Verhuurders vragen miljoenen teveel servicekosten WONEN WOONDROOM Van binnen naar buiten; meer door minder Hoe bouw je een huis? nr WOON BAROMETER Woningen duurder WOONNIEUWS RANDSTAD-EDITIES NOVEMBER 1986 VRIJDAG HET NIEUWE STADSBLAD UTRECHT Huurders en verhuurders liggen de laatste tijd steeds vaker met elkaar in de clinch over de hoogte van de servicekosten. De huurders ontdekken dat ze - wettelijk gezien - teveel betalen. Ongeveer 1,4 miljoen huurders heb ben te maken met servicekosten. Deze huurders, vooral bewoners van flatgebouwen en complexen, betalen naast de huur maandelijks een bedrag voor geleverde diensten, zoals de huismeester, het onderhoud van de tuin en de lift. Volgens de Utrechtse advokaat Bernard Tomlow bereke nen de huiseigenaren in de helft van de gevallen teveel servicekosten. „Meer dan een half miljoen mensen betalen een paar tientjes in de maand teveel. Bij elkaar gaat het om miljoenen per maand," zegt hij. TELEFOON 03473-72727 Eindredaktie Marijke Sterk Wet •J Bungalow met veel privacy Discussie Beleid Fatsoenlijk Foto: Rob Huibers, Utrecht Twee weken geleden lieten we op deze pagina professor dr. C. D. Saai aan het woord. Hij schetste een aantel ideeën over woningbouw. Naar zijn oordeel wordt er in Neder land te traditioneel gebouwd. Huizen zijn voornamelijk afgestemd op gezinnen: keuken, woonkamer, sanitair en drie slaapkamers. Bovendien ligt de wijze van woningin richting al in het bouwplan vast. Saai is voorstander van een ander type woning. Woningen waarin de ruimten veranderd kunnen worden doordat de binnenwanden eenvoudig verplaatsbaar zijn en de diverse vertrekken voor meerdere doeleinden geschikt zijn. Derge lijke huizen zijn voor een breder publiek geschikt en heb ben meer kans in de toekomst hun waarde te behouden. Lijfspreuk Carport Voorkeur Een ander typehuis van Schouten: deexperimentele" woning. Loggia en carport zijn duidelijk te zien. Foto: Peter de Kievith. (Slaap)kamers Trappenhuis Premie koopwoning omlaag Open haard en kachel PAGINA 17 RANDSTAD EDITIES RANDSTAD In zijn advokaten praktijk heeft Tomlow de laatste tijd ongeveer veertig procedures voor groepen huurders gevoerd. In alle gevallen kregen de huurders op één of meer posten gelijk. Dat betekende dat de verhuurders veroordeeld wer den tot het terugbetalen van teveel geïnde servicekosten. Soms ging het daarbij om tonnen. Ook het Nederlands Verbond van Huur ders heeft de ervaring dat proce dures over servicekosten in het al gemeen in het voordeel van de huurders uitvallen. Dat betekent dat het voor huurders heel interes sant wordt om te onderzoeken hoe het er met hun servicekosten voor staat. Er is namelijk een grote kans dat zij al jaren veel meer be talen dan waartoe ze wettelijk ver plicht zijn. Voor de verhuurders is het minder leuk: ze moeten plotse ling hoge bedragen gaan terugbe talen, waardoor er gaten in hun begrotingen vallen. De verhuur ders hebben dan ook bij het mini sterie aan de bel getrokken. „Er moet iets gebeuren, want dit gaat ons handen vol geld kosten" zeg gen woningbouwverenigingen en beleggers. „Eigen schuld dikke bult" is daarop de reactie van de huur ders. „Wij betalen gewoon teveel en we hebben recht op teruggave. Bovendien hadden de verhuurders het kunnen weten: ze dienen de wet te kennen." Het conflict rond de servicekosten heeft verschillende oorzaken. Sommige verhuurders brengen moedwillig of per ongeluk kosten in rekening die ze zelf zouden moeten betalen. En er worden door de verhuurder servicekosten in rekening gebracht die wettelijk gezien via de kale huur zouden moeten worden verrekend. Voor enig begrip van de servicekosten- problematiek is het noodzakelijk om naar de recente wetgeving en de beslissing van rechters te kij ken. In 1979 is er een nieuwe huurwet in werking getreden, de HuurPrij- zen Wet Woonruimte (HPW), die ook de servicekosten enigszins aan banden heeft gelegd. In die wet staat dat „onroerende aanhorig- heden" (goederen die