1 li WOONDROOM '4» WOONNIEUWS WOON BAROMETER WONEN UJÊk na RANDSTAD-EDITIES Wat is kleur Waarneming Kleur en funktie Kleur en emotie Bugalow met veel grond Tips Thuis in kleur NIEUWS Houtskeletbouw in lift Problemen rond stichtingskosten J Leegstandwet in werking Energiezuinig Kunststof populair Huursubsidie aanvragen De woningmarkt eind '85 Hypotheken VROM Verwachting '86 TELEFOON 03473-72727 Kleur in het interieur Wat kleur betekent is iets wat men zich realiseert wanneer er een zwart wit film op TV wordt uitgezonden. Pas dan wordt duidelijk hoe van zelfsprekend de meeste mensen kleuren vinden. Logisch, zodra men de ogen opent is er kleur. En men is er aan gewend. Dikwijls worden we omringd door kleuren die we zelf gekozen hebben. De heer ir. CH. H. Kleemans, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kleuren- studie heeft daar een leuke filosofie over. Hij verdeelt die kleuren door ze „huiden' te noemen. Kleur is dus iets heel eigens, en dus tegelijkertijd iets zeer subjectiefs. Hij begint bij de werkelijke lichaamshuid, de eerste huid. De tweede huid bestaat uit de kleuren die men draagt. Het inte rieur noemt de heer Kleemans de derde huid, de auto is de vierde. Zo vanzelfsprekend het voor de een is, zo beredeneerd is het voor een ander. Kleuren zijn onderhevig aan mode en dat maakt het weer interes sant voor de industrie. Een verhaal over kleur, in zwart-wit. Natuurlijk gaat het op deze pa gina met name over de relatie tus sen kleur en het interieur. In dat kader wordt kleur direkt in ver band gebracht met verf. De kleur zelf wordt bepaald door het pig ment. Stelt u zich dat maar voor als een soort poeder. Dit pigment wordt gemengd met bind- en oplosmiddel en vormt uiteindelijk de verf. In principe zijn er feitelijk maar drie kleuren! Rood, geel en blauw zijn die pure, ook wel pri maire, kleuren. Het zijn geen mengsels. Groen wordt in dit ver band ook weieens een primaire kleur genoemd. Het is de meest voorkomende kleur op aarde. Technisch gesproken is het echter een mengsel van geel en blauw en derhalve mag het dus geen pure of primaire kleur worden genoemd. Het scala van kleuren dat verkre gen wordt door pigmentmengin gen is enorm. En er komen steeds nieuwe kleuren bij. Kleuren zijn vaak aan mode onderhevig. In de verfwereld bijvoorbeeld kent men maar liefst duizend kant-en-klare kleuren. Waarop in de winkels, met behulp van mengmachines, weer allerlei varianten gemaakt kunnen worden. Het zien van een kleur wordt be paald door het licht, het besche nen onderwerp en het oog. Wordt al het licht gereflekteerd dan is het voorwerp wit. Wordt het licht daarentegen geabsorbeerd dan is het voorwerp zwart. Datzelfde licht kan ook de visuele ervaring van een kleur beinvloeden. Een praktisch voorbeeld. De vloerbe dekking in de slaapkamer pal voor het raam oogt anders dan het stuk voor de deur in een hoek van de kamer. Bij de kleurkeuze moet men dus ook rekening houden met de lichtinval, hoe staat het huis ten opzichte van de zon. In een kamer met veel licht kan makke lijker met kle,ur worden gewerkt dan wanneer dat niet het geval is. Belangrijk is ook waar het licht vandaan komt. Is de kamer bij voorbeeld diep en heeft men ra men aan de voorkant dan wordt, naarmate men verder in de kamer komt de kleur steeds donkerder. Die lichtval is er vaak ook de oor zaak van dat een kleur thuis an ders uitpakt dan in de winkel. Omgekeerd beinvloedt kleur weer het licht. Lichte muren, met name witte, kaatsen het licht weer terug. De kamer wordt daardoor ge voelsmatig groter. Een donkere kleur absorbeert het licht en maakt de kamer donkerder. Een houten plafond in combinatie