Verhuurders vragen miljoenen teveel servicekosten
WONEN
WOONDROOM
Van binnen naar buiten; meer door minder
Hoe bouw je een huis?
nr
WOON
BAROMETER
Woningen
duurder
WOONNIEUWS
RANDSTAD-EDITIES
NOVEMBER 1986
VRIJDAG
HET NIEUWE STADSBLAD
UTRECHT Huurders en verhuurders liggen de laatste
tijd steeds vaker met elkaar in de clinch over de hoogte van
de servicekosten. De huurders ontdekken dat ze - wettelijk
gezien - teveel betalen. Ongeveer 1,4 miljoen huurders heb
ben te maken met servicekosten. Deze huurders, vooral
bewoners van flatgebouwen en complexen, betalen naast
de huur maandelijks een bedrag voor geleverde diensten,
zoals de huismeester, het onderhoud van de tuin en de lift.
Volgens de Utrechtse advokaat Bernard Tomlow bereke
nen de huiseigenaren in de helft van de gevallen teveel
servicekosten. „Meer dan een half miljoen mensen betalen
een paar tientjes in de maand teveel. Bij elkaar gaat het om
miljoenen per maand," zegt hij.
TELEFOON 03473-72727
Eindredaktie
Marijke Sterk
Wet
•J
Bungalow met veel privacy
Discussie
Beleid
Fatsoenlijk
Foto: Rob Huibers, Utrecht
Twee weken geleden lieten we op deze pagina professor dr.
C. D. Saai aan het woord. Hij schetste een aantel ideeën
over woningbouw. Naar zijn oordeel wordt er in Neder
land te traditioneel gebouwd. Huizen zijn voornamelijk
afgestemd op gezinnen: keuken, woonkamer, sanitair en
drie slaapkamers. Bovendien ligt de wijze van woningin
richting al in het bouwplan vast.
Saai is voorstander van een ander type woning. Woningen
waarin de ruimten veranderd kunnen worden doordat de
binnenwanden eenvoudig verplaatsbaar zijn en de diverse
vertrekken voor meerdere doeleinden geschikt zijn. Derge
lijke huizen zijn voor een breder publiek geschikt en heb
ben meer kans in de toekomst hun waarde te behouden.
Lijfspreuk
Carport
Voorkeur
Een ander typehuis van Schouten: deexperimentele"
woning. Loggia en carport zijn duidelijk te zien.
Foto: Peter de Kievith.
(Slaap)kamers
Trappenhuis
Premie
koopwoning
omlaag
Open haard
en kachel
PAGINA 17
RANDSTAD
EDITIES
RANDSTAD
In zijn advokaten praktijk heeft
Tomlow de laatste tijd ongeveer
veertig procedures voor groepen
huurders gevoerd. In alle gevallen
kregen de huurders op één of meer
posten gelijk. Dat betekende dat
de verhuurders veroordeeld wer
den tot het terugbetalen van teveel
geïnde servicekosten. Soms ging
het daarbij om tonnen. Ook het
Nederlands Verbond van Huur
ders heeft de ervaring dat proce
dures over servicekosten in het al
gemeen in het voordeel van de
huurders uitvallen. Dat betekent
dat het voor huurders heel interes
sant wordt om te onderzoeken hoe
het er met hun servicekosten voor
staat. Er is namelijk een grote
kans dat zij al jaren veel meer be
talen dan waartoe ze wettelijk ver
plicht zijn. Voor de verhuurders is
het minder leuk: ze moeten plotse
ling hoge bedragen gaan terugbe
talen, waardoor er gaten in hun
begrotingen vallen. De verhuur
ders hebben dan ook bij het mini
sterie aan de bel getrokken. „Er
moet iets gebeuren, want dit gaat
ons handen vol geld kosten" zeg
gen woningbouwverenigingen en
beleggers.
„Eigen schuld dikke bult" is
daarop de reactie van de huur
ders. „Wij betalen gewoon teveel
en we hebben recht op teruggave.
