Amersfoort maakt ruimte voor renteloze hypotheek Straatvuil opruimen heeft geen effect op leefbaarheid Projectbureau Belvedere zet woorden in daden om ONROEREND GOED 'Niet bouwen voor de vraag' Vriendjespolitiek bij verkoop nieuwbouw Werkdruksignaal in bouw genegeerd 2001 is Jaar van het historische interieur n- Snellere signalering door vergelijking van gegevensbestanden mv gf-J 51 - 1042 NVM-voorzitter Timo Smit waarschuwt voor de gevaarlijke fictie dat bouwen voor de vraag de spanning tussen vraag en aan bod vermindert. 'Willen wij meer ontspanning op de woning markt en lagere prijzen, dan is er maar één oplossing: bouwen voor de gewenste noodzakelijke voorraad. Die voorraad moet in overeenstemming zijn met de lange termijn vraag naar een gedifferentieerd woningaanbod. Meer verschil in prijs- en kwali teitsniveaus zorgt voor slechting van het onevenredig eenzijdige aanbod. Impulsen aan kwaliteit en differentiatie zorgen voor betere doorstroming; pas dan ontstaat meer evenwicht tussen vraag en aanbod. Dat is in het belang van de consument, in welke prijscategorie dan ook'. Vriendjespolitiek komt op veel gebieden voor. Helaas ook bij het toekennen van huizen in nieuwbouwprojecten. Het laat ste half jaar is het aantal klach ten bij de 'vereniging eigen huis' hierover flink toegenomen. Mooie plekjes worden vaak weggegeven aan zakenrelaties, werknemers of familie van de projectontwikkelaar. Helaas kan de huizenkoper zelf hier nog weinig tegen ondernemen, omdat de projectontwikkelaar de eerste eigenaar van de huizen is. Gemeenten mogen onderhandse verkoop wel verbieden in hun contracten met projectontwikke laars. De 'vereniging eigen huis' wil samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) overleggen over de inhoud van deze contracten. Eigen Huis hoopt tot nadere afspraken met de VNG te kun nen komen. Op die manier kan onderhandse verkoop tegen wor den gegaan. De meeste bouwbedrijven ken nen de klachten van hun tech nisch en administratief perso neel over werkdruk en werk stress. Slechts de helft van de bedrijven doet er ook daadwer kelijk iets aan. Dat blijkt uit een onderzoek van de Hout- en Bouwbond CNV onder ruim vierhonderd directies van mid delgrote en grote bouwbedrijven en tweehonderd ondernemings raden van bouwbedrijven. 'Werkgevers slaan werkdruksig nalen in de wind', constateert CNV-bestuurder Gijs Lokhorst. Werkdruk en werkstress zijn hét werknemersprobleem van de moderne tijd. In de meeste onderzochte bedrijven is tot nu toe echter geen inventarisatie van werkdrukproblemen gemaakt. Terwijl een systemati sche inventarisatie wél nodig is om het probleem goed aan te kunnen pakken. De bond zal tij dens de komende cao-onderhan delingen pleiten voor een ver plichting tot inventarisatie van werkdruk. Tevens wil de Hout en Bouwbond CNV in het cao- overleg afspraken maken over meer keuzemogelijkheden voor individuele werknemers. Dat biedt hen de mogelijkheid om arbeid en zorgtaken beter op elkaar af te stemmen. Ook dat kan leiden tot minder stress. In 2001 vormt het monumenten beleid één van de speerpunten van het RGD-beleid. Ongeveer twintig procent van de rijksge bouwen zijn monumenten. Belangrijke aandachtspunten in het monumentenbeleid zijn: de instandhouding van deze monu menten en het behouden van passende functies voor deze gebouwen. Ook het historisch interieur komt aan bod, medé omdat 2001 door het Ministerie van OC&W is uitgeroepen tot 'Jaar van het historische interi eur'. De markt laat zich niet stu ren door streefcijfers die als een dogma worden neergezet, zoals staatssecre taris Remkes in zijn begro ting voor 2001 doet. Dat geldt voor het door het kabinet nagestreefde per centage eigenwoningbezit van 65 procent en de gewenste verkoop van jaar lijks 50.000 corporatiewo ningen gedurende tien jaar, zo stelt Aedes vereniging van woningcorporaties in pen eerste reactie op de begroting 2001 van VROM. Afgelopen week al bepleitte de Sociaal Economische Raad (SER) in zijn advies over de concept nota Wonen terughou dendheid bij het hanteren van macro-streefcijfers over het eigenwoningbezit en de verkoop van corporatiewoningen. De toekomstige omvang van het eigenwoningbezit hangt onder andere af van