Maasvlakte als alternatief voor Zwitserland Een spoedcursus parapente Kriebels in mijn benen, vlinders in mijn buik m De ontwikkeling van het valschermzweven 99 HET NIEUWE STADSBLAD - VRIJDAG 24 MAART 1989 PAGINA 19 Achterstevoren vliegeren. De Nieuwerkerkse club Euro- wing houdt zich sinds 1983 be zig met valschermzweven, of parapente, zoals de Fransen het noemen. De sport houdt het midden tussen zweefvliegen en parachutespringen. Het spring- terrein van Eurowing ligt op de Maasvlakte (Europoort), waar ieder weekeinde gesprongen wordt. Bart Belonje is een van de eerste Nederlanders die met valschermzweven begonnen is. Hij is in het dagelijks leven te kenleraar en daarnaast instruc teur bij Eurowing en een Out door Center in België. Boven dien zit hij in het team voor de komende wereldkampioen schappen parapente. Hij legt uit wat valschermzweven inhoudt. „De parachutist wordt achter een auto opgetrokken waarna hij de lijn loskoppelt en een vrije vlucht maakt. Afgezien van allerlei regels kunnen hier hoogten tot 1000 meter worden bereikt. Bij parapente (bergvlie- gen) springt de parachutist van een bergtop en zweeft naar het dal". Eurowing hangt haar cursisten direct aan de vierkante para chutes. De eerste vlucht wordt soms samen met een instructeur aan een tweepersoons scherm gemaakt. De instructeur kan zijn leerling tijdens de vlucht corrigeren en hem stap voor stap voorbereiden op zijn eerste solovlucht. De basisopleiding voor het A-brevet bestaat uit 20 vluchten die - afhankelijk van het weer - vijf dagen in beslag neemt. De kosten van zo'n cursus be dragen 350 gulden. Eurowing heeft goede contacten met bui tenlandse scholen, zodat een vervolgcursus bergvliegen ook tot de mogelijkheden behoort. Kosten „Valschermzweven is beslist geen dure sport", beweert een folder van Eurowing. Als ie mand na de opleiding lid wil worden kost dat 165 gulden per jaar, inclusief het lidmaatschap van de Koninklijke Nederland se Vereniging voor Luchtsport (KNVvL). De kosten per sprong zijn maar 3 gulden. Bart: „Een parachute is te koop voor 2800 tot 4500 gulden, eventueel via Eurowing. Zo nu en dan is er een tweedehands scherm te koop, maar dat komt weinig voor omdat het spring- wereldje daar te klein voor is. Wij verkopen geen parachutes aan mensen zonder brevet. Dat is net zo iets als aan iemand zonder rijbewijs een auto verko pen. In Frankrijk is het wel an ders. Daar worden ze verkocht in elke flinke sportzaak, met een glimlach en een gebruiks aanwijzing...". Bezuinigen op materiaal is uit de boze. Bart vertelt van een man die een nieuwe valhelm nodig had, de winkel binnenstapte en vroeg: „Heeft u voor mij een goedkope helm?" Waarop de winkelier verbaast antwoordde: „Hoezo, heeft u een goedkoop hoofd?" „Als het materiaal niet deugd, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Wij horen niet thuis in de lucht, het is een gevaarlij ke omgeving". Waaghalzen „Toch is valschermzweven geen gevaarlijke sport. Wij hebben het imago van een stelletje waaghalzen. Dat is niet waar. Dit is wel een ongewone sport. Er is bij Eurowing nooit iets ernstigers gebeurd dan een elle boog uit de kom". Er zijn vorig jaar 4 valschermzwevers dood gevallen. Dat bleken echter mensen te zijn die niet in club verband sprongen of geen (goe de) opleiding bezaten. „De mensen worden gevaarlijk als ze overmoedig worden. Het lijkt zo eenvoudig; trek het scherm in de lucht en vlieg maar. Er komt echter heel wat meer bij kijken". Om de sport zo veilig mogelijk te houden komen alle instruc teurs een