Ruim 1 miljoen hectoliter
bloedjonge wijn komt eraan
Claude: keldermeester
HET NIEUWE STADSBLAD - VRIJDAG 3 NOVEMBER 1989
PAGINA 13
Chateau de
Bionnay, waar vaak
de betere wijnhuizen
temidden van de
wijngaarden vandaan
komen. Via de
Beaujolais van nu,
naar de betere cru's
van morgen is vaak
maar een stap.
Hoe zal hij ditmaal weer sma
ken. En vooral naar smaken.
Naar frambozen of wilde aard
beien, naar bananen of man
go's. Ach, laat ieders papillen
en verhemelte maar hun werk
doen. Eén ding is zeker. De
nieuwe Beaujolais Primeur is
ook dit jaar weer fruitig. En
guitig in z'n afdronk voor wie
er niet tegenop ziet de binnen
kant van zo'n flesje tot aan
zijn ziel te bekijken.
Ben je even weg van de wereld,
waarin toch al zoveel water bij
de wijn wordt gedaan. Ben je
ook los van al dat gewals met
het glas om dat bouquet „ver-
geet-me-nietjes" los te maken.
Hoef je er niet meer uit te ha
len dan je proeft. Noch je neus
janger dan strikt noodzakelijk
in het glas te laten hangen om
die pasgeboren wijn eerst in de
mondholte te kauwen.
Mensen, laat die Beaujolais-
89, zoals elk jaar, gewoon
speels over de tong gaan, even
via de neus circuleren en ver
volgens langzaam weglopen in
je eigenste binnenste. Daar
hoort deze zuigeling van de
Franse wijnindustrie uiteinde
lijk thuis. Simple comme bon
jour, zoals ze rond de campag
ne, onder de verwarmende na
jaarszon van de pastorale
wijnstreek tussen Macön en
Lyon, plegen te zeggen.
De Grote Gekte
Wij, van Uw Thuiskrant, gooi
den er een stukje herfstvakan
tie tegenaan om de traditione
le jacht op de Primeur nog net
een neuslengte voor te zijn.
Ook al om niet voor de voeten
te worden gelopen als de Gro
te Gekte rond het robijnrode
borelingske medio november
weer losbarst. En er te verne
men, dat de Beaujolais-cultus
dit jaar goed is voor een pro-
duktie van 1,3 miljoen hectoli
ter wijn die meer belooft te
zijn dan een veredelde soort
gazeuze limonade zonder riet
je.
Het heeft er daar, elfhonderd
kilometer van huis, wel om ge
spannen, al die jonge jolijt aan
uitbundige fruitigheid na een
korte gistingstijd van 3 tot 5
dagen op vat, fust, tanken uit
eindelijk die fleurige geest van
het joi de vivre in de fles te
Handgeplukt, wél arbeidsintensief,
maar de guitige fruitigheid danwel het
echte aroma haai je er anders niet uit.
Zo pluk je tijdens 'de campagne' de
Beaujolais van de wijnstokken. Nog
een klein rukje en de zeer jonge wijn
zit weer in de fles.
krijgen. Het is dat we een re
delijke introductie genoten.
Anders hadden we het wel
kunnen schudden.
Een Beaujolaisboer storen als
de barensweeën van z'n gees
telijk produkt nog in volle
gang zijn, is zoiets als heilig
schennis.
De plukkers hebben de cam
pagne nauwelijks achter zich.
En er is weer in razend tempo,
maar wel met de hand ge
plukt, dus geoogst. Pour la Pa-
trie en le Patron. De laatste
rept zich naar de beaujolaisba-
ronnen, zogezegd. Dus naar de
Chateaux, tenminste, als je
niet alleen maar voor het goe
de vaderland wegplukt en je
primeurs afzet bij de coöpera
ties.
Nu zijn de plukkers weg, de
wijnstokken van hun trossen
ontdaan en het plukgeld van
200 franc voor een limiet van
250 liter witte of perswijn uit
betaald.
