lit
BUITENSLAPERS
ft
HET NIEUWE STADSBLAD
DONDERDAG 28 MAART 2002 13- 1519
mHRM
door RENE BURGER
Dat niet iedere dakloze 's
nachts onderdak vindt, is
dagelijks te zien bij de
poorten van de Rotterdam
se opvangcentra. Iedere
avond worden mensen ge
weigerd omdat alle bedden
bezet zijn. Hoeveel daklo
zen buiten (moeten) slapen,
is onbekend. Het zijn er mi
nimaal enkele honderden,
zo blijkt uit de ervaringen
van de Buitendienst, een
initiatief van daklozenop-
vang Havenzicht. De veld
werkers van de Buiten
dienst trekken er iedere
avond opuit, om contacten
te leggen met buitenslapers.
Een impressie van een
doordeweekse buitendienst.
Woensdag 13 februari, 20.00
uur. Na een paar zachte dagen is
het onverwacht winters koud ge
worden. Op het binnenplaatsje
voor nachtopvang Havenzicht
aan de Willem Ruyslaan staat
een groepje daklozen dat van
nacht verzekerd is van een bed
om in te slapen en een dak boven
het hoofd. Dat geldt niet voor en
kele honderden zwervers elders
in de stad. Zij moeten, of willen,
vannacht de sterren zien.
Toch zijn ook zij niet volledig
aan hun lot overgeleverd. Rond
een tafeltje in de nachtopvang
drinken drie veldwerkers koffie:
Ronald de Schepper en Frans
Willemse - samen de Buiten
dienst van Havenzicht - en Hans
Nouwen van Bouman Versla
vingszorg. Zij maken zich op om
naar buiten te gaan, op zoek naar
wie slaapt onder de blote hemel.
"Onze hoofdopdracht is: contact
leggen", vertelt De Schepper.
"En dan kijken wat we voor ie
mand kunnen betekenen. Een
uitkering regelen, deelname aan
een methadonprogramma. Als
het erg slecht gaat, kunnen we er
een arts bij halen, of de acute
dienst van de Riagg of Bouman
inschakelen."
In heel Rotterdam zijn ongeveer
250 bedden voor daklozen be
schikbaar. Bij een gevoelstempe
ratuur van min zes worden er nog
eens vijftig extra noodbedden
uitgeklapt. Het is niet genoeg, zo
wordt in Havenzicht dagelijks
ondervonden.
Willemse: "Vanavond hebben
we elf mensen moeten weigeren.
Een stuk vijf of konden we door
verwijzen naar andere opvang
centra. De rest gaat naar het via
duct. Vorige maand heeft Haven
zicht gemiddeld zeventien men
sen per dag moeten afwijzen."
De veldwerkers vrezen dat ook
na de geplande uitbreiding met
enkele tientallen bedden de ste
delijke opvangcapaciteit tekort
schiet. Bovendien: het gaat om
meer dan alleen bedden. De
doorstroming stagneert. "De so
ciale pensions zijn overvol", zegt
Willemse. "En bij veel projecten
waarbij mensen geleerd wordt
zelfstandig te wonen, zijn lange
wachtlijsten."
Nouwen: "Om bij de Bouman
een intake te krijgen moetje vijf
weken wachten."
21.30 uur
Tijd om de stad in te gaan. Dit
keer per auto. "Als ik alleen ga,
neem ik de fiets", vertelt De
Schepper. Het gebied dat de Bui
tendienst wil bestrijken is groot:
Rotterdam, Schiedam, Hoog
vliet, Spijkenisse, Capelle. In de
praktijk hebben de veldwerkers
hun handen vol aan Rotterdam,
en dan nog vooral het deel ten
noorden van de Maas. "Met twee
buitenwerkers zijn we zwaar on
derbezet", zegt De Schepper.
Zoeken naar buitenslapers is
tijdrovend, zo staat in het jaar
verslag van de Buitendienst, me
de omdat "een flink aantal van
de buitenslapers zich moedwillig
zodanig verstopt dat de kans op
ontdekking minimaal is, terwijl
een nog groter aantal voortdu
rend op de vlucht is voor, of op
de vlucht gejaagd wordt door
verontruste burgers, politie en
andere autoriteiten."
Hans Nouwen is veldwerker bij
het Boumanhuis en behoort niet
tot de Buitendienst. Hij werkt in
principe alleen overdag. Toch
vergezelt hij nu en dan De
Schepper en Willemse bij hun la
te tochten. "Negentig procent
van de daklozen is verslaafd",
verklaart Nouwen. "Dus ons
werkgebied vertoont veel over
lap. Het is nuttig om informatie
uit te wisselen over onze cliën
ten."