met een houten vloer bijvoorbeeld laat het licht minder ver de kamer in komen dan wanneer er licht mate riaal zou zijn verwerkt. Materiaal en kleur absorberen in dit geval dus het licht. Lichtinval kan bij voorbeeld ook voor het gevoel sterker worden door het accentue ren van de kozijnen. Donkere tin ten maken de ramen kleiner, de lichtinval wordt feller. Kleur kan ook een hele duidelijke funktie hebben. Het aanhouden van één kleur in een bepaalde ruimte, verbindt de verschillende vlakken tot een geheel. Een ver trek met allerlei uitbouwsels, pila ren, zitkuilen, en koven oogt door het gebruik van één kleur als één vertrek. Dat effect kan ook be wust niet worden nagestreefd. Het geheel valt al uiteen wanneer er nuance-verschillen van één kleur worden gebruikt. Geeft men de genoemde pilaren de kleur rood terwijl de rest in een beige-tint wordt gehouden dan springen die pilaren in het oog, de eenheid is verdwenen. De kleurkeus is tevens afhankelijk van de wijze waarop het vertrek gebruikt gaat worden. Donkere tinten bijvoorbeeld laten vuil en stof veel meer uitkomen dan lichtere tinten. Dus weet wat u doet wanneer u voor een donker bureau-blad kiest. Genoemd ef- fekt vermindert wanneer er een motief, structuur in zit. Op gestip pelde tegels en vloerbedekking valt vuil veel minder op dan op een egaal getinte vloer. Felle kleu ren hebben daarnaast nog het na deel dat ze een vermoeind effekt op de ogen hebben. Voordeel van fel is dat het ruimtelijk werkt. Voor dit soort zaken lijken neu trale kleuren doorgaans beter dan felle kleuren. Het kwam al eerder aan de orde, Het huis zelf, aan de Haringvliet- weg 2 te Hellevoetsluis mag er ook zijn. Het is vorig jaar opgeleverd. En is dus in feite zo goed als nieuw. Het huis is helemaal afge bouwd, alleen de waterleiding en het eiketra moeten nog worden aangesloten. Op de benedenetage liggen de hal, de woonkamer, de keuken, de badkamer en twee slaapkamers. De bovenetage om vat een grote zoldering van circa vijfenveertig vierkante meter en een royale zolderberging. Het ge- kleur is iets wat heel persoonlijk is. Wat de een leuk vindt, verfoeit een ander. Kleur en emoties gaan duidelijk samen. Emoties wisselen en de keuze van kleur verandert dan vaak tegelijkertijd. Wat die tweede huid aangaat, de kleding, is dat geen probleem. Voelt men zich mat en grijs dan biedt een kleurige greep in de kle renkast uitkomst. Nergens geldt het gezegde „Het oog wil ook wat" zo sterk. Met name bij het interieur is dat van belang. Daarom moeten we bij die kleurkeus zeer bewust te werk gaan, immers een interieur kan men niet zo gemakkelijk zetten naar de emoties. Men moet dus op zoek naar een evenwicht van die kleuren waarin men zich door gaans het prettigst voelt. Inzicht verkrijgen in favoriete kleuren is een soort ontdekking stocht. Die begint bij de eigen kle renkast. Haal daar de meest voor komende kleuren uit en prent die kleuren goed in het hoofd. Pro beer daarnaast uit te vinden in welke omgevingen men zich het prettigst voelt. Waarschijnlijk hebben die favoriete omgevingen een paar kleurencombinaties ge meenschappelijk. Dat wordt dus een tweede reeks die men in ge dachte moet houden. Het door bladeren van tijdschriften kan ook verhelderend werken. Uitein delijk heeft men dan een aantal favoriete kleuren op een rij. Slechts zelden doet er zich de gelegenheid voor een woning te kopen met veel grond er omheen. Grond is zeldzaam. De „Woontopper" van deze iveek hééft grond, maar liefst 17.000 vierkante meter. Het perceel ligt vlakbij een jachthaven en zou bijvoorbeeld uitermate geschikt zijn voor ;en camping. Aan het eind van dit verhaal een paar