individuele keuzes van consumenten, de toekomsti ge economische ontwikkelingen en de mate waarin woningcorpo raties vinden dat verkoop - in overleg met de lokale belang hebbenden - verantwoord is. Het verkoopbeleid van corporaties wordt bepaald door de lokale behoefte aan huurwoningen, de benodigde investeringen, het gewenste huurbeleid en de financiële continuïteit. De SER gaf in zijn advies bovendien aan dat een kwalita tief goede en voldoende omvangrijke huursector gewenst is, om ook in de toekomst in de vraag te voorzien. In dit verband wijst Aedes erop dat de omvang van de primaire doelgroep weliswaar relatief afneemt, maar niet in absolute aantallen. Deze zomer bleek uit een peiling van Aedes al dat de druk op de huurwoningenmarkt toeneemt, zowel in de goedkope als de dure sector. De Aedes-bevindingen werden deze week bevestigd door Neprom en NVB die waarschu wen voor een woningtekort. Behalve de SER waarschuwt ook het Sociaal en Cultureel Planbureau in haar recent ver- schenen rapport Nederland in Europa voor een te eenzijdig accent op de verkoop van corpo ratiewoningen. Dit om te voor komen dat een tekort aan betaal bare huurwoningen ontstaat. Een gezamenlijke aanpak van gemeenten en verhuur ders heeft in de praktijk het meeste effect bij de bestrijding van onrechtma tige bewoning. Bij zo'n aan pak kunnen bijvoorbeeld door vergelijking van gege vensbestanden eerder gevallen van onrechtmatige bewoning gesignaleerd wor den. Dit staat in een onder zoeksrapport dat staatsse cretaris Remkes van VROM naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Samen met de VNG gaat hij gemeenten en verhuur ders oproepen afspraken te maken om gezamenlijk onrechtmatige bewoning tegen te gaan. Bij onrechtmatige bewoning zijn twee vormen te onderscheiden. Ten eerste het bewonen van een woning zonder woonvergunning terwijl die wel is vereist (publiekrechtelijk) en ten tweede het onderverhuren van de woning zonder toestemming van de eigenaarverhuurder en in strijd met het huurcontract (pri vaatrechtelijk). Bezwaren tegen onrechtmatige bewoning zijn onder meer het op deze manier 'voordringen' op de woningmarkt, mogelijke beheersproblemen door overbe- woning en onrechtmatige verrij- king door de woning voor veel meer geld door te verhuren. Zo'n vijftig gemeenten hebben aan het onderzoek meegedaan, waarvan 42 met meer dan 50.000 inwoners; gemeenten met en zonder spanning op de woningmarkt, zowel in de Randstad als in de rest van Nederland. Ruim driekwart van de gemeen ten, vooral in gebieden met een gespannen woningmarkt, zegt met het verschijnsel van onrechtmatige bewoning te maken te hebben. Ongeveer de helft treedt er op de één of ande re manier tegen op. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de aanpak zeer divers is. Dat is onder meer afhankelijk van de prioriteit die de betreffen de gemeenten er aan geeft, of er wordt samengewerkt met de lokale verhuurders en of er wel of niet gebruik wordt gemaakt van de gegevens van de Gemeentelijke Basis Admini stratie (GBA). Bij dat laatste zijn er bij sommi ge gemeenten misverstanden over de privacyregels hiervoor. Verder blijkt uit het onderzoek dat veel woningcorporaties toe gang tot de GBA-gegevens nodig zeggen te hebben, willen zij onrechtmatige bewoning doeltreffend kunnen aanpakken. De huidige regels verzetten zich hier niet tegen, maar de gemeen te moet daarvoor dan wel toe stemming geven. Gedragscode De staatssecretaris zegt in zijn brief bij het onderzoek dat - gezien deze bezwaren - dat hij samen met de VNG de gemeen ten gaat stimuleren om de mid delen die zij hebben ook daad werkelijk in te zetten. Onduidelijkheden bij gemeenten over wat wel en niet kan met de gegevens van de GBA zullen worden weggenomen. Samen werking tussen gemeenten en verhuurders, waardoor een bete re aanpak mogelijk is, zal wor den gestimuleerd. Gemeenten en verhuurders kunnen deze samenwerking bijvoorbeeld vastleggen in een op de lokale situatie afgestemde gedragsco de. Niet getrouwd zijn en samen een huis kopen, is eenvoudiger dan menigeen denkt. Zo is het voor onge- huwden niet noodzakelijk om al een samenlevingscon tract te hebben om samen een huis te kopen/bezitten. Een contract maakt het