keer per jaar bijeen op Door Adriaan Mol een cursusdag. Daar wisselen ze allerlei gegevens uit en proberen hun kennis up-to-date te hou den. Wedstrijden Eurowing heeft in haar bestaan vier maal het Nederlands kam pioenschap en éénmaal het we reldkampioenschap behaald. Bart: „Er zijn verschillende 'wedstrijdvormen. Allereerst het precisiespringen, waarbij de deelnemers zo dicht mogelijk bij een schijf van 5 cm moeten landen. Dan het duurvliegen. Daarbij moeten de deelnemers De eerste start i Het uitleggen van het doek en het ontwarren van de lijnen. zo lang mogelijk in de lucht blijven. Kennis van techniek is dan erg belangrijk. Tenslotte zijn er nog wedstrijden in af stand- en parcourvliegen. Bij de laatste vorm moeten de deelne mers een van tevoren uitgezette route vliegen en van bepaalde punten foto's nemen als bewijs. Hier is strategie erg belangrijk. In Nederland worden alleen wedstrijden precisiespringen ge houden. Voor de andere vor men zijn bergen onontbeerlijk. Vorig jaar kregen de wereld kampioenschappen voor het eerst een officieel tintje door toezicht van de Federation Ae- ronautique Internationale. Ge volg was dat de deelnemersse lectie strenger werd. Bij het offi cieuze WK het jaar daarvoor zorgden onervaren deelnemers voor gevaarlijke situaties. Bij de komende kampioenschappen in Oostenrijk is Nederland ook weer van 'de partij. Daaraan doen onder andere Bart én twee vrouwen mee. Valschermzwe ven is beslist geen mannen- sport. Verschillen Het verschil tussen een normale springparachute en een zweef- scherm zit vooral in de vliegei- genschappen. Bart: „De glijhoek van een parachute is 1 op 1. Een meter omlaag en een meter voorwaarts. Bij de moderne zweefschermen loopt die ver houding op tot 1 op 5 1/2. Daarnaast moet een springpara chute berekend zijn op de flinke openingsklap van het doek na een vrije val. De zweefchutes zijn meer gemaakt op een con stante belasting. Het matras is immers al geopend voordat de springer van de grond komt. Het zweefscherm hoeft ook niet op een speciale manier opge vouwen te worden. De vliegs- nelheid van een scherm ligt nu zo rond de 40 km per uur. Dat is ongeveer de helft van wat een deltavlieger kan halen. Een del tavlieger blijft ook langer in de lucht. Toch heb ik liever een parachute. Wat mij daarin aan trekt is de grote eenvoud van het vliegen. Wat doek, een paar touwen en je vliegt. Geen bui zen of cockpits". Eurowing Postbus 205 2910 AE NIEUWERKERK Bart Belonje, instructeur in valschermzweven bij de Nieuwerkerkse club Euro wing en een Outdoor Cen ter in België, nam uw journalist op sleeptouw naar de Ardennen om hem daar een idee te ge ven van de sensatie van het valschermzeven. Wij vertrokken 's avonds uit Nederland en kwamen rond 10.00 uur aan in het plaatsje Huy, vlak aan de Maas. Barts contacten in de „adventurewe- reld" leverde onverwachts een grottentocht op, waarna we tot diep in de morgen door allerlei gaten en spelonken kropen. Het is vier uur 's ochtends als we naar bed gaan. Het huisje heeft een bed te weinig maar dat deert niet. „Een Belonje slaapt altijd en overal", grijnst Bart als hij zijn parachute uit de rugzak haalt en ermee op de bank gaat liggen. Om tien uur staan we op een heuveltop, ergens in het schone Belgische land. Het uit zicht is fantastisch. Het is koud en de hemel is strak blauw. Zo ver als ik kijken kan zijn de heuvels en bossen bedekt met een laagje rijp. Onder het dal hoor ik een hond blaffen en van achter ons komt het verwaaide gebrom van een trekker. Verder is alles