openhartig gesprek met mgr. A. J. Simonis, bisschop van Rotterdam
De donkere dagen voor Kerstmis zijn voor veel
mensen werkelijkheid geworden. Alles lijkt
moeilijker, duurder, gevaarlijker, zonder
uitzicht. In een openhartig gesprek met mgr. dr.
A. J. Simonis, bisschop van Rotterdam, kwam
deze situatie duidelijk op tafel.
V
V
Er zijn jongeren, die niet
aan de slag komen, die
daarmee eigenlijk hun le
vensperspectieven verlie
zen.
We kennen ook echtgeno
ten, mannen of vrouwen,
die thuis zijn, altijd op el-
kaars lip zitten, waardoor
irritatie ontstaat.
Zorgen
De bisschop daarover: „De ellende, die er op
het ogenblik is, treft veel mensen, veel gezin
nen. Ze is ernstig en ook van bedreigende
aard.
Daarbij denk ik vooral aan het fenomeen van
de werkeloosheid, dat bij een heleboel men
sen hard en concreet aanslaat.
Geluk
door Harry Hol
foto's
Tim Hielkema
Keihard
Met de komst van
Christus is er een
absolute wending in
de mensheid
gekomen. Dat vieren
we nu jaarlijks als een
feest. Maar we
moeten niet vergeten,
dat de feitelijkheid
keihard is. Er was
geen plaats voor Hem
in de herberg, daar
komt het op neer".
HET NIEUWE STADSBLAD - WOENSDAG 22 DECEMBER 1982
PAGINA 14
Kerstmis
in deze
moeilijke en
beroerde tijd
U)
Een ander aspect is de angst
voor de toekomst in verband
met de atoombewapening en
de milieuverontreiniging.
Daarbij komt, dat we naar het
jaar 2000 toe gaan. Er zijn stro
mingen in de mensheid. Tegen
het jaar 1000, daarvan is be
kend, dat er toen ook grote
angst was. Dat zie je ook in de
kerk, waarin steeds meer
mensen beweren, boodschap
pen te krijgen uit de Hemel.
Ik wil dit allemaal niet onder
schatten. Er zijn immers een
heleboel dingen, die angstwek
kend zijn".
We zitten in de huiskamer van
de bisschop in gemakkelijke
stoelen. Er staat een groot tele
visietoestel tegen de wand.
Overal zijn boeken, prenten,
foto's. De fotograaf doet flit
send en klikkend zijn werk.
De perschef van het bisdom,
Henk Heruer, luistert gespan
nen mee.
„Wat mij het meest zorgen
baart", gaat de bisschop ver
der, „is dat de mensen niet
voldoende geestelijke weer
stand hebben of niet voldoen
de geestelijk leven, om deze
dingen een beetje aan te kun
nen.
Het valt me altijd op, als ik
over de stad Rotterdam verha
len lees over de verschrikke
lijke drugsverslaving en over
de geweldige problemen van
de prostitutie en van de bui
tenlanders en de Nederlan
ders, dan wordt bijvoorbeeld
als één der oorzaken altijd de
werkloosheid genoemd en
nooit, dat ze bijna geen geloof
meer hebben.
Hoe je het ook keert of draait,
we moeten niet denken, dat er
in de tijden, dat we nog de zo
genaamde welvaart hadden,
geen donkere dagen waren.
Want ook in die tijd werden er
een heleboel mensen ziek. Het
werd toen alleen maar een
beetje verheimelijkt".
Merkwaardig is, merk ik op,
dat het welzijnswerk eigenlijk
is ontstaan in de tijd van de
welvaart. „Ja", knikt Mgr. Si
monis, „toen konden we ons
die luxe ook veroorloven".
„En", zo gaat hij verder, „on
derschat ook niet het geweldi
ge probleem van de echtschei
dingen, die in de laatste tien,
vijftien jaar zo ontstellend zijn
toegenomen en een ontzettend
verdriet veroorzaken bij tal
van mensen, tussen mannen
en vrouwen en bij kinderen".
„Wat mij het meest verdriet",
aldus de bisschop, „is dat men
sen niet voldoende geloof heb
ben om de narigheid te kun
nen dragen. Je kunt de narig
heid niet wegdringen".
Ons geluk op aarde? vraag ik.
„We hebben nu ook al geleerd,
dat het verhaal van een hemel
op aarde niet waar is", krijg ik
tot antwoord. „Een verhaal dat
ontstaan is onder de invloed
van het marxisme". Maar als
je gezond bent, werp ik tegen,
dan kun je toch wel zeggen,
gelukkig te zijn? „Als je geluk
We hebben een spreekwoord
en dat zegt: nood leert bidden.
En weet u, wat nu het vreem
de is, dat ik in deze nood, die
steeds meer om zich heen
grijpt, slechts een klein aantal
mensen zie bidden. Toen het
oorlog was, waren de kerken
vol en de oorlog was nog niet
voorbij, of de kerken liepen
weer leeg.
Het is toch eigen jammer, dat
de nood ons steeds laat bidden
en dat we het óók niet doen,
wanneer we gezegend wor
den".
„We hebben het tussen haak
jes nog niet over Kerstmis ge
had", zegt mgr. Simonis na
een korte pauze. „U vraagt:
wat moeten we met Kerstmis
in deze barre tijd? Daarop wil
ik dit antwoord geven: Laten
we Kerstmis niet idealiseren.
Met Kerstmis hebben we het
zover gebracht, dat we bij een
mooie kerstboom zitten en bij
een heel knus kerststalletje, zo
knus, dat je er bij wijze van
spreken bij wil gaan liggen.
Maar Kerstmis is in zijn histo
rische werkelijkheid een hard
feit geweest. Er was geen
plaats voor Hem in de her
berg.
De Heer God wordt geboren
als een klein, hulpeloos men
senkind, als een verschoppe
ling. Wat moeten we eigenlijk
met een feest met gouden bal
len en zo. Kerstmis zelf is ei
genlijk een bar feit, maar in de
barheid juist zo groot, omdat in
deze ellende God met ons op
de wereld komt en ons armza
lig bestaan in Zijn armzalig
heid komt delen.
We hebben het Kerstfeest zó
geromantiseerd, dat we de fei
telijkheid niet meer zien. Ik
denk, dat je de realiteit van
het Kerstfeest eigenlijk het
beste in alle eenvoud het.
meest benadert.
Ik wil daarmee niet zeggen,
dat een bepaalde vormgeving
met mooie kerstliederen en zo
geen zin heeft.
laat opgaan in gezondheid", al
dus mgr. Simonis, „dat is wel
beroerd voor alle zieken, want
die zouden dan niet gelukkig
kunnen zijn.
Ik ken zieken, die echt geluk
kig zijn. Omdat die mensen dit
kruis zinvol weten te dragen,
hoe moeilijk het ook voor hen
is.
We hebben een cultuur ge
schapen, waarin dat niet meer
kan en niet meer mag. Geluk
is uiteindelijk een goed gewe
ten te hebben". Maar, zo vraag
ik, wat moeten we nu met
Kerstmis in deze beroerde tijd?
„Hierop zeg ik, er zijn ook in
de tijd van welvaart donkere
dagen geweest", zegt de bis
schop, „laten we dat vooral
niet vergeten. We worden nu
weer met onze neus op de fei
ten gedrukt en wat is het feit?
Dit is een doorgangshuis en
hier is de hemel niet.