21.35 uur
Voor de eerste buitenslaper op de
route hebben de veldwerkers
geen auto nodig. Direct om de
hoek bij Havenzicht ligt Marco,
op zijn vaste plaats, halfbeschut
in een hoek onder een trap die
naar de studentensociëteit voert,
tussen dozen, zakken en puin.
Onduidelijk is welk deel van de
zooi bij zijn inventaris hoort. De
dommelende dakloze wordt op
vriendelijke toon gewekt.
"Hallo, veldwerk", roept De
Schepper. Marco blijkt in een
uitstekend humeur. Voor een
paar euro's en een pak shag wil
hij, mits vooraf betaald, wel iets
kwijt aan de verslaggever. De
buitenslaper zegt clean te zijn,
"op een borreltje na".
Marco: "Ik ben al 33 jaar dak
loos - met wat tussenpozen - en
zwerf all over the world. Ik ben
nu 47. Ooit was ik getrouwd, ik
heb ook kinderen. Die zoek ik
nog wel eens op, ze wonen in Ita
lië. Mijn vrouw is nooit zo blij
om me te zien, maar mijn kinde-
ren worden gek van blijdschap."
"Ik leef van een WAO-tje. Als ik
in Rotterdam ben, lig ik tegen-
woordig altijd hier bij de studen
ten voor de deur. Die lui weten
wat feesten is: ik lig vaak mee te
deinen op hun muziek. Vroeger
gaven ze me nog wel eens een
borrel, maar dat doen die kak
kers tegenwoordig niet meer."
Zo'n twee jaar terug had Marco
een vaste stek aan de Maas, bij
Tropicana. "Een paar buurtbe
woners hebben het helaas voor
ons verkankerd. Ze stichtten er
wat brandjes, toen was het uit
met de pret. Maar man! Wat een
mooie plek was dat. We lagen er
meestal met z'n vieren of vijven.
Een prachtig uitzicht over de
Maas. Zeer romantisch."
Hoewel op een steenworp af
stand, is Havenzicht voor Marco
geen alternatief. Hij is drie jaar
geleden geschorst. "Ik heb me
een beetje misdragen", luidt zijn
wat vage verklaring. De Schep
per verduidelijkt: "Hij raakte tel
kens slaags met personeel en an
dere gasten. Toen hij een stoepte
gel door een ruit wierp, was de
maat vol."
Nouwen biedt Marco een pak jus
d'orange aan - "Als ik bij ie
mand op bezoek ga, kom ik nooit
met lege handen". De Schepper
vraagt Marco of hij morgen naar
de dagopvang komt. "Goed
idee", vindt Marco. "Een bakkie
koffie, frisse douche. Dat moet
soms, anders blijf ik nog eens
een keer tegen een muur aan
plakken."
"Je bent je humor in elk geval
nog niet verloren", stelt Nouwen
vast.
"Humor", antwoordt Marco, "is
't enige watje op been houdt als
je op straat moet leven."
De Buitendienst ging in mei
2000 van start. Een van de aan
leidingen was de dood van een
buitenslaper aan de Slaak. Hij
bezweek in de vrieskou.
Tussen mei 2000 en april 2001
telden De Schepper en Willemse
260 buitenslapers. Daarvoor,
van 1998 tot 2000, legde een
voorganger, eveneens buitenwer
ker van Havenzicht, contacten
met 112 buitenslapers. Van vóór
1998 zijn geen betrouwbare cij
fers bekend. Van de buitensla
pers is minimaal driekwart ver
slaafd aan harddrugs of alcohol.
Schatten hoeveel daklozen niet
worden gevonden, is nattevin-
gerwerk. De Schepper: "Tel er
maar gerust honderd bij op.
Waarschijnlijk zijn 't er veel
meer. Ga maar na: er zijn grote
delen van de stad waar we niet
komen."
Eens in de zoveel tijd gaan de
veldwerkers "op jungletocht".
De Schepper: "Dan gaan we op
zoek naar buitenslapers op plek
ken waar we nog niet geweest
zijn." Alle mogelijke plaatsen
worden doorzocht: onder brug
gen, in bosschages, parken,
volkstuinen, slooppanden en me
trostations.
Makkelijker dan het vinden van
buitenslapers, is ze weer kwijtra
ken. "Het verloop is groot. Van
de 260 gevonden buitenslapers,
zijn er honderd alweer uit beeld
verdwenen. Geen idee of ze nog
op straat, in deze stad, leven",
vertelt De Schepper. "Dat geldt
ook voor de zeventig daklozen
die in 2000 werden aangetroffen
bij het oude gerechtsgebouw aan
de Henegouwerlaan, voordat het
werd dichtgetimmerd. De mees
ten hebben we vervolgens nooit
meer gezien, ook niet in de op
vang."