stil. Tweehonderd steile meters lager ligt het dal, waar de Ourthe grillig doorheen stroomt. Bart helpt me in het „harnas", waardoor ik onder de parachute kan hangen. Gebruik Hij haalt het scherm uit de rug zak en spreidt hem uit op het gras. „De chute is van voren open en van achteren dicht", legt hij uit. „Als je nu de „ri sers" omhoogtrekt, komt de open voorkant in de wind waar door het scherm opbolt en bo ven je komt staan". De risers zijn de riemen die aan het har nas vastzitten en die zich split sen in de touwen naar de chute. Eerst moet ik controleren of de touwen niet verward zitten, om dat de parachute zich anders niet goed kan vullen. Ook de stuurlijnen moeten vrij hangen. Verder mag er geen lijn om mijn been zitten, anders eindigt de start in de Belgische mod der... Alles zit goed. Ik kijk naar de windvaan en als ik het stevi ge briesje recht in mijn gezicht voel, ruk ik de risers omhoog en begin te rennen. Achter mij stijgt het scherm op en komt boven mij staan. Dan begint het echter onverbiddellijk naar rechts af te wijken en zakt op de grond. „Als dat straks weer ge beurt, moet je het corrigeren door de stuurlijnen te gebrui ken. Dan komt „ie weer recht" Optrekken van de chute. Let op de open voorkant. roept Bart. Opnieuw. Het blijkt te werken. Ik ben het door te krijgen, draai me om en kruis de lijnen. Om de chute nu om hoog te krijgen moet ik achter uit lopen. Maar ik kan wel pre cies zien wat het scherm boven me doet. Rennen Als ik de chute omhoog heb, stop ik met rennen en speel met de stuurlijnen. Met wat vertra ging doet het ding precies wat ik wil. De wind zakt wat wg, ik grijp de risers en trek het scherm al dravend weer 'om hoog. Zo ren ik met mijn grote vlieger uren door de wei. Als je bang bent om moet te worden kun je maar beter voor de tv blijven genieten van parapente. Ik begin feeling te krijgen voor het scherm, door te krijgen wat het wil. Bart laat me grotendeels mijn gang gaan en geeft zo nu en dan wat aanwijzingen. Zelf „vliegert" hij ook even. Sprin gen kan op deze helling helaas niet. De wind is west en zou oost moeten zijn. Met de wind mee starten kan niet, want dan zou je de wind moeten inhalen om lucht in het scherm te krij gen. We vertrekken naar een andere helling. Die is niet zo hoog. Deze keer sta ik niet op een vlakke top, maar op een sterk glooiende helling. Ik con troleer zorgvuldig alle lijnen en ga startklaar staan. De wind is iets gaan liggen en dat betekent harder rennen. Dan voel ik een flinke vlaag en trek, terwijl ik begin te rennen, de risers om hoog. Het veld is wat hobbelig en als ik van een bultje wil stap pen merk ik dat mijn benen niet meer op de grond komen. Ik vlieg enkele meters en raak bij een andere bobbel weer de grond. Ik heb nu flinke vaart, doe drie stappen en ben weer los. Kriebels in mijn benen, vlinders in mijn buik en een reuze zin om een soort adelaars- kreet te slaken. Ik vlieg! Op drie meter boven het gras zoef ik de helling af. Veel te snel naar mijn zin bereik ik het eind van de steilte, waar ik tot mijn schrik en rij bomen met prik keldraad zie naderen. Ik kom tot bezinning en gris naar een stuurlijn. Op een paar meter voor het geboomte draai ik zwierig om en land op mijn achterwerk in het natte gras. Verslaafd Nu ben ik verslaafd en draaf met chute en al de 50 meter hel ling op. Opnieuw! Ik spring nog een paar maal en het gaat steeds beter. Helaas draait de wind en we gaan weer weg, terug naar het punt van vanochtend. De wind is nog steeds niet goed, maar in de luwte van de heuvel