Humor op Harga Wim Jansen componeerde een elftal <n Bij SW heb ik kunnen werken, zoals ik dat echt wil' WOENSDAG 28 APRIL 2004 PAG IN A-15 Hij werkte bij Feyenoord, Celtic en in Japan, maar de mooiste tijd kende Wim Jansen als technisch direc teur van SVV. De oud international legde in Schiedam de basis voor het laatste kampioenschap in het betaalde voetbal. Het begin "Op een ochtend belde John van Dijk. Hij had SW net gered van een vrijwel zeker faillissement en vroeg of ik niet zin had in de functie van technisch directeur bij de club. Ik had destijds niets om handen en praten kan altijd. We waren er daarna vrij snel uit. Als John van Dijk iets kan is het mensen enthousiast maken. Wanneer hij iets in zijn hoofd heeft, moet dat binnen no-time voor elkaar zijn. Zo werd ik td van een club die weer opnieuw moest beginnen. In mijn eerste jaar was Jan van der Velden trai ner, maar wij waren al bezig met het volgende seizoen. Jan zou stoppen en we zochten een nieuwe coach. Dat werd Dick Advocaat. Hij zat bij Haarlem en hem had ik leren kennen als iemand die geknipt was voor de functie bij SW. Dick was ook 24 uur per dag met voetbal bezig en dat is toch een voorwaarde. Samen zijn we gaan bouwen aan een elftal dat moest mee strijden om het kampioenschap in de eerste divisie." Componeren "Bij SW heb ik me kunnen ont wikkelen als technisch directeur. Mijn functie was ontzettend intensief, ik hield me met alles bezig. Niet alleen het eerste elf tal was belangrijk. Zaterdagochtend liep ik langs de dat we konden kopen wat we wilden. Soms zagen we een spe ler die we graag wilden hebben, maar dan bleek dat hij voor ons onbetaalbaar was. Dan houdt het op. Scouten is niets anders dan goed zoeken en met het elf tal dat we hadden, werden we uiteindelijk kampioen na een 1-1 gelijkspel bij Excelsior." Gezelligheid 'Na mijn voetbalcarrière heb ik bij SW de mooiste tijd gehad. De charme van de club was dat iedereen die er zat, zijn steentje bijdroeg om er echt iets van te maken. Toen ik er zat werd SW eigenlijk voor het eerst een echte profclub, maar de echte club mensen werden niet vergeten. Dat vond ik belangrijk. De sfeer in die tijd was fantastisch. Na iedere wedstrijd zat het spelers home, die bouwkeet naast de hoofdtribune, stampens vol. En dan kon het wel eens laat wor den. Als ik mensen uit die tijd tegenkom, beginnen ze altijd over hoe fijn ze het hebben gehad- bij SW. Laatst Jos Luhukay, die vertelde me dat-ie het zo naar z'n zin had gehad in Schiedam. Dat is toch wel veel zeggend. SW was gewoon een hele fijne club." Het vertrek "Na het kampioenschap met SW belde Feyenoord. Die club zat zwaar in de problemen en ik kon daar trainer worden. Tegen iedere andere club had ik nee gezegd, maar Feyenoord... Dat blijft een ander verhaal. John van Dijk was bereid me te laten gaan. Hij is zelf een echte Feyenoorder, maar voor iedere andere club had hij me in Schiedam gehouden. De beslis sing SW te moeten verlaten was een moeilijke. Bij SW kon ik werken zoals ik echt wilde, in Rotterdam was het allemaal veel groter en dus veel meer gecom pliceerd. Toch vond ik dat ik de kans om voor Feyenoord te gaan werken niet kon laten lopen. SW ben ik wel blijven volgen. In het eerste jaar in de eredivisie wisten ze zich te handhaven ha .twee beslissingswedstrijden tegen NAC, maar toen speelden ze al in de Kuip. Doodzonde dat het zo moest. Harga was gezellig en knus, maar niet geschikt voor de eredi visie. SW kon geen kant op. Hoe het verder is gegaan na die fusie met Dordrecht'90 weet ik niet. Toen stond ik er al ver van af. Ik blijf het jammer vinden dat er nu in Schiedam geen betaald voetbal meer wordt gespeeld.;1 De toekomst "Ik ben net terug uit Japan, waar ik twee jaar met Hans Ooft heb gewerkt bij Urawa Red Diamonds. Op dit moment volg ik het voetbal op de voet. Ik zie veel wedstrijden van de jeugd van Feyenoord en de vertegen woordigende Nederlandse