1
li
WOONDROOM
'4»
WOONNIEUWS
WOON
BAROMETER
WONEN
UJÊk
na
RANDSTAD-EDITIES
Wat is kleur
Waarneming
Kleur en funktie
Kleur en emotie
Bugalow met veel grond
Tips
Thuis in kleur
NIEUWS
Houtskeletbouw in lift
Problemen rond stichtingskosten
J
Leegstandwet in
werking
Energiezuinig
Kunststof
populair
Huursubsidie
aanvragen
De woningmarkt eind '85
Hypotheken
VROM
Verwachting '86
TELEFOON 03473-72727
Kleur in het interieur
Wat kleur betekent is iets wat men zich realiseert wanneer er een zwart
wit film op TV wordt uitgezonden. Pas dan wordt duidelijk hoe van
zelfsprekend de meeste mensen kleuren vinden. Logisch, zodra men de
ogen opent is er kleur. En men is er aan gewend. Dikwijls worden we
omringd door kleuren die we zelf gekozen hebben. De heer ir. CH. H.
Kleemans, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kleuren-
studie heeft daar een leuke filosofie over. Hij verdeelt die kleuren door
ze „huiden' te noemen. Kleur is dus iets heel eigens, en dus tegelijkertijd
iets zeer subjectiefs. Hij begint bij de werkelijke lichaamshuid, de eerste
huid. De tweede huid bestaat uit de kleuren die men draagt. Het inte
rieur noemt de heer Kleemans de derde huid, de auto is de vierde. Zo
vanzelfsprekend het voor de een is, zo beredeneerd is het voor een
ander. Kleuren zijn onderhevig aan mode en dat maakt het weer interes
sant voor de industrie. Een verhaal over kleur, in zwart-wit.
Natuurlijk gaat het op deze pa
gina met name over de relatie tus
sen kleur en het interieur. In dat
kader wordt kleur direkt in ver
band gebracht met verf. De kleur
zelf wordt bepaald door het pig
ment. Stelt u zich dat maar voor
als een soort poeder. Dit pigment
wordt gemengd met bind- en
oplosmiddel en vormt uiteindelijk
de verf. In principe zijn er feitelijk
maar drie kleuren! Rood, geel en
blauw zijn die pure, ook wel pri
maire, kleuren. Het zijn geen
mengsels. Groen wordt in dit ver
band ook weieens een primaire
kleur genoemd. Het is de meest
voorkomende kleur op aarde.
Technisch gesproken is het echter
een mengsel van geel en blauw en
derhalve mag het dus geen pure of
primaire kleur worden genoemd.
Het scala van kleuren dat verkre
gen wordt door pigmentmengin
gen is enorm. En er komen steeds
nieuwe kleuren bij. Kleuren zijn
vaak aan mode onderhevig. In de
verfwereld bijvoorbeeld kent men
maar liefst duizend kant-en-klare
kleuren. Waarop in de winkels,
met behulp van mengmachines,
weer allerlei varianten gemaakt
kunnen worden.
Het zien van een kleur wordt be
paald door het licht, het besche
nen onderwerp en het oog. Wordt
al het licht gereflekteerd dan is het
voorwerp wit. Wordt het licht
daarentegen geabsorbeerd dan is
het voorwerp zwart. Datzelfde
licht kan ook de visuele ervaring
van een kleur beinvloeden. Een
praktisch voorbeeld. De vloerbe
dekking in de slaapkamer pal voor
het raam oogt anders dan het stuk
voor de deur in een hoek van de
kamer. Bij de kleurkeuze moet
men dus ook rekening houden met
de lichtinval, hoe staat het huis
ten opzichte van de zon. In een
kamer met veel licht kan makke
lijker met kle,ur worden gewerkt
dan wanneer dat niet het geval is.
Belangrijk is ook waar het licht
vandaan komt. Is de kamer bij
voorbeeld diep en heeft men ra
men aan de voorkant dan wordt,
naarmate men verder in de kamer
komt de kleur steeds donkerder.
Die lichtval is er vaak ook de oor
zaak van dat een kleur thuis an
ders uitpakt dan in de winkel.
Omgekeerd beinvloedt kleur weer
het licht. Lichte muren, met name
witte, kaatsen het licht weer terug.
