kunnen wonen.
Scheidingen, overlijden,
door ziekte of ongeval, ver
waarlozing of mishandeling,
onmacht van de ouder(s), het
weglopen of het uit huis zet
ten van het kind etc. zijn
veelal de oorzaken.
Door dergelijke negatieve
ervaringen hebben de
meeste kinderen en jongeren
niet zoveel vertrouwen in
vol wassenen. Velen voelen
zich in de steek gelaten en
zijn voorzichtig met het aan
gaan van een nieuw kontakt.
Waar komen ze vandaan?
De meeste kinderen zijn
door bemiddeling van de
Raad voor de kinderbescher
ming beland in tehuizen. Ze
missen daar, ondanks de
goede zorgen, toch een ge
woon thuis met vaste rela
ties met een overzichtelijker
leefwereld. De voo9di ^in
stellingen die deze kinderen
en jongeren begeleiden, die
nen bij één van de Centrales
een verzoek in voor een pas
send pleegadres. De Cen
trale kijkt vervolgens of er
een dergelijk adres te vin
den is.
Immers, ieder kind of jon
gere brengt zijn of haar spe
cifieke facetten met zich
mee, zoasl leeftijd, leerpro
blemen, religie, kulturele
achterstand, handicaps (li
chamelijk en/of geestelijk),
etc.
Gemiddeld worden er jaar
lijks voor 1500 kinderen en
jongeren een tweede thuis
gezocht. In ongeveer 45
van de aanvragen gaat het
om krisisopvang. Vaak komt
het ,&e voor dat een jongere
onmiddelijk onderdak nodig
heeft. Er is dan sprake van
een konfliktsituatie tussen
de jongere en het gezin of
het tehuis. Een situatie die
tijd behoeft om alle partijen
de gelegenheid te bieden om
op verhaal te komen en om
uit te kijken naar een goede
oplossing.
In principe bemiddelt de
Centrale voor kinderen en
jongeren van 0 t/m 21 jaar.
Voor de groep kinderen be
neden de 12 jaar is het zel
den een probleem een pas
send thuis te vinden (uitzon
deringen daargelaten). In
feite ligt het knelpunt rond
jongeren in de leeftijdsgroep
van 4 t/m 18 jaar. Deze kate-
gorie brengt o.a. door de pu
berteit extra probleempjes
met zich mee, de opdracht
van het leggen van zinvolle
kontakten met anderen. (Zij
voelen zich vaak in de steek
gelaten en men mag dan ook
niet verwachten dat zij in
korte tijd in een nieuwe si
tuatie goed kunnen mee
draaien.)
Over het algemeen willen de
kinderen en jongeren het
liefst in hun vertrouwde om
geving blijven wonen (vrien
den, vriendinnen, maat
schappelijk werk(st)er,
school e.d.)
Eén van de taken van de
Centrale is dan ook ervoor
te waken dat dat laatste
restje houvast bewaard
blijft. En dat, samen met het
vinden van een passend
pleegadres, verklaart wel
licht de veelal lange wacht
tijd voor zowel pleegkind
als aspirant - pleegouder(s).
men in deze landelijke aktie
de nadruk heeft gelegd op
die groep van jongeren,
waarvoor men het meest
dringend pleegadressen en
„kamers met aandacht" no
dig heeft.