jeugdteams. Zo probeer ik me een beeld te vormen van welke talenten er rondlopen. VercJer schrijf ik columns voor het Rotterdams Dagblad. Dat is nieuw voor me, maar leuk om te doen. Op die manier kom ik de dagen wel door, maar inmiddels begint het toch weer te kriebe len. Laatst trainde ik een Japans jeugdelftalletje en dat geeft dan toch wel weer een heel prettig gevoel. Ik ben besmet met het voetbalvirus, dat gaat nooit meer uit me." Wim Jansen velden om de jongste pupillen te scouten. Ik heb dat altijd fantas tisch gevonden, dat speuren naar talent. Nog steeds ben ik ieder weekeinde wel op een of ander veld te vinden. Bouwen aan een elftal is een kunst, je bent er soms maanden mee bezig. Als je een nieuw elftal for meert, haal je niet elf goede voetballers. Dat is absoluut geen garantie voor succes. Dick en ik zochten naar spelers die bij elkaar pasten. Ab Plugboer en Jerry Cooke, die elkaar perfect aanvoelden. Keje Molenaar, Marcel van der Net. Achter elke nieuwe speler zat een gedachte. Op die manier componeer je een elftal als het ware. Het is net een machine, met allemaal radertjes. Heb ik van Ernst Happel geleerd. Iedere speler in het elftal weet wat-ie moet doen en als iemand wegvalt, zorg je voor een ver vanger die'op dezelfde manier kan functioneren, zodat het geheel intact blijft. In die tijd hadden we best een aardig bud get, maar het is ook weer niet zo Bij SW was het vooral in de beginjaren tachtig bijna weke lijks prijs. Vooral de komst van spits Cor Peitsman bleek een gouden greep voor de sfeer in de Schiedamse spelersgroep. Al in zijn eerste seizoen kon rou tinier Rinus Steenbergen daar over .meepraten. Steenbergen stond in de spelersgroep bekend als iemand die tijdens het dou chen op trainingsavonden veel moest lenen van zijn medespe lers. Zijn vrouw zag de oplossing en deed hem een complete toi lettas cadeau. De dolgelukkige verdediger liet de aanwinst voor de training trots aan zijn mede spelers zien. Peitsman lachte en liet zich die bewuste avond ruim voor het einde van training geblesseerd afvoeren. Toen de rest van de spelersgroep terug kwam in de kleedkamer, bleek Peitsman al verdwenen. Rinus besteedde er verder geen aan dacht aan en ging trots met zijn gloednieuwe zeepdoos richting douche. Toen hij de deksel optil de bleek het lekkere stuk zeep verdwenen. Peitsman had in de doos een grote dampende drol achtergelaten... Ook de trainer staf had in het in die tijd zwaar te verduren. Tijdens het seizoen 1982/1983 was Nol de Ruiter de baas op Harga. De trainer had een voorliefde voor veel loop werk, maar de spelers konden de rondjes door Harga niet waar deren. Na één van die zware oefensessies stapte De Ruiter vrolijk de massageruimte binnen. Volgens afspraak zette hij zijn gloednieuwe loopschoenen keu rig op de mat voor de deur. Toen hij terugkwam stond er met grote dikke viltstift, niet meer te verwijderen, Gerard Nijboer opgeschreven. De dader werd later zelf trainer... Of die keer dat een kritische journalist zijn auto 'opgeknapt' zag worden. Banden leeg, ver- deelkap in de sloot en alle rot zooi uit de omgeving op de ach terbank. Om de boel te redden moesten de spelers de volgende dag twee kilometer met een lege autoband naar de benzinepomp rennen om de banden weer te voorzien van lucht. Later was vooral Delftenaar Chris Treling de lolbroek in de selectie van de toenmalige trainer Dick Buitelaar. Treling zorgde vooral in het trainingskamp in Appelscha voor onvergetelijke momenten. Zo ontdekte hij dat afstandbediening die op de kamer van het hotel lag ook werkte op de televisie in de ont vangsthal, waar over het alge meen hoogbejaarde bezoekers een uurtje televisie kijken. Treling hield de oudjes van achter een pilaar uren bezig. Harder, zach ter, kleuren weg, meer contrast, ander net... En had zelfs nog de grootste lol.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 2004 | | pagina 47