De kamer wordt daardoor ge
voelsmatig groter. Een donkere
kleur absorbeert het licht en
maakt de kamer donkerder. Een
houten plafond in combinatie met
een houten vloer bijvoorbeeld laat
het licht minder ver de kamer in
komen dan wanneer er licht mate
riaal zou zijn verwerkt. Materiaal
en kleur absorberen in dit geval
dus het licht. Lichtinval kan bij
voorbeeld ook voor het gevoel
sterker worden door het accentue
ren van de kozijnen. Donkere tin
ten maken de ramen kleiner, de
lichtinval wordt feller.
Kleur kan ook een hele duidelijke
funktie hebben. Het aanhouden
van één kleur in een bepaalde
ruimte, verbindt de verschillende
vlakken tot een geheel. Een ver
trek met allerlei uitbouwsels, pila
ren, zitkuilen, en koven oogt door
het gebruik van één kleur als één
vertrek. Dat effect kan ook be
wust niet worden nagestreefd. Het
geheel valt al uiteen wanneer er
nuance-verschillen van één kleur
worden gebruikt. Geeft men de
genoemde pilaren de kleur rood
terwijl de rest in een beige-tint
wordt gehouden dan springen die
pilaren in het oog, de eenheid is
verdwenen. De kleurkeus is tevens
afhankelijk van de wijze waarop
het vertrek gebruikt gaat worden.
Donkere tinten bijvoorbeeld laten
vuil en stof veel meer uitkomen
dan lichtere tinten. Dus weet wat
u doet wanneer u voor een donker
bureau-blad kiest. Genoemd ef-
fekt vermindert wanneer er een
motief, structuur in zit. Op gestip
pelde tegels en vloerbedekking
valt vuil veel minder op dan op
een egaal getinte vloer. Felle kleu
ren hebben daarnaast nog het na
deel dat ze een vermoeind effekt
op de ogen hebben. Voordeel van
fel is dat het ruimtelijk werkt.
Voor dit soort zaken lijken neu
trale kleuren doorgaans beter dan
felle kleuren.
Het kwam al eerder aan de orde,
Het huis zelf, aan de Haringvliet-
weg 2 te Hellevoetsluis mag er ook
zijn. Het is vorig jaar opgeleverd.
En is dus in feite zo goed als
nieuw. Het huis is helemaal afge
bouwd, alleen de waterleiding en
het eiketra moeten nog worden
aangesloten. Op de benedenetage
liggen de hal, de woonkamer, de
keuken, de badkamer en twee
slaapkamers. De bovenetage om
vat een grote zoldering van circa
vijfenveertig vierkante meter en
een royale zolderberging. Het ge-
kleur is iets wat heel persoonlijk
is. Wat de een leuk vindt, verfoeit
een ander.
Kleur en emoties gaan duidelijk
samen. Emoties wisselen en de
keuze van kleur verandert dan
vaak tegelijkertijd.
Wat die tweede huid aangaat, de
kleding, is dat geen probleem.
Voelt men zich mat en grijs dan
biedt een kleurige greep in de kle
renkast uitkomst.
Nergens geldt het gezegde „Het
oog wil ook wat" zo sterk. Met
name bij het interieur is dat van
belang. Daarom moeten we bij die
kleurkeus zeer bewust te werk
gaan, immers een interieur kan
men niet zo gemakkelijk zetten
naar de emoties. Men moet dus op
zoek naar een evenwicht van die
kleuren waarin men zich door
gaans het prettigst voelt.
Inzicht verkrijgen in favoriete
kleuren is een soort ontdekking
stocht. Die begint bij de eigen kle
renkast. Haal daar de meest voor
komende kleuren uit en prent die
kleuren goed in het hoofd. Pro
beer daarnaast uit te vinden in
welke omgevingen men zich het
prettigst voelt. Waarschijnlijk
hebben die favoriete omgevingen
een paar kleurencombinaties ge
meenschappelijk. Dat wordt dus
een tweede reeks die men in ge
dachte moet houden. Het door
bladeren van tijdschriften kan
ook verhelderend werken. Uitein
delijk heeft men dan een aantal
favoriete kleuren op een rij.
Slechts zelden doet er zich de gelegenheid voor een woning te kopen met
veel grond er omheen. Grond is zeldzaam. De „Woontopper" van deze
iveek hééft grond, maar liefst 17.000 vierkante meter. Het perceel ligt
vlakbij een jachthaven en zou bijvoorbeeld uitermate geschikt zijn voor
;en camping.
