MEER VROUWEN BIJ DE NUTSBEDRIJVEN MONIQUE STEUTEL STUURVROUW AAN DE WAL ANJA VAN HUET-DE WIT: „MANNENWERK GEEN PROBLEEM" BIJ SPALAND GROEIT EEN PR0DUCTIEB0S Ook Monique Steutel, van de Havendienst, is opgegroeid in de kop van Noord-Hoiiand en zij verkoos een beroep waar menige vrouw misschien van droomt, maar nooit aan begint. „Ik wilde varen, mijn vader was machinist bij de marine en ook andere familie voer", zegt ze. Toch heeft ze na het behalen van haar MA VO-dipioma in Hellevoetsluis eerst een jaartje een kinderverzor gingsopleiding gevolgd, maar dat was toch niet wat ze wilde. Bij de Marine was er op dat moment een personeelsstop, dus besloot ze de opleiding tot stuurvrouw aan de Zeevaartschool te gaan volgen. Voor Anja van Huet-de Wit, medewerkster elektronische systemen bij de af deling CAI/MIT, is het uitoefenen van een zogenaamd mannenberoep, een vanzelfsprekendheid. Ze heeft geen feministische strijdkreten nodig, om haar werkplaats te bevrijden. Integendeel, ze heeft zich van jongsaf tot een tech nisch beroep aangetrokken gevoeld en is rechtstreeks op haar doei afge gaan. „Je hoort ze gewoon groeien", beweert plantsoenenopzichter Jur van der Veen. Hij doelt hiermee op de groeisnelheid van de populieren in Schiedams eigen productiebos. Aan weerszijden van de Kerkweg, naast de bouwlocatie Spaiand-west, is de dienst gemeentewerken bezig een heus bos uit de grond te stampen voor houtproductie. VRIJDAG 26 MEI 1989 T STADSERF PAGINA 3 De vrouwen, werkzaam bij de O.N.S. En dat zijn ze nog niet eens allemaal. De Rijksoverheid zendt al enige tijd een TV-spot uit waarin vrouwen gevraagd worden voor 'mannenwerk'. De vraag rijst dan, wat is mannenwerk? Veelal wordt er dan fysiek zwaar werk bedoeld, al hebben vele mannen een nog uitgebreider rijtje namen van beroepen, die ze als de hunne beschouwen. Als enige reden wordt dan, het 'feit' genoemd, dat het "altijd zo ge weest is". Daar is dus, sinds de emanci patie-beweging de strijd aanbond tegen deze vrouwonvriendelijke houding, wel enige verbetering in gekomen. Sinds eni ge jaren probeert de overheid via zgn. 'positieve actie' het aantal vrouwen, in alle functies, te verhogen. Bij de Nutsbedrijven wordt in overleg met de betrokken afdelingschef bezien of er al dan niet een vrouw in een bepaalde func tie kan worden aangenomen. Sinds 1 januari '88 zijn er tien vrouwelijke medewerksters aangenomen, waardoor het totaal op 25 is gekomen. Niet echt veel natuurlijk in verhouding tot de 250 mannen. Maar dit is o.a. verklaarbaar door het van oudsher technische karakter van de ONS-bedrijven en meisjes ontbe ren vaak een opleiding op dit vlak. Ook zijn er praktische problemen, zo zouden er bij het Reiningsbedrijf gescheiden sani taire voorzieningen moeten komen, maar dat zijn oplosbare problemen op het or ganisatorische en financiële vlak. Ook een goede kinderopvang kan een drempel, om te gaan werken, wegnemen. Onlangs is uit onderzoek gebleken dat er in de nabije toekomst steeds minder mannen op de arbeidsmarkt, beschikbaar zijn, zodat de zogenaamde mannenberoe pen alleen al uit pure noodzaak door vrouwen bezet zullen worden. En dat dit heel gewoon en goed kan zijn kunt u ook bij de Nutsbedrijven ervaren. „Dat is een lastige tweejarige opleiding voor de kleine handelsvaart, waar je vak ken als meet- en regeltechniek, zeevaart kunde, maar ook wis,- natuur- en schei kunde leert", vertelt ze. „De keuring voor de marine, die toen wel weer mogelijk was, heb ik maar laten lopen en heb ook het diploma, derde stuurvrouw