'Aardgas
en Wonen'
De PTT voert al enige tijd met succes
facsimile in haar
dienstverleningspakket. Facsimile
spreek uit: ,,faksièmielee'j is een
vorm van elektronisch post- en
berichtenverkeer, die zich het
makkelijkste laat omschrijven als
fotokopiëren op afstand via de
telefoonlijn
Toepassingen
Rol PTT
Groepen
Babylonisch
Telefax 211.
Standaardisatie
Japanse invloed
Explosieve groei
Lijn voor lijn
Moderne Fax
Toekomstige
ontwikkelingen
De mogelijkheden van facsimile (of kortweg:
fax) sluiten direct aan bij de diensten en pro-
dukten van de PTT. Als beheerder van het
telefoonnet is de PTT verantwoordelijk voor
de toelating van faxapparatuur op dat net. In
de Faxgids een soort telefoongids voor
faxaansluitingen is een lijst opgenomen
met toegelaten machines.
In internationaal verband
spelen de PTT-organisa
ties een belangrijke stu
rende rol bij het opstellen
van standaarden voor
faxapparatuur.
Telefax
Faxpost
Telefax 201.
f
f
Facsimile bij
de
PTT
Ook voor faxbezitters is de
Faxpost interessant. Binnen
Nederland kunnen zij berich
ten bestemd voor niet-faxbe-
zitters direct naar het Faxpost
kantoor van bestemming ver
zenden.
Er zijn vele aansluitmogelijk
heden voor internationaal fax
contact. Bijna elk westers land
heeft zijn eigen faxpostdienst,
bijvoorbeeld Bureaufax in Bel
gië, Telebrief in Duitsland,
Postfax in Zwitserland en In-
telpost in Grootbrittannië en
de Verenigde Staten.
Facsimile is één van de vele
vormen van elektronisch post
en berichtenverkeer. Het
unieke voordeel ervan is dat
er niet alleen getypte tekst
mee overgebracht kan wor
den, maar ook grafieken,
prenten zelfs foto's.
Een bijkomend voordeel is dat
de over te zenden handge
schreven informatie niet eerst
uitgetikt moet worden (zoals
bij telex en datatransmissie).
Dat betekent een besparing in
de administratieve verwer
king, tijdwinst bij het voorbe
reiden van een bericht en het
vermijden van „vertaalfou
ten".
Facsimile wordt dan ook voor
al gebruikt in organisaties en
bedrijven waarin eisen gesteld
worden aan snelheid en accu
ratesse en waarin bovendien
tekeningen en handgeschre
ven tekst veelvuldig gebruikt
worden. Voorbeelden daarvan
zijn constructiebedrijven die
veelvuldig werktekeningen
met aanpassingen moeten
rondsturen, en bankinstellin
gen die handtekeningen moe
ten verifiëren.
In de vrije beroepensector
blijkt de fax vaak een uit
komst voor notarissen, accoun
tants en technische bureaus.
Ook het gebruik bij reclame
bureaus neemt toe (een con-
ceptje is zo bij de cliënt).
In het wegvervoer kunnen de
papieren zo gauw de wagen
beladen is, alvast worden op
gestuurd. Een mobiele mon
teur die op onverwachte moei
lijkheden stuit, kan direct van
de importeur een werkteke
ning opgestuurd krijgen, enz.
enz. Een heel speciale toepas
sing betreft uiterst vertrouwe
lijk materiaal. Bij het afsluiten
van contracten kan op hoofd-
directioneel niveau directe uit
wisseling plaatsvinden van pa
perassen, zonder tussenkomst
van postkamer of bodes.
De faxtechniek het verzen
den van berichten per post of
over de telefoonlijn sluit di
rect aan bij het produktenpa-
ket van de PTT. De rol van de
PTT in dit hele verhaal is
drievoudig.
Allereerst treedt de PTT op als
beheerder van het telefoonnet.
Dat betekent dat op het tele
foonnet alleen door de PTT
goedgekeurde apparatuur mag
worden aangesloten. In de
Faxgids een soort telefoon
gids voor faxaansluitingen
is een lijst opgenomen van toe
gelaten apparatuur.
De tweede rol van de PTT ligt
in het opstellen van interna
tionale standaarden. Deze
worden in samenspraak met
de industrie bepaald door het
CCITT (Comité Consultatif In
ternational Télégraphique et
Téléphonique). Het CCITT be
paalt bijvoorbeeld de groepsin
deling.
De derde rol ligt direct op het
terrein van de dienstverle
ning. De PTT levert -zelf de
Telefax 201 en 211 en boven
dien het complete servicepak
ket in de vorm van de Fax
postdienst.