Aan het eind van dit verhaal een
paar losse tips die mogelijk de
moeite waard zijn wanneer men
actief bezig is met kleur.
Hoogglansverf is uitermate
sterk en daardoor geschikt voor
oppervlakten waar veel handkon-
takt plaatsvindt. Een nadeel is
echter dat het vuil tevens beter
zichtbaar wordt. Dat probleem
wordt minder wanneer men over
de glanslaag een matte of zijde
glanslaag verft. Die is sterk en
voorkomt veel onnodig boen-
werk.
Om Op het plafond dezelfde
kleur te krijgen als op de muren
moet men dat één tint lichter dan
de muur maken. Doordat het pla
fond normaal gesproken niet ver
licht wordt, is het altijd van zich
zelf al een tint donkerder dan de
muur.
Het gebruik van lengtestrepen
op wanden, plafonds of op de
vloer maakt het oppervlak langer.
Verlengend werken ook schuine
strepen. Breder wordt een vertrek
door het gebruik van gtrepen in de
breedte.
Gewaagd en zeer verrassend is
het verven van verwarmingsbui
zen in een kontrast met de achter
grond. Op dezelfde wijze kan
kleur ook gebruikt worden op
plinten en doorlopend in de deur
posten.
De modekleuren van het inte
rieur lopen altijd een seizoen ach
ter op de modekleuren in de kle
ding. Pasteltinten zijn „in". Voor
volgend jaar verwacht men veel
felle kleuren en allerlei nuances
van grijs.
Thuis in kleuren is natuurlijk een
verffabrikant als Sikkens. Bij de
Doe-het-zelfdienst van dit bedrijf
in Sassenheim is veel informatie
over kleuren verkrijgbaar. Wij
spraken met de heer J.H.F. Vrij-
moed, hoofd van het kleurenad-
viesbureau van Sikkens.
De heer Vrijmoed: „De uitwer
king van kleur is afhankelijk van
de ondergrond, de structuur van
de ondergrond, de vorm en de
soort verf die gebruikt wordt. Het
is moeilijk in te schatten wat het
effekt van een kleur uit de waaier
zal zijn op een muur.
Bij rustige, neutrale kleuren valt
dat doorgaans nog wel mee. Heb
je het echter over een opvallende
kleur dan wordt het beduidend
moeilijker. Stelregel is echter dat
donkere kleruen een ruimte klei
ner en intiemer maken. Felle kleu
ren vragen aandacht en springen
is éSÖK
er dus uit. Gebruikt men die teveel
dan verslapt de aandacht, de kleur
is dan zo veelvuldig aanwezig dat
hij in het geheel niet meer opvalt.
Het risico dat zoiets dan onrust-
verhogend werkt is niet denkbeel
dig.
Ook de ondergrond en de struk-
tuur hebben ieder een eigen in
vloed. De heer Vrijmoed: „Niet
alleen de afmeting van het te ver
ven oppervlak heeft invloed op de
kleur. Ook struktuur en lichtinval
spelen een rol. De kleur op een
grof gestruktureerde muur bij
voorbeeld. Door de lichtval is er
schaduw en zijn er meer nuances
dan wanneer je een totaal egale
muur verft.
Waar je ook op moet letten is dat
twee kleuren naast elkaar invloed
op elkaar hebben. Stel men wil
rode vloerbedekking en daarnaast
een gele muur. Men schildert de
muur in het favoriete geel, gaat
vervolgens het resultaat bekijken
en ziet dan dat wat geel moest
zijn, oranje is geworden. Dat is
dus puur de invloed van de rode
vloerbedekking.
Ook de soort verf is belangrijk.
Oneffenheden in de struktuur val
len met hoogglans meer op dan
wanneer men met mat of zijde
glans zou hebben gewerkt.
Kleur is dus een zeer fascinerend
iets. Het is tegelijkertijd heel per
soonlijk. Gelukkig kan de particu
lier bijvoorbeeld in de verfspe-
ciaalzaken terecht voor advies.
Want bewust met kleuren leven is
een ervaring op zich".
heel wordt centraal verwarmd en
de garage is inpandig. Een, in per
fecte staat verkerend, huis op een
prachtig stuk grond met veel mo
gelijkheden. Bouw van meerdere
opastallen is mogelijk. Duidelijk
een woondroom voor een liefheb
ber.