Bovendien hadden de verhuurders
het kunnen weten: ze dienen de
wet te kennen."
Het conflict rond de servicekosten
heeft verschillende oorzaken.
Sommige verhuurders brengen
moedwillig of per ongeluk kosten
in rekening die ze zelf zouden
moeten betalen. En er worden
door de verhuurder servicekosten
in rekening gebracht die wettelijk
gezien via de kale huur zouden
moeten worden verrekend. Voor
enig begrip van de servicekosten-
problematiek is het noodzakelijk
om naar de recente wetgeving en
de beslissing van rechters te kij
ken.
In 1979 is er een nieuwe huurwet
in werking getreden, de HuurPrij-
zen Wet Woonruimte (HPW), die
ook de servicekosten enigszins aan
banden heeft gelegd. In die wet
staat dat „onroerende aanhorig-
heden" (goederen die onlosmake
lijk met het huis verbonden zijn)
zoals centrale verwarming, liftin-
stallaties en tuinaanleg niet langer
in de servicekosten mogen worden
opgenomen, maar uit de kale huur
betaald moeten worden. Voor de
andere servicekosten heeft de wet
gever vastgesteld dat uitsluitend
volgens het contract afgesproken
kosten, die gemaakt zijn ten dien
ste van de huurder 'naar redelijk
heid' in rekening gebracht mogen
worden. Ook worden de huurprij
zen sinds de invoering van de
HPW volgens de wet vastgesteld.
De kale huurprijs (de prijs die be
taald wordt voor het enkele ge
bruik van de woonruimte) is af
hankelijk van de kwaliteit van de
woning, die met behulp van een
puntensysteem wordt vastgesteld.
Te hoge of te lage huren zijn in
tussen bijna allemaal „geharmo
niseerd". Huurders die teveel be
taalden, konden een verlaging
vragen, terwijl huurders die gezien
de kwaliteit van de woning te wei
nig betaalden, met jaarlijkse
huurverhogingen langzaam naar
het redelijke niveau toegingen.
Dat puntensysteem werd onmid
dellijk door de verhuurders over
genomen, maar ze trokken zich
van het gedeelte van de wet dat
over de servicekosten ging, weinig
aan en gingen op de oude voet
door.
Dat was waarschijnlijk onopge
merkt gebleven als de huurders in
middels niet mondiger waren ge
worden. Ze namen niet langer als
vanzelfsprekend aan dat wat de
verhuurders deden, goed was.
Gedwongen door kortingen op sa
laris en uitkering waren veel huur
ders ook wel gedwongen om eens
kritisch naar hun uitgaven te kij
ken. De hoogste maandelijke
post: de woonlasten werd met
wetsteksten en aanwijzingen van
consumentenorganisaties en huur-
dersverenigingen in de hand
nauwkeurig onderzocht. Huur
ders die naar hun idee teveel be
taalden, gingen daar werk van
maken: ze stapten, zoals door de
HPW voorgeschreven, naar de
huurcommissie en als dat geen re
sultaat opleverde, gingen ze door
naar de kantonrechter.
De huurcommissies werden over
spoeld met aanvragen van huur
ders om de servicekosten te beoor
delen, ook de kantonrechters kre
gen het er druk mee. De meeste
conflicten gingen over: de huis
meester, de centrale verwarming,
het onderhoud van de lift en de
waterinstallatie, de aanleg van de
tuin en de administratiekosten. De
oplossing werd bemoeilijkt door
dat de wet de zaken niet erg nauw
keurig had geregeld: over allerlei
begrippen en normen moest keer
op keer discussie gevoerd worden.
Bovendien deden de kantonrech
ters over dezelfde zaken verschil
lende uitspraken.
Het ministerie van Volkshuisves
ting Ruimtelijke Ordening en Mi
lieubeheer kwam in 1984 met een
rapport 'van Service naar kosten',
waarin aanbevelingen werden ge
daan over de toerekening van ser
vicekosten. Dat rapport heeft
enige duidelijkheid gebracht,
maar aangezien het geen wette
lijke regeling is, hoeven de rech
ters zich er niet aan te houden. Er
is dus nog steeds geen rechtsgelijk
heid op dit punt.