Bij elke nieuwe doorbraak in
de computertechnologie
spreekt men van een nieuwe
generatie computers. Faxappa
ratuur kent een soortgelijke
„generatiekloof", al spreekt
men bij facsimile niet van ge
neraties maar van groepen.
De eerste machines van wat
nu groep-1 heet, kwamen in
het midden van de jaren zestig
op de markt. De tot dan toe
gebruikte facsimilemachines
van weerstations, kranten, po
litie en leger maakten gebruik
van eigen lijnen. De groep-1
apparaten waren veel ruimer
toepasbaar. Ze konden direct
op het openbare telefoonnet
worden aangesloten.
De kopiekwaliteit liet hier en
daar nog wel wat te wensen
over het apparaat vroeg nogal
wat aandacht bij het verzen
den en ontvangen, maar het
bood de faxbezitter ongekende
mogelijkheden tot mondiale
communicatie. In minder dan
zes minuten kon een complete
bladzijde (A4) met tekst, gra
fieken of tekeningen worden
overgebracht.
Om in de Babylonische tijden
een geschreven tekst overge
bracht te krijgen, moest hij
eerst in natte klei worden ge
kerfd, vervolgens gebakken
en tenslotte per bode ver
voerd. Een nogal omslachtige
weg vergeleken met facsimile.
Maar de praktijk van de
groep-1 fax had ook zijn Baby
lonische aspecten. Er was geen
standaardisatie. Fax van het
ene merke was niet aan te
sluiten op die van andere mer
ken. Elke fabrikant had zo zijn
eigen specificaties met als ge
volg een gigantische commu-
micatieve spraakverwarring.
Mede dank zij een sturend ac
tieve rol van de internationale
PTT-organisaties kon rond
1978 de groep-2 facsimile op de
markt gebracht worden. Be
langrijkste kenmerk: onderlin
ge uitwisselbaarheid.
Onafhankelijk van het merk
konden groep-2 machines met
elkaar „praten". Ook de tech
nische kwaliteit bleek enorm
verbeterd. De machines waren
sneller: in 2 tot 3 minuten kon
nu een faxbericht worden
overgebracht. Bovendien had
den veel groep-2 machines de
mogelijkheid van automati
sche ontvangst, en de kopiek
waliteit was alleszins accepta
bel.
Al bij de ontwikkeling van de
groep-2 machines is de Japan
se invloed zeer groot geweest.
Dat is niet zo verwonderlijk
als men bedenkt dat in Japan
facsimile de replacant van te
lex is.
Het Japanse karakterschrift
leent zich niet voor schrijfma
chines en dus ook niet voor te
lex. Japan bleek een willige
markt voor facsimile te heb
ben, waardoor meer geld geïn
vesteerd kon worden in on
derzoek en ontwikkeling.
De groep-3 ontwikkeling is
dan ook voornamelijk Japans
geweest. Groep-3 apparaten
zijn nog eens twee keer zo snel
als groep 2. Resultaat daarvan
is dat een gemiddeld faxbe
richt in ongeveer 30 seconden
kan worden overgebracht. Die
snellere overbrengingstijden
zijn natuurlijk vooral van be
lang bij gebruik op interconti
nentale telefoonlijnen.
De resolutie is hoger (twee
keer zoveel lijnen) waardoor
een aanzienlijk verbeterde
kopiekwaliteit wordt bereikt.
Een andere verbetering be
treft de steeds makkelijker
worden de bediening en het
handzamer formaat.
Het principe van facsimile of
fax bestaat al bijna anderhalve
eeuw. In de jaren twintig
vindt het principe zijn toepas
sing in de praktijk: voor het
overbrengen van weerkaarten,
krantenfoto's, vingerafdruk
ken en militaire gegevens.
Na de Tweede Wereldoorlog
worden de machines wat
handzamer, maar het heeft tot
de oliecrisis geduurd voordat
het adagium „verplaats infor
matie, geen mensen" algemene
respons krijgt. Facsimile blijkt
een alternatief te zijn dat met
het stijgen van de vervoers
kosten een steeds aantrekkelij
ker oplossing biedt. De laatste
tien jaar maakt faxapparatuur
en faxgebruik dan ook een
enorme groei mee. Een groei
die in het huidige economische
klimaat explosief genoemd
mag worden: zo'n 30% per jaar.