Voor meer informatie kan kon-
takt worden opgenomen met Van
der Laan Makelaardij in Schie
dam, telefoon 010-734734. De
vraagprijs bedraagt 395.000,-
Kosten Koper.
-X"XtX:X4'X-X"X'X-X*X-X"X-Xv.vXv.v.v.v.v.".v,v,".v2^v.v.v.vX*.v-v»v-v-vav,v«v-i-X'
X*X^^,X,X*X#XvX*X*Xv«%j«*»2»***»x*XC,X*X*X,X*Xi,X,X,XvS!fcX,X'C,X,X?X',X,X*X*X*X*X*I"£x
Ruim een maand geleden be
steedden wij op deze pagina „Wo
nen" aandacht aan houtskelet
bouw. In die publikatie schetsten
wij ondermeer de ontwikkeling
van deze bouwmethode. Positieve
geluiden waren bij die gelegenheid
te beluisteren uit de mond van de
voorzitter van de Vereniging van
Houtskeletbouwers, de heer ing.
J. Teijema. Hij sprak de verwach- -
ting uit dat rond de jaren negentig
zo'n twintig procent van het
nieuwbouwprogramma in HSB
zal worden uitgevoerd.
Zijn beweringen lijken te worden
gestaafd door berekeningen van
de Nederlandse Energie Ontwik-
kelings Maatschappij, NEOM.
Die instelling verwacht dat HSB in
het jaar 2000 ruim 32 procent van
de woningbouwproduktie zal uit
maken.
Tot 1990 schat men het te bouwen
aantal HSB-woningen op 52.150.
Sinds de introductie in 1968 zijn er
slechts" zo'n 15.000 van derge
lijke woningen gebouwd.
Als de belangrijkste pluspunten
van deze bouwmethode noemt de
NEOM het lage energieverbruik,
de veel grotere mogelijkheden
voor zelfbouw door de toekom
stige bewoner en de goede toepas
singsmogelijkheden bij renovatie
in binnensteden.
Ervaring wijst uit dat men voor de
bouwwerkzaamheden veel minder
ruimte nodig heeft en dat is vooral
van belang wanneer het gaat om
renovatie in drukke binnensteden.
De zaak rond de overschrijding
van de stichtingskosten door ko
pers van premiekoopwoningen is
weer volop in de belangstelling ge
komen.
Onderzoek van het Ministerie van
Volkshuisvesting had uitgewezen
dat bij een aantal nieuwbouwpro-
jekten, ondermeer in de Alblasser-
waard, zoveel verfraaiingen aan
de woning waren aangebracht dat
overschrijding van de stich
tingskosten en in een aantal geval
len vermindering van de subsidie
de gevolgen waren.
De Vereniging Eigen Huis heeft
deze zaak voorgelegd aan de Raad
van Arbitrage voor de Bouwbe
drijven in Nederland. Die Raad
kwam tot de conclusie dat de ver
koper indertijd bepaalde kosten
ten onrechte aan de bewoners in
rekening had gebracht.
Men doelde daarbij op teveel be
taalde bouwrente en op de kosten
van het garantiecertificaat. Zon
der die kosten zouden, aldus de
Raad, de stichtingskosten niet
overschreden zijn.
Een reactie van het Ministerie was
bij het ter perse gaan van deze
krant nog niet voorhanden.
Dat de VEH de zaak niet op zijn
beloop zal laten bleek ook uit een
publikatie in het decembernum
mer van het verenigingsblad „de
Woonconsument". Daarin staat
een oproep aan mensen die in het
verleden een geval van overschrij
ding van de stichtingskosten heb
ben meegemaakt, dat te melden
bij de vereniging. Men vermoedt
dat er in het verleden door het be
treffende Ministerie wel degelijk
precedenten zijn geschapen. Be
trokkenen worden verzocht hun
ervaring in beknopte vorm op een
kaartje te vermelden en dat te stu
ren naar de vereniging eigen huis,
woonconsumentenonderzoek,
antwoordnummer 26 3800 WB
Amersfoort.
Men heeft er jaren over gedaan,
maar per 1 januari is het dan zo
ver. De Leegstandwet treedt, zij
het gedeeltelijk, in werking.
Op dit moment is niet helemaal
duidelijk in hoeverre een en ander
gevolgen zal hebben voor eige
naar-bewoners. Dat kan namelijk
van gemeente tot gemeente ver
schillen.