zelf moet het toch mogelijk zijn om te springen. Bart waagt het er op. Voor de springers is een stukje bos gekapt, maar met de zwakke rugwind heeft Bart een langere aanloop nodig dan nor maal. „Als je het niet haalt, neem dan dat rijtje dennebo- men", roept iemand. „Die zijn niet zo hard als loofbomen". Bart grinnikt. Hij heeft er al er varing mee. Als een renpaard stuift hij weg, de helling af. Ruim op tijd tilt het scherm hem van de grond en zweeft hij weg, over de bomen het dal in. We halen hem op, rollende chu te op en vertrekken naar Neder land. Mijn luchtdoop zit er op, maar een ding weet ik zeker. Dit was niet de laatste keer dat ik onder een chute hing. Veel zaterdagen zijn voortaan gere serveerd voor Eurowing op de Maasvlakte. Niet zo mooi als in de Ardennen of Zwitserland, maar anders en net zo leuk. In de knoop met de lijnen. Eindelijk los Valschermzweven is een snel in populariteit stijgende sport. Er zijn in Nederland ongeveer 10 clubs met in totaal 300 leden. Daarnaast zijn er net zoveel ongeregistreerde zwevers. De sport is ontstaan tijdens de 2e wereldoorlog in Engeland. Vrij wel alle vliegtuigen waren nodig in de strijd tegen de Duitsers en een training in het parachutespringen moest dus op een an dere manier geregeld worden. Iemand kwam toen op het idee om de parachutisten achter een auto omhoog te trekken en ze op flinke hoogte te ontkoppelen. De parachutist kon zo erva ring krijgen met het landen. De parachutist kon zo ervaring krijgen met het landen. Die ronde parachutes hadden een grote daalsnelheid en de „pararol" was de manier om neer te komen zonder benen te breken. Toen de oorlog voorbij was kwamen hier en daar wat clubs op die het optredden van chutes als sport gingen beoefenen. Be kend zijn de beelden van de ronde parachute die achter een speedboat omhoog getrokken wordt. Vooral rond de Middel landse zee werd dit een bekende toeristische attractie. Toch leidden deze clubs tot de uitvinding van de „matras" een slui merend bestaan. De matras (of square) is een vierkante para chute met een vleugelprofiel die de mogelijkheid biedt om echt te vliegen. Aanvankelijk gebruikte men voor het optrekken normale springmatrassen die maar een geringe voorwaartse snelheid hadden. De ontwikkelingen stonden echter niet stil en al spoedig bestonden er speciale zweefvliegschermen met een grote voorwaartse snelheid en een kleine daalsnelheid. Door gebruik te maken van thermiek kunnen ér nu na het ontkoppe len lange vluchten gemaakt worden. Frankrijk In Frankrijk bewoog het valschermzweven zich in een andere richting. Daar werd de chute niet opgetrokken achter een auto, boot of lier, maar sprong men eenvoudigweg van de berg af. Het Vol de Pente ontstond in 1978 toen enkele parachutisten met hun normale squares van rotsen af gingen springen om zich te oefenen in het precisielanden. Zo konden ze op een goedkope manier (zonder vliegtuig) een groot aantal sprongen maken in betrekkelijk weinig tijd. Toen na enkele jaren de spe cifieke zweefschermen waren ontwikkeld begon het parapente een (letterlijk) grote vlucht te nemen. Het waren vooral bergbe klimmers die zich er aan waagden. Ze hoefden geen rekening meer te houden met de terugtocht en konden langer op de top blijven. Eerst klimmen, daarna zweven. Tegenwoordig raakt de sport steeds wijder verbreid en zijn „parapentisten" een bekend gezicht in bergachtige streken. Over de bomen het dal in. Valschermzweven; een instructeur vertelt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1989 | | pagina 19