„Nederland staat bekend om zijn
degelijke en deugdelijke recht
spraak maar dit is wel een hele
vreemde eend in de bijt" zegt
Tomlow. „Bij precies hetzelfde
conflict worden in het Noorden
van het land hele andere uitspra
ken gedaan dan in het Zuiden.
Het is zelfs een keer voor geko
men dat twee bewoners in soortge
lijke zaken verschillende uitspra
ken kregen omdat hun zaken door
verschillende rechters van het
zelfde kantongerecht waren
beoordeeld. Normaal zou je in
zo'n geval in hoger beroep kunnen
gaan, maar bij huurzaken is dat
niet mogelijk. Het wordt dus tijd
De bungalow aan de Westersingel
9 in Spijkenisse is gebouwd in
1964. Een mooi huis, een ideaal
huis omdat alle vertrekken gelijk
vloers zijn. Een woondroom
wordt het huis vanwege de ligging.
Die is zondermeer subliem. Het
huis ligt namelijk op een kleine
duizend vierkante meter eigen
grond. De tuin is zodanig aange
legd dat het geheel veel privacy
biedt. Veel geboomte, u waant
zich als het ware in een parkje.
De bungalow zelf is goed onder
houden. De wooneetkamer heeft
;en mooie hoek-openhaard die is
tfgewerkt met leisteen. Daarnaast
in dit deel van het huis een keuken
dat de wetgever ingrijpt en de for
mules voor de berekening van de
servicekosten nauwkeuriger vast
stelt. Nu wordt per complex de
formule uitgevochten. De ver
huurders proberen vaak tegen te
houden dat er duidelijkheid komt.
De tendens is dat huurders teveel
betalen. Aanvankelijk werd dat
doodgezwegen, maar nu beginnen
de verhuurders te jammeren. De
exploitatie wordt riskant voor ze.
Inkomsten waarvan ze dachten
dat ze ze binnen hadden, moeten
nu weer worden terug betaald."
Tomlow ergert zich zichtbaar aan
de houding van de verhuurders.
„Beleggers zijn wel veel meer fout
dan woningbouwverenigingen.
Maar ook daar merk je dat als één
huurder in een complex een uit
spraak heeft gehad, men de uit
spraak niet wil laten gelden voor
de andere bewoners. Die moeten
allemaal individueel weer naar de
huurcommissie en de rechter stap
pen. Het is dan het beste om tot
harde actie over te gaan: dikwijls
is dreigen met een kort-geding al
voldoende. Verhuurders zijn
doodsbenauwd dat een rechter zal
bepalen dat ze verplicht zijn om
de uitspraken over conflicten door
te trekken naar de andere bewo
ners. De verhuurders weten dat ze
een grote kans hebben om zo'n
kort geding te verliezen omdat
geen argumenten aangevoerd kun
nen worden.
De koepelorganisaties van wo
ningbouwverenigingen, de NCIV
en de Nationale Woningraad, ad
viseren de bij hen aangesloten wo
ningbouwverenigingen om uit
spraken van rechters niet 'door te
trekken' naar andere huurders.
De heer D. Hamersma van de Na
tionale Woningraad: „Het zou de
coörporaties uitermate veel
schade berokkenen. Juridisch ge
zien hebben de huurders dan wel
gelijk, maar materieel gezien niet.
In het verleden zijn bepaalde in
vesteringen zoals de centrale ver
warming en de tuinaanleg buiten
de kale huur gehouden, ze zijn ge
woon in het verkeerde hokje ge
stopt. Maar die investeringen
moeten toch ergens gedekt wor
den. Vandaar dat wij bij het mini
sterie aandringen op een regeling
waardoor we dergelijke posten
alsnog in de kale huur op kunnen
nemen".
Ab Haak, voorzitter van het Ne
derlands Verbond van Huurders is
het daar helemaal niet mee eens.