Voor eigenaar-bewoners zijn er
twee zaken van belang.
Allereerst betreft dat de moge
lijkheden voor gemeenten in de
zogenaamde geliberaliseerde ge
bieden, om abnormaal lang leeg
staande woningen te vorderen
voor urgent woningzoekenden.
Een ander onderdeel betreft de
mogelijkheden van tijdelijke ver
huur. De eigenaar die zijn woning
voor bepaalde tijd wil verhuren
kan dat nu gemakkelijker én bin
nen wettelijke kaders, doen.
Hieraan worden overigens wel al
lerlei voorwaarden verbonden. In
bepaalde gevallen is tijdelijke ver
huur van huurwoningen eveneeijs
mogelijk.
Er staan in ons land nieuwbouw
woningen die een maximaal gas
verbruik hebben van minder dan
duizend kubieke meter gas op
jaarbasis.
Vaak denken wij dat een dergelijk
laag verbruik alleen mogelijk is
wanneer een huis wordt volges
topt met allerlei ingewikkelde ap
paratuur. Een bouwmaatschappij
uit Deventer heeft bewezen dat
dat niet zo hoeft te zijn.
Allereerst heeft men bij het ont
werpen zo energiezuinig mogelijk
getekend. De keuken werd bij
voorbeeld dicht, en voor de trap
naar de zolder is een deur ge
plaatst. De huizen zijn volgens
Zweedse normen geisoleerd en
hebben drievoudige beglazing.
Veel aandacht is geschonken aan
de vochtproblematiek. Koude
bruggen zijn voorkomen en waar
nodig zijn dampremmende folies
aangebracht. Er is doelbewust ge
kozen voor natuurlijke ventilatie.
Verder bevatten deze huizen geen
speciale hulpmiddelen, de verwar
mingsinstallatie is eenvoudig.
Kunststof ramen en kozijnen wor
den vooral in de renovatie veel
toegepast. Het produkt dat in het
buitenland, al zeer gangbaar is,
werd in ons land pas in het begin
van de zeventiger jaren geïntrodu
ceerd. En dat blijkt achteraf een
goede stap te zijn geweest.
Onlangs zijn namelijk de resulta
ten bekend gamaakt van een in
opdracht van het Ministerie van
Volkshuisvesting gehouden on
derzoek. Bouwers en ook bewo
ners oordelen overwegend positief
over het produkt. Als belangrijk
ste pluspunten noemt men het on
derhoudsarme karakter en de
goede tochtdichting. 91 procent
van de bewoners is positief.
Mensen die over het tijdvak van 1
juli 1985 tot 1 juli 1986 in aanmer
king willen komen voor huursub
sidie moeten dat vóór 1 januari
aanstaande regelen.
Aanvragen die na genoemde da
tum bij de gemeente binnenkomen
worden niet meer in behandeling
genomen.
Niet iedereen komt in aanmerking
voor deze subsidie. Voorwaarden
worden ondermeer gesteld aan het
inkomen, de huur en voor alleen
staanden geldt clat zij;ten minste
23 jaar of ouder moeten zijn.
Bekend is dat veel mensen, vaak
uit onwetendheid, geen beroep
doen op deze regeling.
Gemeenten, woningbouwvereni
gingen en dergelijke zijn echter
doorgaans graag bereid de rege
ling uiteen te zetten.
Begin december kwam er een aantal berichten die, de een meer de ander
minder, allemaal iets van doen hadden met wonen en dus met de wo
ningmarkt. Allereerst was er het bericht van het Centraal Bureau voor
Woninginrichting. Voor het eerst in lange tijd meldde men een omzet
stijging in de woninginrichtingsbranche. Men sprak van een duidelijk
herstel in de eerste negen maanden van dit jaar. Met name in het derde
kwartaal was sprake van een forse stijging.
Een soortgelijk bericht was te be
luisteren in de financiële wereld.
Het Ministerie van Economische
Zaken publiceerde cijfers waaruit
bleek dat in de eerste helft van dit
jaar tien procent meer hypotheken
waren verkocht dan in de eerste
helft van 1984. In het eerste half
jaar van '85 kochten maar liefst
89.000 mensen een woning met
hypotheek. Opvallend was daar
naast dat met name het marktaan
deel van de levensverzekerings
maatschappijen en de pensi
oenfondsen een sterke stijging
vertoonde. Het liep op van acht
naar dertien procent. Insiders zien
die ontwikkeling als een logisch
gevolg van de verdere introductie
van een hypotheek met de rente
voor een zeer lange periode vast.