samen bezitten van een huis wel simpeler. Zo zorgt het ervoor dat de rechtsze kerheid van de partners goed is geregeld. Het is bij overlijden, maar ook bij het scheiden van de wegen heel duidelijk wie waarop pre cies recht heeft. In het nieu we belastingstelsel kunnen samenwonenden die een huis bezitten ervoor kiezen door de fiscus als partner behandeld te worden, alsof ze zijn getrouwd. Dan kan dus degene met het hoogste inkomen de volledige hypo theekrente als aftrekpost opvoeren. Zoals iedere huiseigenaar kun nen ook samenwonenden alle kosten met betrekking tot de financiering van het eigen huis, zoals hypotheekrente en notaris- kosten, van het inkomen aftrek ken voor de belasting. Nu wor- den samenwonenden in principe individueel belast voor de inkomstenbelasting. Dat bete kent dat men alleen de eigen inkomsten en aftrekposten kan opvoeren. Als ieder voor de helft eigenaar wordt van een koopwo ning, kan de hypotheekrente op 'fifïyfifty'-basis of in een ande re verhouding (afhankelijk van de inkomens) worden afgetrok ken. Uit de praktijk blijkt dat de fiscus zo'n verdeling van rente betaling accepteert. Elke partner moet dan wel dat deel van het huurwaardeforfait opgeven dat overeenkomt met zijn of haar aandeel in de eigendom van het huis. Van deze algemene regel kan worden afgeweken als aan toonbaar is dat één partner het merendeel van de kosten betaalt. Dan kan men er voor kiezen dat deze partner een groter deel van de betaalde hypotheekrente als aftrekpost opvoert. Maar als dui delijk is dat deze constructie alleen wordt gekozen om zoveel mogelijk profijt van de belas tingaftrek te hebben, is dit weer niet mogelijk. In het nieuwe belastingstelsel verandert er dus op dit punt iets wezenlijks en kan het een fors fiscaal voordeel opleveren. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat na de invoering van het nieuwe belas tingsysteem de belastingtarieven aanzienlijk dalen, waardoor het zelf te betalen deel van de hypo theekrente al gauw met 16 pro cent stijgt. Bij overlijden Ongehuwd samenwonenden zijn niet automatisch elkaar erfge- Ook niet als er een samenlevingscontract is opge maakt. Maar als hierin een zogenaamd verblijvingsbeding is opgeno men, gaan alle gemeenschappe lijke bezittingen bij overlijden van één van de partners naar de langstlevende. Zonder een ver blijvingsbeding krijgen de erfge namen hun deel. Als er sprake is van een gemeen schappelijke woning loopt de langstlevende partnet grote kans het huis te moeten verkopen. Met een verblijvingsbeding wor den erfgenamen als het ware buiten spel gezet. Ook in een testament kan een regeling wor den getroffen voor het geval van overlijden. Bij scheiden In een samenlevingscontract kan het gemeenschappelijk - en het privé bezit omschreven worden. Bij scheiding worden dan de gemeenschappelijke goederen verdeeld. Zonder een contract moet de rechter beslissen als de partners er samen niet uit komen. Stel dat de relatie zonder samenlevings contract wordt verbroken en een partner is maar eigenaar van het huis, dan staat de ander berooid op straat. Aan een samenlevingscontract kan een bepaling worden toege voegd, waarmee wordt geregeld dat degene die geen eigenaar is toch een bepaalde tijd in het huis kan blijven wonen na het uit elkaar gaan. Ook kunnen afspraken worden gemaakt over verhuis- en inrich tingskosten die de niet-eigenaar moet maken. Vastgelegd kan worden dat deze kosten worden gedeeld. Het beleggen in aandelen is ook voor gemeenten geen onbekende activiteit en de opbrengst van die aandelen worden voor diverse doel einden ingezet. De gemeente Amersfoort heeft wel een hele bijzon dere bestemming gevonden: het is namelijk de eerste gemeente die inkomsten uit aandelen terugspeelt aan de bewoners. Huizenkopers kunnen hierdoor in de toekomst goedkoop geld lenen via deze gemeente. Ook woningcorporaties kunnen geld lenen, zodat zij de huren laag kunnen houden. Door deze maatregel kunnen Amersfoorters met een laag inkomen ook een huis kopen. Dit was hard nodig, omdat een 'goedkope' koop woning in deze stad bijna een kwart miljoen gulden kost. De bijbe horende hypotheeklast is voor mensen met lagere inkomens niet op te brengen. Zij kunnen in de toekomst