„Door het puntensysteem betalen
bijna alle huurders al voor derge
lijke zaken. Als ze nou ook nog
eens als investering worden opge
nomen in de kale huur, moeten de
huurders dubbel betalen." Tom
low vult hem aan: „Bovendien is
het onmogelijk om de kale huur
zonder toestemming van de huur
der te verhogen. De opzet van de
wet is otn de huurders te bescher
men tegen eenzijdige afspraken.
Wonen is een eerste levensbe
hoefte en woningen zijn schaars.
Daarom is er een wet gekomen die
de huurders beschermt tegen mis
bruik."
De Woningraad ziet het alsnog
onderbrengen van (voor 1979) ge
dane investeringen in de kale huur
als volkomen gerechtvaardigd.
Hamersma: „Het is waar dat de
huren van de meeste huizen intus
sen zijn geharmoniseerd. Maar er
is altijd nog een marge tussen mi
nimum redelijke huurprijs en ma
ximum redelijke huurprijs. Zo is
het vaak nog mogelijk om de hu
ren binnen de wettelijke ruimte te
verhogen."
Ab Haak: „Het is volkomen onte
recht om de huurder nu nog te la
ten boeten voor een fout van de
verhuurder. De huurder mag er
van uit gaan dat de verhuurder
volgens de wettelijke regels han
delt. Als hij dat niet doet, heeft hij
pech gehad. Je kunt niet de kool
en de geit sparen. Er is gekozen
voor het prijs/kwaliteitssysteem
dat moet dan ook consequent
doorgevoerd worden".
Tomlow: „Dat systeem betekent
ook dat de verhuurder gewoon
huur blijft ontvangen voor huizen
die allang zijn afgeschreven en
waarvoor alleen nog blote winst
gemaakt wordt. In zo'n geval
kunnen huurders ook niet naar de
rechter stappen om huurverlaging
te vragen."
Volgens Hamersma gaat het bij de
conflicten met woningbouwcoör-
poraties alleen om investerings
kosten als cv en tuinaanleg, die in
het 'verkeerde hokje' zijn gestopt.
Het Verbond van Huurders en
Tomlow komen met andere gege
vens. Ook met woningbouwvere
nigingen worden discussies ge
voerd over wie welk deel van het
salaris van de huismeester moet
betalen en er zijn meningsverschil
len over het onderhoud van de
lift. Volgens het rapport 'Van Ser
vice naar Kosten' moet de huisei
genaar zorgen voor het gewone
onderhoud van zaken als de lift.
De huurders kunnen alleen aange
slagen worden als er een 'quick-
service-abonnement' is. Wat de
huismeester betreft hoeven de
huurders alleen zijn salaris te be
talen voor zover hij werk voor de
huurders verricht. Als hij (of zij)
klusjes voor de huisbaas uitvoert,
zoals onderhoud, moet de ver
huurder betalen.
Huurders die nu volledig voor
dergelijke posten op moeten
draaien, kunnen daar verandering
in brengen. Als ze volgens de wet
onverschuldigd betaald hebben,
hebben ze recht op teruggave van
het teveel betaalde. Tomlow vindt
het daarbij niet redelijk om het
teveel betaalde vanaf 1979 terug te
vorderen. „Wel vanaf 82/83"
zegt hij. „De wet was toen ruim
schoots ingevoerd en er waren al
uitspraken van rechters, zodat
verhuurders behoorden te weten
dat ze over de schreef vroegen".
Volgens Tomlow is het bij een
conflict met de verhuurder wel
noodzaak om je zakelijk en hard
op te stellen. Tomlow: „De
meeste huurders zijn veel te fat
soenlijk. Ze gedragen zich net als
mensen die bijstand hebben: die
doen ook nog steeds of het een
gunst is en geen recht. Maar het is
nooit onfatsoenlijk om je op de
wet te beroepen. Een ander mis
verstand is dat huurders denken ik
heb het afgesproken, dus moet ik
me er aan houden. Deze wet zet
dergelijke afspraken opzij.