grote han delsvaart, gehaald voor schepen boven de 6000 bruto-registerton." Na de oplei ding, Kleine Handelsvaart, is Monique bij de rederij Pot Scheepvaart Delfzijl gaan varen als matroos en later als tweede stuurvrouw (KHV). „We vervoerden voornamelijk bulk en/of stukgoed met zogenaamde kustvaarders, maar met deze boten voeren we wel de oceaan over, naar de Caribean, Mexico, Cuba enzovoort." „Er waren meestal zo'n 8 man aan boord en mij werd het zware werk echt niet be spaard. Dat wilde ik ook niet." Ondanks deze zware arbeid is ze niet bepaald het type 'Zware van Nelle', dat men zich dan voor de geest haalt, integendeel. Goede herinneringen aan die tijd heeft ze zeker: „Mensen vinden het natuurlijk al tijd heel bijzonder dat ik gevaren heb en willen dan van alles weten, maar het meeste is niet te vertellen, dat moet je er varen. Wat me wel altijd opviel en soms lagen we wel een week in een haven was de rust die de meeste mensen in de tropen hebben. Dat mis je wel eens hier." Bang voor hoge zeeën of zeeziek is ze nooit geweest. Wel heeft ze het idee dat door een hoop mannen in de scheepvaartwereld een vrouw, als leidinggevende, moeilijk wordt geaccepteerd, hoe goed ze ook is in haar vak. „Het werd steeds meer een kwestie van geluk hebben wie er in de bemanning zat, maar als de juiste mensen er waren, was het prachtig werken en heel gezellig aan boord. Je bent toch zes maanden van huis." Een leven aan de wal leek haar toch ook wel, zeker als ze haar kennis van het zee manschap kon blijven gebruiken. Toen de Havendienst dan ook een administratief medewerker vroeg met nautische kennis, solliciteerde ze en kreeg de baan. In haar werk maakt ze dan ook nog geregeld ge bruik van haar zeevaart-ervaring. In haar kantoor aan de Wilhelminahaven houdt ze zich bezig met het innen van ha vengelden. De tarieven voor de verschil lende diensten en handelingen in de Schiedamse haven verschillen, af naar ge lang van de afmeting van het schip en de hoeveelheid te laden of te lossen goede ren. Zo heeft Monique regelmatig kontakt met de agenturen die het schip vertegenwoor digen. Het gaan gelukkig weer wat beter met de Schiedamse havens, vooral in de graanoverslag en ook de binqpnhavens worden steeds aantrekkelijker voor het watertoerisme. In dit beeld past Monique Steutel, die zichzelf niet als feministe of baanbreekster ziet. Anja is geboren en getogen op Wieringen (Noord-Holland), op drie kilometer van de Afsluitdijk, in een landelijke omgeving. Haar vader is machinist en de buren had den een aannemersbedrijf en zodoende verkeerde ze al jong in een omgeving waar machines van belang zijn. Met de paplepel ingegoten zou je dus kunnen zeggen, maar haar vader had toch zo z'n bedenkingen toen ze, na de HAVO in Den Helder, besloot naar de Machinisten- MTS, in Ede, te gaan. Een vastberaden heid, die zich weerspiegelt in haar sponta niteit. „In Ede was ik twee jaar intern als een van drie meisjes tussen 180 jongens. Voor mij is het dus niets nieuws, tussen overwegend mannen te werken", zegt ze. Op deze MTS (SOMA) wordt zowel theo- rieonderwijs, alsook veel praktijklessen gegeven, zodat ze vrijwel alle grondver zet- en wegenbouwmachines weef te meesteren. „In het derde (stage)jaar werkte ik met een shovel (laadschop) bij een asfaltmolen in Akersloot en ben ik, in Alkmaar, op kamers gaan wonen. Ik ben bij dat bedrijf blijven werken toen een vestiging in Schiedam geopend werd, de A.C.S. aan de Nieuwe Waterweg. Daar ben ik als procesoperator werkzaam ge weest. In de wegenbouw