Ruim dertig jaar voor de uit
vinding van de telefoon (Gra
ham Bell: 1876) experimen
teerde de Schot Alexander
Bain met een voorloper van de
fax. Zijn machine werkt vol
gens een elektrochemisch
principe. Het over te seinen
origineel bestaat uit een ko
perplaat van 10 bij 10 cm met
daarop in lak een tekst of af
beelding. Een heen en weer
zwaaiende slinger wordt lang
zaam, stapje voor stapje over
de plaat geleid. Gaat de slinger
over het koper, dan maakt hij
(elektrisch) contact; gaat hij
over de lak, dan niet. Aan de
ontvangende kant staat een
soortgelijke apparaat. Dankzij
elektromagnetische pulsen
verloopt de slingerbeweging
van beide apparaten exact ge
lijk. Onder de slinger van het
ontvangende apparaat wordt
een chemisch bewerkt stukje
papier gelegd. Als de slinger
van de zender nu over de ko
peren plaat gaat, wordt onder
invloed van de elektrische
stroom het papier donker ge
kleurd. Per slingerbeweging
wordt eigenlijk een lijntje met
informatie over licht en don
ker overgebracht. Het totale
beeld verschijnt lijn voor lijn
bij het ontvangapparaat. Zo
ontstaat een getrouwe repro-
duktie, zij het dat de kleuren
zwart en wit zijn omgewisseld.
Volgens dit principe werkt
ook de moderne facsimile-ap-
paratuur. Alleen wordt tegen
woordig gebruik gemaakt van
de verworvenheden van het
computertijdperk. De slinger is
vervangen door een fototran
sistor die in haardunne lijnen
het origineel aftast. Moderne
elektronica en digitalisering
hebben hun intrede gedaan.
De kwaliteit van het overge
brachte beeld wordt voor een
groot deel bepaald door de in
tensiteit waarmee het origineel
wordt afgetast en het aantal
lijnen waaruit het beeld wordt
opgebouwd. Hoe meer lijnen
(horizontaal en verticaal) per
vierkante centimeter, hoe
scherper de reproduktie zal
zijn. Die lijnintensiteit wordt
resolutie genoemd. Hoe hoger
de resolutie, hoe scherper het
beeld. Maar een hogere resolu
tie betekent ook een langere
overbrengingstijd.
Zoals gezegd, facsimile is één
van de vele vormen van elek
tronisch berichtenverkeer.
Facsimile-apparatuur zal meer
en meer opgenomen worden
in een geïntegreerd elektro
nisch kantoorsysteem met
data-terminals, tekstverwer
kers en intelligente kopieer
systemen.
Nu al bestaan er hoogwaardige
kopieerapparaten die in feite
supersnelle, kwalitatieve facsi
mile-printers zijn. Ze kunnen
ook gebruikt worden als af-
drukeenheden voor computers
en tekstverwerkers naast hun
gewone kopieerfunctie. De
standaard voor de toekomstige
groep-4 machines is nog niet
vastgesteld. De verwachting is
dat dat binnen de komende
twee jaar zal gebeuren.
In de ontwikkeling naar
groep-4 zijn twee trends aan te
wijzen, waavan nu nog niet
duidelijk is welke trend de
overhand zal gaan krijgen. De
eerste trend betreft een ont
wikkeling naar steeds goedko
pere, sfeeds kleinere machines
met snelle overbrengingstijden
en een gedegen kopiekwaliteit.
De andere trend gaat meer in
de richting van hoogwaardige
gecomputeriseerde apparatuur.
Zowel aan de verzendkant als
aan de ontvangstkant moeten
geheugens beschikbaar zijn.
Communicatie vindt dan
net als bij computers ra
zendsnel plaats tussen de ge
heugens. Vanuit het geheugen
wordt dan het beeld weer op
gebouwd in een wat „gezapi-
ger" tempo van enkele secon
den.
Technisch is het mogelijk een
meervoudige adresseerinrich-
ting (zoals bij telex) in te bou
wen, zodat één bericht tegelij
kertijd of volgtijdig naar ver
schillende ontvangstadressen
uit te zenden is.
Het is niet uitgesloten dat de
lasertechniek wordt toegepast,
zodat een vrijwel perfekte
kopiekwaliteit (ook voor fo
to's) kan worden verkregen.
Nu al wordt hoogwaardige
kleurenfax gebruikt. Fax
wordt toegepast bij videover
gaderen, waarbij het faxbeeld
direct op een groot scherm
wordt geprojecteerd. De tech
niek kan het allemaal leveren,
de markt zal uiteindelijk bepa
len of de daarvoor benodigde
prijs betaald zal worden. De
ontwikkeling naar een geïnte
greerd systeem lijkt, mede ge
zien het succes van kleine za
ken- en huiscomputers, voor
alsnog de meest logische.
De PTT levert ook zelf faxma
chines. Met de Telefexappara-
ten is het mogelijk teksten, te
keningen, e.d. via de telefoon
lijn te verzenden en te ontvan
gen. Via ruim 200 postkanto
ren kan ook de niet-faxbezit-
ter gebruik maken van het
faxverkeer. De Faxpostdienst
zorgt voor faxoverbrenging: of
direct naar de geadresseerde
die een eigen faxaansluiting
heeft, of vanaf een postkan
toor in expressebezorging.