onlosmake lijk met het huis verbonden zijn) zoals centrale verwarming, liftin- stallaties en tuinaanleg niet langer in de servicekosten mogen worden opgenomen, maar uit de kale huur betaald moeten worden. Voor de andere servicekosten heeft de wet gever vastgesteld dat uitsluitend volgens het contract afgesproken kosten, die gemaakt zijn ten dien ste van de huurder 'naar redelijk heid' in rekening gebracht mogen worden. Ook worden de huurprij zen sinds de invoering van de HPW volgens de wet vastgesteld. De kale huurprijs (de prijs die be taald wordt voor het enkele ge bruik van de woonruimte) is af hankelijk van de kwaliteit van de woning, die met behulp van een puntensysteem wordt vastgesteld. Te hoge of te lage huren zijn in tussen bijna allemaal „geharmo niseerd". Huurders die teveel be taalden, konden een verlaging vragen, terwijl huurders die gezien de kwaliteit van de woning te wei nig betaalden, met jaarlijkse huurverhogingen langzaam naar het redelijke niveau toegingen. Dat puntensysteem werd onmid dellijk door de verhuurders over genomen, maar ze trokken zich van het gedeelte van de wet dat over de servicekosten ging, weinig aan en gingen op de oude voet door. Dat was waarschijnlijk onopge merkt gebleven als de huurders in middels niet mondiger waren ge worden. Ze namen niet langer als vanzelfsprekend aan dat wat de verhuurders deden, goed was. Gedwongen door kortingen op sa laris en uitkering waren veel huur ders ook wel gedwongen om eens kritisch naar hun uitgaven te kij ken. De hoogste maandelijke post: de woonlasten werd met wetsteksten en aanwijzingen van consumentenorganisaties en huur- dersverenigingen in de hand nauwkeurig onderzocht. Huur ders die naar hun idee teveel be taalden, gingen daar werk van maken: ze stapten, zoals door de HPW voorgeschreven, naar de huurcommissie en als dat geen re sultaat opleverde, gingen ze door naar de kantonrechter. De huurcommissies werden over spoeld met aanvragen van huur ders om de servicekosten te beoor delen, ook de kantonrechters kre gen het er druk mee. De meeste conflicten gingen over: de huis meester, de centrale verwarming, het onderhoud van de lift en de waterinstallatie, de aanleg van de tuin en de administratiekosten. De oplossing werd bemoeilijkt door dat de wet de zaken niet erg nauw keurig had geregeld: over allerlei begrippen en normen moest keer op keer discussie gevoerd worden. Bovendien deden de kantonrech ters over dezelfde zaken verschil lende uitspraken. Het ministerie van Volkshuisves ting Ruimtelijke Ordening en Mi lieubeheer kwam in 1984 met een rapport 'van Service naar kosten', waarin aanbevelingen werden ge daan over de toerekening van ser vicekosten. Dat rapport heeft enige duidelijkheid gebracht, maar aangezien het geen wette lijke regeling is, hoeven de rech ters zich er niet aan te houden. Er is dus nog steeds geen rechtsgelijk heid op dit punt. „Nederland staat bekend om zijn degelijke en deugdelijke recht spraak maar dit is wel een hele vreemde eend in de bijt" zegt Tomlow. „Bij precies hetzelfde conflict worden in het Noorden van het land hele andere uitspra ken gedaan dan in het Zuiden. Het is zelfs een keer voor geko men dat twee bewoners in soortge lijke zaken verschillende uitspra ken kregen omdat hun zaken door verschillende rechters van het zelfde kantongerecht waren beoordeeld. Normaal zou je in zo'n geval in hoger beroep kunnen gaan, maar bij huurzaken is dat niet mogelijk. Het wordt dus tijd De bungalow aan de Westersingel 9 in Spijkenisse is gebouwd in 1964. Een mooi huis, een ideaal huis omdat alle vertrekken gelijk vloers zijn. Een woondroom wordt het huis vanwege de ligging. Die is zondermeer subliem. Het huis ligt namelijk op een kleine duizend vierkante meter eigen grond. De tuin is zodanig aange legd dat het geheel veel privacy biedt. Veel geboomte, u waant zich als het ware in een parkje. De bungalow zelf is goed onder houden. De wooneetkamer heeft ;en mooie hoek-openhaard die