De Beaujolais-Villages zijn
zichzelf, dus de rust zelve
weer. Want binnen vier tot zes
weken moet worden gebotteld.
En dat is meer dan alleen
maar een bloedjonge wijn in
een nieuwe fles stoppen.
Piet van A.C.
„Uit je doppen kijken, weten
wat en waar je koopt, een
vroege verzenddatum is mooi,
een zachte prijs ook, maar
kwaliteit is en blijft onbetaal
baar. Om goed en toch voor
delig in te kopen, moet je niet
alleen je wijnbijbel van binnen
en buiten kennen, maar ook
en vooral de wijnboeren en de
Chateaux. Dus ben ik er tijdig
bij en zit er al maanden tevo
ren bovenop".
Dat zegt dan Piet van Mul-
bregt, hoofd inkoop van de
AC-restaurants. We liepen
hem tegen het lijf in een van
de 35 dorpen (villages) in het
noordelijke deel van de Beau
jolais, waar de wijngaarden
uitzien op de uitlopers van het
Centraal Massif, en de bodem
naast veel klei en kalksteen
ook uit graniet bestaat.
Van Mulbregt wil dit jaar
meer met Beaujolais doen en
is „en route" met een bus vol
Claude Bernardin is de naam. Keldermeester de functie.
Je ziet hem in het laboratorium van het Wijnhuis Au-
joux onbespied aan het nippen en weer uitspugen. Kau
wen, zodat lucht bij de wijn komt en de zuurgraad naar
voren. Enfin, Claude proeft, spuwt en keurt maar door.
Papier met tabellen in de hand. Keurmeester kan een
mooi vak zijn. Je zal er best goed op slapen ook.
Claude proeft aldus de hele selectie van jaarlijks 6 mil
joen flessen Beaujolais vóór. Er wordt eerst in een ra
zend tempo geoogst in september tot begin oktober,
maar tussen de volgende fases van gisten, filtreren, bot
telen, etiketteren en verzenden staat hij als keldermees
ter zijn mannetje. Om te voorkomen dat we straks
slechts een van alcohol voorzien druivensapje in de fles
of op fust krijgen. Om het edele vocht scheikundig te
analyseren. Om te zien, te meten en te proeven of het
ware primeur-karakter er in en aan hangt. Om vast te
stellen of de enzymen in de druif, omgeven door kool
zuurgas, goed in de schil is gaan gisten en de kleur en
smaak naar behoren aan het binnenste van de schil
heeft onttrokken. Dat hele proces noemt hij dan „macé-
ration carbonique". Kneusjes, neem het maar letterlijk
als het om gekneusde druiven gaat, proeft hij er zo uit.
Fosfaat en suikergehalte leest Claude zo uit de „hangen
de tranen" van het glas af. Wijnazijn slipt er niet door,
Claude is een fijnproever. Die er nuchter onder blijft.
Hoe bestaat 't....
Kijkje in het laboratorium bottelarij
Aujoux: keldermeester Claude kijkt,
proeft, keurt, na de scheikundige ana
lyses. Goed glas, zonder 'hangende
tranen'.
AC-stafleden en een stoet aan
restaurantpersoneel. „Mijn
voorproevers die ik voorga
langs de AC Beaujolais Villa
ges. Nee, geen verkapte recla
me. Dit AC staat toevallig
voor Appellation Controlee
Beaujolais. Wijnen van wat
rijpere druiven worden aange
duid als AC Beaujolais Supe
rieur. Leveren ook één procent
meer natuurlijke alcohol op".
Piet van Mulbregt weet onder
tussen voldoende van wijnen
en wanten om nog een stapje
verder te gaan. Richting kwali
teitswijnen. Naar de top van
de Beaujolais, gevormd door
een tiental cru's, die je met
een gerust hart (en geweten)
enkele jaren in de fles kan la
ten rijpen, in tegenstelling tot
de Primeurs.