22.00 uur
De veldwerkers stappen in de au
to en rijden richting Maasboule
vard. Hun volgende doel is Alf
red, die ze hopen te vinden in de
parkeergarage onder het Nedl-
loydgebouw aan De Boompjes.
Alfred is schizofreen en heeft
geen vast inkomen. De Schepper
probeert al maanden een uitke
ring voor hem te regelen. Dit is
onlangs gelukt, maar sindsdien
hebben de veldwerkers Alfred
niet meer aangetroffen op z'n
vaste plek.
22.10 uur
Alfred is 'thuis', vanavond: hij
ligt vlak bij de slagbomen, in een
smalle nis tussen een muur en
een hoge opstaande rand die hem
onzichtbaar maakt voor in- en
uitgaande automobilisten. De
Schepper kan net over de rand
heenkijken en begroet hem. Alf
red reageert nors, hij ergert zich
aan het schijnsel van de koplam
pen.
"Je uitkering is geregeld", vertelt
De Schepper. "De sociale dienst
heeft zojuist vijfhonderd euro
overgemaakt". Alfreds humeur
wordt een fractie beter, maar hij
blijft mopperen. "Hoe zit het nou
met die woning die je voor me
zou regelen?", vraagt hij. De
Schepper: "Ik heb al eerder ge
zegd: dat lukt best, maar dan
moet je zelf een keer meegaan."
Met daklozen als Alfred is het
moeilijk om afspraken te maken,
vertelt De Schepper later. Hij is
een van de 24 getelde buitensla
pers bij wie een ernstig psychia
trische ziektebeeld is vastge
steld. Meer dan de helft van hen
slaapt permanent buiten. Alfred
is schizofreen, en zeer gebaat bij
regelmatige medicatie. Hij zou
wellicht beter af zijn in een psy
chiatrische instelling, maar wie
geen direct gevaar is voor zich
zelf of zijn omgeving, kan niet
zomaar van de straat geplukt
worden. Een betrekkelijk nieuwe
wet maakt het in bepaalde geval
len makkelijker om iemand voor
korte tijd gedwongen op te ne
men, maar de veldwerkers zijn
terughoudend met dit nieuwe in
strument. "Het schaadt de band
die je opbouwt met je cliënt",
zegt Willemse.
De veldwerkers boeken van
avond bescheiden succesjes met
Alfred. Voor het eerst sinds lange
tijd is hij bereid om mee te gaan
naar Havenzicht, waar iedere
woensdagavond een huisarts
langskomt. Deze zal hem onder
zoeken en medicatie geven. Zeer
tot genoegen van De Schepper,
die nog meer lichtpuntjes ziet:
"Alfred, ik zie dat je je nieuwe
schoenen draagt!" Bij een vorig
bezoek hadden de veldwerkers
een paar degelijke stappers met
stalen neuzen meegenomen.
"Een dumppartijtje van een fa
briek". Alfred had ze boos weg
geworpen, maar kennelijk later
toch in genade aangenomen.
"Gelukkig maar, want maat 45 is
moeilijk te vinden", zegt De
Schepper.
22.15 uur
De veldwerkers gaan voor korte
tijd uiteen. Willemse en Nouwen
rijden met Alfred naar de huis
arts in Havenzicht. De Schepper
vervolgt zijn tocht te voet, op
weg naar de bibliotheek aan de
Hoogstraat. "Een geliefde plek
voor buitenslapers".
De hulpverlening aan buitensla
pers staat "in alle opzichten nog
in de kinderschoenen", zo meldt
het jaarverslag van De Buiten
dienst. Niet alleen zijn er veel te
weinig veldwerkers, ook de sa
menwerking tussen instellingen
als het Centrum voor Dienstver
lening (waaronder Havenzicht
valt) het Leger des Heils, Stich
ting Ontmoeting en het Bouman
huis voor verbetering vatbaar.
Het laatste jaar is vooruitgang
geboekt, mede door initiatieven
van De Schepper en Willemse.
Zo is er sinds februari 2001 een
maandelijks veldwerkersoverleg
voor bovengenoemde instellin
gen.
22.30 uur
Naast de entree van de biblio
theek staat een man in zichzelf te
praten, licht voorover gebogen,
met zijn rug naar het lege markt
plein. Hij bladert in wat folders.
Zijn regenjack, gerafelde hand
schoenen, spijkerbroek en san
dalen geven hem weinig be
scherming tegen de kou.