losse tips die mogelijk de moeite waard zijn wanneer men actief bezig is met kleur. Hoogglansverf is uitermate sterk en daardoor geschikt voor oppervlakten waar veel handkon- takt plaatsvindt. Een nadeel is echter dat het vuil tevens beter zichtbaar wordt. Dat probleem wordt minder wanneer men over de glanslaag een matte of zijde glanslaag verft. Die is sterk en voorkomt veel onnodig boen- werk. Om Op het plafond dezelfde kleur te krijgen als op de muren moet men dat één tint lichter dan de muur maken. Doordat het pla fond normaal gesproken niet ver licht wordt, is het altijd van zich zelf al een tint donkerder dan de muur. Het gebruik van lengtestrepen op wanden, plafonds of op de vloer maakt het oppervlak langer. Verlengend werken ook schuine strepen. Breder wordt een vertrek door het gebruik van gtrepen in de breedte. Gewaagd en zeer verrassend is het verven van verwarmingsbui zen in een kontrast met de achter grond. Op dezelfde wijze kan kleur ook gebruikt worden op plinten en doorlopend in de deur posten. De modekleuren van het inte rieur lopen altijd een seizoen ach ter op de modekleuren in de kle ding. Pasteltinten zijn „in". Voor volgend jaar verwacht men veel felle kleuren en allerlei nuances van grijs. Thuis in kleuren is natuurlijk een verffabrikant als Sikkens. Bij de Doe-het-zelfdienst van dit bedrijf in Sassenheim is veel informatie over kleuren verkrijgbaar. Wij spraken met de heer J.H.F. Vrij- moed, hoofd van het kleurenad- viesbureau van Sikkens. De heer Vrijmoed: „De uitwer king van kleur is afhankelijk van de ondergrond, de structuur van de ondergrond, de vorm en de soort verf die gebruikt wordt. Het is moeilijk in te schatten wat het effekt van een kleur uit de waaier zal zijn op een muur. Bij rustige, neutrale kleuren valt dat doorgaans nog wel mee. Heb je het echter over een opvallende kleur dan wordt het beduidend moeilijker. Stelregel is echter dat donkere kleruen een ruimte klei ner en intiemer maken. Felle kleu ren vragen aandacht en springen is éSÖK er dus uit. Gebruikt men die teveel dan verslapt de aandacht, de kleur is dan zo veelvuldig aanwezig dat hij in het geheel niet meer opvalt. Het risico dat zoiets dan onrust- verhogend werkt is niet denkbeel dig. Ook de ondergrond en de struk- tuur hebben ieder een eigen in vloed. De heer Vrijmoed: „Niet alleen de afmeting van het te ver ven oppervlak heeft invloed op de kleur. Ook struktuur en lichtinval spelen een rol. De kleur op een grof gestruktureerde muur bij voorbeeld. Door de lichtval is er schaduw en zijn er meer nuances dan wanneer je een totaal egale muur verft. Waar je ook op moet letten is dat twee kleuren naast elkaar invloed op elkaar hebben. Stel men wil rode vloerbedekking en daarnaast een gele muur. Men schildert de muur in het favoriete geel, gaat vervolgens het resultaat bekijken en ziet dan dat wat geel moest zijn, oranje is geworden. Dat is dus puur de invloed van de rode vloerbedekking. Ook de soort verf is belangrijk. Oneffenheden in de struktuur val len met hoogglans meer op dan wanneer men met mat of zijde glans zou hebben gewerkt. Kleur is dus een zeer fascinerend iets. Het is tegelijkertijd heel per soonlijk. Gelukkig kan de particu lier bijvoorbeeld in de verfspe- ciaalzaken terecht voor advies. Want bewust met kleuren leven is een ervaring op zich". heel wordt centraal verwarmd en de garage is inpandig. Een, in per fecte staat verkerend, huis op een prachtig stuk grond met veel mo gelijkheden. Bouw van meerdere opastallen is mogelijk. Duidelijk een woondroom voor een liefheb ber. Voor meer informatie kan kon- takt worden opgenomen met Van der Laan Makelaardij in