Na de Franse revolutie BUMA in plaats van kerk en koning BUMA vaak nog onbekend Meer begrip voor auteursrecht STAATSBLAD AARD VAN AUTEURSRECHT BELANGENOORLOG 1 Johann Sebastian Bach schreef zijn belangrijkste muzikale werken in dienst van de kerk en als hofcomponist. Kerk en koning hielden hem in leven en dat was tot aan de Franse revolutie (1789) het meest gebruike lijke werkverband voor een componist, zoals in de Middeleeuwen de hof nar bij zijn kasteelheer onderdak genoot. Tegenwoordig echter is zoals bekend Johnny Hoes niet in vaste dienst bij Paleis Soestdijk; nóch wordt Ton de Leeuw door Monseigneur Gijsen onderhovden. Anno heden houden componisten en liedjeemakers het hoofd op een an dere manier boven water. Kerk en konin9 zijn al lang geleden door zoiets nuchters als Buma vervangen. In 1912 sluit Nederland zich aan bij de Berner Conventie en in datzelfde jaar wordt in no. 308 van het Staatsblad van het Koninkrijk der Neder landen de Auteurswet bekend gemaakt. den, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld. Het auteursrecht wordt beschouwd als eene roerende zaak. Het gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor gehel of gedeeltelijke - lel overdracht van het auteursrecht kart niet anders geschieden dan door middel van eene authentieke of onderhandsche akte. 1912. De auteurswet was een feit, maar het spreekt vanzelf dat de „eenzame" toon- en/of tekstdichter onmogelijk zelf in staat was de ver veelvoudiging en de uitvoeringen van zijn creaties in den lande in de gaten te houden. Net als in het bui tenland, moest er een „lichaam" in het leven worden geroepen, dat zich verantwoordelijk zou stellen voor toezicht op naleving van de wet, hetgeen wilde zeggen: het verstrek ken van toestemming tot verveel voudiging of openbaarmaking van composities en liedjes en het innen van de gelden voor de auteurs. Bovendien zou dit bureau tevens verantwoordelijk moeten zijn voor de distributie van die gelden naar aangesloten componisten en tekst dichters. Dat werd de Vereniging het Bureau voor Muziek-Auteursrecht, Buma, dat in Amsterdam werd gevestigd KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 808.) WKT m* Itl». /wMtUnde H**v- rrylwg nu» M rttkt. Wu WILHEI.KINA, au m aiuffll <Ku», Kurnjw* uta iTiif, Pmmm va» 0*a*>*SAanAii, «w., m., m. Allen, dta dw» wilton *too at hooien torn, aalut! «ktoo to weten: Atooo WU in overweg!"* genomen bobben, dat bot wooochoHjk Zoo to hot, dat W(l, don Raad van Bute gehoord, en mot gwnmi overlag dar «aten-Oaneraal, bobbon goedgevonden w verstaan, WO goed Tl oden on veretaan M) dew: Artikel 1. Het auteursrecht la hot uitsluitend recht van don maker van «en work van letterkunde, wWerwrhap of kunat of van dkrw rethtverkiOfroiden, oin dtt openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens do beperkingen. h« de wet «eeteld. Het autouraracht wordt Imerhouwd aU eonn roerende uak Hot gaat ..ver b(| ertopruiginK «rheeto Of «adaeltelüke owxttmchl. ChAeeto of gedeoltelOkr ovordrarht van het auteur «recht kan niet anttera «wrhieden d— Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den m ker van een werk van letterkunde, wetensehap of kunst, of van diens rechtverkrijgen- en waarvan „de grondregelen" op twee ledenvergaderingen van het Genootschap van Nederlandse Componisten en de Vereniging van Muziekhandelaren en Uitgevers (15 juli en 14 december 1913) werden „gearresteerd". Initiatiefnemer was de componizt Jan van Gilse. Daarmee was Buma echter niet het eerste bureau dat op het gebied van auteursrecht in Nederland opereer de. Waarschijnlijk vanwege onze „historische banden met Frank rijk" was in ons land al geruime tijd de Franse organisatie „Société des Auteurs, Compositeurs et Edi- teurs de Musique" kortom Sacem actief. Een reeds in 1851 opgericht bureau, dat van het ontbreken van een Ne derlands pendant dankbaar ge bruik had