"Hé Sambo", groet De Schepper.
Sambo's antwoord is vrijwel on
verstaanbaar, maar hij is duide
lijk zeer in zijn nopjes als hij de
veldwerker herkent. De
shag valt wederom in goede aar
de. De Schepper vraagt hoe het
met hem gaat. "Alles goed", ant
woordt Sambo. Er valt verder he
laas weinig chocola te maken
van wat hij zegt. Hij lijkt trots op
zijn folders. Hij wil graag op de
foto, fatsoeneert zijn kroeshaar.
Wanneer hij bij de eerste flits
naar de grond kijkt, is hij ont
stemd. Hij dwingt een herkan
sing af; bij de tweede flits kijkt
hij recht voor zich uit en is tevre
den.
Sambo heeft geen hulpvraag, zo
als dat heet. Of het moet een gra
tis kluis zijn voor zijn spullen,
een schaars goed in deze stad.
Zijn situatie is stabiel. Overdag
verkeert hij in het circuit van
dagopvang en gratis maaltijden,
's Nachts slaapt hij buiten. Hij
neemt blijmoedig afscheid als
De Schepper vertrekt.
Niet alle buitenslapers willen
een dak boven hun hoofd. "Het is
ook niet onze bedoeling mensen
de opvang in te praten", zegt De
Schepper. "Zo daar al plaats is.
Ik heb overigens wel de moge
lijkheid om iemand een gratis
overnachting te bezorgen, als
zijn situatie erg penibel is. Dan
kan iemand even op adem ko
men, eventueel door een arts on
derzocht worden."
"Ongeveer zestig mensen willen
zelf buitenslapen", schat De
Schepper. "Dat zijn vooral men
sen die in de war zijn". Dan is er
nog een deel dat het liefst binnen
zou slapen, maar geen zin (meer)
heeft in de dagelijkse onzeker
heid aan de poorten van de op
vangcentra. "Sommigen hebben
hun buik vol van afwijzingen".
22.45 uur
Van de bibliotheek is het slechts
een paar seconden lopen naar
flatgebouw 'het Potlood', een
van de architectonische blikvan
gers aan De Blaak. Rondom het
potlood vonden de veldwerkers
in het verslagjaar 8 van de 260
b u i -
tenslapers. Ook van
avond treft De Schepper er een
dakloze aan. Frank (33) ligt on
der een trap die de potloodbewo
ners gebruiken om hun flat bin
nen te komen. Onder een enkele
deken slaapt hij op koude tegels,
gure wind waait hem ongehin
derd in het gezicht.
Frank reageert opgetogen wan
neer hij uit z'n slaap wordt ge
wekt. Voor "acht eurootjes" (De
Schepper: "Dat kost een streep
bruin tegenwoordig") wil hij wel
geïnterviewd worden, dolgraag
zelfs: "Tof! En heb je ook een
shaggie?" De avond lijkt niet
meer stuk te kunnen.
Frank hoort niet bij de 260 getel
de buitenslapers. De Schepper
moet diep in zijn geheugen gra
ven eer hij hem kan thuisbren
gen: "Ik zie hem voor het eerst
sinds jaren. Waar ben je geweest,
Frank, de laatste tijd?".
"In Jabok", antwoordt Frank. "Ik
ben vierenhalve maand clean ge
weest. Dat is me nog nooit zo
lang gelukt." Jabok is een afkick-
boerderij op de Veluwe, zo ver
telt De Schepper later.
Frank zegt het niet jammer te
vinden dat hij weer gebruikt. "Ik
wilde daar niet blijven wonen, ik
had er nooit gelukkig kunnen
worden, er was niets te beleven.
Alleen als ik een meisje had ge
had, misschien."
Dakloos is Frank sinds zijn ze
ventiende. "Ik werd het huis uit
gezet omdat ik hasj rookte. Daar
na ben ik heroïne en coke gaan
gebruiken." Frank leefde in vele
steden. Venlo, Utrecht, Arnhem,
Amsterdam en Rotterdam. De
drie laatstgenoemde hebben voor
daklozen het meest te bieden, zo
heeft hij ervaren. De nachtop
vang kost weliswaar geld, en dat
spaart hij liever uit voor dope,
maar een gratis maaltijd weet hij
iedere dag wel ergens te scoren.
Frank is niet alleen verslaafd, hij
hallucineert ook geregeld. "Nu
ook weer zie ik daar, achter jou,
van alles bewegen." Bij aanvang
van het gesprek is hij rustig, dan
begint hij heen en weer te wie
gen, van links naar rechts, steeds
sneller. Zijn stemming versom
bert. Hij redt zich wel, maar het
leven op straat valt hem zwaar.