In een dergelijk geschil is het van
belang dat de huurder zelf het roer
in handen neemt, het liefst geza
menlijk met andere huurders. Je
moet dan heel strak gaan corres
ponderen met de verhuurder, hem
geen kans geven om de zaak te
rekken. Dat betekent dat je geen
genoegen moet nemen met smoes
jes als „degene die daarover gaat
is net ziek, op vakantie of in be
spreking." Je moet gewoon stel
len: als u niet binnen een maand
antwoordt, nemen wij aan dat u
op uw standpunt blijft staan. Als
dat zo is, kun je meteen naar de
huurcommissie stappen en van
daar naar de kantonrechter. Psy
chologisch is het vaak een grote
stap voor de huurder om derge
lijke zaken te ondernemen. Maar
als hij het niet doet, dan is het
probleem voor de verhuurder op
gelost en gaat de champagne open
terwijl de huurder met de te hoge
woonlasten blijft zitten. Doorzet
ten, zeker met de hulp van huur
dersvereniging zal bijna zeker re
sultaat opleveren. Dit is typisch
zo'n geval waar je alleen je recht
kunt krijgen als je het gaat ha
len".
In dit tweede artikel licht
Saai zijn ideeën nader toe.
Hij doet dat aan de hand
van een bestaand type wo
ning, ontworpen door de
architect Gerard Schouten,
de zogenaamde modelwo
ning. Deze reeds in 1957 ge
bouwde huizen mochten ze
ker in die tijd vooruitstre
vend genoemd worden.
Zelfs vandaag de dag vor
men ze uitstekende voor
beelden van doordacht bou
wen.
Professor Saai: „Wat ik zeer be
wonder in Schouten is de wijze
waarop hij eenvoudige maar zeer
praktische en comfortabele huizen
weet te tekenen. Schouten ont
werpt huizen van binnenuit, fraaie
vormgeving is nooit zijn eerste
doel. Wanneer een huis als 'pret
tig om in te wonen' ervaren
wordt, zullen bewoners het ook
mooi vinden, is zijn filosofie."
van het type Bruinzeel, een bij
keuken, een overdekt terras dat
aansluit op de woonkamer en een
grote garage. De woonkamer is
gedeeltelijk voorzien van dubbel
glas. Het huis telt drie slaapka
mers: een ouderslaapkamer met
balkonnetje, een voorslaapkamer
en een zijslaapkamer. Het geheel
wordt centraal verwarmd. Een
huis dat u van binnen gezien moet
hebben.
Voor meer informatie kunt u te
recht bij VBW Onroerend Goed-
/Verzekeringen in Poortugaal, te
lefoon 01890-14045.
De vraagprijs bedraaagt
385.000,- Kosten Koper.
„Meer door minder" is een an
dere lijfspreuk. Deze staat voor
huizen gebouwd met eenvoudige
en weinig kostbare materialen,
waarbij elke vorm van effectbejag
uit de weg gegaan wordt. Die filo-
sofiën krijgen praktisch gestalte in
uiterlijk eenvoudige woningen,
met een overzichtelijke platte
grond, die echter zeer doordacht
zijn. De modelwoning is een goed
voorbeeld daarvan. Deze bestaat
uit twee woonlagen met een plat
dak. Tegen het huis is een zoge
naamde carport gebouwd die
overgaat in een ruime berging.
Opvallend bij de woningen zijn de
'loggia's', een soort inpandige
balkons die ontstaan doordat de
voor- en achtergevel iets terugwij
ken ten opzichtê van de zijmuren.
Naast de carport en de berging lig
gen op de begane grond de keu
ken, toilet en entree hal. Op de
verdieping bevinden zich toilet,
douche en een viertal kamers. Let
op, ik spreek hier met opzet van
kamerS, niet van slaapkamers.
Op zich lijkt er niet veel nieuws
onder de zon, toch verschilt de
modelwoning enorm van andere
eengezinswoningen
„Laat ik beginnen met de carport
en de achterliggende berging. De
open carport heeft een aantal
voordelen. Allereerst zetten men
sen hun auto eerder binnen als ze
niet eerst behoeven uit te stappen
om de deur te openen. Resultaat:
het blik is van de straat. Op de
tweede plaats biedt de carport een
fraaie beschutte speelplaats voor
de kinderen wanneer het weer te
slecht is om buiten te spelen.