heb je wel vaak met onregelmatige werktijden te maken, dus ben ik naar een andere baan uit gaan kijken", zegt Anja. Haar eerste sollicitatie bij de ONS was voor de functie van kabelmonteur. „Ik kreeg die baan niet maar de sollicitatie brief bleef in portefeuille en toen deze plaats bij de CAI/MIT vrijkwam, werd ik aangenomen". Anja is inmiddels ge trouwd met Nico van Huet Jr., een in Schiedam en omstreken niet onbekende voetballer en ze wonen in een flat in Nieuwland. Het werk bij de afd. ECA van de Nutsbedrijven bevalt haar best, vertelt ze. „Het is afwisselend werk en ik ben ook geregeld buiten, omdat ik me vooral met regel- en meetapparatuur van de ver keersregelsystemen bezighoud en bij klachten of storingen de situatie ter plaat se ook moet worden onderzocht. Deze verkeerslichtinstallaties beheren we in sa menwerking met Gemeentewerken en Po litie. Ook draai ik eens in de zes weken een week wachtdienst voor de CAI, zodat ik, bij storingen, nog wel eens bij de Schiedammers over de vloer kom. Die kij ken dan wel vreemd op, als er een vrouw binnenstapt, maar vroeger zat ik wel eens op een stoomwals in de wegenbouw en dat trok veel meer aandacht. Anja's functie is voor vrouwen vrij uniek in Nederland. Waarom eigenlijk? „Ik zou het niet weten", zegt ze. „Zelf vind ik een technisch beroep in ieder geval prachtig", besluit Anja van Huet-de Wit. Er zijn hier -in een gebied van zo'n dertig hectare- sinds 1987 al 18.000 bomen ge plant. Het hout van deze bomen zal wor den verkocht aan de houtverwerkende in dustrie. Het terrein waar het bos ligt zal in de toe komst worden gebruikt voor woningbouw. Het gaat namelijk om het gebied Spa- land-oost, dat aansluitend op Spaland- west bebouwd zal worden. Door dit ter rein niet een aantal jaren braak te laten liggen, maar er een productiebos te plan ten zorgt de gemeente daarmee tevens voor zuurstofproductie en luchtzuivering. Delen van het groeiende bos zijn ook van belang voor de latere bebouwing van het gebied. Want net als Spaland-west zal Spaland-oost een groen karakter krijgen, waarbij een maximum aan onverhard op pervlak en begroeiing ervoor zal zorgen dat ook deze wijk zal bijdragen aan een verantwoorde ecologie. Tot het moment waarop de bouw in Spa- land-oost van start gaat ziet Jur van der Veen toe op het beheer en onderhoud van het bos. „Het bos heeft geen echte recreatieve functie", zegt Van der Veen. „Toch zorgen we ervoor dat het bos enigszins toegankelijk is. We maken en kele paden vrij door de vegetatie hier en daar kort te houden. Maar wie er gaat wandelen doet er goed aan z'n zondagse schoenen thuis te laten, want echte wan delpaden worden het niet". Het bos bestaat uit verschillende soorten „Populus Americana": of populieren in gewoon Nederlands. Dit zijn snelgroeien de bomen. „Ze kunnen 1 meter per jaar groeien", aldus Van der Veen, „en dat is veel als je bedenkt dat de groeiperiode slechts duurt van mei tot september". Veel bomen die in 1987 zijn geplant heb ben al een lengte van vier meter. Dit ge deelte is bereikbaar vanaf de Groeneweg. In het deel dat vorig jaar is geplant zijn de bomen anderhalf tot twee meter hoog. De stammetjes zijn nog omwikkeld door een grijskleurig plastic spiraal. Dit biedt be scherming tegen wildvraat en groeit mee met de dikte van de stam. Vandaar dat dit bosgedeelte, dat zichtbaar is vanaf de noodstraat door Spaland, er nog wat kunstmatig uitziet. Maar dat zal verande ren. Jur van der Veen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1989 | | pagina 23