gemaakt om hier de au teursrechtelijke „honneurs" waar te nemen. Het spreekt eveneens vanzelf, dat vanaf 1913 Buma en Sacem met el kaar in oorlog waren, terwijl bij de muziekgebruiker het aan duidelijk heid bleef ontbreken. De belangenoorlog culmineerde in 1925 met de publicatie „Een Ern stige Beschuldiging" door Buma gedaan aan het adres van de hoofd vertegenwoordiger van de Sacem in Amsterdam, Pedro Clignett, we gens verduistering en vervalsing; een in kordate bewoording gesteld pamflet waarin op justitieel onder zoek werd aangedrongen. De „koloniale overheersing" door Sacem over het wingewest Holland eindigde in 1932, toen door minis ter Donner de auteurswet werd herzien door toevoeging van en kele artikelen. een groter gebied opereert dan binnen de eigen grenzen. Door al die heen-en-weer-contracten is Buma in staat elke muziekgebruiker in ons land het hele wereldmuziekreper toire aan te bieden. Miljoenen titels: werk van in het geheel 800.000 compo nisten en tekstschrijvers heeft Buma in huis; nationaal zijn ruim 6000 schep pende kunstenaars op muzikaal gebied bij Buma onder contract. -«MUI Bekentenis harh hl is ten lied alleen vtxrr ktwk K iix. ferdinand en Alex (■ratis, belangeloos wor niets He kom aan ik weet hier-nog een klein ofe Kom binnen het circus gaat' Lied voor na de afwas Meltna, Naar een hoorbaar Onderweg Shankar Bevrijd van de felle strijd met de„kolo niale overheerser" kon Buma zich nu geheel aan haar taak wijden, maar eerst moest een front van misverstan den worden opgeruimd. Populair was Buma allerminst en Sacem had met haar woeker-gedrag ook nauwelijks bijgedragen tot meer begrip voor het auteursrecht. De muziekgebruiker bleef Buma beschouwen als een even hinderlijke als overdreven dienstklop per, die men het beste kon negeren of ontlopen. En deze houding gold niet alleen caféhouders maar vooral ook de Grote Muziekgebruikers als omroepen, concertinstellingen etc. Instellingen die door Sacem altijd relatief met rust wa ren gelaten; het zou tot 1938 duren voordat (en na arrest van ons hoogste rechtscollege) met bijvoorbeeld de radio-omroepverenigingen overeen stemming kon worden bereikt. Dat Buma desondanks en vooral onder druk van het weinig dankbaar karak ter van haar taak gefrustreerd raakte, bleek bijvoorbeeld uit het herdenking sartikel dat ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan werd gepubliceerd in Au teursrechtsbelangen. Daarin stond de rechtvaardiging van het auteursrecht centraal, hoewel daaraan natuurlijk nauwelijks hoefde te worden getwijfeld. Waar Buma in wezen op uit was, was verdediging en rechtvaardiging van het doel van haar bestaan: het incasseren en distribueren van geld ten behoeve van de creatieve medeburger die ons bestaan aangenaam verlicht met het schrijven van muziek. Aan de ene kant krampachtig strijden voor een beter imago en aan de andere kant onwrikbaar en desnoods met ge bruik van harde middelen op het standpunt dat er betaald moet worden, gaat Buma de Tweede Wereldoorlog in, om daaruit als zoveel als een ruïne tevoorschijn te komen. Eigenlijk begint de worsteling om de publieke opinie aan Buma's zijde te krijgen na de oorlog opnieuw. Want ook na 1945 zijn de nieuwsberichten waarin de vereniging een rol speelt, onveranderlijk negatief. Er worden op nieuw de nodige processen gevoerd, maar aan de andere kant groeit het aantal aangesloten componisten en tekstdichters gestaat, evenals de om vang van het wereldrepertoire dat Bu ma te bieden heeft. In 1948 wordt de eerste overeenkomst inzake het muzie- kauteursrecht met de Nederlandse Bioscoopbond gesloten en in datzelfde jaar stijgt de recette tot even boven één miljoen gulden. De achterdocht tegen Buma is echter nog verre van uitgeroeid en geldt niet alleen voor de muziekgebruiker ten opzichte van de Vereniging; in een aantal gevallen is ook de gemeentelijke overheid weinig