Belang van groenten, trutten granen in voeding opnieuw bewezen Leer kinderen goed fietsen meisjes krijgen de helpende hand toegestoken Onderwijs: mm MMBai pi; 8 ■Mil ■BgiS Eai I fiets moet goed in orde fiets moet goed passen. HET NIEUWE STADSBLAD PAGINA 45 WOENSDAG 18 FEBRUAR11981 I-T vro v m i De onverteerbare bestanddelen in groenten, fruit en graanprodukten („voedingsvezel") dragen slechts in geringe mate bij tot de verminde ring van de hoeveelheid bloedcho- lesterol. (Een hoge concentratie van deze vetachtige stof bij de mens kan het risico voor hart- en vaatziekten vergroten). Het voedingsvezel leidt echter wél tot een duidelijke verbetering van de darmfunkties. Zo luiden de twee belangrijkste conclusies uit het onderzoek van mevrouw ir. M. Stasse- Wolthuis, waarop zij op 10 oktober promo veert aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Voor dit onderzoek ontving zij vo rig jaar reeds de Dr. Servierprijs. Deze prijs wordt jaarlijks door de Franse farmaceutische firma Ser viër toegekend aan eem onderzoek dat bijdraagt aan de oplossing van het probleem van hart- en vaatziek ten. Om de betekenis te achterhalen van het eten van groenten, fruit en graanprodukten, die elk hun eigen type voedingsvezel hebben, heeft ir. Stasse- Wolthuis nauwkeurig ge controleerde proeven gedaan met ruim 60 gezonde proefpersonen. De resultaten laten duidelijk zien dat het voedingsvezel afkomstig uit groenten en fruit een andere werk ing heeft dan dat uit graanproduk ten. Iets dergelijks was nog niet eer der in één experimemt aangetoond. Het voedi ngsvezel uit groenten en fruit geeft een kleine daling van het cholesterolgehalte. Tarwezemelen dit is de vorm waarin het voe dingsvezel in tarwe voorkomt veroorzaken daarentegen een lichte stijging vam deze vetachtige sub stantie in het bloed. In beide geval len is de directe werking van het voedingsvezel is de directe werking van het voedingsvezel echter van weinig betekenis. TOCH CHOLESTEROLVERLAGEND Toch, zo meent mevrouw Stasse- Wolthuis, kan een verhoging van de consumptie van groenten, fruit en graanprodukten wel indirect het chöleterolgehalte beïnvloeden. Een groter gebruik van deze relatief vet arme produkten betekent immers automatisch een geringer gebruik van andere voedingsmiddelen, die vaak meer vet en ook choleterol be vatten. In de praktijk komt dit in veel ge vallen neer op een vervanging van dierlijke produkten door voedsel verschuiving in het voedselpatroon leidt niet alleen tot een grotere op name van voedingsvezel maar zij dringt gelijktijdig ook het vetge- bruik terug. Zo bleek het bij de bereiding van de proefvoeding een hele toer te zijn om een voeding samen te stellen die zowel veel vet als veel voedingsve zel bevatte. Daarbij komt nog dat dierlijk vet in vergelijking tot plantaardig vet be langrijk minder meervoudig onver zadigde vetzuren —„goed voor hart en bloedvaten" bevat. Zowel een vermindering van de totale vetcon- sumptie als een verhoging van het aandeel van meervoudig onverza digde vetzuren hebben hun nut be wezen bij het verlagen van het cho lesterolgehalte. NATUURLIJK LAXEERMIDDEL Minstens zo belangrijk als de indi recte verlaging van het cholesterol gehalte, is de verbetering van een aantal darmfunkties. Luie darmen worden door de prikkelende werk ing van het voedingsvezel weer aan het werk gezet. De stoelgang wordt beter en men loopt veel minder kans op vaak voorkomende aandoeningen als verstoppingen en wellicht ook aam beien. Als dergelijke kwalen al aan- wezig zijn treedt een belangrijke verlichting van het ongerief op. De ontlasting wordt niet alleen hard maar verlaat het lichaam ook snel ler. De voedingsdeskundige spreekt van een toenemende darmpassa- gesnelheid. In het experiment van ir. Stasse- Wolthuis werkten tarwezemelen het meest effectief. Het gehele verte ringsproces werd met ruim achttien uur versneld. Schadelijke stoffen die we van tijd tot tijd met ons voedsel naar binnen krijgen heb ben hierdoor ook minder tijd om hun schadelijke werking uit te oefe nen. Waarschijnlijk geldt dit ook voor kankerverwekkende stoffen. Misschien is dit wel één van de ver klaringen waarom in sommige ont wikkelingslanden minder dikke- darmkanker voorkomt. In dit soort landen bestaat het menu voorname- lijk uit plantaardig voedsel en ko men klachten over verstoppingen ?