is tfgewerkt met leisteen. Daarnaast in dit deel van het huis een keuken dat de wetgever ingrijpt en de for mules voor de berekening van de servicekosten nauwkeuriger vast stelt. Nu wordt per complex de formule uitgevochten. De ver huurders proberen vaak tegen te houden dat er duidelijkheid komt. De tendens is dat huurders teveel betalen. Aanvankelijk werd dat doodgezwegen, maar nu beginnen de verhuurders te jammeren. De exploitatie wordt riskant voor ze. Inkomsten waarvan ze dachten dat ze ze binnen hadden, moeten nu weer worden terug betaald." Tomlow ergert zich zichtbaar aan de houding van de verhuurders. „Beleggers zijn wel veel meer fout dan woningbouwverenigingen. Maar ook daar merk je dat als één huurder in een complex een uit spraak heeft gehad, men de uit spraak niet wil laten gelden voor de andere bewoners. Die moeten allemaal individueel weer naar de huurcommissie en de rechter stap pen. Het is dan het beste om tot harde actie over te gaan: dikwijls is dreigen met een kort-geding al voldoende. Verhuurders zijn doodsbenauwd dat een rechter zal bepalen dat ze verplicht zijn om de uitspraken over conflicten door te trekken naar de andere bewo ners. De verhuurders weten dat ze een grote kans hebben om zo'n kort geding te verliezen omdat geen argumenten aangevoerd kun nen worden. De koepelorganisaties van wo ningbouwverenigingen, de NCIV en de Nationale Woningraad, ad viseren de bij hen aangesloten wo ningbouwverenigingen om uit spraken van rechters niet 'door te trekken' naar andere huurders. De heer D. Hamersma van de Na tionale Woningraad: „Het zou de coörporaties uitermate veel schade berokkenen. Juridisch ge zien hebben de huurders dan wel gelijk, maar materieel gezien niet. In het verleden zijn bepaalde in vesteringen zoals de centrale ver warming en de tuinaanleg buiten de kale huur gehouden, ze zijn ge woon in het verkeerde hokje ge stopt. Maar die investeringen moeten toch ergens gedekt wor den. Vandaar dat wij bij het mini sterie aandringen op een regeling waardoor we dergelijke posten alsnog in de kale huur op kunnen nemen". Ab Haak, voorzitter van het Ne derlands Verbond van Huurders is het daar helemaal niet mee eens. „Door het puntensysteem betalen bijna alle huurders al voor derge lijke zaken. Als ze nou ook nog eens als investering worden opge nomen in de kale huur, moeten de huurders dubbel betalen." Tom low vult hem aan: „Bovendien is het onmogelijk om de kale huur zonder toestemming van de huur der te verhogen. De opzet van de wet is otn de huurders te bescher men tegen eenzijdige afspraken. Wonen is een eerste levensbe hoefte en woningen zijn schaars. Daarom is er een wet gekomen die de huurders beschermt tegen mis bruik." De Woningraad ziet het alsnog onderbrengen van (voor 1979) ge dane investeringen in de kale huur als volkomen gerechtvaardigd. Hamersma: „Het is waar dat de huren van de meeste huizen intus sen zijn geharmoniseerd. Maar er is altijd nog een marge tussen mi nimum redelijke huurprijs en ma ximum redelijke huurprijs. Zo is het vaak nog mogelijk om de hu ren binnen de wettelijke ruimte te verhogen." Ab Haak: „Het is volkomen onte recht om de huurder nu nog te la ten boeten voor een fout van de verhuurder. De huurder mag er van uit gaan dat de verhuurder volgens de wettelijke regels han delt. Als hij dat niet doet, heeft hij pech gehad. Je kunt niet de kool en de geit sparen. Er is gekozen voor het prijs/kwaliteitssysteem dat moet dan ook consequent doorgevoerd worden". Tomlow: „Dat systeem betekent ook dat de verhuurder gewoon huur blijft ontvangen voor huizen die allang zijn afgeschreven en waarvoor alleen nog blote winst gemaakt wordt. In zo'n geval kunnen huurders ook niet naar de rechter stappen om huurverlaging te vragen." Volgens Hamersma gaat het bij de conflicten met woningbouwcoör- poraties alleen om investerings kosten als cv en tuinaanleg, die in het 'verkeerde hokje' zijn gestopt. Het Verbond van Huurders en Tomlow komen met