De facsimile-apparaten die
PTT zelf op de markt brengt
zijn de Telefax 201 en de Tele
fax 211. Binnenkort wordt dit
assortiment uitgebreid met de
Telefax 311. De Telefax 201 is
wat eenvoudiger dan de 211.
De 201 is ongeveer zo groot als
een schrijfmachine. Het zen
den en ontvangen gaat niet
automatisch. Pas als de tele
foonverbinding tot stand is ge
bracht, kan de opdracht tot
zenden of ontvangen gegeven
worden.
De Telefax 211 heeft een aan
tal extra mogelijkheden. De
meest opvallende daarvan is
de automatische ontvangstmo
gelijkheid. Dit betekent dat
het apparaat zichzelf in wer
king kan stellen wanneer het
wordt opgeroepen, dus ook
buiten kantoortijd.
Voor organisaties die veel in
tercontinental communiceren
en die het probleem Van tijds
verschil ervaren, is dit een be
langrijk voordeel.
Ook de papierinvoer is geauto
matiseerd. Een stapeltje van
maximaal 30 A-viertjes kan
automatisch verzonden wor
den. Bovendien kan het appa
raat op afstand bediend wor
den.
Men legt de te zenden papie
ren klaar in de Telefax en de
ontvangende partij kan de
tekst hiervan op ieder gewenst
moment oproepen. Zo kan bij
voorbeeld een hoofdkantoor
de informatie uit alle filialen
naar gewenste volgorde en tijd
oproepen.
Dankzij een hoogwaardiger
techniek is de Telefax 211 on
geveer twee keer zo snel als de
201.
Op ruim 200 postkantoren
verspreid over het hele land
kan men ook terecht om
deel te nemen aan het (inter
nationale facsimileverkeer.
Het faxbericht (tekst, teke
ning, enz.) wordt aangeboden
op het postkantoor en met de
faxmachine overgebracht.
Heeft de geadresseerde een
facsimile, dan is dat de directe
bestemming. Heeft hij geen
fax, dan wordt het faxbericht
op het postkantoor van be
stemming direct in een enve
loppe gedaan en per expresse
bezorgd. Het kan nog sneller
als de ontvanger zich na te
lefonische oproep naar het
postkantoor van aankomst
spoedt. Hij kan daar direct het
faxbericht zo uit de machi
ne in ontvangst nemen.
Energiebesparing is en blijft een zinvolle zaak. Het biedt een
direkte mogelijkheid om de stijgende woonlasten te beteuge
len. Uitgaande van deze gedachte hebben Gasunie en VE-
GIN het boekje „Aardgas en Wonen" samengesteld. Deze uit
gave bevat een schat aan tips die kunnen leiden tot een lager
energieverbruik.
Wie de tips opvolgt, zal tot de
verrassende ontdekking ko
men dat energiebesparing be
slist niet hoeft te leiden tot
vermindering van wooncom
fort. Integendeel. Vooral de
beschreven isolatiemaatrege
len zijn een tweesnijdend
zwaard: ze kunnen een aan
zienlijke energie- en kostenbe
sparing opleveren en tegelij
kertijd voor een verbetering
van het wooncomfort zorgen.
Bij het schrijven van „Aardgas
en Wonen" is men ervan uit
gegaan, dat de lezer niet tevre
den zal zijn met een reeks los
se tips, maar ook het hoe en
waarom wil weten. „Begrip
van wat er aan de hand is, be
vordert trouwens in hoge mate
het effect van de aanwijzingen
die wij geven", aldus VEGIN
en Gasunie.
Het eerste hoofdstuk is gewijd
aan de voorwaarden, waaraan
moet worden voldaan wil een
mens zich behaaglijk voelen.
Vervolgens komen aan de
orde: woningbouw, vroeger en
nu, warmteverliezen (en de
mogelijkheden om die te be
perken), wat energiebesparen
de maatregelen kosten en wat
ze opleveren, systemen voor
verwarming, hoe te stoken
met een centrale verwarming,
informatie over geisers, boilers
en andere toestellen en advie
zen over veiligheid.
„Aardgas en Wonen" is een
boekwerk, waarin in iets meer
dan honderd pagina's tal van
aspecten die met energiever
bruik te maken hebben, de re
vue passeren, in voor iedereen
begrijpelijke taal. Vooral het
oog op het komende stooksei-
zoen is het een handig naslag
werk voor degenen, die daad
werkelijk hun gasrekening
omlaag willen brengen.
Het boekje is verkrijgbaar
bij de plaatselijke gasbedrij
ven en bij de N.V. Neder
landse Gasunie, afdeling
Voorlichting, Postubs 19,
9700 MA Groningen.
F»