Na verloop van tijd, als hij het
straatleven helemaal zat is, zal
hij zich wel weer aanmelden
voor een of ander afkickproject.
"Maar de rest van mijn leven
zonder drugs, dat wil ik niet. Ik
moet een manier vinden om
drugs en een normaal leven te
combineren."
23.00 uur
Voor hij weggaat doet De Schep
per Frank een aanbod. "Als je
morgen met me meegaat naar
Havenzicht, krijg je één gratis
overnachting. En een warme
maaltijd." Frank: "Ja, da's
goed. Kicken!"
De Schepper is niet teleurgesteld
dat Franks afkickpoging is mis
lukt. "Vierenhalve maand clean,
dat is mooi meegenomen." Het
tekent de instelling van de veld
werkers: ze benadrukken het po
sitieve, ze zijn blij met klein suc
ces.
Een grote stap vooruit wordt
maar zelden gezet. Van de eerder
genoemde 260 buitenslapers
werden elf mensen "van de straat
geplukt", zo staat in het jaarver
slag. Van deze groep betrokken
vijf mensen met hulp van de
veldwerkers een woning. Drie
personen hebben in de maat
schappelijke opvang (bijvoor
beeld een sociaal pension) een
permanent onderkomen gevon
den. Drie daklozen werden ge
dwongen opgenomen in de psy
chiatrie.
23.10 uur
De veldwerkers hergroeperen
zich op het Binnenrotteplein. De
auto rijdt naar de hoek Boezem-
weg/Gerdesiaweg. "We hebben
een tip gekregen dat daar iemand
in de bosjes slaapt", zegt Wil
lemse. Bosschages worden uit
gekamd, van containers het dek
sel gelicht, maar: geen buitensla
per.
23.30 uur
De veldwerkers rijden over de
Erasmusbrug. De laatste halte
van de avond ligt op Zuid. Ze
willen Leo zien, die bivakkeert
bij busstation Zuidplein. Leo
trekt de laatste tijd op met Arie,
een dakloze met bedenkelijke re
putatie. Arie heeft de boel ver
bouwd in diverse daklozencentra
en hulpverleners bedreigd. On
der wie Nouwen. Omdat Arie de
ze avond naar verluidt niet in de
stad is, denken de veldwerkers
hun kans schoon te zien.
23.40 uur
Zuidplein. Onder de weg waar
over bussen naar boven rijden,
goed verborgen achter de bosjes,
bevindt zich Leo's slaapplaats.
Nouwen stapt eropaf, de rest
blijft bij de auto die aan de over
kant van de weg staat gepar
keerd. "Leo!, Leo!", roept Nou
wen, terwijl hij zich een weg
baant door de bosjes. Leo is
thuis, maar zegt zich niet goed te
voelen. Hij blijft onzichtbaar
achter een balustrade van karton.
Dan doemt plotseling een boom
lange gestalte op: Arie is toch in
de stad vanavond. Nouwen no
digt hem uit om mee te komen
naar de auto, voor een shaggie en
een praatje. Arie loopt mee. On
derwijl pakt hij een zware tak en
maakt een slaande beweging. De
tak komt tot een centimeter bo
ven Nouwens hoofd. Die geeft
geen krimp.
23.50 uur
Bij de auto duurt het gesprek
maar kort. Arie neemt Willemse
speels in de houdgreep. Hij zegt
tegen de verslaggever dat hij zijn
naam niet in de krant wenst te le
zen. "Pas op jij, ik weetje te vin
den."
23.55 uur
De veldwerkers nemen afscheid
en rijden terug naar Havenzicht.
De buitendienst zit erop.
Was Nouwen bang toen de tak
zijn hoofd naderde? "Nee, ik zag
direct dat Arie in een goed hu
meur was."
De naam 'Arie'is gefingeerd
foto's: DAVID ROZING EN RONALD DE SCHEPPER
jg.
allo. veldwerk'
Marco: Ik ben al 33 jaar dakloos
I eldwerker Ronald de Schepper bezoekt buitenslapers doorgaans per fiets
Marco, bij de studentensoos aan de
Willem Ruyslaan: "Die studenten we
ten wel wat feesten is. Vroeger gaven
ze me nog een borrel, maar dat doen
die kakkers tegenwoordig niet meer
Sambo, bij de bibliotheek aan de
Hoogstraat, heeft zoals veel daklozen
behoefte aan een gratis kluis voor zijn
spullen
Pas na de tweede foto is Sambo tevre
den
Frank, bij flatgebouw 'het Potlood'
'Ik moet een manier vinden om drugs
en een normaal leven te combineren