Bovendien bevindt zich in de car
port de toegang tot de voordeur.
Bezoekers hoeven dus niet in de
regen te wachten tot er open ge
daan wordt, maar staan overdekt.
De afgesloten berging dient als
opslagplaats voor spullen die min
der vaak gebruikt worden, of als
wasruimte en hobbyruimte."
„Ik heb mijn voorkeur uitgespro
ken voor flexibele, neutrale wo
ningen. Schoutens huizen voldoen
aan die eisen. Op eenvoudige
wijze is de wand tussen keuken en
woonkamer weg te halen. Er ont
staat dan een L-vormige ruimte,
waarbij het keukenblok toch aan
het oog onttrokken blijft door een
zijwand.
De woonkamer geeft de bewoners
alle vrijheid van inrichting.
Schouten heeft gekozen voor
lange rechte muren met slechts
kleine onderbrekingen. Over de
gehele voorzijde van het huis be
vindt zich een plantenbak. Niet al
leen fraai voor het oog, maar bo
vendien uitermate geschikt om al
te veel inkijk te voorkomen."
Ik heb ook gesteld dat ruimten in
huizen voor meerdere doeleinden
geschikt zouden moeten zijn. In
veel woningen zijn de slaapkamers
alleen maar slaapkamers doordat
de raampartijen klein uitgevoerd
zijn, de lichtinval is daardoor dus
gering.
In de modelwoning heeft de ver
dieping ramen die voor goede
lichtinval zorgen. Dat is heel be
langrijk voor mensen die bijvoor
beeld een studeerkamer of een
hobbyvertrek willen maken. De
kleinste kamer is zo gesitueerd dat
hij eenvoudig bij het douchever-
trek getrokken kan worden, of als
aparte badkamer te gebruiken is.
De vertrekken vallen weer op door
het geringe aantal onderbrekingen
in de wanden."
„Extra aandacht verdient het
trappenhuis. Architectuur-criticus
K. Wiekart schreef over de eerste
gebouwde modelwoning: 'Vooral
de wijze waarop het trappenhuis
de W.C.-groep omvat is even sim
pel als grandioos.' Ik kan dat al
leen maar beamen. Stel je voor:
beide toiletten boven elkaar als
een rechthoekige kolom, het trap
penhuis langs drie zijden daar dan
omheen gebouwd. De trap is in
twee stukken verdeeld met daar
tussen een overloop. De voordelen
liggen voor de hand. Rechte trap
pen, zonder vervelende bochten
voor kinderen, ouderen of voor
verhuizers. Bovendien de onder
breking van een overloop. Dit is
vooral voor diegenen, die wat
moeilijker trappenlopen een uit
komst. Je kunt van die trapcon-
structie alleen maar zeggen: Zo
moet het.
De modelwoning voldoet mijns
inziëns aan alle eisen waaraan hui
zen zouden moeten voldoen. Ver
trekken zijn te veranderen door
het weghalen of juist plaatsen van
wanden. De kamers boven zijn
niet voorbestemd als slaapkamer,
maar kunnen meer functies ver
vullen. De wanden in alle vertrek
ken zijn neutraal, worden niet
overbodig.
Schouten is gelukkig zijn filoso-
fiën trouw gebleven, ook in latere
projecten. De praktijk heeft bewe
zen dat deze filosofie de juiste is.
Er valt alleen maar te hopen dat er
in de toekomst meer huizen zo ge
bouwd zullen worden."
Meer informatie vindt u in: Prof.
C. B. Saai, Verwanten en aanver
wanten, sociologische opstellen.
Uitgeverij Stubeg, Hoogezand.