Top-Tien
De top-tien luisteren welrie
kend naar de namen van hun
stam-dorpen: Brouilly, Ché-
nas, Chiroubles, Cöte de
Brouilly, Fleurie, Juliénas,
Morgon, Moulin a Vent, Reg-
nié en Saint Amour.
Inkopers als Piet van Mul
bregt gaan niet over één nacht
ijs en zeker niet als ze voorne
mens zijn er leuke dingen in
hun restaurants mee te doen-.
„Dan weet je ook bij welk
Chateau je moet aankloppen.
Voor ons is dat het Huis An-
joux. Met een aantal eigen
landgoederen en 500 aangeslo
ten wijnboeren, met wie lang
durige contracten zijn afgeslo
ten."
Humbug
Nu maak je een man als Van
Zo'n batterij aan
vaat en vaatwerk kom
je in de Beaujoiaistijd
ook tegen: op fust. in
een chateau.
Mulbregt niet zo gauw gek met
al die hocuspocus en humbug
die vinologen aan een glas
wijn kunnen hangen. Niet dat
hij die hele liturgie en litanie
van de hand wijst - hij kent ze
als z'n broekzak, - maar wil
wél graag met beide benen op
de wijnvloer blijven staan.
Al zijn er nog zoveel sterke en
vooral mooie verhalen over
een Beaujolais primeur te ver
tellen, het is en blijft niet meer
dan een doodgewone, bloed
jonge wijn. Zij het met alle
charmes vandien. En de kwali
teit dit jaar? „Mogelijk een fik
kie beter dan de vorige, al
naar gelang een wat natuurlij
ker verloop van de vinificatie
bijvoorbeeld. Maar weet je,
die dingen een beetje relative
ren kan geen kwaad. Hoewel
fijnproevers en connaisseurs
moeten er ook zijn en blij
ven".
Met melk
Piet van Mulbregt filosofeert
wat voor zich uit als hij de
volgende stelling poneert:
neem als voorbeeld de melk
van Hollandse koeien en ken
die uit Friesland een volle,
ronde afdronk toe, die uit mijn
eigen Brabant een lichter aro
ma, die uit Gelderland een wat
robuustere melksoort met tra
nen of lange benen en je pro
moot met behulp van keur- en
keldermeester en een Contro-
lée via „Wageningen", moet je
eens kijken wat je met melk
ook allemaal meer kan
doen"...
Grapje, ontsproten na het nip
pen aan een serie hoog in het
bloed staande cru's, maar
toch. Er wil maar mee gezegd
zijn, dat goede wijn niet altijd
een krans nodig heeft. Al is
een goed etiket op de fles
voorzien van een uitgelezen
jaartal vaak nog altijd het hal
ve werk van een hele wijn
oogst.
We houden beiden staande,
dat - hoe dan ook - je pas
echt aardigheid in een goed
glas krijgt, als je de lacherig
heid van een omgekeerd sno
bisme er afhaalt. En dat is een
waarheid als een koe, die we
graag, met een goede neus
voor een mooi en goed Beau-
jolais-jaar voor de deur, staan
de willen en durven houden.
Zolang de druiven hier op de
zacht glooiende hellingen op
stok blijven groeien en de wijn
- ook of juist de pasgeborene -
blijft vloeien, kan het geen
kwaad bij een alcoholgehalte
van niet hoger dan 13 procent
zulke zaken eens nuchter en
toch niet gespeend van esprit
eens onder ogen te zien. Maar
hoe dan ook, ze zitten er aan te
komen, de Primeurs en de (be
tere) cru's. Beschouw ook zo
iets maar als de zonzijde van
de herfst-89, die fruitiger be
looft te worden dan ooit...
Oude wijnpers: Domaine du Chapi-
tre. Wat dan weer een ander hoofd
stuk in het jaarboek van de Beaujolais
vormt...
De zonzijde van herfst '8 9:
Beaujolais Primeur
voor jachtige tijden