renteloos gaan lenen. Als het huis weer verkocht wordt, moet de lening worden terugbetaald. De woning moet terugverkocht worden aan de corporatie, zodat het huis weer voor andere woningzoekenden vrijkomt met een laag inkomen. Ook de 'vereniging eigen huis' toont zich gelukkig met dit initiatief: 'Dit is een positieve ontwikkeling, zolang de voorwaarden redelijk zijn. Op deze manier kunnen ook de mensen met iets lagere inko mens een koopwoning kopen, waar wij een groot voorstander van zijn'. Gevoelens van onveiligheid blij ken namelijk vooral te worden veroorzaakt door de mate van dreiging in de woonbuurt (drugsoverlast, tasjesroof, geweldsdelicten, openbare dron kenschap). Leefbaarheid blijkt voornamelijk te worden bepaald door de sociale kwaliteit van de woonomgeving. Overheidsbeleid dat is gericht op verbetering van de directe leefomgeving van de burgers zou daarom verder moeten rei ken dan de oppervlakte. De Gebiedsmonitor levert daar een waardevolle bijdrage aan die verdieping. De Gebiedsmonitor 'Leefbaarheid en Veiligheid' is ontstaan uit de behoefte lokaal integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen op basis van bevol kingsonderzoek. Zowel de poli tie als de gemeenten nemen deel aan het onderzoek wat de bruik baarheid van de resultaten ten goede komt. Zo blijkt bijvoor beeld dat de hoeveelheid blauw op straat niet tot een daling van gevoelens van onveiligheid leidt. Ook de gedachte dat het oprui men van rommel op straat tot een verhoging van de leefbaar heid zal leiden, blijkt onjuist. Natuurlijk betekent dit niet dat het geen zin heeft om politie te laten surveilleren of de straten schoon te maken. Deze zaken zijn nodig en nuttig. De Gebiedsmonitor is in 1998 uit gevoerd in 92 wijken in de poli tieregio Utrecht. In 1999 is het onderzoek uitgevoerd in 30 gebieden (gemeenten en units) in de politieregio Gelderland- Midden. De uitkomsten daarvan zijn in september 1999 gepre senteerd. Het onderzoek zal waarschijnlijk worden herhaald in 2001Andere regio's hebben inmiddels interesse getoond, evenals afzonderlijke gemeenten en provincies. Op 1 september 2000 is het Projectbureau Belvedere van start gegaan. Het bureau biedt ondersteuning aan de organisatie van het uitvoeringsprogramma Belvedere. Met de in 1999 verschenen Nota Belvedere geven de samenstel lers van de nota, het ministerie van OCenW, LNV, VROM en V&W, een extra impuls aan het inrichten van Nederland in de toekomst. Het belang van de cul tuurhistorie, het cultureel erf goed hierbij wordt steeds meer onderkend. Om woorden in daden om te zetten is het Projectbureau Belvedere in het leven geroepen. Het bureau implementeert het uitvoerings programma Belvedere, waarvan de belangrijkste punten zijn: Het introduceren van een ont wikkelingsgerichte werkwijze. Hiervoor is 10 jaar uitgetrokken, van 2000 tot 2009. •Het opzetten van een brede uit voeringsorganisatie, waarbij rijk, provincies, gemeenten, water schappen, inhoudelijk deskundigen en maat schappelijke organisa ties betrokken worden. •Een tweejaarlijkse rapportage aan de Tweede Kamer over de omgang met de cultuurhistorie in de ruimtelijke inrichting van Nederland. ■Het entameren van maatregelen om de cultuurhistorie tot vaste afwegingsfac tor te maken voor opdrachtgevers, om opdrachtnemers in de gelegenheid te stellen de cultuurhistorie ten volle te benutten en het instrumentarium zo aan te passen dat het voor gestane beleid optimaal ondersteund wordt. •De verdeling van de 168 mil joen gulden die het rijk beschikbaar heeft gesteld voor drie doe len: ontwikkeling van kennis, ontwikkeling van regionale, lokale en stedelijke plannen en de ontwikkelingsgerichte benadering vanuit een thematische samenhang van het erfgoed. Het Projectbureau Belvedere is gevestigd aan de Kromme Nieuwe Gracht 38, 3512 HJ Utrecht, tel. 030 - 23 05 010. V L Aedes: 'toekomstige omvang eigen woning laat zich niet afdwingen' Foto: LEUNIS VERLINDE Gemeenten en verhuurders samen in strijd tegen onrechtmatige bewoning Foto: LEUNIS VERLINDE Belastingdienst behandelt op wens samenwonenden als ware partners Foto: LEUNIS VERLINDE naam. Foto: LEUNIS VERLINDE i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 2000 | | pagina 17