°k nauweIÜks voor- Ir- Stasse- Wolthuis wijst er echter wel op dat men erg voorzichtig moet zijn met dit soort speculaties, omdat over zulke samenhangen nog betrekke lijk weinig bekend is. .V <•- -X. vw<y. VERWARREND Met dit onderzoek heeft mevrouw Stasse-Wolthuis nog eens duidelijk het belang onderstreept van een ruime hoeveelheid groenten, fruit en graanprodukten in de voeding In die richting gaat dan ook de aan beveling waarmee zij haar proef schrift besluit. Bovendien stelt zij vast dat het verstandig is om een gevarieerde keuze uit deze produk ten te maken. In af-en-toe-een-lepel- zemelen ziet zij weinig heil. De grootste waarde van dit onder zoek schvilt volgens mw. Stasse in de streng gecontroleerde voedse- lopname. Veel van de eerder gepu bliceerde onderzoeksresultaten zijn van weinig waarde gebleken, om dat ze op het punt van controle no gal eens tekort zijn geschoten. FIETSER MOET GEZIEN WORDEN De veiligheid van de fietser is ook afhankelijk van de wijze waarop hij door andere verkeersdeelne mers wordt waargenomen. Daarom is een perfect werkende verlichting van levensbelang, evenals de grote rode reflector achterop de fiets. Die rode reflector is sinds vorig jaar no vember verplicht, maar als je op straat goed rondkijkt, zie je dat aan veel fietsen dit veiligheidsattribuut nog of alweer ontbreekt. Ook de kleding van de fietser kan meehelpen om hem en dan vooral in het donker goed zicht baar te maken. Draag daarom bij voorkeur lichte kleding of gebruik reflecterende jacks of lichtweer kaatsende stroken op de kleding. Voor fietsers is er wat dit betreft veel op de markt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de uitkomsten niet altijd gelij kluidend zijn geweest. In het verle den heeft d dit regelmatig geleid tot tegenstrijdige voedingsadviezen en verwarrende berichten via pers en reclame. Ir. Stasse-Wolthuis is daarom van mening dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn met het geven van voedingsadviezen. Verwarrende en onjuiste berichtge ving kunnen de consument grote schade berokkenen. Het gevaar be staat dat de mensen op den duur geen enkel advies meer ter harte nemen, omdat zij door de bomen het bos niet meer zien. Een veron truste situatie, waarbij de levens middelenfabrikant ook niet geheel vrijuit gaat. Mevrouw Stasse-Wolthuis consta teert dat in de reclamewereld het gebruik van de „gezondheidsclaim" reeds helemaal ingeburgerd is. Zij doelt hiermee op het feit dat de producenten van levensmiddelen steeds vaker hun produkt aanprij zen door erop te wijzen hoe gezond het is. In veel gevallen zijn deze uitspraken nauwelijks door enige onderzoek vooraf gegaan; ze zijn daarom nogal eens misleidend. Overigens is het volgens mevr. Stasse een goede ontwikkelin dat het gebruik van gezondheidsclaims tegenwoordig aan banden wordt gelegd. De reclame-codecommissie ziet ook op dit punt erop toe of re clameboodschappen wel door de beugel kunnen. Zelf is de schrijfster van het proeg- schrift nauw betrokken bij het op stellen van richtlijnen voor een ge zonde voeding. Zij heeft zitting in een adviescommissie die werkt aan herziening van de huidige richtlij nen. Dat men daarbij in Nederland niet over één nacht ijs gaat, blijkt wel uit de brede samenstelling van deze commissie. Naast voedingsdeskundigen be