Het is bekend dat starters maar
ook eigenaarbewoners vooral in
het begin van dit jaar sterk door
die hypotheekvorm werden aange
trokken. Daardoor kreeg men im
mers zekerheid over de woonlaste
nontwikkeling op lange termijn.
Wanneer je dan ook nog in het
achterhoofd houdt dat de NVM-
makelaars in de eerste helft van
dit jaar tien procent meer transac
ties hebben gedaan dan in de eer
ste helft van '84 dan lijkt een posi
tief geluid over de woningmarkt
op zijn plaats. Hoe grillig die
markt ondanks alles, dan toch
nog is, blijkt uit cijfers van een in
opdracht van het Ministerie van
Volkshuisvesting gehouden on
derzoek. Cijfers die overigens
weergeven hoe eind '84 zich ver
houdt tot eind '83. In 1984 daalde
het aantal verhuisde gezinnen met
veertien procent. Het kwam daar
mee op 421.000. Het merendeel
van de verhuisbewegingen vond
plaats van huur naar huur. Het
aantal mensen dat overstapte naar
een koopwoning daalde en meer
mensen ruilden de koopwoning in
voor een huurwoning. Ook werd
onderzocht wat de plannen waren
van de mensen die eind '84 al ge
durende een half jaar op zoek wa
ren naar een andere woning. Een
categorie die invergelijking met
*83 overigens in aantal was geste
gen van 33^.000 naar 373.000.
Een kleine honderdduizend daar
van waren starters, dus mensen
die voor het eerste zelfstandige
woonruimte wilden betrekken.
Het aantal starters met koopplan
nen liep terug van twintig procent
naar twaalf procent. Het aantal
potentiële huurders bleef gelijk.
Het aantal twijfelaars nam toe
met acht procent tot in totaal 25
procent. Het aantal doorstromers
met koopplannen bleef gelijk. Het
zal een ieder duidelijk zijn dat de
ontwikkelingen van het afgelopen
jaar geen logisch gevolg zijn van
de plannen waarmee men eind vo
rig jaar rondliep. Gezien die cij
fers is het beduidend beter gegaan
dan verwacht.
Het beeld van de woningmarkt
over het afgelopen jaar geeft een
evenwichtig beeld. De prijzen
schommelen maar zijn redelijk
stabiel. Schommelingen waren
ook een kenmerk van de woning
markt voor de hausse, eind zeven
tiger jaren. Deskundigen noemen
dit een normaal seizoenseffekt. In
de lagere prijsklassen gaat het,
sprekend over geheel Nederland,
beter dan in de duurdere prijsklas
sen. De grens daartussen verschilt
van woningmarktgebied tot wo
ningmarktgebied. Voor de make
laars was het geen gemakkelijk
jaar. Bij de meeste kantoren wis
selden extreem drukke tijden zich
af met aanzienlijk rustiger perio
des. Over het algemeen is deze
branche tevreden over de ontwik
kelingen van het afgelopen jaar.
Voor wat betreft de markt in het
komend jaar mag worden ver
wacht dat opnieuw een aantal fak-
toren de markt zal bepalen. Aller
eerst is dat de ontwikkeling van de
economie en de werkgelegenheid.
Het kopen van een huis is een
meerjarenbeslissing. Daarin spe
len de vooruitzichten van werk en
inkomen een belangrijke rol.
Eveneens van belang is de rente
ontwikkeling. Wij wagen te ver
onderstellen dat de rente eerder
zal dalen dan stijgen. Immers de
reëele rente is nog steeeds te hoog.
Maar het blijft een onzekere fak-
tor. Natuurlijk zal ook het over
heidsbeleid in dit verkiezingsjaar
een rol spelen. Gaat het volgende
kabinet door op de ingeslagen weg
van bevordering van het eigen wo-
ningbezit? Of komt men met een
nieuw voorstel tot beperking van
de hypotheekrente-aftrek? Vragen
waarop pas volgend jaar om deze
tijd een antwoord te geven zal
zijn. Toch lijkt het erop dat de
woningmarkt zich in '86 opnieuw
in rustig vaarwater zal bevinden!
Creativiteit was nodig bij de verkoop in '85.
Eindredaktie
Marijke Sterk