Schie dam, telefoon 010-734734. De vraagprijs bedraagt 395.000,- Kosten Koper. -X"XtX:X4'X-X"X'X-X*X-X"X-Xv.vXv.v.v.v.v.".v,v,".v2^v.v.v.vX*.v-v»v-v-vav,v«v-i-X' X*X^^,X,X*X#XvX*X*Xv«%j«*»2»***»x*XC,X*X*X,X*Xi,X,X,XvS!fcX,X'C,X,X?X',X,X*X*X*X*X*I"£x Ruim een maand geleden be steedden wij op deze pagina „Wo nen" aandacht aan houtskelet bouw. In die publikatie schetsten wij ondermeer de ontwikkeling van deze bouwmethode. Positieve geluiden waren bij die gelegenheid te beluisteren uit de mond van de voorzitter van de Vereniging van Houtskeletbouwers, de heer ing. J. Teijema. Hij sprak de verwach- - ting uit dat rond de jaren negentig zo'n twintig procent van het nieuwbouwprogramma in HSB zal worden uitgevoerd. Zijn beweringen lijken te worden gestaafd door berekeningen van de Nederlandse Energie Ontwik- kelings Maatschappij, NEOM. Die instelling verwacht dat HSB in het jaar 2000 ruim 32 procent van de woningbouwproduktie zal uit maken. Tot 1990 schat men het te bouwen aantal HSB-woningen op 52.150. Sinds de introductie in 1968 zijn er slechts" zo'n 15.000 van derge lijke woningen gebouwd. Als de belangrijkste pluspunten van deze bouwmethode noemt de NEOM het lage energieverbruik, de veel grotere mogelijkheden voor zelfbouw door de toekom stige bewoner en de goede toepas singsmogelijkheden bij renovatie in binnensteden. Ervaring wijst uit dat men voor de bouwwerkzaamheden veel minder ruimte nodig heeft en dat is vooral van belang wanneer het gaat om renovatie in drukke binnensteden. De zaak rond de overschrijding van de stichtingskosten door ko pers van premiekoopwoningen is weer volop in de belangstelling ge komen. Onderzoek van het Ministerie van Volkshuisvesting had uitgewezen dat bij een aantal nieuwbouwpro- jekten, ondermeer in de Alblasser- waard, zoveel verfraaiingen aan de woning waren aangebracht dat overschrijding van de stich tingskosten en in een aantal geval len vermindering van de subsidie de gevolgen waren. De Vereniging Eigen Huis heeft deze zaak voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de Bouwbe drijven in Nederland. Die Raad kwam tot de conclusie dat de ver koper indertijd bepaalde kosten ten onrechte aan de bewoners in rekening had gebracht. Men doelde daarbij op teveel be taalde bouwrente en op de kosten van het garantiecertificaat. Zon der die kosten zouden, aldus de Raad, de stichtingskosten niet overschreden zijn. Een reactie van het Ministerie was bij het ter perse gaan van deze krant nog niet voorhanden. Dat de VEH de zaak niet op zijn beloop zal laten bleek ook uit een publikatie in het decembernum mer van het verenigingsblad „de Woonconsument". Daarin staat een oproep aan mensen die in het verleden een geval van overschrij ding van de stichtingskosten heb ben meegemaakt, dat te melden bij de vereniging. Men vermoedt dat er in het verleden door het be treffende Ministerie wel degelijk precedenten zijn geschapen. Be trokkenen worden verzocht hun ervaring in beknopte vorm op een kaartje te vermelden en dat te stu ren naar de vereniging eigen huis, woonconsumentenonderzoek, antwoordnummer 26 3800 WB Amersfoort. Men heeft er jaren over gedaan, maar per 1 januari is het dan zo ver. De Leegstandwet treedt, zij het gedeeltelijk, in werking. Op dit moment is niet helemaal duidelijk in hoeverre een en ander gevolgen zal hebben voor eige naar-bewoners. Dat kan namelijk van gemeente tot gemeente ver schillen. Voor eigenaar-bewoners zijn er twee zaken van belang. Allereerst betreft dat de moge lijkheden voor gemeenten in de zogenaamde geliberaliseerde ge bieden, om abnormaal lang leeg staande woningen te vorderen voor urgent woningzoekenden. Een