staat de commissie ondermeer uit epidemilogen en cardiologen. OM IN DE GATEN TE HOUDEN Fiets moet goed in orde zijn. Je kunt er niet omheen dat je bege ven in het verkeer, gevaren met zich meebrengt. Dat geldt voor alle verkeersdeelnemers. Alleen wie zich in zijn huis opsluit, ontkomt aan deze gevaren en dat is niet mogelijk want wij moeten ons nu eenmaal verplaatsen. Dat geldt ook voor de kinderen. Zij moeten dagelijks naar school en van school terug naar huis. Zeer veel kinderen maken daarbij gebruik van de fiets. Dat is meestal ook bittere noodzaak omdat de afstand die moet worden overbrugd te lang is om te lopen en het openbaar vervoer in vele geval len ook geen oplossing biedt. Wij denken daarbij vooral ook aan het platteland waar de kinderen dage lijks vaak lange afstanden moeten afleggen en de openbare vervoer- voorzieningen van die aard zijn, dat ze eigenlijk niet in aanmerking ko men. Heel veel kinderen moeten dus van de fiets gebruik maken. Fietsen is gevaarlijk; dit hoor je no gal eens zeggen, maar men vergeet dan dat dit gevaar heel vaak door de fietsers zelf wordt veroorzaakt door nonchalant en onjuist gedrag. Dat geldt ook in sterke mate voor kinderen, die op de fiets vaak te spelend aan het verkeer deelne men. Maar fietsen hoeft niet extra gevaarlijk te zijn als je het maar goed doet. Dat is onder meer de teneur van het boekje Goed en veilig fietsen dat in 1 de serie Fietsotheek werd uitgege ven en door overmaking van 7,90 op postgirorekening 234567 kan worden aangevraagd bij de stich ting: fiets! in Amsterdam. Het is een boekje dat alle fietsers zouden moeten lezen en zeker ouders en andere opvoeders. Er staat name lijk uitvoerig in hoe je goed en vei lig kunt fietsen en dat met heel veel praktische tips. VERKEERSREGELS ZIJN ER NIET VOOR NIETS. Het spreekt vanzelf dat je je aan de verkeersregels en de verkeersvoor- schriften moet houden. Wie het met deze regels op een akkoordje gooit, brengt zichzelf in gevaar. Denk maar aan veel voorkomende over tredingen als het door rood licht rij den, geen voorrang verlenen waar dat nodig is, geen verandering van richting aangeven, niet goed rechts houden etc. Juist bij dit soort overtredingen vallen de meeste slachtoffers. Kin deren moeten de verkeersregels goed kennen en dat moet ze geleerd worden. Niet alleen de theorie, maar ook de praktijk. Ouders moe ten regelmatig samen met hun kin deren gaan fietsen om hen te leren hoe zij zich in het verkeer moeten gedragen. Dat wordt veel te weinig gedaan, zoals ook te veel volwassenen het slechte voorbeeld geven door zich zelf in het verkeer gevaarlijk te ge dragen. Als een kind regelmatig een vaste route moet afleggen, bij voorbeeld naar school, begeleid het kind dan op de fiets een aantal ma len om de route te verkennen en om het op gevaren te kunnen wijzen. Ook moet gewezen worden op het belang van fietspaden en beveiligde fietsroutes. Fietsers doen er goed aan steeds zoveel mogelijk fietspa den te benutten heel vaak is dat ook verplicht - ook als het mis schien een eindje omrijden vraagt. ZIJN. Uitermate belangrijk voor de veilig heid in het verkeer is ook de staat van onderhoud waarin de fiets ver- j keert. Een fiets met het geringste mankement is minder of niet veilig. Het is bepaald vreemd dat er nog altijd heel veel fietsers zijn, die daarvan onvoldoende doordrongen zijn. Vooral de staat waarin kinder fietsen verkeren laat heel vaak veel te wensen over Dat blijkt steeds weer bij controles die vaak worden uitgevoerd. En dan te bedenken dat het helemaal met moeilijk is om de fiets in goede staat te houden. Goed en regelma tig schoonmaken om roestvorming tegen te gaan, losgeraakte onderde len weer vastdraaien, verlichting regelmatig controleren, afgesleten banden vervangen. En: de fiets een- of tweemaal per jaar door de fietsenvakman