doordrongen van het nut de hongerdood van de muziekau- teur uit te stellen. BUMA'S WORTELS EN RELATIES OVERHEID De Vereniging Buma kent thans aan geslotenen en leden. Ieder die een com positie gemaakt heeft die uitgevoerd wordt, kan zich bij Buma aansluiten. Buma draagt dan zorg voor de incasso en verdeling van het door de muziek gebruiker verschuldigde. Daarnaast kan iedere componist, tekstschrijver of muziekuitgever, die aan bepaalde voorwaarden voldoet' lid worden van de Vereniging Buma. Zij dienen gedu rende drie jaren een vastgestelde mini mum uitkering ontvangen te hebben van Buma of dienen lid te zijn van één van de organisaties die in vroeger tijd Buma hebben opgericht of grootge bracht. Dat waren: het Genootschap voor Nederlandse Componisten; de Vereniging van Woord- en Toondich ters der Lichte Muziek; de yereniging van Muziekhandelaren en Uitgevers in Nederland; de Vereniging van Letter kundigen. De leden van deze afzonder lijke vakverenigingen zijn bij Buma aangesloten, maar het is uiteraard ook „losse" muziekauteurs mogelijk om een plaatsje te vinden onder de vleugels van deze naar twee kanten dienstverle nende organisatie. Naast Nederland zijn zo langzamer hand ruim vijf en zestig landen bij de Berner Conventie aangesloten, maar sinds 1952 wordt het auteursrecht niet meer alléén door de Berner Conventie geregeld, maar ook door de uit dat jaar daterende Universele Auteursrecht Conventie, waarbij Nederland zich in 1%7 aansloot. Het aantal aangesloten landen is voor beide conventies onge veer gelijk: het verschil is dat de be scherming van de U.A.C. minder vér reikt dan die van van de Berner Con ventie. In het eerste geval moet men namelijk met de zo langzamerhand bekend ge worden (c) van Copyright nadrukkelijk aanspraak maken op die bescherming, terwijl de Berner Conventie ervan uit gaat dat die bescherming bestaat door de creatie zelf. En dan, om volledig te zijn, moet hier ook worden vermeld dat de U.A.C. juist nu in betekenis zal win nen, omdat zowel de Verenigde Staten alsook de USSR lid zijn van deze con ventie. Niet alle landen die bij een van deze twee (of bij allebei) conventies zijn aangesloten, zijn in het comfortabele bezit van een muziekauteursrecht-or- ganisatie. Buma heeft zogeheten we- derkeringheidsovereenkomsten (woor den die men in dit métier niet schijnt te kunnen vermijden, maar, om met drs. P. te spreken, moet men zich daarbij een soort heen-en-weer-contracten voorstellen: Duitsland behartigt alle belangen van Nederlandse Buma-aan- geslotenen in Duitsland en omgekeerd) met muziekauteurs-recht-organisaties in landen. Hierbij is de aantekening noodzakelijk dat een aantal landen in Toen Buma in 1933, na de noodzake lijke aanvullingen op de auteurswet, in Nederland het alleenrecht kreeg van de auteursrechtelijke bemiddeling, werd een regeringscommissaris aangesteld. Dit toezicht werd noodzakelijk geacht om elke vorm van misbruik van de mo- nopoliepostitie, die was ontstaan, te voorkomen. Na statutenwijziging in 1953 werden in de verschillende be stuurscolleges van Buma vertrouwens mannen van de regering benoemd, die er onder andere voor moeten waken, dat het non-profit karakter van de vereniging bewaard blijft en dat niet alleen de componist/tekstdichter door Buma's tussenkomst aan zijn trekken komt, maar ook de muziekgebruiker. Buma heeft een onvervalste dochter, die in het bezit is van de weelderige naam Stemra; de oorzaak van een hoop verwarring. Vraag aan de willekeurige particulier waar deze afkortingen voor staan en in negen-en negentig van de honderd gevallen zal men het ant woord schuldig blijven. Daarom hier onder wat meer verteld over de Stich ting Stemra: STEMRA De Stichting Stemra dient tot exploita tie van mechanische reproduktierech- ten. Vóór de uitvinding van de boek drukkunst (15e eeuw) was het meestal de de auteur zélf die zijn werk