Zuid Hollandse specialiteit die verloren ging HOLLANDSE SCHAATSEN ZUIDHOLLANDSE SCHAATSEN Werd in Friesland voornamelijk ge streden om wie het snelst een be paalde afstand kon overbruggen, in Holland was het kunstrijden meer in zwang. De Hollander deed „beentje over" en sneed zijn naam of die van zijn geliefde in het ijs om deze tenslotte met nog een paar krullen te versieren. Deze kunst werd naar gelang de streek, zwieren, baaivangen of blokzeilen genoemd. De door de Hollanders gebruikte schaatsen wa ren daarmee in overeenstemming. Ze vielen op door hun vaak prach tig gesmede krullen waarmee de schenkels aan de voorzijde eindig- den. Evenals bij de gewone Friese schaatsen eimdigden de schenkels aan de achterzijde midden onder de hak. De voetstapels hadden echter het model van een viool en waren niet langer nodig om de voet op de schaats te kunnen plaatsen. Omdat het bij het zwieren nogal eens voorkwam dat een krul van de ene schaatser haakte in die van een ander, werd de krul vaak afge zaagd. Toen tegen het einde van de vorige eeuw de industriële schaat- senproduktie op gang kwam, was het met de Hollandse schaats ge daan. Zij werd in toenemende mate ver vangen door de houten kunst schaatsen ook wel schuitjes of zwierbollen genoemd. De sierlijkheid van de Hollandse kral- schaatsen komt hier goed tot uitdruk king. De onderste schaats b van het Linschoter model en voorzien van de initialen „CK", die boven in de krul zijn ingeslagen. Dat in Holland naast het zwieren toch ook wel baantje werd gereden blijkt uit het feit dat er naast de twee genoemde typen nog een derde soort schaatsen kan worden onderscheiden. Deze categorie schaatsen vat men meestal samen onder de benaming „Hollandse baanschaatsen". Omdat het opmerkelijk is dat alle bekende Hollandse baanschaatsen zijn gemaakt door Zuidhollandse schaatsenmakers en onmiskenbare kenmerken hebben, neigt men er toe te spreken over „Zuidhollandse schaatsen". Op het eerste gezicht lijken deze schaatsen op Friese doorlopers. Ze hebben in het algemeen volledig met hout beklede schenkels, die tot aan het eind van de schaatsen door lopen. De halzen zijn echter korter dan bij de Friese schaatsen en vaak zeer robuust. „Vol" zegt de kenner. De voetstapels zijn ook zwaarder uitgevoerd en in afwijking van alle andere typen schaatsen, voorzien van drie doorboringen voor het on derbinden. Dit type schaats straalt Een typisch voorbeeld van een Hol landse Baanschaats.Maar b dit model oorspronkelijk afkomstig uit Wad- dinxveen of uit Bergambacht? Dit stel werd overigens gemaakt door J. Eer- land, Krimpen a/d üssel. Een voorbeeld van het Leerdamse mo del. Hoewel....anderen menen dat dit model uit Haastrecht afkomstig is. De initialen van de maker zijn „H. J. C. B.'" Schaatsen maken ichaatsen is altijd nauw verbon- len geweest met het water. Geen vonder dan ook dat in een water rijke streek als het Goudse polder land ook vroeger veel van de schaats als vervoermiddel gebruik werd gemaakt. Dat dit geleid heeft tot een geheel eigen kijk op hoe een goede schaats er uit moet zien, is iets waarvan wellicht de oudere streekbewoners nog op de hoogte zijn maar wat in het huidige stalen-noren-tijdperk vergeten dreigt te geraken. FRIESE SCHAATSEN De Friese schaatsen zijn ongetwij feld het meest bekend. Iedereen kent nog wel de term „Friese door loper" maar waarschijnlijk weten nog maar weinigen het verschil tus sen een gewone Friese schaats en de Friese doorloper. Tóch is dat niet zo moeilijk te zien. Bij de gewone Friese schaats ein digt de schenkel (het ijzer) midden onder de hak terwijl de schenkel van de doorloper langer is en door loopt tot aan het einde van de voet stapel (het houtje). Wat alle Friese schaatsen gemeen hebben is dat ze lange halzen heb ben en dat het hout van de voetsta pel naar voren doorloopt tot aan de punt van de schenkel. Tot het begin van deze eeuw liep deze punt tame lijk hoog op om meestal te eindigen in een koperen of aangesmeed ei keltje. Anders dan in Holland was in Friesland van oudsher het korte- baanschaatsen een populaire sport. De Friese schaatsen werden dan ook primair gemaakt om hard te gaan. Onder invloed van de in de tweede helft van de 19e eeuw opko mende internationale hardrijde rijen werd de schenkel van de Friese schaats steeds langer en