gron dig laten nakijken. Dan fiets u vei lig. Kinderen moet geleerd worden het nodige zelf aan hun fiets te doen, dan leren ze de fiets ook beter kennen. Een punt waaraan doorgaans te weinig aan gedacht wordt, is het juist passen van de fiets. Het is niet voor niets dat er zo'n grote ver scheidenheid van frame-maten be staat. Dat is om aan iedereen de fiets te kunnen geven die zoveel mogelijk is afgestemd op zijn li chaamsafmetingen. Een te grote, maar ook een te kleine fiets is minder veilig. Vooral bij jeugdfietsen wordt wat dit betreft vaak zwaar gezondigd. Men koopt of een fiets op de groei (en dan is hij te groot) of men stelt het aan schaffen van een nieuwe fiets te lang uit (en dan rijdt het kind op een te kleine fiets). Er zijn een aantal punten waar vaak niet aan gedacht wordt. Schoolgaande kinderen moeten vaak een zware fietstas meesjou wen. Zo'n tas moet nooit aan het stuur worden gehangen en ook lie ver niet een beugel aan één zijde naast het achterwiel. De fiets,wordt daardoor aanzienlijk minder sta biel. De schooltas hoort op een degelij ke, stevige bagagedrager en met een degelijke, niet-verdroogde rub ber snelbinder te worden vastge maakt. Heeft de flets een lichte, smalle bagagedrager, laat er dan een andere opzettel. Veel kinderen dragen in de winter een erg lange das, die om de schou ders wordt geslagen. Dat staat mis schien wel leuk en sportief maar het kan op de fiets gevaarlijk zijn. De uiteinden van zo'n das kunnen tussen de spaken of de as van het achterwiel raken. Dat kan funeste gevolgen hebben. Niet iedere fiets is bestemd of geschikt om op naar school te gaan. Wij denken bijvoorbeeld aan de cross-fiets, die op het ogenblik bij de jonge jeugd de grote mode be gint te worden. Uitstekend voor ter reinrijden en sportbeoefening, maar niet voor het dagelijkse ver keer. Dat geldt ook voor de fietsen met een extra hoog geplaatst stuur. Fietsen hoeft niet gevaarlijk te zijn, maar je moet er wel wat voor doen en dat betekent dan niet eens een beperking van de mogelijkheden. Je moet gewoon goed Ieren fietsen. Wat de kinderen betreft ligt hier een duidelijke verantwoordelijk heid en taak waar ouders en opvoe ders niet omheen kunnen. Het beginsel van gelijke behande ling van mannen en vrouwen in het beroepsleven vindt in de ge hele Europese Gemeenschap steeds meer weerklank, ook voor wat be treft de toegang tot het arbeidspro ces. Maar men raakt er steeds meer van bewust dat de ongelijkheid in een vroeger stadium moet worden bestreden, d.w.z. op school en bij de beroepsvorming. De Raad van ministers van onder wijs van de Negen heeft zich on langs over deze kwestie gebogen. Bij deze gel8genheid beloofden de Lid-Staten initiatieven te nemen om zaken die de nadruk leggen op de stereotype rolverdeling tussen man nen en vrouwen uit de leerstof te verwijderen' De Lid-Staten zullen tevens trachten specifieke pro- grammd's op te zetten om meisjes te stimuleren zich op een bredör scala van beroepen te richten en onderwijzers en beroepskeuzevoor- lichters beter bewust te maken van de problemen op dit gebied. De Commissie zal van haar kant nationale maatregelen 8timuleren d.m.v. studies en uitwisseling van ervaringen. An deze studies zullen o.a. de invloed van het gemengd on derwijs en de rol van de massame dia worden geanalyseerd. De Commissie maakt zich verder ook nog zorgen over de opmars van het voor vele meisjes aantrekke lijke au pair-werM en het misbruik waartoe dit systeem kan leiden. Hoewel de Raad van Europa reeds in 1969 een Europees akkoord over de plaatsing van meisjes in au pair- dienst heeft gesloten, is dit nog niet door alle Lid-Staten bekrachtigd. De Commissie is dan ook van plan hen ertoe te bewegen dit alsnog zo snel mogelijk te doen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1981 | | pagina 45