andere gege vens. Ook met woningbouwvere nigingen worden discussies ge voerd over wie welk deel van het salaris van de huismeester moet betalen en er zijn meningsverschil len over het onderhoud van de lift. Volgens het rapport 'Van Ser vice naar Kosten' moet de huisei genaar zorgen voor het gewone onderhoud van zaken als de lift. De huurders kunnen alleen aange slagen worden als er een 'quick- service-abonnement' is. Wat de huismeester betreft hoeven de huurders alleen zijn salaris te be talen voor zover hij werk voor de huurders verricht. Als hij (of zij) klusjes voor de huisbaas uitvoert, zoals onderhoud, moet de ver huurder betalen. Huurders die nu volledig voor dergelijke posten op moeten draaien, kunnen daar verandering in brengen. Als ze volgens de wet onverschuldigd betaald hebben, hebben ze recht op teruggave van het teveel betaalde. Tomlow vindt het daarbij niet redelijk om het teveel betaalde vanaf 1979 terug te vorderen. „Wel vanaf 82/83" zegt hij. „De wet was toen ruim schoots ingevoerd en er waren al uitspraken van rechters, zodat verhuurders behoorden te weten dat ze over de schreef vroegen". Volgens Tomlow is het bij een conflict met de verhuurder wel noodzaak om je zakelijk en hard op te stellen. Tomlow: „De meeste huurders zijn veel te fat soenlijk. Ze gedragen zich net als mensen die bijstand hebben: die doen ook nog steeds of het een gunst is en geen recht. Maar het is nooit onfatsoenlijk om je op de wet te beroepen. Een ander mis verstand is dat huurders denken ik heb het afgesproken, dus moet ik me er aan houden. Deze wet zet dergelijke afspraken opzij. In een dergelijk geschil is het van belang dat de huurder zelf het roer in handen neemt, het liefst geza menlijk met andere huurders. Je moet dan heel strak gaan corres ponderen met de verhuurder, hem geen kans geven om de zaak te rekken. Dat betekent dat je geen genoegen moet nemen met smoes jes als „degene die daarover gaat is net ziek, op vakantie of in be spreking." Je moet gewoon stel len: als u niet binnen een maand antwoordt, nemen wij aan dat u op uw standpunt blijft staan. Als dat zo is, kun je meteen naar de huurcommissie stappen en van daar naar de kantonrechter. Psy chologisch is het vaak een grote stap voor de huurder om derge lijke zaken te ondernemen. Maar als hij het niet doet, dan is het probleem voor de verhuurder op gelost en gaat de champagne open terwijl de huurder met de te hoge woonlasten blijft zitten. Doorzet ten, zeker met de hulp van huur dersvereniging zal bijna zeker re sultaat opleveren. Dit is typisch zo'n geval waar je alleen je recht kunt krijgen als je het gaat ha len". In dit tweede artikel licht Saai zijn ideeën nader toe. Hij doet dat aan de hand van een bestaand type wo ning, ontworpen door de architect Gerard Schouten, de zogenaamde modelwo ning. Deze reeds in 1957 ge bouwde huizen mochten ze ker in die tijd vooruitstre vend genoemd worden. Zelfs vandaag de dag vor men ze uitstekende voor beelden van doordacht bou wen. Professor Saai: „Wat ik zeer be wonder in Schouten is de wijze waarop hij eenvoudige maar zeer praktische en comfortabele huizen weet te tekenen. Schouten ont werpt huizen van binnenuit, fraaie vormgeving is nooit zijn eerste doel. Wanneer een huis als 'pret tig om in te wonen' ervaren wordt, zullen bewoners het ook mooi vinden, is zijn filosofie." van het type Bruinzeel, een bij keuken, een overdekt terras dat aansluit op de woonkamer en een grote garage. De woonkamer is gedeeltelijk voorzien van dubbel glas. Het huis telt drie slaapka mers: een ouderslaapkamer met balkonnetje, een voorslaapkamer en een zijslaapkamer. Het geheel wordt centraal verwarmd. Een huis dat u van binnen gezien moet hebben. Voor meer informatie kunt u te recht bij VBW Onroerend Goed- /Verzekeringen in Poortugaal, te lefoon 01890-14045. De vraagprijs bedraaagt 385.000,- Kosten Koper. „Meer door minder" is een an dere lijfspreuk. Deze staat voor huizen gebouwd met eenvoudige en