verme nigvuldigde of verspreidde. Bekend voorbeeld is de Romeinse dichter Mar- tialis die zijn werk dicteerde aan een groot aantal slaven tegelijk en op deze manier van een eenmalige lezing een groot aantal copieën overhield; een si tuatie die na de vijftiende eeuw na tuurlijk anders werd. Toen werden drukker en uitgever beschermd, zoals ook in de historische alinea's al ter sprake is gekomen en met de Berner Conventie Tin Engeland overigens al in 1709 met de Statue of Anne) kwam het recht aan de auteur. Nu „beperken" de activiteiten van Stemra zich specifiek tot het mechanische reproduktierecht, een gebied dat natuurlijk met de komst van de radio, televisie, geluidsfilm, grammafoonplaten en bandrecorder even omvangrijk is geworden als geïntensiveerd. De jongere video recorder voegt daar nog een vijfde (binnen vijftig jaar) „technische wonder" aan toe en het spreekt vanzelf dat Stemra aan dit geheel de handen vol heeft. Het zijn natuurlijk de omroepvereni gingen (en voor deze de NOS) en ande re zendgemachtigden die wel met dat mechanisch reproduktie-recht te ma ken hebben, maar het zwaartepunt valt toch bij, wat in de wandeling de „ge luidsdragerindustrie" wordt genoemd. Weer zo'n woord wat nauwelijks valt te torsen; wat ermee wordt bedoeld zijn de grammofoonplatenmaatschappijen, de filmproducenten en de verhuur- en verkoopbedrijven van geluidsbanden. Maar ook in de particuliere sector komt het steeds meer voor, dat de bandrecorders worden gebruikt voor „uitvoeringen" met zelfopgenomen banden en daarvoor is dan zowel Bu ma's als Stemra's toestemming nodig. BUMA'S VIGNET We hebben gezien dat auteursrecht het uitsluitende recht is van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgen den, om dit openbaar te maken of te verveelvoudigen. Artikel 10 van de wet specifeert de werken van letterkunde, wetenschap of kunst en daaronder val len (punt 5): muziekwerken met of zon der woorden. Artikel 14 laat dan omt- Irent die verveelvoudiging van een werk van kunst beslist weinig twijfels be staan: „Onder de verveelvoudiging van een werk, dat door middel van het ge hoor kan worden waargenomen, wordt mede verstaan het vervaardigen van rollen, platen en andere voorwerpen, bestemd om het geheel of gedeelte van het werk langs mechanische weg ten gehore te brengen". We schreven 23 september 1912. Met de geluidsregistratie via grammo foonplaten werd druk geëxperimen teerd en het zou nog tien jaar duren voordat de Hilversumse Draadloze Omroep waaruit zoals bekend de AVRO is voortgekomen zou worden opgericht. Buma's complexiteit begint bij het uit- voeringsrecht. Volgens dit recht moet, voorafgaande aan elke openbare uit voering van een muziekstuk, toestem ming van de componist worden verkre gen. Volgens de per 1 januari 1973 ver anderde auteurswet is een uitvoering al gauw „openbaar". Ook in besloten kring kan een uitvoering auteursrech telijk zijn beschermd, dat is alleen niet het geval wanneer het gaat om een fa milie of vrienden of een daaraan gelijk te stellen kring. Uitvoering via radio of door concertin- stellingen, via de juke-box in café's of via geluidsinstallaties in bedrijven, winkels, kantines en zelfs „uitvoering" via een transistor die, boven de lopende band gehangen, 't werkklimaat dient te verbeteren, het valt allemaal onder dit hoofdstuk van de auteurswet. Voor die muziek moet betaald worden, maar ga als caféhouder te Groot Foudwolde maar eens op zoek naar een componist en tekstdichter van nummer 10 in de juke-box, Ooh-W akka-Doo-W akka- Day, teneinde deze mensen een be scheiden honorarium te overhandigen. Aan de andere kant zullen componist en tekstschrijver van no. 10, Ooh- Wakka-Doo-Wakka-Day, niet toevallig in het bewuste café te Groot Foudwol de een biertje drinken op het moment dat hun geesteskind ten gehore wordt gebracht, zodat zij het principe boter bij de vis in praktijk