ander onderdeel betreft de mogelijkheden van tijdelijke ver huur. De eigenaar die zijn woning voor bepaalde tijd wil verhuren kan dat nu gemakkelijker én bin nen wettelijke kaders, doen. Hieraan worden overigens wel al lerlei voorwaarden verbonden. In bepaalde gevallen is tijdelijke ver huur van huurwoningen eveneeijs mogelijk. Er staan in ons land nieuwbouw woningen die een maximaal gas verbruik hebben van minder dan duizend kubieke meter gas op jaarbasis. Vaak denken wij dat een dergelijk laag verbruik alleen mogelijk is wanneer een huis wordt volges topt met allerlei ingewikkelde ap paratuur. Een bouwmaatschappij uit Deventer heeft bewezen dat dat niet zo hoeft te zijn. Allereerst heeft men bij het ont werpen zo energiezuinig mogelijk getekend. De keuken werd bij voorbeeld dicht, en voor de trap naar de zolder is een deur ge plaatst. De huizen zijn volgens Zweedse normen geisoleerd en hebben drievoudige beglazing. Veel aandacht is geschonken aan de vochtproblematiek. Koude bruggen zijn voorkomen en waar nodig zijn dampremmende folies aangebracht. Er is doelbewust ge kozen voor natuurlijke ventilatie. Verder bevatten deze huizen geen speciale hulpmiddelen, de verwar mingsinstallatie is eenvoudig. Kunststof ramen en kozijnen wor den vooral in de renovatie veel toegepast. Het produkt dat in het buitenland, al zeer gangbaar is, werd in ons land pas in het begin van de zeventiger jaren geïntrodu ceerd. En dat blijkt achteraf een goede stap te zijn geweest. Onlangs zijn namelijk de resulta ten bekend gamaakt van een in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting gehouden on derzoek. Bouwers en ook bewo ners oordelen overwegend positief over het produkt. Als belangrijk ste pluspunten noemt men het on derhoudsarme karakter en de goede tochtdichting. 91 procent van de bewoners is positief. Mensen die over het tijdvak van 1 juli 1985 tot 1 juli 1986 in aanmer king willen komen voor huursub sidie moeten dat vóór 1 januari aanstaande regelen. Aanvragen die na genoemde da tum bij de gemeente binnenkomen worden niet meer in behandeling genomen. Niet iedereen komt in aanmerking voor deze subsidie. Voorwaarden worden ondermeer gesteld aan het inkomen, de huur en voor alleen staanden geldt clat zij;ten minste 23 jaar of ouder moeten zijn. Bekend is dat veel mensen, vaak uit onwetendheid, geen beroep doen op deze regeling. Gemeenten, woningbouwvereni gingen en dergelijke zijn echter doorgaans graag bereid de rege ling uiteen te zetten. Begin december kwam er een aantal berichten die, de een meer de ander minder, allemaal iets van doen hadden met wonen en dus met de wo ningmarkt. Allereerst was er het bericht van het Centraal Bureau voor Woninginrichting. Voor het eerst in lange tijd meldde men een omzet stijging in de woninginrichtingsbranche. Men sprak van een duidelijk herstel in de eerste negen maanden van dit jaar. Met name in het derde kwartaal was sprake van een forse stijging. Een soortgelijk bericht was te be luisteren in de financiële wereld. Het Ministerie van Economische Zaken publiceerde cijfers waaruit bleek dat in de eerste helft van dit jaar tien procent meer hypotheken waren verkocht dan in de eerste helft van 1984. In het eerste half jaar van '85 kochten maar liefst 89.000 mensen een woning met hypotheek. Opvallend was daar naast dat met name het marktaan deel van de levensverzekerings maatschappijen en de pensi oenfondsen een sterke stijging vertoonde. Het liep op van acht naar dertien procent. Insiders zien die ontwikkeling als een logisch gevolg van de verdere introductie van een hypotheek met de rente voor een zeer lange periode vast. Het is