weinig kostbare materialen, waarbij elke vorm van effectbejag uit de weg gegaan wordt. Die filo- sofiën krijgen praktisch gestalte in uiterlijk eenvoudige woningen, met een overzichtelijke platte grond, die echter zeer doordacht zijn. De modelwoning is een goed voorbeeld daarvan. Deze bestaat uit twee woonlagen met een plat dak. Tegen het huis is een zoge naamde carport gebouwd die overgaat in een ruime berging. Opvallend bij de woningen zijn de 'loggia's', een soort inpandige balkons die ontstaan doordat de voor- en achtergevel iets terugwij ken ten opzichtê van de zijmuren. Naast de carport en de berging lig gen op de begane grond de keu ken, toilet en entree hal. Op de verdieping bevinden zich toilet, douche en een viertal kamers. Let op, ik spreek hier met opzet van kamerS, niet van slaapkamers. Op zich lijkt er niet veel nieuws onder de zon, toch verschilt de modelwoning enorm van andere eengezinswoningen „Laat ik beginnen met de carport en de achterliggende berging. De open carport heeft een aantal voordelen. Allereerst zetten men sen hun auto eerder binnen als ze niet eerst behoeven uit te stappen om de deur te openen. Resultaat: het blik is van de straat. Op de tweede plaats biedt de carport een fraaie beschutte speelplaats voor de kinderen wanneer het weer te slecht is om buiten te spelen. Bovendien bevindt zich in de car port de toegang tot de voordeur. Bezoekers hoeven dus niet in de regen te wachten tot er open ge daan wordt, maar staan overdekt. De afgesloten berging dient als opslagplaats voor spullen die min der vaak gebruikt worden, of als wasruimte en hobbyruimte." „Ik heb mijn voorkeur uitgespro ken voor flexibele, neutrale wo ningen. Schoutens huizen voldoen aan die eisen. Op eenvoudige wijze is de wand tussen keuken en woonkamer weg te halen. Er ont staat dan een L-vormige ruimte, waarbij het keukenblok toch aan het oog onttrokken blijft door een zijwand. De woonkamer geeft de bewoners alle vrijheid van inrichting. Schouten heeft gekozen voor lange rechte muren met slechts kleine onderbrekingen. Over de gehele voorzijde van het huis be vindt zich een plantenbak. Niet al leen fraai voor het oog, maar bo vendien uitermate geschikt om al te veel inkijk te voorkomen." Ik heb ook gesteld dat ruimten in huizen voor meerdere doeleinden geschikt zouden moeten zijn. In veel woningen zijn de slaapkamers alleen maar slaapkamers doordat de raampartijen klein uitgevoerd zijn, de lichtinval is daardoor dus gering. In de modelwoning heeft de ver dieping ramen die voor goede lichtinval zorgen. Dat is heel be langrijk voor mensen die bijvoor beeld een studeerkamer of een hobbyvertrek willen maken. De kleinste kamer is zo gesitueerd dat hij eenvoudig bij het douchever- trek getrokken kan worden, of als aparte badkamer te gebruiken is. De vertrekken vallen weer op door het geringe aantal onderbrekingen in de wanden." „Extra aandacht verdient het trappenhuis. Architectuur-criticus K. Wiekart schreef over de eerste gebouwde modelwoning: 'Vooral de wijze waarop het trappenhuis de W.C.-groep omvat is even sim pel als grandioos.' Ik kan dat al leen maar beamen. Stel je voor: beide toiletten boven elkaar als een rechthoekige kolom, het trap penhuis langs drie zijden daar dan omheen gebouwd. De trap is in twee stukken verdeeld met daar tussen een overloop. De voordelen liggen voor de hand. Rechte trap pen, zonder vervelende bochten voor kinderen, ouderen of voor verhuizers. Bovendien de onder breking van een overloop. Dit is vooral voor diegenen, die wat moeilijker trappenlopen een uit komst. Je kunt van die trapcon- structie alleen maar zeggen: Zo moet het. De modelwoning voldoet mijns inziëns aan alle eisen waaraan hui zen zouden moeten voldoen. Ver trekken zijn te veranderen door het weghalen of juist plaatsen van wanden. De kamers boven zijn niet voorbestemd als slaapkamer, maar kunnen meer functies ver vullen. De wanden in alle vertrek ken zijn neutraal, worden niet overbodig. Schouten