kunnen brengen. Voor dit verkeer van rechten en plich ten draagt Buma zorg en de caféhou der uit Groot Foudwolde hoeft niet als een terriër alle kamers van de muzikale inhoud van zijn juke-box trachten op te sporen, maar kan dat aan Buma over laten. Zo staat het hele wereldmuzie krepertoire tot zijn beschikking. Dat hij voor dat „bezit" iets moet betalen is vanzelfsprekend. Betalen is nooit leuk, derhalve staat de caféhouder uit Groot Foudwolde niet trappelend van ongeduld bij het Buma- huis op de stoep met het geld in de hand. Daar komt nog bij dat betaling van dit soort rechten valt onder de ca tegorie geld-voor-abstrakte-goederen en er is nou eenmaal iets in de mense lijke natuur waardoor wij gedicteerd worden dit zonde van het geld te vin den. onderneming is, worden de ontvangen gelden na aftrek van de kosten en de 10% pot die bestemd is voor sociale en culturele doeleinden verder geheel uit gekeerd aan componisten, tekstdich ters en muziekuitgevers. De bedryfs- kosten beslaan gemiddeld 35% van de omzet, maar van elke gulden die bin nenkomt worden toch drie kwartjes uitgekeerd. Het dubbeltje dat nu even zoek is, wordt gefourneerd uit overige baten als interest en dividend. Ongeveer de helft van het totaal uit te keren bedrag gaat naar het buitenland, maar in de Nederlandse helft zitten ook aandelen van muziekuitgevers die op hun beurt weer buitenlandse „huizen" vertegenwoordigen. Dus ook van de Nederlandse helft moet nog een deel aan zusterorganisaties in het bui tenland worden betaald. Het is dan ook zo, dat hier te lande eigenlijk maar zo'n 20 componisten en tekstschrijvers daadwerkelijk van hun werk bestaan. Nog meer nuchtere informatie: De erfgenamen van de muziekauteurs behouden de rechten tot 50 jaar na de dood van hun erflaters; volgens de Ber ner Conventie de minimum bescher- mingsduur. Er zijn ook landen waar deze periode anders ligt. Zo houdt Spanje een periode van 80 jaar en Por tugal bood. tot voor kort zelfs eeuwig durende bescherming. Voor het begrip van een en ander zijn een paar zakelijke alinea's van Buma's direkteur mr. J. H. Verhagen hier op z'n plaats. Hij zegt over het tariefstelsel van vandaag-de-dag: „Wij onderschei den primaire muziek (de muziek met een typische luisterfunktie) en achter grondmuziek. Bij de primaire muziek is het uitgangspunt nog steeds, dat men ons een percentage van de recette verschuldigd is, die met de muziekex- ploitatie wordt bereikt. Daarbij worden verschillende percentages gehanteerd tot een maximum van 7% en de grootte van het percentage is weer afhankelijk van het aandeel van de auteursrechte lijk beschermde muziek in het pro gramma. Als een recette ontbreekt, of moeilijk is vast te stellen, gaan we uit van wat we noemen bodem-bedragen, inplaats van een percentage. De vergoeding voor het gebruik van achtergrondmuziek gaat via een gedifferentieerd tarief dat uni verseel is. Voor achtergrond-muziek zijn bezoe kersintensiteit en de gemiddelde tijds duur die men in betreffende ruimten doorbrengt de prijsbepalende factoren (vaüdaar de categorieën A en B). Tus sen deze twee tariefinstellingen in enerzijds de achtergrondmuziek, an derzijds de primaire muziek bestaat er nog een speciaal tarief voor amuse mentsmuziek in de horeca. Daar zijn de prijsbepalende factoren het ruimte oppervlak en de consumptie-c.q. en treeprijs. Deze twee factoren geven op zichzelf een aardige benadering van de omzet. Wat betreft de verdeling van de incas- sogelden naar de componisten en tekstdichters toe: deze is afhankelijk van een noodzakelijk gecompliceerde verdeelsleutel op basis van het zoge naamde repartitiereglement dat door de vertegenwoordigers van alle recht hebbenden (dus in de eerste plaats de componisten zelf) is goedgekeurd. BUMA EN HET GELD Omdat Buma een niet-winstgevende

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1981 | | pagina 34