Er komen steeds meer signalen die
wijzen op een prijsstijging van on
roerend goed. Onlangs maakte de
NVM het gemiddelde cijfer be
kend van in het derde kwartaal
door NVM-makelaars verkochte
woningen. Dit landelijk gemid
delde ligt op 149.500,-. Dat is op
zich, vergeleken met het tweede
kwartaal geen spectaculaire stij
ging. In het eerste kwartaal be
droeg het gemiddelde prijsniveau
141.800,-. Het tweede kwartaal
ging daar fors overheen met
/T49.300,-. Het derde kwartaal is
dus uitgekomen op 149.500,-.
Een stijging van „slechts" twee
honderd gulden en men zou kun
nen opmerken dat de markt is ge-
stabliseerd. Niets is echter minder
waar. Drs. E. J. Peelen, econoom
van de NVM: „In het derde kwar
taal zien we doorgaans een daling
van het prijspeil ten opzichte van
het tweede kwartaal. Daarvan is
nü geen sprake. We constateren
zelfs een geringe prijsstijging.
Daaruit kan men afleiden dat de
markt krapper wordt. Met name
in de lagere prijsklassen, waar het
merendeel van de transactie
plaatsvindt, stijgen de prijzen.
Daarnaast hebben wij de indruk
dat sprake is van een pakketver
schuiving. Er wordt in de hogere
prijsklassen weer beter verkocht.
Dat heeft een opdrijvend effect op
het landelijk gemiddelde". Het
gemiddelde prijspeil over de eerste
negen maanden ligt nu op
146.866,-. Vergeleken met vo
rige jaren is dat een record.
1982 1983 1984 1985
De premies op koopwoningen
gaan met ingang van 1 januari
1987 omlaag. Dit maakte het Mi
nisterie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu
beheer onlangs bekend. Deze wo
ningen worden gesubsidieerd om
het bezit van een eigen huis voor
een grotere groep mensen moge
lijk te maken. Voormalig staats
secretaris Brokx was van mening
dat bij de huidige (lage) stand van
de hypotheekrente een dergelijke
stimulering minder nodig is. Ove
rigens heeft het ministerie nog niet
bekend gemaakt met welk bedrag
de premies omlaag zullen gaan.
Op dit moment krijgt een eigenaar
van een premie A-koopwoning
jaarlijks ruim vijfduizend gulden
subsidie van het ministerie. Een
bedrag dat over de volledige loop
tijd kan oplopen tot vijftigdui
zend gulden. Daarbij wordt on
dermeer als eis gesteld dat het be
lastbaar inkomen van de koper
niet hoger mag zijn dan 50.500,-
per jaar. Ook de prijs van de wo
ning ligt aan banden. Een premie-
A woning kost maximaal 132.000
(voor de randstad ligt dit bedrag
tienduizend gulden hoger). Voor
premie B-woningen ligt het subsi
diebedrag op vijfduizend gulden
per jaar, met een maximum van
25.000,- voor de totale premie.
Het belastbaar inkomen moet
hierbij minder dan 70.500 per jaar
zijn. De prijs van de woning moet
onder de 162.000,- 172.000,-)
liggen.
Het is niet uitgesloten dat de
koopprijsgrenzen van de premie
woningen opnieuw worden vast
gesteld. Als reden hiervoor noemt
men het steeds voordeliger kun
nen bouwen.
De nieuwe Welke-gids „Open
haarden en kachels" is versche
nen. De gids geeft een overzicht
van de nieuwste ontwikkelingen
op het gebied van open haarden
en kachels. Speciale aandacht
wordt besteed aan de inbouw-
open haard met allerlei snufjes op
het gebied van economisch sto
ken. Ook bespreekt de Welke-gids
de allesbrander, waar beslist niet
alles in kan worden gestookt, de
voorhanghaard, en de open haard
kachel die op dit moment erg po
pulair is. Daarnaast aandacht
voor de financiële kant van zo'n
aanschaf. Verder nog informatie
over onder andere het rookka
naal, veilig stoken, tegelkachels en
buitenhaarden. De Welke-gids
kost 4,95 en is verkrijgbaar bij
de tijdschriftenwinkelier.