is gelukkig zijn filoso- fiën trouw gebleven, ook in latere projecten. De praktijk heeft bewe zen dat deze filosofie de juiste is. Er valt alleen maar te hopen dat er in de toekomst meer huizen zo ge bouwd zullen worden." Meer informatie vindt u in: Prof. C. B. Saai, Verwanten en aanver wanten, sociologische opstellen. Uitgeverij Stubeg, Hoogezand. Er komen steeds meer signalen die wijzen op een prijsstijging van on roerend goed. Onlangs maakte de NVM het gemiddelde cijfer be kend van in het derde kwartaal door NVM-makelaars verkochte woningen. Dit landelijk gemid delde ligt op 149.500,-. Dat is op zich, vergeleken met het tweede kwartaal geen spectaculaire stij ging. In het eerste kwartaal be droeg het gemiddelde prijsniveau 141.800,-. Het tweede kwartaal ging daar fors overheen met /T49.300,-. Het derde kwartaal is dus uitgekomen op 149.500,-. Een stijging van „slechts" twee honderd gulden en men zou kun nen opmerken dat de markt is ge- stabliseerd. Niets is echter minder waar. Drs. E. J. Peelen, econoom van de NVM: „In het derde kwar taal zien we doorgaans een daling van het prijspeil ten opzichte van het tweede kwartaal. Daarvan is nü geen sprake. We constateren zelfs een geringe prijsstijging. Daaruit kan men afleiden dat de markt krapper wordt. Met name in de lagere prijsklassen, waar het merendeel van de transactie plaatsvindt, stijgen de prijzen. Daarnaast hebben wij de indruk dat sprake is van een pakketver schuiving. Er wordt in de hogere prijsklassen weer beter verkocht. Dat heeft een opdrijvend effect op het landelijk gemiddelde". Het gemiddelde prijspeil over de eerste negen maanden ligt nu op 146.866,-. Vergeleken met vo rige jaren is dat een record. 1982 1983 1984 1985 De premies op koopwoningen gaan met ingang van 1 januari 1987 omlaag. Dit maakte het Mi nisterie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beheer onlangs bekend. Deze wo ningen worden gesubsidieerd om het bezit van een eigen huis voor een grotere groep mensen moge lijk te maken. Voormalig staats secretaris Brokx was van mening dat bij de huidige (lage) stand van de hypotheekrente een dergelijke stimulering minder nodig is. Ove rigens heeft het ministerie nog niet bekend gemaakt met welk bedrag de premies omlaag zullen gaan. Op dit moment krijgt een eigenaar van een premie A-koopwoning jaarlijks ruim vijfduizend gulden subsidie van het ministerie. Een bedrag dat over de volledige loop tijd kan oplopen tot vijftigdui zend gulden. Daarbij wordt on dermeer als eis gesteld dat het be lastbaar inkomen van de koper niet hoger mag zijn dan 50.500,- per jaar. Ook de prijs van de wo ning ligt aan banden. Een premie- A woning kost maximaal 132.000 (voor de randstad ligt dit bedrag tienduizend gulden hoger). Voor premie B-woningen ligt het subsi diebedrag op vijfduizend gulden per jaar, met een maximum van 25.000,- voor de totale premie. Het belastbaar inkomen moet hierbij minder dan 70.500 per jaar zijn. De prijs van de woning moet onder de 162.000,- 172.000,-) liggen. Het is niet uitgesloten dat de koopprijsgrenzen van de premie woningen opnieuw worden vast gesteld. Als reden hiervoor noemt men het steeds voordeliger kun nen bouwen. De nieuwe Welke-gids „Open haarden en kachels" is versche nen. De gids geeft een overzicht van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van open haarden en kachels. Speciale aandacht wordt besteed aan de inbouw- open haard met allerlei snufjes op het gebied van economisch sto ken. Ook bespreekt de Welke-gids de allesbrander, waar beslist niet alles in kan worden gestookt, de voorhanghaard, en de open haard kachel die op dit moment erg po pulair is. Daarnaast aandacht voor de financiële kant van zo'n aanschaf. Verder nog informatie over onder andere het rookka naal, veilig stoken, tegelkachels en buitenhaarden. De Welke-gids kost 4,95 en is verkrijgbaar bij de tijdschriftenwinkelier.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1986 | | pagina 17