bekend dat starters maar ook eigenaarbewoners vooral in het begin van dit jaar sterk door die hypotheekvorm werden aange trokken. Daardoor kreeg men im mers zekerheid over de woonlaste nontwikkeling op lange termijn. Wanneer je dan ook nog in het achterhoofd houdt dat de NVM- makelaars in de eerste helft van dit jaar tien procent meer transac ties hebben gedaan dan in de eer ste helft van '84 dan lijkt een posi tief geluid over de woningmarkt op zijn plaats. Hoe grillig die markt ondanks alles, dan toch nog is, blijkt uit cijfers van een in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting gehouden on derzoek. Cijfers die overigens weergeven hoe eind '84 zich ver houdt tot eind '83. In 1984 daalde het aantal verhuisde gezinnen met veertien procent. Het kwam daar mee op 421.000. Het merendeel van de verhuisbewegingen vond plaats van huur naar huur. Het aantal mensen dat overstapte naar een koopwoning daalde en meer mensen ruilden de koopwoning in voor een huurwoning. Ook werd onderzocht wat de plannen waren van de mensen die eind '84 al ge durende een half jaar op zoek wa ren naar een andere woning. Een categorie die invergelijking met *83 overigens in aantal was geste gen van 33^.000 naar 373.000. Een kleine honderdduizend daar van waren starters, dus mensen die voor het eerste zelfstandige woonruimte wilden betrekken. Het aantal starters met koopplan nen liep terug van twintig procent naar twaalf procent. Het aantal potentiële huurders bleef gelijk. Het aantal twijfelaars nam toe met acht procent tot in totaal 25 procent. Het aantal doorstromers met koopplannen bleef gelijk. Het zal een ieder duidelijk zijn dat de ontwikkelingen van het afgelopen jaar geen logisch gevolg zijn van de plannen waarmee men eind vo rig jaar rondliep. Gezien die cij fers is het beduidend beter gegaan dan verwacht. Het beeld van de woningmarkt over het afgelopen jaar geeft een evenwichtig beeld. De prijzen schommelen maar zijn redelijk stabiel. Schommelingen waren ook een kenmerk van de woning markt voor de hausse, eind zeven tiger jaren. Deskundigen noemen dit een normaal seizoenseffekt. In de lagere prijsklassen gaat het, sprekend over geheel Nederland, beter dan in de duurdere prijsklas sen. De grens daartussen verschilt van woningmarktgebied tot wo ningmarktgebied. Voor de make laars was het geen gemakkelijk jaar. Bij de meeste kantoren wis selden extreem drukke tijden zich af met aanzienlijk rustiger perio des. Over het algemeen is deze branche tevreden over de ontwik kelingen van het afgelopen jaar. Voor wat betreft de markt in het komend jaar mag worden ver wacht dat opnieuw een aantal fak- toren de markt zal bepalen. Aller eerst is dat de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid. Het kopen van een huis is een meerjarenbeslissing. Daarin spe len de vooruitzichten van werk en inkomen een belangrijke rol. Eveneens van belang is de rente ontwikkeling. Wij wagen te ver onderstellen dat de rente eerder zal dalen dan stijgen. Immers de reëele rente is nog steeeds te hoog. Maar het blijft een onzekere fak- tor. Natuurlijk zal ook het over heidsbeleid in dit verkiezingsjaar een rol spelen. Gaat het volgende kabinet door op de ingeslagen weg van bevordering van het eigen wo- ningbezit? Of komt men met een nieuw voorstel tot beperking van de hypotheekrente-aftrek? Vragen waarop pas volgend jaar om deze tijd een antwoord te geven zal zijn. Toch lijkt het erop dat de woningmarkt zich in '86 opnieuw in rustig vaarwater zal bevinden! Creativiteit was nodig bij de verkoop in '85. Eindredaktie Marijke Sterk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1985 | | pagina 25