ont stonden minder bekende varianten zoals de Friese laagsprinters (voor de lange baan) en de Friese korthal zen (voor de korte baan). Belangrijke produktiecentra waren vanouds IJlst Nooitgedagt, Frisia, Nauta), Warga (Hoekstra, Faber) en Akkrum (Ruiter). De auteur tovert in zijn werkplaats roestige en verwaarlooosde schaatsen om tot juweeltjes vernuft. van ambachtelijk kracht uit en ze zijn dan ook haast nog mooier dan de Hollandse krul- schaatsen, die echter uitmunten in sierlijkheid. Zo'n krachtige schaats was natuur lijk bij uitstek geschikt voor het „klauwen" op korte banen, hetgeen de eerdergenoemde term „Hol landse baanschaatsen" verklaart. SCHAATSENMAKERS EN HUN PRODUKTEN Voordat schaatsen industrieel wer den vervaardigd in de grote fabrie ken zoals die van Nooitgedagt, Hoekstra en Ruiter was het maken van schaatsen een ambachtelijke specialiteit van de plaatselijke sme den. Daarbij werd nauw samengewerkt met de wagenmakers, die de voet stapels leverden en de zadelmakers, die zorgden voor de tuigjes. Deze omstandigheid werkte in de hand dat de plaatselijke variëteiten ont stonden en als een bepaalde smid goede schaatsen maakte werd dit al gauw rondgesproken. Zo ontstonden in Zuid-Holland aan duidingen als Bergambachtse, Gou- derakse, Haastrechtse, Waddinx- veense, Leerdamse, Vuilendamse, Linschoter en Ouderkerkse schaat sen. Dit zijn althans benamingen die men heeft gevonden in de zeer wei nig beschikbare literatuur. Helaas hebben nagenoeg alle acteurs ech ter nagelaten om aan te geven wat deze schaatsen van elkaar onder scheidt. En waar dit wel gedaan is spreken zij elkaar vaak tegen. Over een aantal soorten bestaat geen meningsverschil. Linschoter schaatsen zijn onmiskenbaar krul- schaatsen. Ouderkerkse schaatsen worden ook wel Hollands-Friese doorlopers genoemd en geven ook weinig problemen. Ook Leerdam se schaatsen zijn duidelijk van an dere te onderscheiden. Zij hebben allemaal koperen knoppen, iets wat bij geen van de andere Zuidhol landse schaatsen wordt aangetrof fen. Maar dan komen de problemen. Zo wel in het in 1887 verschenen Ne rf r'und..J; Handboek voor IJss- port van de hand van de toenmalige voorzitter van de Friese Ijsbond, de heer S. H. Hijlkema als in het in 1888 gepubliceerde boek Schaat senrijden, dat werd uitgegeven door de toenmalige eerste secreta ris van de KNSB, mr. J. van But- tingha Wichers, worden Bergam bachtse schaatsen gekaraktiseerd als Hollandse schaatsen. Hijlkema voegt daar nog aan toe dat ze in plaats van een krul een gesmede knop hebben evenals de Brennemoorse schaatsen, over de herkomst waarvan helemaal in het duister wordt getast. Wie schetst echter de verbazing als in een verkoopfolder van circa 1910 van Nooigedagt een bepaald type Hollandse baanschaats als Bergam- bachts wordt aangemerkt, dat in een verkoopfolder van circa 1920 van Ruiter wordt bedacht met de aanduiding Waddinxveense schaats. De commercie adopteerde kenne lijk domweg de goede klank, die be paalde smeden zich hadden ver worven zonder zich al te zeer te be zinnen op de authenticiteit van het onderhavige schaatsmodel. HULP GEVRAAGD Uit het voorgaande mag blijken dat er sprake is van een verdwenen Zuidhollandse ambachtelijke spe cialiteit waarvan helaas nagenoeg niets meer bekend is. Als men van mening is dat dit be treurenswaardig is en als u een bij drage kunt leveren tot het ontrafe len van dit stukje cultuurhistorie nodigt de schrijver van dit artikel een ieder uit. De heer G. van Voorbergen, Schu- mannpad 5, 2912 VH Nieuwerkerk a/d IJssel (tel. 01803-4818) is geïnte resseerd in alle gegevens over schaatsenmakers zowel als over hun produkten. Als iemand een van de bij dit arti kel afgebeelde schaatsen zonder twijfel kan identificeren als een plaatselijke specialiteit is dat al heel wat. Ook voor vooroorlogse exemplaren heeft de heer Voorber gen grote belangstelling. Ook dit model wordt in oude brochu- initialen van de maker zijn ,JWB". res aangeduid als Bergambachts. De Hollandse schaatsen met een knop 86 °f Bergambachtse schaatsen7 Ip.v. een krul. Zijn dit nn Brennemoor- Waar dit model vandaan komt is niet duidelijk. Dit stel werd gemaakt door P. Rond model gaat is niet bekend. Pzn.Gouda. Of het om een plaatselijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1981 | | pagina 44